WEERBARSTIG VOORUIT-
STREVEND Aflevering 3
684
685
De jacht op weiland en humus
Heeft dat niet alles te maken
a Met de omslag van grootgrondbezit naar
boerenland in boerenhand?
b Met de omslag van landbouw naar
veeteelt?
c Met de komst van de kunstmest?
a Boerenland in boerenhand?
Uit archiefstukken blijkt hex constant de
omvang was van de boerenbedrijven.
In onze dynamische tijd vindt men het van
zelfsprekend dat een beetje ondernemer
streeft naar uitbreiding van het bedrijf. Hoe
groter het bedrijf, des te groter het inkomen.
Bovendien stijgt de winst onevenredig sterk
omdat gebouwtenen gereedschappen inten
siever gebruikt worden, m a w de overhead
kosten dalen Maar in de prehistorische
tijd.ik bedoel \66r de moderne tijd. waren
de boeren, de agrarische ondernemers,
hoogst zelden eigenaren van de boerderij.
Grondbezit was net inkomen voor de kas
teelheren. de ridders. Ik heb eens een grove
berekening gemaakt dat zo'n kasteelheer
alleen zijn stand kon ophouden als hij min
stens drie boerderijen bezat met daarbij
natuurlijk nog zijn kasteelhoeve Deze kas
teel hoeve had dan wel een grotere omvang
Ook de kloosterhoeven waren uitgestrekter,
want die hoefden geen rekening te houden
met de omvang van een gemiddeld boeren
gezin Bovendien konden adellijke en geeste
lijke grootgrondbezitters beschikken over de
arbeidskracht en eventueel paardenkracht
dan wel ossenkracht en wagens van de
pachters, horige boeren als zij waren. Aan
die heerlijke rechten, o.a het recht op de
hand- en spandiensten van de pachters, is
rond de f ranse Revolutie een einde geko
men
Ken andere groep groot grondbezitters
vormden de kooplieden en regenten in de
steden. Al in 1300 bijvoorbeeld was in
Westfriesland ruim de helft van de grond in
handen van burgers die woonden in de ste
den Hoorn. Enkhuizen. Medemblik en
Alkmaar. Dit waren toen belangrijker han
delssteden dan Amsterdam. Men belegde
zijn geld in grond, de veiligste belegging,
want grond behoudt altijd zijn waarde, sche
pen vergaan, (houten) huizen branden af
(hele stadsdelen vielen ten prooi aan brand)
grond was dus de stabielste belegging en
graan de stabielste behoefte De ontwikke
ling van het hypotheekwezen is in dit ver
band een belangwekkend hoofdstuk uit de
economische en sociale geschiedenis. Maar
komt hier slechts zijdelings aan de orde.
Door vererving kon het grondbezit wel
groeien, maar dat veranderde niets aan de
ideale bedrijfsgrootte van het gezinsbedrijf
Moest de erfenis aan bezit-in-grond onder
meerdere erfgenamen verdeeld worden, dan
verdeelde men niet het bedrijf, maar de
pachtopbrengst. Deze werd verdeeld tot
1/2, 1/3, 1/4. enz tot 1/74. al naar voortdu
rende erfenissplitsingen
Geërfden.
Als men van gegoed sprak, bedoelde men
niet geld. maar |on roerend goed. grondbezit
Als in 1990 SW Verstegen schrijft over
'Jonkers en geërfden op de Vel uw e 1650-
1830' noemt hij dat werk 'Gegoede ingezete
nen' Het ideaal van welgestelde stedelingen
was dan ook op te klimmen tot die jonker-
stand. In de Franse Tijd waren door de
torenhoge belastingen ten gevolge van de
Napoleontische Oorlogen de bezitters van
grondkapitaal zowat kompleet onteigend.
Gaandeweg zien we dan op Hamersveld
kapitaalkrachtige boerenfamilies hun pacht-
boerderij kopen. Daarbij |2.| waren geluk en
durf wel de twee belangrijkste factoren.
Voortaan kon de eigenaar dan naar believen,
d w.z. naar behoefte, zijn bedrijf splitsen.
Waren er meerdere zonen, dan lag deling
van het bedrijf voor de hand. Maar elke
boerenzoon met een boerenhart wilde een
bedrijf en daarmee een inkomen zo groot als
dat van zijn vader (en schoonvader). Op een
bedrijf van die omvang had men altijd
gewerkt en die omvang bepaalde de stand in
de dorpssamenleving! Na 1900 kon men
met doelmatige aanwending van kunstmest
en aankoop van veevoer de opbrengst aan
zienlijk vergroten en soms de omvang van
de veestapel tot die van het ouderlijk bedrijf
opvoeren, ja verdubbelen, zodat elke zoon
een groter bedrijf had dan eens de vader
bezat.
Markteconomie
Op het traditionele graanbedrijf was de pro
ductie zo om en om schier afgepast om voor
een derde te dienen voor de pacht, een
derde voor het zaaizaad en een derde voor
de consumptie van het gezin en het kleine
beetje vee Maar in de melkveehouderij is de
hele productie, bijna alle melk, als pure
melk of verwerkt tot boter of kaas, bestemd
voor de verkoop; kortom hoe meer melk,
des te meer inkomen. Ook de overtollige
(stier)kalveren en af te danken koeien gaan
in de verkoop.
Het gezinsbedrijf wordt een productiebedrijf
voor de markt, en de hoeveelheid weide
grond is de enige grens. Tenminste als men
aangekocht veevoeder efficiënt w eet aan te
wenden. Want er is een aanvoer van graan
voor meel voer op gang gekomen, door de
aanwending van aangekocht veevoer kan
langs die weg de productie aanzienlijk
opgevoerd worden
Het gemengd bedrijf
Met het Amerikaanse graan kan men var
kens en kippen houden naar believen. Zo
kunnen delen van het voorouderlijk bedrijf
opgevoerd worden tot de omvang van een
gezinsbedrijf of desgewenst (veel) meer.
Zelfs een keuterij kan langs die weg een
'volwaardige' boerderij worden. Een daglo-
nerserf met wat grond erbi j evenzeer. Zo
vermenigvuldigde zich vooral in de Vallei
en in andere zandstreken het aantal boeren
erven. In kleistreken waar altijd de bedri j
ven van een grotere omvang waren met veel
vreemd personeel, bleef pacht de gewone
exploitatievorm en werd er dus niet
gesplitst. Maar elk van de nieuwe kleine
bedrijven in de zandvallei streefde naar ver
groting. Het uiteenvallen van een groot
pachtbedrijf bood bij de verkoop kansen
voor menige expansieve beginnende kleine
ondernemer. Toevallig bleven in
Hamersveld zo'n stuk of vijf bedrijven
intact, twee eeuwen lang in dezelfde
omvang Maar op de rest van Hamersveld
waren alle aloude bedrijven vroeg tabaks
teelt of laat uiteengevallen. Voortaan had
elk van de nieuwe, kleinere bedrijven ter
aanvulling her en der losse stukken land
nodig.
Cor van den Hengel
Hoerdenj "Roozendaal" aan de Hamersveldseweg met de zojuist voltooide nieuwbouwwijk aan
de achterzijde, circa IV65. Foto G. van Loenen