Ooievaarshorst 609 610 Fam. I). Davelaar, Ooievaarshorsterweg 7, Leusden (bij Leusden-Zuid) E5 Ken horst is volgens het woordenboek een met kreupelhout begroeide hoogte. Zo'n hoogte kon als eiland midden in een wat lager gelegen moeras of'broek' liggen. De Mamersveldse boerderijen Hakhorst en Krakhorst werden op dergelijke eilandjes in de moerassen van de Gelderse Vallei gesticht. Met het woord horst kon echter ook een wat hogere uitloper in een moeras worden bedoeld. Dat is bij de Ooievaarshorst het geval geweest. De hoeve werd hier op een uitloper van de Utrechtse Heuvelrug gebouwd. Bijna alle 'horst' boerderijen stammen uit de elfde en twaalfde eeuw. Een andere aanwijzing voor de hoge ouderdom van de Ooievaarshorst is in belastingregisters te vinden, omdat daarin wordt verteld dat de hoeve de 'tijns' of belasting met 'De Derde Garve' of het éénderde deel van de graanoogst heeft betaald. Dergelijke betalingen in natura werden kort na het jaar 1133 niet meer opgelegd. De tijnzen van de nieuwere boerderijen moesten voortaan in de vorm van geld worden opgebracht. Het huidige hoofdgebouw werd in 1771 gebouwd en stamt daarmee uit de periode van het gemengde bedrijf, waarbij de veeteelt nog volledig in het teken van de landbouw stond. De akkergronden van (Foto: Frans v. Loenen) Ooievaarshorst lagen westelijk van de Treekerweg, waar nu weiland en bos is. De wei- en hooilanden lagen tussen de Treekerweg en de Heiligenbergerbeek. Ooievaarshorst bezat relatief veel akkerland, en had voor de van nature weinig vruchtbare grond veel mest nodig. De boerderij heeft dan ook, als enige in heel Leusden, te boek gestaan voor twee schaapstreken schaapskudden). Het hooi werd eeuwenlang aangevuld vanuit het Zuurbroek, dat nu het noordelijk deel van het huidige Geerestein vormt. In de tijd van de nieuwbouw van de boerderij was de teelt van rogge, haver en boekweit het belangrijkst. Een direct gevolg van deze vorm van bedrijfsvoering was de enorm grote deel. De latere overgang op veeteelt maakte de opslagruimte voor het graan overbodig en vereiste diverse aanpassingen van het bedrijfsgedeelte. Het hoofdgebouw bleef, ondanks een aantal verbouwingen en moderniseringen, een juweeltje van landelijke bouwkunst. De fraaie ligging en de ouderwetse boerentuin dragen eveneens bij aan de reputatie van onze misschien wel mooiste boerderij, (zie foto) Tegen het einde van de 17e eeuw werd het mode dat rijke stedelingen met hun gezin de zomer en de weekeinden op het platteland gingen doorbrengen. Zij lieten dan ook vaak op één van hun pachtboerderijen een speciale 'Herenkamer' inrichten. Als men de zaken grootscheepser wilde aanpakken werd nabij de boerderij een compleet landhuis gebouwd. Dit is ook bij de Ooienvaarshorst het geval geweest. De Amersfoortse jonker Petrus Philippus van Blocklant staat als bekendste bewoner te boek. Het huis, dat nabij de boerderij op een door sloten omringd stuk land heeft gestaan, was al in de negentiende eeuw gesloopt. De fundamenten ervan zijn inmiddels in het weiland teruggevonden. Voor Je toegang naar het erf gebruiken we Je zij-ingang aan Je Treekerweg, links van Je Ooievaarshorsterweg. Deze ingang is niet Je OMD-vlag gemarkeerJ. Er is volJoenJe parkeergelegenheiJ in Je bermen aan weerszijJen van Je Treekerweg. Ooievaarshorst, gevels, plattegronJen en JoorsneJen. (Opmetingstekening R. de Boer, 1967, Arnhem).

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 2003 | | pagina 9