Annemarie Oster; Terug op Bavoort
589
genomen.
I en andere mogelijkheid voor de verklaring
van de naam de Mof zou kunnen zijn dat de
scheldnaam voor de zogenaamde "hanneke-
maaiers" uit o.a. de Duitse deelstaat
Westfalen aan deze herberg is blijven han
gen. In de 17de eeuw ontstond namelijk een
jaarlijks terugkerende stroom seizoenarbei
ders uit Duitsland naar Nederland om in de
hooitijd gras te maaien,
l ussen 1700 en 1770 schatte men hun aan
tal. gemiddeld per jaar. op ca 30.000 man
en dat op een totale bevolking destijds van 3
miljoen mensen.
Het restaurant lag. volgens De Beaufort,
duidelijk op een kruispunt van
"Moffenwegcn" en was bovendien een rust
en verdeelpunt voor vele "Moffen", die hier
langs kwamen. Al gauw werd de herberg in
\erband gebracht met deze bezoekers. Sinds
1600 komen we dan ook de naam "de Mof"
tegen. Goos van Leeuwen (historicus uit
Leusden).
De naam "de Mof' zou afgeleid kunnen zijn
van een kledingstuk, dat in vroegere jaren
gebruikt werd door deftige dames om 's
w inters hun handen warm te houden.
Len andere mogelijkheid is dat de naam
afgeleid zou kunnen zijn van het oud-
Germaanse woord "Moffe", dat vreemdeling
betekent. Vooral omdat in de acte uit 1609
de Mof met twee fs werd geschreven.
Later zou het woord "moffe" meer van toe
passing zijn geraakt op lastige gasten, die
altijd wat hadden aan te merken. Voor der
gelijke gasten bestaat in Zuid-België nog
steeds het woord "mouffe".
Aangezien, volgens van Leeuwen, de
Pruisen bekend stonden om hun hooghartige
houding, was het niet zo verwonderlijk dat
de scheldnaam "Mof" overging op alle
Duitsers. Trouwens ook alle Nederlanders
uit het oosten van ons land werden
"Moffen" genoemd.
Dat de naam "Mof" afkomstig zou zijn van
de hannekemaaicrs bestrijdt Van Leeuwen,
omdat de herberg "de Mof' niet op de trek-
route lag van deze seizoensarbeiders. Zij
trokken veelal naar Noord- en Zuidholland
en Friesland waar uitgestrekte hooilanden
lagen. Bovendien reisden deze arbeiders
meestal per trekschuit. Als tweede reden
geeft hij aan dat de landbouw in deze regio
kleine gezinsbedrijven waren, die de hooi
bouw zelf ter hand namen.
Jan Verduin (historicus uit Leusden).
Deze historicus vermoedt dat deze herberg
de naam "de Mof" heeft gekregen omdat er.
tegen het einde van de tachtigjarige oorlog,
een Duitse huursoldaat hier zou zijn blijven
hangen.
Met dank aan:
Gebruikte bronnen
Jhr.ir.C.C.Th. de Beaufort: lezing
"de Mof' in 1978.
Goos van Leeuwen "de Mof"
Leusder courant 1985.
G. Meijer Genealogie van de familie van
de Lagemaat.
Jan Verduin Tapsteden in de 17de en 18de
eeuw in Leusden en Stoutenburg.
Leusden Toen 16e jaargang nr. 3 (januari
2001)
LEUSDEN, ARNHEMSEWEG 1952.
Een groot gedeelte van mijn jeugd woonde
ik ergens anders. Niet bij mijn toneelspelen
de ouders in Amsterdam, maar ergens bui
ten. in een bosrijke omgeving.
"Een kind zou zich hier toch doodvervelen,
tussen al die egocentrische volwassenen!"
Mijn moeder articuleerde zo goed datje
haar gesprekken overal in huis kon volgen.
"Waar kan ik haar 's avonds laten als wij
moeten spelen? In haar eentje op dit boven
huis? Of met een oppas die ze schopt? Nee,
niet die haar schopt! Dat moest er nog bij
komen. Zij die oppas! Als driejarige! En het
mens was notabene ooit politieagent
geweest!"
Mary Dresselhuys bofte maar met haar
jarenlange juffie.
Die Mary kon iedere avond onbezorgd het
toneel opstappen. Maar zij. Ank. w ist zich
geen rrrrraad.
Daarom logeerde ik nu eens maandenlang
bij mijn opa en oma op de grote stille heide,
dan weer bij een bevriende familie in
Leusden. Vanaf mijn zesde mocht ik er blij
ven. "Daar is ze veel beter af. Ze heeft er
twee broertjes en een hond en een dorps
schooltje in de buurt..."in mijn moeders
stem sloop een romantische klank, "met
zo'n potkachel in het midden. En een
bovenmeester met een horlogeketting.
Het wemelt er van de vriendjes en vriendin
netjes met wie ze kan fietsen, schaatsen,
zwemmen, nou ja... van alles. Heus, ze
heeft het reuze naar haar zin."
Het huis met rieten dak stond midden in een
tuin vol vruchtbomen en langs het welige
gras stroomde de Lunterse beek met een
kano erin; van ons.
Ook liep er een hond rond die zich hechtte
aan de jongste van het gezin, en dat was ik.
Dat hij werd doodgereden op de
Arnhemseweg, hoorde bij het leven en ook
dat ik door die broertjes werd gepest en dat
het stonk op mijn pleegouders' slaapkamer
en dat ik overdag bang was voor de haan in
het kippenhok en 's nachts voor de kinder
dieven. En dat ik het menu van de hele
week uit mijn hoofd kende; dinsdag een ei
in plaats van vlees en zaterdag alleen pan
nenkoeken. Daarna mocht ik naar de
"Showboat" luisteren en pinda's pellen op
een krant. Soms kwam mijn moeder op visi
te - ze hoefde zo'n avond te spelen - uit het
verre Amsterdam. In haar mooie kleren en
met dat lachje leek ze op een koningin.
Wat was ik bang dat de hond tegen haar op
zou springen. Mijn pleegouders praatten
opeens heel anders.
Soms bleef het hoge bezoek slapen en dan
kwam ze me instoppen. Ik mocht haar echte
Mevr. Van der Weide; Dhr. en Mevr.
Apeldoorn; Mevr. dennette van Appeldoorn-
dansen; Dhr Rien Osnahrugge; Dhr. dan
Verduin; Dhr. Ar ie van Leeuwen en Dhr.
Hans H 'ildschut.
Deze "Delfts blauwe" kruik
werd in Je jaren '60. al of
niet gevut J met jenever, als
souvenir aan Je man
gebracht
hola v Loenen
Op 2H mei jl. hield schrijfster, actrice
Annemarie Oster een lezing in Restaurant
Bavoort. Een deel hiervan handelde over de
periode dat zij in een Leusdens pleeggezin
verbleef aan de Arnhemseweg van /OAS tot
1952.
Zij groeide op in Leusden omdat haar
toneelspelende ouders Ank v. d Moer en
Guus Oster in beslag genomen werden door
hun carrière.
Met een aantal klasgenoten van de openba
re lagere school aan de Ooievaarshorster-
weg haalde zij herinneringen op aan de
school en de buurtschap Bavoort.
Hieronder het eerste hoofdstuk uit haar
autobiografie "Sjans" dat zich mede in
Leusden en Amersfoort afspeelt.
Het betreft een sfeertekening van opgroeien
in Leusden in de jaren '50. Het kontrast met
Amsterdam, waar ze in de weekenden ver
bleef bij haar ouders, was groot.
Archief Frans van Loenen.