Colorado'Kever
Coloradokevers
Op z"n Achtervelds
696
697
Veel mensen weten ongetwijfeld zich nog te
herinneren de plaag van de coloradokevers
in de vijftigerjaren van de 20e eeuw.
Hr was echter niets nieuws onder de zon.
Dat hl ijkt uit deze affiche van juli 1877.
De Burgemeester der gemeen te
Gezien eene mcdedeeling van wege den Min. van binuenlandsehe
-aken, van den volgenden inhoud:
Het vinden van eenen levenden
(doryphora decemlineata)
te Rotterdam, waarop betrekking had het onlangs in Staat^Courant
opgenomen berigt, heelt het bewijs geleverd, dot dit gevaarlijke
insect door tussehenkomst van de scheepvaart, op voorwerpen van
allerlei uard uit Amerika kan worden overgevoerd, en dat het verbod,
betreffende den invoer van aardappelen enz. uit Aonerika en Canada,
onmagtig is ont zijne verschijning' hier te lande te voorkomen.
-Het vinden van den kever in Pruissen, te MiihlMbn ad Rijn, in
een aardappelveld, maakt daarenboven verdubbelde waakzaamheid
lot pligt en, ofschoon tot heden geen ufdoende maatregelen tegen
de overbrenging of ter uitroeijing van het insect bekend zijn, zoo
behoort niettemin al het mogelijke te worden aangewend, om deze
ramp af te wenden."
Maakt de ingezetenenmot verwijzing naar de door het departe
ment van Binnenlandsehe /aken uitgegeven en verspreide en hier
nevens voorkomende beschrijving met teekening, daarop op
merkzaam en spoort hen tot de meest mogelijke waaksaamheid aan.
en noodigt hen dringend uit van het vinden van Golorado-kevers,
larven of van daarop gelijkende voorwerpen, hem Burgemeester,
met overlegging van het gevondene, daarvan kennis te geven.
- den
De Burgemeester voornoemd.
"Leit"brengt me weer op een oud verhaal
over tante Geert. Tante Geert hield kippen;
dat deed ze al langer dan ik weet. Ze was
zelfs lange tijd vermeerderaar, dus uit de
eieren van haar kippen werden kuikens
gebroed. In die tijd gebeurde dat nog klein
schalig. dus b.v. met 50 kippen. Ook toen al
moest je aan allerlei eisen en voorwaarden
voldoen om vermeerderaar te worden en te
blijven. Opeen gegeven moment was ze
geen vermeerderaar meer, waarom weet ik
niet.
Net als bij iedereen ging er bij tante Geert
ook met een zekere regelmaat een kip dixid.
Meestal werd een dode kip begraven. Tante
Geert had echter een methode gevonden die
minder energie vroeg. Ze zette het lucht-
klepje van de kolenkachel een stukje verder
open, zodat deze wat feller ging branden.
Als dat punt was bereikt, ging het klepje
weer terug en de kip ging in de kachel
boven op de kolen. Dat gaf natuurlijk de
nodige stank en als je tante Geert dan buiten
aantrof, dan zei ze: "Jacob, ruuk je 't? D'r
leit 'r weer één in; de kachel leit 'r een poos
van heen." Zo leverde een dode kip nog wat
op en je was er meteen vanaf.
Een paar dagen geleden maakte iemand me
opmerkzaam op een oud Achtervelds
woord, n.l. "t gewoud". Je hoorde wel eens
dat men over iemand, die ziek was, zei "dat
't gewoud eruit was".Dat betekende dan dat
hij zi jn spierkracht verloor, dat zijn lichaam
niet meer gehoorzaamde aan zijn wil: kort
om de ziekte nam zijn krachten mee.
In het vorige stukje gaf ik een voorbeeld
van een verspreking of verhaspeling van
een vreemd woord. Veel Aehtervelders ken
nen dit verschijnsel vast ook wel in eigen
kring. Een paar voorbeelden. Tijdens de
oorlog noemde men Hitier ook vaak Hilter.
En koning Faroek van Egypte werd verhas
peld tot Foerak. Een bekend soort stoppel-
knollen, Jobé werd Bombé en distributie
werd in de eerste wereldoorlog disprezuut-
zie.
Liggen is in het Achtervelds "leege". Wat
opvalt is dat, we net als in het Nederlands,
de 'n' op het einde van het woord niet uit
spreken. We schrijven 'lopen' maar zeggen
'lope'.
De tegenwoordige tijd van "leege" is "leit".
We zeggen: "daar leit ie" En in de verleden
tijd laten we de "t"weg, dus: dus "daar lei
die".
MMStiEVlNfl.
Sfootit Snelpersdruk >i_n de £nsa L. E BOSCH r>' ZOON, te Utreeht
Joep van Burgsteden
De Rudolphstichting, Achterveld U). Kijkje op één der boerderijen.