Groot Zandbrink 611 Fam. J.A. Boersen, Postweg 2, Snorrenhoef R8 De boerderij Groot Zandbrink dateert volgens de gevelsteen uit 1878. De oorspronkelijke hoeve Zandbrink bestond waarschijnlijk al in de 12e eeuw en heeft in de Middeleeuwen zijn tijns belasting) in de vorm van de Derde Garve afgedragen. We zagen al bij de Ooievaarshorst dat deze betalingsvorm aan onze oudere hoeven was voorbehouden. De latere hoeven betaalden hun tijns in de vorm van geld. Het keerpunt lag rond het jaar 1135. Zandbrink was waarschijnlijk ook de plek waar de plaatselijke boeren hun rogge en haver hebben afgeleverd, dat vervolgens in een graanschuur of'spijker' zou zijn opgeslagen. Het bosperceel aan de overkant van de weg bevat nog steeds de restanten van een oude ringgracht, die bij deze spijker zou hebben behoord. Zandbrink vormde de eerste eeuwen van zijn bestaan het centrum van een bisschoppelijk gerecht. Dit rechtsgebied Zandbrink werd later opgesplitst in Snorrenhoef en Asschat. De landerijen van de verdwenen boerderij Snorrenhoef werden in de 17e eeuw verdeeld tussen de boerderijen De Kleine Riet en DrofTelaar. De boerderij Snorrenhoef lag noordelijk van de huidige Penhut. Het oorspronkelijke erf Zandbrink werd in de Middeleeuwen verdeeld in Groot Zandbrink, Klein Zandbrink en een stukje grond waarop de Zandbrinkermolen werd gebouwd. De laatste windkorenmolen van die naam werd (Foto: Frans v. Loenen) in de Meidagen van 1940 door oorlogshandelingen verwoest. De fraaie langhuisboerderij Groot Zandbrink, met aangebouwd zomerhuis en bakhuis, werd in 1999 tot 'Boerderij van het jaar' van de provincie Utrecht gekozen. De markante ligging in een schaduwrijke bocht van de Postweg zal zeker aan deze uitverkiezing hebben bijgedragen. De Postweg maakte tot de komst van de spoorwegen deel uit van de route van de postkoets tussen Amsterdam en Arnhem. 'De Zwarte Steeg' in Hamersveld was een andere bekende pleisterplaats. De gevels van de boerderij zijn uit handgevormde baksteen opgetrokken. Het bovenlicht van de voordeur toont een oeroud germaans symbool, de zogeheten levensboom. Het opschrift 'Groot Zandbrink 1381' is terug te voeren op een schriftelijke vermelding uit dat jaar. Men sprak toen nog van Sambrynck of Sambringh. Op het ruime erf van de boerderij zal op Monumentendag een keur van landbouwwerktuigen worden uitgestald waarmee in vroeger tijden het zware werk op akkers en weiden werd verricht. Paardentractie was toen onontbeerlijk. De status van een boerderij werd gemeten naar het aantal werkpaarden of'paarden van labeur'. Slechts een enkeling kon zich een 'paard van plaisier' veroorloven en werd daarvoor hoog aangeslagen in de belastingen. Na de overgang op veeteelt werd het aantal 'volle' melkbussen langs de weg één van de graadmeters voor het inkomen van de boer. Uit: "Een greep uit het landbouw verleden, deel 2", door Hans Siemes. De boerderij ligt in een flauwe bocht aan het begin van de Postweg, vlak voorbij de afslag vanaf de Asschatterweg, en wordt door de O MD-vlag gemarkeerd. Er is in de directe omgeving voldoende parkeergelegenheid. Een volmaakte eenheid, man, paard en machine bij het poten van aardappelen. De eg er in één werkgang direct achteraan.

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 2003 | | pagina 10