780
In 1827 en in 1840 maakte Koekkoek twee
tekeningen van het landhuis van de Heiligen
berg met de omringende tuinen.
Naast deze negen hooggeplaatste figuren die
over de historie zullen vertellen, vindt u in
de nutstuinen nog Gerrit, de tuinman. Ger-
rit kan u alles vertellen over het zware tuin-
manswerk uit het verleden en de restauraties
die in de nutstuinen hebben plaatsgevonden.
Ook Jan Karei Hendrik de Beaufort
1879-1962), bij leven Burgemeester van
Leusden en de laatste bewoner van de Heili
genberg. is bereid gevonden om nog éénmaal
naar zijn vroegere woonstede terug te keren.
Zoals hij vroeger gewend was zijn gasten te
ontvangen, is hij ook nu de gastheer van de
Open Monumentendag.
Bronnen:
Doctoraalscriptie de Heiligenberg door
Rianne van Hilten
Amersfoort 777-1580. 2° deel door W.F.N
van Rootsclaar
Amersfoort in prent, door dr. J. Hovy
Zeven eeuwen Amersfoort, door H. Hal-
bertsma
Graaf Jan van Nassau. Een krachtig vorst
met kinderlijk vertrouwen, door N. Verdouw
Nassau en Oranje, 600 jaar geschiedenis van
ons vorstenhuis van Hngelbert I tot Willem
Alexander, door Willem Ruizendaal en Ma
rian Conrads
Een biografisch woordenboek, door Reina
van Ditzhuizen
www.xs4all.nl/%7Erudolpho/leven.html
door J.R. van Wijk
Pieter Pijpers, een bio-bibliografische studie,
scriptie door F. van Echten
Historische encyclopedie van Archiefdienst
van Amersfoort
Gids voor de Nederlandse tuin-en landschaps
architectuur door Carla S. Oldenburger-
Ebbers
Archtectuur als sieraad van de natuur, archi
tectuurtekeningen uit het archief van J.D.
Zocher jr. en L.P. Zocher door Constance
D.H. Moes
Geschiedenis en het kloosterleven van de Hohorst
Geschiedenis van de Hohorst
"Zes mijl van Utrecht ligt een heuvel,
ontoegankelijk aan alle kanten; aan één kant
snijdt een modderige rivier (Eem), aan de
andere kanten een ononderbroken en zeer
breed moeras, doordat ze de heuvel geheel
omgeven, elke toegang af."
Zo beschrijft Alpertus van Metz in zijn De
diversitate temporum 1 de heuvel die later
bekend zal zijn als de Hohorst of Heiligen
berg.
De Stichting
Ansfried of Ansfridus, een Brabantse graaf,
werd in 995 onder druk van Otto III opvol
ger van de overleden bisschop van Utrecht.
Het monnikenleven waartoe Ansfried zich
aangetrokken voelde, paste niet bij het leven
in Utrecht. De geestelijken daar zijn kanun
niken. Niet gebonden aan een klooster kon
den zij hun aardse bezittingen behouden en
wonen in eigen huizen.
Ansfried verlangde naar het echte klooster
leven binnen de muren van een klooster in
stilte, armoede en eenzaamheid.
Op een van zijn doorreizen zag hij de ver
hoging bij Leusden.
Toen nog ver weg van alle drukte en ru
moer van het Sticht. Ansfried liet de heu
vel, die kerkbezit bleek te zjin, afvlakken
en de bossage uitdunnen. Op de Hohorst of
Hogehorst verrees een kapel met monnik
cel, die hij voor zichzelf reserveerde. Een
plek die hij graag opzocht om het echte
kloosterleven te kunnen leiden. Dit leven
prefereerde hij boven het rumoer en gekon
kel in Utrecht.
Meerdere monniken volgden Ansfried en
zo werd gaandeweg de monnikcel uitge
breid tot een benedictijnenabdij(tje), die
gewijd werd aan St. Maria en St. Marti-
nus.Ansfried, 70 en blind, sterft op 3 mei
1010 in zijn monnikcel op de Hohorst. Zijn
mede-monniken zagen hem, als stichter van
de abdij, het liefst begraven op de Hohorst,
Maar het bisdom Utrecht had daar heel andere
ideeën over.2
Barend Cornelis Koekkoek zal u zijn teke
ningen van de Heiligenberg laten zien. die
hij tw ee eeuwen geleden gemaakt heeft.
http://cf.hum. uva. nl/dsp/ljc/vondel/165 7/
amesfort.html over Joost van den 'ondel
http://
vivianver-
speek. tripod, com. sitebui Idercontent/
sitebuilderfiles/conclusie.htm over Jan de
Be ij er
http://www.simonis-buunk.nl/Catalogi/
catalogi.htm over BC Koekkoek
Graafhuis Utrecht in de 18c eeuw met veer
tig tekeningen van Jan de Beijer en zijn tijd
genoten.
http://www. kunstbus, nl/verklaringen/
koekkoek, html
Danielle I 'ader-Reinsma
Ansfried tot bisschop gew ijd in 995 n.C
1 Gebeurtenissen in deze tijd. tw eede
decennium van de elfde eeuw
Ansfried op zijn sterfbed 1010 n.C.
zie hiblografie Ansfried elders in dit nummer