690 691 Ook in de eeuwen hierna blijft het stil in Lisiduna. Pas in 998 krijgen wc meer zeker heid Bisschop Ansfridus sticht dan een klooslcr(tje) op de Hohorst (Heiligenberg). Kort daarna schenkt hij bezittingen aan het klooster, waaronder ook de kerk van Oud- Leusden genoemd wordt, die gew ijd was aan Sint Antonius. Deze schenking diende vooral om uit de opbrengsten hiervan in het levensonderhoud van de monniken te voor zien. Mogelijk was de toen genoemde kerk, dus zo rond hel jaar KXX), al van steen. Ook dat moet een eenvoudig rechthoekig gebouw zijn geweest. In deel 11 van "Nederland in vroeger tijd", wordt al in de achttiende eeuw de hoge ouderdom van de kerk beves tigd, omdat er "duifsteen" (tufsteen) is gebruikt bij de bouw. Na 1150 werd dit bouwmateriaal namelijk niet meer gebruikt. De stenen kerk moet dus van vtxir dit jaar zijn. Bij de sloop van de Leusder kerk in 1826/1827 blijkt de duifsteen vermalen te zijn om te dienen als cement bij de bouw van de Dorpskerk in Leusden-Zuid). Lr schijnt in die lijd een klooster bij de kerk gestaan te hebben.Lr wordt zelfs een tweede genoemd. Dal er ook een herberg gestaan heeft lijkt meer vcxir de hand te liggen en blijkt later inderdaad juist te zijn. Van één of twee kloosters is echter nooit een spoor gevon den. De overlevering wil, dat toen in 1543 de gevreesde Maarten van Rossum plunde rend dixir het land trok deze gebouwen ver nietigd zijn. Pas in 1132 wordt de kerk te Leusden weer genoemd in een bul (oorkonde.besluit) van bisschop Andreas, waarin alle lieden van hel omliggende land verplicht werden hun doop, synode en begrafenis te Loesden te hebben. Ook de inwoners van Amersfoort waren hiertoe verplicht. In de gouw Llehite, het ixistelijk deel van de provincie, beston den slechts enkele parochiën, waarvan Leusden er een was. IX' andere waren Zeist en Doorn. De Leusder kerk had de functie van een regiokerk en het kerspel (kerkge meente) strekte zich uit in het noorden tot Eemnes en in het zuiden tot Maarsbergen. Maar al kort hierna werd (Oud Leusden overvleugeld door Amersfoort en kregen de omliggende dorpen met hun eigen kerk de status van kerspel. Oud-Leusden liep leeg doordat zandverstuivingen, te intensieve bebouwing en het overvloedig plaggen ste ken. de akkers steeds onbruikbaarder maak ten. De fxx.'ren trokken meer naar het zui den, o.a. naar Leusbroek. In 1727 stonden er bij Oud-Leusden slechts zeven bewoonde huizen. Inmiddels was er bij de kerk een toren gebouwd. Niet meer met tufsteen, maar met grove baksteen, ook wel klooster- moppen genoemd. Ook de bouwstijl met de kerk verschilt. De toren is gebouwd tussen 1200 en 1300, wat af te leiden is aan de bouwstijl en de gebruikte materialen. De beschrijving van de details van de bouw, die volgde uit de bewaard gebleven tekeningen en etsen uit de 18e eeuw, laten we even in het midden. Slechts een paar opmerkingen. Uit de hier bijgaande tekening van Stellingwerf uit 1727 is de oorspronkelijke bouw niet meer waar te nemen. Rond 1350- 1400 is de toren verhoogd en is er een derde verdieping bij gebouwd. Daar hangt nu de grote luidklok uit 1672 nog steeds. Ook het kerkdak is verhoogd, wat te zien is aan de ribbeltjes boven de kerkramen. En de afdrukken aan de huidige toren. De kerk was aanvankelijk rechthoekig, maar is later vergroot met een kapel aan de zichtbare zuidkant en het koor (rechts) werd vergroot met een afgeronde uitbouw. Na de hervorming breekt er een roerige tijd aan voor de Leusder kerk. In 1580 wordt de rooms-katholieke kerk verlxxlen dixir de Staten van Utrecht en wordt de protestantse kerk de staatskerk. Dit heeft direct het afschuwelijke gevolg, dat bij het begin van het kerstfeest de kerken van Baam, Stx'st en Leusden geplunderd worden: een verlate beeldenstorm dus. Vele katholieken zijn niet onmiddellijk overgegaan naar de staatskerk: dat is een langzaam proces geweest. In 1585 (vijfjaar later!) ontslaan de Staten de laatste pastoor Johannes van Ameringe en wordt aangesteld als eerste predikant l^ambertus Brinxius. Maar de kerkelijk toe- stand blijft belabberd. Als in 1590 een rapport wordt uitgebracht over de toestand van de kerk in Leusden, wordt onder andere vermeld: "er is geen deur en in de ramen zit geen glas. het dak is ondigt, de graven zijn als molshopen, er is geen preekstoel en ook de banken ontbreken en in de toren is geen klok te vinden." De klok had men blijkbaar uit voorzorg begraven en die in rustiger tijden weer opgehangen.Later is de kerk kennelijk weer wat opgeknapt. Rond 1590 blijkt de pasto rie verbrand te zijn en waren de predikanten verplicht vanuit Amersfoort hun werk in Leusden te doen. Vanaf 1625 wordt er geen predikant meer aangesteld, en doen de Amersfoort se predikanten bij toerbeurt hun diensten in Leusden. Het is de eerste tijd na de Reformatie moeilijk geweest op kerkelijk terrein: een vernielde kerk. weinig bewo ners. dus ixik weinig kerkgangers en klach ten van en over de eerste predikanten. Deze situatie heeft geduurd tot 1828 toen de pas gebouwde Dorpskerk in gebruikt genomen werd en er ook weer een pastorie beschik baar was. De katholieken, die vooral in Haniersveld woonden, hielden aanvankelijk hun diensten m boerenachterhuizen(schuilkerken). In 1716 werd daar de eerste kerk met pastorie gebouwd. Terug naar de Leusder kerk. De kerk werd ondanks het geringe gebruik (hoogstens één keer per zondag) wel zo gcx'd mogelijk onderhouden met bescheiden middelen. In 1664 krijgt de kerk een flinke opknapbeurt, die f. 1756 - kost, wat voor die tijd een pittig bedrag was. Ook in 1729 vindt er een opknapbeurt plaats. Hiervan is het volledige bestek met aanbesteding bewaard gebleven. Het bestek bevat 17 pun ten met beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden. De aanneemsom blijkt f. 192 te zijn, waarvoor toch wel heel wat werk verzet moet worden. Hier volgt de aanhef en de eerste twee pun ten: Diend tot d'annexe Conditiën off bestek waar na de respective Schouten en kerk meesters indertijd van Leusden cum suis op den 16e deser maand publijcq aanbesteed hebben de nodige reparatie aan de kerk en Toorn van Leusden voornoemd te w eten het Timmerwerk waar van de aannemerspreis belopen de somme van Een Honderd Twee ent negentigh gids. Amersfoort den 23' September 1729 Oirconde mij Coll vant Cr. (onleesbare handtekening met jaartal 1729) Conditiën off bestek waar naar de resp. Schouten van Lensden aan sni\. 't Hooglandt, Emedaer. Stoutenbnrg. Asschat. Dnijst, de Inter en sevenlittyssen mitsgaders de resp. Kerkmeesters indertijds van de kerk van Lensden sullen aanbesteden de nodige reparatie aen de kerk en toorn van Lensden voornd. te weten liet timmerwer in den eersten 2, Het kerspel Leusden omvatte toen diverse omliggende dorpen, die bijdroegen in de kosten van de Leusder kerk. Zi j behoorden al van ouds bij dit kerspel. Diverse andere, als Eemnes en Maarsbergen zijn dan al zeil standig geworden. Op 2 november 1756 heeft in de Stadsdoelen te Amersfoort de aanbesteding plaats van wat we gerust een restauratie kunnen noemen, gezien de vele werkzaam heden die aan de kerk maar cxik in het inte rieur moeten plaats vinden. Ook de toren wordt flink aangepakt. Hel werk iiKxrt aan vangen in het begin van het voorjaar en moet eind mei 1757 opgeleverd worden. De aanneemsom bedraagt f 870. Na inspectie zal de aanneemsom op I juli uitbetaald wor den. Hierbij enkele citaten uit het bestek 750 een eerste eenvoudig houten kerkje gesticht is, dichtbij het oude Merovingische grafveld. Bij de schenking van Karei de Grote in 777 wordt echter het kerkje nog niet genoemd. "Aanbesteding van de Kerk van Leusden". 11 Sept 1729 Zall den aannemer gebonden sijn een scliooniijke steijger te maken daer het de Leydecker nodig zall hebben en dat ter breette van vier voet. die selfde steijger zall moeten blijven staen zoo lang als het de levdekker nodg heeft. /xtll de aannemer gehouden sijn als de Leven van het dak afgenomen sijn de plan ken aen de noordsvde van de kerk af te breeken van den toorn off tot aen het choor toe en deselve well te bewaren en spijker schoon te maken om te gebrnijken aan de snijd sijde van tie kerk die de heeren aanbe steders daertoe stillen nijtkenren."

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 2004 | | pagina 7