Zwancnwater aanleggen tegenover
Heiligenberg. Via oude tekeningen is te zien:
het omringende terrein laat de kenmerken van
de Engelse landsehapstijl zien. Deze Ernst
Louis Baron van Hardcnbrock van Lockhorst
laat bij zijn overlijden in 1843 zijn bezit na
aan zijn vrouw Anna Maria Munter, die in
1858 kinderloos overleed. Zij liet haar bezit
na aan Ernst Louis van Hardcnbrock, de zoon
van haar zwager Gijsbcrt Carel Duco van
Hardcnbrock.
Ernst Louis huwde met Sophia Johanna Adri-
ana Huydecopcr. Zij kregen een zoon Ernst
Louis jr., die in 1872 de eerste steen legde
van de zuidvleugel van het huis; in 1865 was
al de noordvleugel voltooid. Deze uitbreiding
was waarschijnlijk noodzaak, daar Ernst
Louis sr. burgemeester van Leusden en Stou-
tenburg was en bovendien tien kinderen had,
kon hij wel wat extra ruimte gebruiken. Toen
kreeg Heiligenberg de vorm en omvang zoals
we die nu kennen, vrijwel ongewijzigd. Seni
or overleed in 1877 en zijn weduwe verhuur
de Heiligenberg aan de familie 's Jacob, die er
zeker tot 1902 bleef wonen. Van deze familie
is nauwelijks iets bekend. Als de weduwe in
1904 overlijdt besluit haar zoon Ernst Louis
jr. de Heiligenberg te verkopen. Koper wordt
voor f. 50.000,- Sjoerd Anne Vening Mein-
esz, oud-burgemeester van Amsterdam. Hij
was gehuwd met jonkvrouw C.A.C. den Tex.
Hun twee zonen hebben rond 1907 opgravin
gen verricht op de berg, waarbij enkele resten
van het klooster gevonden zijn, waaronder
786
een tegelvloer. Een van deze zoons
werd bekend door zijn duikbootexpedities.
Sjoerd Anne overleed in 1909 en zij in
1928. De twee zonen boden toen in 1929 de
buiten plaats te koop aan en dat moesten vol
gens een artikel van het oorspronkelijk koop
contract de kinderen van Arnoud Jan de Beau
fort (ook burgemeester van Leusden): Anna
Aleida de Beaufort (juffrouw Annie) en haar
broer Ernst Louis de Beaufort zijn. De koop
som bedroeg toen f. 120.000,-. Annie Aleida
bleef alleen achter op De Boom, (waar ze ook
geboren was), want haar broer overleed nog
datzelfde jaar.
Annie Aleida verhuurde de Heiligenberg toen
aan Jan Karei Hendrik de Beaufort en zijn
vrouw Louise Ernestine de Beaufort (Louki).
Hij was toen burgemeester van Leusden/
Stoutenburg.
Weer een burgemeester van Leusden op Heili
genberg. Zij wonen er 33 jaar, alleen onder
broken door de Tweede Wereldoorlog als ze
hun intrek nemen op De Treek, omdat er een
geschutsstelling op de berg staat en in het huis
een hospitaal is ondergebracht. Later woon
den er bejaarden uit Amersfoort.. Tijdens de
oorlog blijft Jan Karei Hendrik burgemeester
omdat de bevolking hem vertrouwde en men
bang was met een nieuwe burgervader minder
goed om te kunnen gaan. Hij overlijdt in 1962
op de Heiligenberg. Nog
een korte tijd woont freule
Lily de Beaufort er nog,
maar zij is dan de laatste
Beaufort. Al de bezittingen
van Annie Aleida zijn in
middels ondergebracht in
Stichting De Boom, waar nu
ook de Heiligenberg onder
valt.
De Heiligenberg werd toen
door deze Stichting voor 25
W!r jaar verhuurd aan de Rijks
gebouwendienst en werd
geschikt gemaakt voor een meisjesinternaat.
De verbouwing heeft het aanzien toen niet
verbeterd. Per januari 1991 werd het contract
niet verlengd, maar de Heiligenberg werd ver
787
huurd aan het cursuscentrum "de Buytenpla-
ets". Er werden toen cursussen gegeven op
cultureel en creatief gebied. Men is toen ook
het achterstallig onderhoud aan gebouw en
park gaan aanpakken om de oude luister
weer te herstellen.
De tegenwoordige "bewoner" is Mediselect,
een uitgever van medische literatuur.
Tenslotte geven we het woord aan Louki
Eschauzier, kleindochter van Jan Karei Hen
drik de Beaufort en Louise Ernestine de
Beaufort (Louki). Louki jr. is geboren in
1941 op Heiligenberg. In 1963 neemt ze als
ze 22 jaar is, met een dansfeest afscheid van
haar geboortehuis. Zij is de laatste der Mohi
kanen: een jaar na haar afscheid is de Heili
genberg verlaten. Er wonen geen Beauforten
meer. Zij vertelt over haar veelvuldig verblijf
bij opa en oma De Beaufort.
Literatuurlijst
Milten, H.J. van De Heiligenberg 10 eeuwen
geschiedenis van een buiten
plaats te Leusden; doctoraal
scriptie, Rotterdam 1992
Visser, Kees De Sterrit van de Beauforten;
Het zwanenwater
Archief Frans van Loenen
"De Heiligenberg was eigenlijk mijn thuis, ik
logeerde veel bij mijn grootouders. Voorat toen
mijn ouders in Suriname waren. Mijn grootouders
hadden twee slaapkamers, een grote van 10 bij 5
meter, voor de zomer en een kleine van 5 bij 5
meter voor de winter vanwege de hoge stookkos
ten.
Mijn grootouders hadden veel personeel, want
de Heiligenberg is een groot huis. De dienstbo
denkamers op zolder meegerekend waren er wel
28 kamers en nog een enorme zolder, ideaal voor
verstoppertje, en er was nog een groot onderhuis,
met twee keukens en vele kelders. Mijn grootou
ders waren zeer gastvrij; het hele jaar door had
den ze logees, maar in de zomer kwamen wij, de
negen oudste kleinkinderen er vaak een week of
zes. Tijdens het déjeuner zaten we in de zomers
vaak met twintig tot vierentwintig man aan tafel.
Het personeel werd dan u itgebreid met twee juf-
Hes. De grote ontwas ging naar de keuken, het
zilver, glaswerk en kleingoed werd in een houten
kuip op een zeiltje op de grote tafel gewassen en
wij, de kleinkinderen, hadden om de beurt de
dienst. Dat dit bij de opvoeding behoorde vonden
wij toen niet zo vanzelfsprekend als mijn groot
moeder. Er was altijd een uitstekende relatie met
het personeel op basis van wederzijds respect.
Als we met een boodschap naar de keuken wer
den gestuurd, moesten we altijd kloppen.dat was
het terrein van het keukenpersoneel en daar
mochten we niet rondhangen.
Het waren gouden tijden toen de Limburgse Sjan
daar de scepter zwaaide. Er werd lekker gekookt,
en wij mochten om de beurt bij het keukenraam
de pannen uittikken. Iedere dag kwam Sjan met
mijn grootmoeder het menu bespreken en werden
de benodigde levensmiddelen uitgegeven; met de
sleutel uit grootmoeders sleutelmandje ging de
provisiekast open. De tuinman was dan al ge
weest om te zeggen wat hij die dag kon leveren.
Er werd twee keer per dag warm gegeten,
het déjeuner was de belangrijkste maaltijd, maar
voor het souper was er ook altijd een warme
schotel. Twee kleinkinderen aten bij toerbeurt
mee, de rest at met de juffies in de kinderkamer.
Naast de kleinkinderen waren er altijd wel ande
re logees. Als het leeftijdgenoten waren werd et-
een bed bijgezet, de kamers waren groot genoeg.
Mijn grootouders vonden dat goed voor onze
karaktervorming, natuurlijk waren de jongens en
de meisjes wel gescheiden. Overdag werden we.
afhankelijk van het weer, om en in het huis bezig
gehouden. Voor iedereen was er een tweede
hands fietsje uit het dorp. De tochten naar buiten
waren naar het Sportfondsenhad in Amersfoort,
de veenplas bij de Schaapskooi en, het allerbe
langrijkste, de wekelijkse fietstocht naar Harners-
veld voor een half onsje snoep bij de
juffrouw van de bakker.
Op zondagochtend nam grootvader, als hij terug
kwam uit de kerk, tegen twaalven zijn horloge en
hij controleerde dat met de klok van de Lange
Jan. Daarna werden alle klokken in het huis op
gewonden en gelijk gezet. Van de Heiligenberg
komt het begrip: een stoepwijntje. Als het 's
avonds mooi weer was zei mijn grootvader aan
tafel: "Nu is het weer voor een sloepwijntje en
dan gingen we op de stoep van het bordes een
glaasje drinken. Toen ik 22 werd nam ik met een
dansfeest afscheid van het huis. De gemiddelde
leeftijd van het personeel lag toen boven de zes
tig, maar voor zover hun gezondheid het toeliet
kwamen ze allemaal.
Roerend vond ik dat.Er kwamen ook veel neven
en nichten op hel feest, met ooms en tantes als
chaperonnes.