Geschiedenis van Kerk en Toren
van Oud-Leusden
689
fijngeégde land langs rechte strepen
gezaaid, één man of twee jongens trokken,
één man stuurde En dan mochten wij een
paar weken later, weer op de vrije zaterdag,
met de hand uit een blikken bak keurig chi-
lisalpeter langs de rijtjes strooien.
Wat waren we trots op deze twee bijdragen
aan de voederbietenteelt, blij dat we niet
voor het schoffelen en opéén zetten werden
gevraagd.
Overigens waren dit juist bijna geluidloze
karweien waarbij vaders hun zonen veel
konden vertellen over het verleden, zoals de
moeders onder het aardappels schillen, kou
sen stoppen en tijdens verstelwerk over haar
verleden..
In oktober was de onderwijzersdag; op die
vrije dag konden we heerlijk de hele dag in
de bieten werken, ze plukken en dan op
mooie rechte rijen leggen en daarna met de
hiep het loof eraf hakken; de mannen laad
den dat loof met de greep op de wagen
en reden dat naar de koeien die nog in het
land liepen en gretig voor in het land het
sappige blad naar binnen sloegen
Paardenmest.
Hamersveldse boeren en tuinders konden op
sommige vrijdagen paardenmest kopen in
de artillerie- en in de cavaleriekazerne in de
stad. Vermeulen, een groentekweker in
Venlo. dichtbij het Roergebied, was een
geduchte concurrent; thuis konden wij de,
mesttrein' zien rijden via Kesteren op weg
naar Venlo. Stromest en korte mest, met
veel turfmolm, werden, 'per put' verkocht.
De stromest ging eerst nog als strooisel
onder de koeien of werd rechtstreeks over
weiland uitgestrooid. Na enige tijd kon het
stro met de paardenhark bijeen geharkt wor
den en dan weer voor strooisel in een koe-
of pinkenhok gebruikt worden. Ik heb een
zaterdagvoormiddag dat verbleekte stro op
de boerenwagen aan mogen trappen, de
inspanning bleek na de maaltijdstamppot te
groot geweest.Dank zij deze aanvoer van
mest en kunstmest werd de honger naar
weiland en humus enigszins gestild, kon
men meer koeien houden en konden weer
bedrijven gesplitst worden. Om over de bij
drage van varkens en kippen aan de humus-
behoefte maar te zw ijgen, dankzij het
Amerikaanse graan.
Toen in de tachtiger jaren van de vorige
eeuw de autosnelweg A 28 werd aangelegd,
zijn er door de Rijksdienst Oudheidkundig
Bodemonderzoek (R.O.B.) opgravingen
verricht van 1983 tot 1986 in het tracé van
de aan te leggen weg. Hierbij ontdekte men
de restanten van een begraafplaats van in
totaal 160 graven. Van de doden zijn alleen
de afdrukken van de beenderen en die van
de kisten waarin ze begraven waren,
bewaard gebleven. Wel zijn gevonden de
zogenaamde grafgiften, zoals wapens en
sieraden. Men kon de overblijfselen dateren
van ca.550 tot ca.750 na Christus. Het graf
veld wordt aangeduid als een Merovingisch
grafveld, naar de koningen, die toen hier
regeerden en van het Merovingische
geslacht waren. Vanaf ca. 750 werd echter
deze vóór-christelijke begraafplaats niet
meer gebruikt. Zijn toen de bewoners van
deze nederzetting naar elders vertrokken?
Dit lijkt niet aannemelijk, daar de tijd van
de grote volksverhuizingen allang voorbij
was en de bevolking vaste woonplaatsen
gekozen had. Zeker in 777, toen Karei de
Grote de Villa Lisiduna schonk aan de Sint
Maartenskerk te Utrecht bestond hier een
bevolking, die al vrij lang hier gevestigd
was. Het is bekend, dat de oude grafvelden
ook elders in Noord-Europa verlaten wer
den onder invloed van het toen opkomende
Christendom. Men heeft ontdekt, dat diver
se middeleeuwse kerken vooraf gegaan zijn
door kleine houten kerkjes zonder toren.
Zo'n kerkje nam dan de plaats in van een
oud heidens heiligdom. Toen werd het
gebruikelijk om de doden te begraven bij de
pas gestichte kerkjes. Ook elders is deze
verandering geconstateerd. Bij Oud-Leusden
(toen Lisiduna) zal deze ontwikkeling waar
schijnlijk ook tot stand gekomen zijn. Deze
aanname wordt nog versterkt door het vol
gende. In 695 werd Willibrord de eerste bis
schop van Utrecht. Hij heeft zich met zijn
helpers en latere volgelingen ingezet voor
de verbreiding van het Christendom in deze
streken, waartoe ook Leusden gerekend mag
worden. Bovendien lag Leusden op een
strategisch punt: aan de weg van Utrecht
naar het noorden en oosten De helpers van
Willibrord zijn dus zeker hier niet onbekend
gebleven. De invoering van het
Christendom is waarschijnlijk wel een vrij
langdurig proces geweest.In 1803 dichtte de
pseudo-dichter Pieter Pijpers, zeker wel wat
voorbarig (de gegevens van het grafveld
waren hem niet bekend) in zijn landdicht
"Eemlandsch Tempe":
Pas rond 750 toen het oude grafveld verla
ten werd en een houten kerkje was verrezen,
ging men begraven op het "kerkhof" (hof,
tuin rond de kerk). Later blijkt, dat de kerk
van Leusden een centrale functie heeft ver
vuld in wat we nu Eemland (vroeger
Hehite) noemen, nog vóór in Amersfixirt
een kerk was gebouwd.*rond 1100)
We mogen met een zeer grote waarschijn
lijkheid dan ook stellen, dat rond het jaar
De zuidzijde van de kerk. op een gravure naar een tekening van A. Stellingwerf. 1727 (naar de
reproduktie in bezit van museum Flehite, Amersfoort
'k Smeek U. zeg ons. Leusdenaar!
Stichtte Willebrordus daar.
Midden in uw korenschoven
Zelf dit kerkje om God te looven
Stond daarin zijn eerste altaar
Op de Nederlandse gronden