De Leusder Courant
Op de
draaitafel
Kappie en het geheim van de schatkist
ONZE
MEDEWERKERS
Profiteer van onze
10 PROCENT KORTING
op al onze artikelen
M. VAN RAVENHORST
DE OMWEG
Robin's Reign
Op de korte
toer...
Zatouna-songs
van Mikis
Theodorakis
Margarita
Margaro
WOENSDAG 28 JANUARI 1970
EEN GROEIENDE KRANT
EEN BOEIENDE KRANT
EEN KRANT VOOR U
Elke week in uw brievenbus voor de prijs van een
pakje sigaretten (ƒ1,80 per kwartaal).
Een pakket aan interessant strecknieuws!
Nog géén abonnee? Vul dan nu de bon in!
ADRES:
j PLAATSGironr
In open enveloppe zonder postzegel zenden aan: DE LEUSDER COURANT, Machtiging nr 21, Barneveld.
Al uw berichten, aankondigingen,
verslagen en tips kunt u zenden aan
onze plaatselijke medewerkers. Dat is
voor:
ACHTERVELD/STOUTENBURG:
De heer A. M. v .d. Berg, De Ver-
jaegde Ruljterweg 10, tel. 03425-311
(ook voor sport).
HAMERSVELD:
Mevr. T. de Wijze van Doorn, Mei
doornhof 29. Hamersveld, tel. 03496-
695. De heer J. J. van Heiten, Brug.
de Beaufortweg 53, Hamersveld, tel.
03496-368.
HAMERSVELD/LEUSDEN SPORT:
De heer G. C. J. Dietrich, Hamers-
veldseweg 21, tel. 03496-568.
LEUSBROEK:
Mej. C. Meijer. Louise de Colligny-
laan 5, Leusbroek.
CENTRALE REDAKTIE:
Leusder Courant, Postbus 67, Bar
neveld. tel. 03420-3141 (toestel 17).
Na kantoortijd: 03420-3880.
ADVERTENTIES:
K. C. van Lunteren, Voorstraat 22,
Woudenberg, tel. 03498-1344. Adver.
tie-afdeling Leusder Courant, Postbus
67, Barneveld, Giro 871441.
VERSCHIJNINGSDAG:
De Leusder Courant komt elke
week op donderdagmorgen bij u in
de bus. Het nieuws en de adverten
ties moeten uiterlijk dinsdagmorgen
12 uur in ons bezit zijn.
NIEUWE PLATEN,
BELUISTERD EN
BESPROKEN
Robin Gibb heeft de traditie van de
onlangs uit elkaar gevallen groep Bee
Gees voortgezet. Dat kon hij doen, om
dat hij ook voordien reeds een groot
deel van de door de Bee Gees gezongen
songs voor zijn rekening had geno
men. Op zijn eerste, solo-gezongen, lang
speelplaat „Robin's Reign" brengt hij elf
nieuwe liedjes van eigen fabrikaat. En
als we eerlijk moeten zijn en waar
om zouden we niet? dan valt het ons
op, dat er maar bitter weinig verschil is
te constateren tussen wat de Bee Gees
als groep bracht en wat Robin Gibb als
enkeling presenteert. Goed, de begelei
dende close harmony-koren van de Bee
Gees-zangers ontbreken, maar daartegen
over staat, dat Robin in verschillende
nummers zelf voor de bijbehorende ach
tergrond-koren zorgt of er een tweede
stem bij zingt. Instrumentaal gezien is
er niet veel veranderd. De magnifieke,
unieke stijl van de Bee Gees is geble
ven. Toch ondanks de zeer verzorgde
uitvoering zowel qua stereogebruik als
instrumentale verzorging heb ik wei
nig variatie kunnen beluisteren in het
totale repertoire. Dat werkt, vooral na
één kant te hebben afgedraaid, ietwat
frustrerend. Overigens blijft het een
schitterend gemaakte plaat, waarbij men
zich alleen kan afvragen of het niet tijd
wordt dat Robin Gibb méér variatie
aanbrengt in zijn melodieën. Een gun
stige uitzondering maken „August Oc-
tobre" en „Mother and Jack". Voor de
talrijke liefhebbers van Bee Gee's sound
een sterk aanbevolen plaat! (Polydor-
stercco 583 085).
L. V.
Deze week aandacht voor een aantal
uitstekende single's. In de eerste plaats
„Where we came from" met op de ach
terkant „She" van de Nederlandse groep
„The Runaways" (dc Weglopers). Ik
loop met deze plaat beslist weg
„Where we came from" is een fijn, me
lodieus, ietwat beat'blues achtig num
mer met uitstekende close harmony.
Voor mij een hit! (Op Polydor S 1328).
Raymond Froggatt: Hasn't the Lord
Blessed Us, met op de achterkant „Lazy
Jack". Twee Engelse nummers van deze
bekende Franse zanger, die het uitste
kend zullen doen. Fijne popmuziek van
kwaliteit! Op Polydor 59370.
Twe single's van de Harbourlights,
die kort achter elkaar verschenen. In de
eerste plaats „Sing me a love song" met
op de achterkant „All or nothing" (CNR
UH 10062) en ten tweede Soul Sound
with The Harbourlights: Don't take it
away met op de flipside: „Come Back"
(CNR UH 10065). Twee fijne plaatjes,
waar men met plezier naar zal luisteren.
Beat en soul in een fijne combinatie.
De laatstgenoemde single werd samen
gezongen en gespeeld met Soul Sound.
Voor de liefhebbers!
Karin Young zingt over „Nobody's
Child" op de achterkant Oh how I miss
you"). Nobody's Child is deze week van
niets op de 39 plaats van Veronica's
topveertig gekomen. Het is inderdaad
een aardig nummer, maar ik betwijfel
of de plaat nog erg veel hoger zal ko
men. De topveertig brengt ons even
als alle andere toplijsten vaak verras
singen! (Op Major Minor MAM 528). z
Tenslotte aandacht voor een heerlijk
„ouderwets" huil- en lachliedje, ge
bracht door Corry en de Rekels, niet te
verwarren met de Heikrekels, ook al
lijkt hun stijl er wel iets op. „Mijn stil
verdriet" is de titel van het plaatje en
het nummer staat op onverklaarbare
wijze op de 23e plaats van Veronica
Topveertig. Kèje nagaan... (Elf Pro
vinciën 6534).
SINGELIER
In het dorpje Zatouna schreef Theo
dorakis verbannen en zonder bewe- I
gingsvrijheid zijn inmiddels bekend
geworden Zatouna-songs. Het is illigale
muziek, ondanks strenge veiligheids
maatregelen naar buiten gesmokkeld,
't Geheel wordt gezongen door de Griek
se naar het buitenland uitgeweken
zangeres Dora Gianakopoulou. Deze
zangeres (geboren op het eiland Les
bos), leerde Mikis Theodorakis voor het
eerst kennen, toen zij in 1962 in De
Gijzelaar van Brendan Behan speelde.
Theodorakis componeerde de daarvoor
inmiddels befaamd geworden muziek.
Dora zong als Theresa twree van die lie
deren en deed dat zo goed, dat Theo
dorakis haar vroeg in zijn orkest te ko
men zingen. Ze deed dat, maakte
grammofoonplaten en werd daardoor
een „Theodorakis-zangeres". Met de
komst van het kolonels-bewind in Gric-
kenlaand week zij uit naar het buiten
land en Is nu een actief pleitster voor de
Griekse vrijheid en ze zingt de liederen
van Theodorakis in de overtuiging, dat
ze voor de vrijheid van haar volk zingt.
De Zatouna-songs verschenen kortge
leden in Nederland op een langspeel
plaat. Op de A-kant de cyclus „Arkadia
II" en op de achterkant de cyclus Ar-
kada VI. Bij de plaat wordt de complete
Nederlandse vertaling van de in het j
Grieks gezongen liederen geleverd, ver
taald door S. Ionnidis. De plaat is een
tljdsdokument geworden van een be
gaafd man, die ergens op het Griekse
platteland weggestopt, ver van de we
reld al zijn gevoelens op papier zet
en er de muziek bij schrijft. Het is voor
Mikis Theodorakis nog de enige manier
om te getuigen van de vrijheid, die hij
zelf verloor. Het is tevens de enige vorm
van protest die hij kan laten horen.
„De wet heeft onze dromen wegge
nomen, en onze liederen zijn in rook
verteerd." schrijft Theodorakis in „Ir-
than i Anthropi me ta mavra" (Er kwa
men mannen in het zwart) of: „De ber
gen omvatten steenblokken, afgronden,
pijnbomen, mensen. Ze hebben de zege
vierende Turken gezien. Ze hebben de
lijken van helden opgenomen en ver
vloeking der dapperen gehoord. De bo
men beschaduwen de slaap van de pa
trijs. De Koekoek, die Colocotronis
nimmer hoorde, kwam nestelen in Za
touna. Vergeefs trachten mijn bewa
kers zijn lied te kooien. De ravijnen
dragen het op hun schouders en bren
gen het snel naar de olijfgaarden. De
bergen van Arkadie verheffen zich, hoog
boven de zeeën. De fluit van de god
Pan overstemthet gebrul van de mi
litaire kampen, Boa's, Oeran-Oetans,
mensapen, dragen tunieken en hebben
scepters in de hand! Aartsbisschoppen
en veldmaarschalken heffen strijdkre
ten aan: Aera! en achter hen dwar
relen kippeveren". Theodorakis besluit
de Krijgszang, waarin hij de diktatuur
aan de kaak stelt, met de verzuchting:
„Uw droom is het marsgezang, en uw
liedhet geweer.
In Agnosete Piiti (Onbekend* dichter)
roept hij uit: ,3ewakers en bewaakten,
beulen en gebeulden, commanderenden
en gecommandeerden, onderdrukkers
en onderdrukten, bezetters en bezetten,
de Grieken zijn verdeeld. Mijn land, de
bakermat van schoonheid is nu een oord
des doods. Mijn land, het land van Di-
genis en Diakos, is nu een land der sla
ven!"
De „Zatouna-songs van Theodorakis,"
gezongen door Dora Gianakopoulou zijn
het waard om met aandacht beluisterd
te worden, met de gedachten bij het
geknechte volk van Griekenland. Het
volk, waarvan Theodorakis houdt en
waarvoor hij wil vechten op rijn
manier.
Met prachtige, simpele muziek van
piano, fluit. claveclmbeL Uitstekend ge
produceerd door Louis van Dijk. Warm
aanbevolen op CNR SLPT 35059
stereo.
Bert yos
Voor hen, die de muziek van Theodo
rakis iets te zwaar op de maag ligt, maar
toch van Griekse zang en muziek hou-
den, kan ik dc nieuwe langspeelplaat
van het Trio Hellenique aanbevelen:
Margarita Margaro (naar een gelijkna
mig nummer van Mikis Theodorakis).
Op deze plaat niet de zwaarmoedigheid
en de bitterheid van Theodorakis, maar
de liefde de vrolijkheid en de opwin
dende klanken van een Griekenland, zo
als ook Theodorakis het eens heeft ge
kend. Een aantal prachtige melodieën
zoals we van het trio Hellenique gewend
zijn: pretentieloos en licht te verteren.
Met fijne nummers zoals „Tsiganika
Violia", Margarita Margaro, Ta trena
pou figan en To Gilckaki. In totaal
twaalf songs. Aanbevolen. Op CNR ste
reo ZZ 1603.
V.
tot en met zaterdag 31 januari
STOUTENBURG Telefoon (03490) 2084Q
FEUILLETON
DOOR MAARTJE ZEcDENRIJK
5
Met een ruk trok hij haar tegen zich
aan. „En jij bent nog altijd de knappe
Griet van vroeger... m(jn fijne meid..."
Ze maakte zich vrij en kwam weer
overeind, lichtelijk blozend. „Zo is het
wel genoeg, zeun. Bewaar maar wat voor
straks. Maar we hadden het over Lena."
Hij knikte en begon zijn pijp te stoppen.
..En die radiojongen is niet naar je zin,
hè?"
„Ik wil, dat mijn dochter met een boe
ren zoon trouwt."
.Probeer haar daar maar toe te dwin
gen. Dat lukt je niet."
,Als ik het alleen moet doen, misschien
niet. Jij moet meehelpen."
Jij moet meehelpen."
„Ach, laat dat kind toch. Als ze van
die jongen houdt."
„Morgen zal ik met haar praten," be
sliste moeder Grietje. „En praat niet over
liefde. Ze kennen elkaar misschien een
paar maanden."
.Wat zegt dat?" jy tuigde me eerst af
en daarna vrat je me zowat op," weerleg
de hy. En dat allemaal binnen een paar
weken.
Ze glimlachte bij de herinnering. „Jy
was een boerenzoon."
„O, maakt dat verschil En als ik geen
boerenzoon was geweest?"
Ze haalde minachtend haar schouders
op. „Dan had ik je niet eens aangeraakt
zeun. Ik had m'n trots."
„Die heb je nog. Nou, proost, hoor. Doe
je best maar."
De volgende morgen toen iedereen naar
het land was, nam Griet haar dochter
mee naar de opkamer. Ze keek het meisje
strak aan en vroeg: „Wie is het, Leen, met
wie je verkeert?
Het meisje begon te blozen. „Jaap Wit
vliet uit de Voorstad. We houden van el
kaar
„Een knecht in een radlowinkel, hè?
Had je niks beters uit kunnen zoeken?"
Het meisje overwon haar schrik. „Als
u het zo goed weet, waarom vraagt u het
dan? Jaap is een keurige jongen. Hy wil
volgend jaar met me trouwen."
„Hij heeft nog niks te wilier, en jy bent
minderjarig. Je gaat toch zeker niet trou
wen met een knecht? jy... een rijke boe
rendochter? Die alles kan krygen, wat je
hart begeert? En jy wilt trouwen met zo
iemand? De rest van je leven armoe?"
„Jaap verdient goed. Hy ls chef-mon
teur. Alle diploma's heeft hy. Hy heeft
zich al in laten schryven voor 'n huls en
zijn baas zal meehelpen."
„En dat allemaal buiten ons om, hè?
Staat je netjes
„Ik eh... ik wilde het vandaag of mor
gen zeggen. Jaap uil graag met u en va
der kennismaken.
Griet dacht enige tyd na. Niet al te snel
van stapel lopen deze eerste keer, dacht
ze. Ze is ook 'n dochter van my. Indertyd
wilde myn vader evenmin dat ik optrok
met Willem, omdat hy zo ongunstig be
kend stond. Maar ik gooide m'n kop er
tegen in. Lena is van 't zelfde hout gesne
den,
Voorzichtig antwoordde ze: „Ik zal er
met vader over spreken. Maar dit wil ik
je wel zeggen je valt me tegen. Ik acht
dat jy wel wat boerentrots zou bezitten."
Lena zette haar stekels op. „En wie zegt
dat ik dit niet bezit? Maar wat koop ik
ervoor? Het boeren is nogal winstgevend
tegenwoordig. De varkens zyn zowat niks
waard. Kalverfokken moet geld by, dat zei
vader pas zelf. En wat brengen
de eieren op? Met de beesten hebben we
verleden jaar ook pech gehad en hoe heb
ben we van 't jaar het hooi binnengekre
gen. Met die natte weken En vader maar
zwoegen van de vroege morgen tot de
late avond. Nogal een mooi vak tegen
woordig, dat boeren."
„Maar er wordt door elkaar genomen
toch verdiend, Lena."
„Dat zal best, op zo'n groot bedryf als
de onze Als het hier niet meer rendabel j
was, waar dan nog wel Geef my dan I
maar een jongen met een goed salaris en
een vrye zaterdag
Grietje kon haar dochter niet helemaal
ongeiyk geven. Met toenemende zorg zag
ze haar man oud worden en al had ze nu
eên flinke oudste zoon, die zyn portie
werk op het bedrijf aan kon, het zou nog
wel enige jaren duren, vooraleer Toon in
staat zou zijn het grote bedryf van zyn
vader over te nemen. En dan pas konden
Willem en zy gaan denken over een kein
huisje met een stukje grond, om het wat
rustiger aan te doen.
Ze besloot. „Ik zal het vanavond met
vader bepraten."
Willem Keesom, zei die avond opnieuw,
dat hij geen bezwaar had tegen een radio
monteur. „Dat kind heeft gelyk. Er zit
meer toekomst in dat vak als in het boe
ren. Zoveel verdienen we er tegenwoordig
niet mee."
„We hebben drie zoons, vrouw. Maak
jy je over de boerderij maar geen zorgen."
„En ik heb liever dat ze met een goed
gesitueerde boerenzoon trouwt," hield
Grietje koppig vast.
„Probeer jy maar eens die radio-mon
teur uit haar hoofd te praten."
„Daar moet jy aan meehelpen, zeun."
„Zeun kykt wel uit. Het geluk van 'n
dochter ls me meer waard dan alle boe
renzoons uit de Beemster.
Er ging een week voorby. Moeder Griet
je had haar dochter nog niet toegestaan
haar vrijer mee naai de boerdery te ne
men. „Kalmpjes aan kind, daar praten
we nog wel eens over. En wat minder naar
Purmerend voorlopig. Je komt nachtrust
tekort."
Na die week wist Grietje zo ongeveer
alles over de familie Witvliet Dat ver-
I telde ze haar man op een zaterdagavond."
I „De jongen heet Jaap net als zijn vader
die los arbeider is op Texel. De man
woont in een klein huisje in Den Hoorn.
Realiseer je je, dat Lena die man als
schoonvader krijgt? Nooit versta je. Het
gebeurt niet."
De volgende morgen kreeg Lena deze
jobstydlng eveneens te horen. „En daarom
kunnen je vader en ik niet toestaan, dat
je nog langer met die Jaap Witvliet om
gaat. Vertel hem dat vanavond maar uit
onze naam.
Jj bent een boerendochter, vergeet dat
niet. Dat die jongen niet wy'zer is ge
weest. Hij kan toch wel op zyn tien vin
gers natellen, dat er niets van kan ko
men?"
Lena kon haar oren niet geloven. „Maar
moeder, dat is toch vreselijk ouderwets?
En wat doet het er toe, dat Jaap's vader
gewoon arbeider is? Ik trouw toch niet
met zijn vader?
„Je trouwt helemaal niet met hem,"
schreeuwt Grietje, die zich hoe langer hoe
meer opwindt. „En ik wil ook niet meer
hebben, dat je naar hem toe gaat, Je
schryft hem een brief, waarin jc het af
maakt Afgelopen. Ik wil het niet meer
hebben, versta je7 En dat meen ik. Als
jij dan niet meer weet, wat jij als boeren
dochter verplicht bent zal ik het je op
nieuw leren."
De zondag was bedorven in het gezin.
Lena was huilende naar haar kamer ge
vlucht. En Willem gromde tegen zijn
vrouw. „Mens, dryf het toch niet op de
spits. Als ze het te pakken heeft, doe je
er toch niks meer aan".
De enige, die Grietje bystond was Toon,
de achttienjarige zoon, in alles als twee
druppels water zijn moeder. Het prototy
pe van de trotse boerenzoon, die het niet
in zyn hoofd zou krijgen aan te pappen
met andere dan boerendochters. En die
in het geheim al enige maanden scharrel
de met de jongste dochter van een grote
boer in de Purmer.
Er gingen een aantal weken voorbij,
waarin er een soort gewapende vrede
heerste op de boerderij van Willem Kees-
om. Lena deed mokkend en doorgaans
zwijgend haar werk. Omdat haar moeder
haar uitdrukkelijk had verboden naar
Jaap Witvliet toe te ryden, ging ze een
enkele maal op de fiets naar haar vrien
din en daar ontmoette ze haar geliefde
enkele minuten in het diepste geheim,
want zelfs de ouders van Riek mochten
het niet weten, omdat Riek's moeder be
vriend was met Grietje Keesom. Soms
huilde ze tegen zyn schouders. Jaap pro
beerde haar te troosten en zei telkens
weer, dat 't zo'n vaart niet zou lopen. Dat
het misschien nog wel in orde zou komen.
Op een zondagmiddag tussen Sinter
klaas en Kerstmis, toen Willem en Griet
met de auto vertrokken waren naar fami
lie in Berkhout, stapte Lena in haar wa
gentje en reed spoorslag naar de Zuider-
weg. Jaap keek verbaasd op, toen hij haar
zag uitstappen. Hij liep naar de voordeur
Toen ze tegenover elkaar stonden, zei ze
gehaast: „Kom meteen mee. Ik kan een
paar uurtjes weg. Ik heb een plan."
Terwyi ze de Zulderweg uitreden, legde
Lena haar plan uit. „Moeder geeft nooit
haar toestemming", begon ze. „Dat staat
als een paal zo vast."
„Och kom," antwoordde hy luchtig. „Ze
draait wel bij als ze tot de ontdekking
komt dat het ons menens is. Zo gaat het
toch altyd?"
Lena schudde haar hoofd. „Je kent moe
der niet, Jaap. Ze is een Plas en alle
Plassen zijn koppig als muilezels. Als het
bij moeder éénmaal „nee" is, blijft het nee.
„Wat wil je dan?"
„We gaan er van door. Samen. Jij ver
staat 3e vak en in deze tijd kun je overal
werk krijgen. We gaan ergens ver weg.
Desnoods onder een andere naam. Enne
dan zorgen we ei*voor dat ze ons toestem
ming moeten geven."
Jaap zag er niet veel heil in. „Als je
moeder nu nee zegt, zegt ze het dan ook."
„Niet als we haar voor een voldongen
feit stellen. Dan zal ze wel moeten capu-
tuleren."
„Wat bedoel je met voldongen feit? Je
praat in raadsels. Ik snap je niet."
Lena had ook iets van haar opvliegen
de moeder meegekregen. Ze keek haar
vrijer nydig aan en beet hem toe. „Een
baby natuurlijk, Idioot! Als die moet ko
men, kan ze immers niet anders dan toe
stemming geven?"
Maar dit was niet naar de zin van Jaap
Witvliet. De jongen, die heel vaak uit
een soort sport had geprobeerd, hoe ver
hy kon gaan met de meisjes, waarmee hy
korter of langer scharrelde, wees het
voorstel van het meisje, waarvan hy echt
hield, met verontwaardiging van de hand.
„Ik denk er niet aan," antwoordde hy
gedecideerd. „Waarschynlyk sta ik toch
al niet zo best by je moeder aangeschreven
in aanmerking nemende, dat ik nog nooit
heb mogen kennismaken... en dan zeker
een motje er van maken? My niet gezien
Dan sta ik voor de rest van haar leven
helemaal in het verd... boekje. Nee, liefje
dit is niet de methode."
„Weet jij dan een betere?"
Doch daarop wist Jaap niet veel te ant
woorden. „Ik ben nog altijd van mening,
dat jij het te somber ziet. Wat drommel,
zelf zeg je, dat je vader geen bezwaren
zal hebben. Wie is er eigenlijk de baas by
jullie thuis?"
„Moeder," antwoordde Lena prompt.
„En Toon, m'n broer. Die voelt zich al
half boer. Nee„ Jaap, er ls voor ons geen
andere mogeiykheid. En wat je zei over
moeder, als we moeten trouwen... wat
kan jou dat schelen Je trouwt toch zeker
met mij? En als we hier vandaan zijn..."
„Maar ik ga niet weg uit Purmerend.
Ik ben daar gek. Ik heb hier een reuze-
baan met een hardstikke mooi loon. Dat
gooi ik niet vort voor een link avontuurtje.
„O. noem je dat een link avontuurtje?
Als je met je meisje er vandoor gaat?
Dat deden de ridders vroeger ook. Dat wa
ren tenminste kerels. Die durfden wat te
riskeren."
„O, dank je wel. We leven niet meer in
de ridderty'd, maar in de twintigste eeuw
Je moeder moet Inzien, dat In deze mo
derne tyd standsverschil geen beletsel
meer kan zyn. Overigens, ze lioefd zo
hoog niet van de toren te blazen, want
boer zyn is tegenwoordig ook niet meer
zoveel bizonders."
„O nee?" By Lena begon het boeren
bloed te spelen. „Straks ga je de rollen
nog omdraaien en ga je beweren, dat jy
meer bent dan een boer."
„In elk geval niet minder. Ik heb een
intellectueel vak. Daar moet je voor leren
en aanleg voor hebben. En liefhebbery.
Maar een koe melken, kan de eerste beste
stommeling."
Lena trapte zo hard op de rem, dat de
wielen blokkeerden en de wagen even
slingerde, alvorens tot stilstand te komen.
Wit van woede beet ze hem toe:,, Jy...
jy... opgeblazen kikker... wat weet jy
van het boerenvak? Nou? Geen snars. Ik
begin warempel te geloven, dat moeder
nog geiyk heeft. Als ik met een plan kom,
waardoor we kunnen trouwen, krabbel jij
terug uit angst voor een lelijk gezicht. Wat
heb ik eigenlijk in je gezien, snertknul?
(wordt vervolgd)
door Martin Toonder
28
Met lichte tred stapten Kappie. de
maat en professor Jodelahiti in de richting
van het wrak, waarvan de masten, dui
delijk zichtbaar boven de her en der ver
spreide wierstruiken, hen als baken dien
den. Het duurde dan ook niet lang of de
diepzee-wandelaars stonden voor de lich
telijk scheefhangende overblijfselen van
het eens zo trotse galjoen DE GROENE
DRAECK. Professor Jodelahiti was de
eerste die zich langs de ankerketting om
hoog hees tot op het hellende dek.
Het oude schip bood een fantastische
aanblik: hoewel de hoofdvorm onaange
tast was gebleven, had de oceaan met
grillige hand een spookachtige decoratie
aangebracht. Reusachtige planten v/iegden
langzaam heen en weer; veelkleurige diep-
zeevissen schoten verschrikt weg op het
zien van de bezoekers.
Onwillekeurig was het drietal even blij
ven staan om dit alles in zich op te ne
men. Toen stapte de geleerde op de ka
juitdeur toe.
„Mag ik u verzoeken," sprak hij plech
tig. „heer kapitain en heer Maatl, met
mij deze hutl te betreden? Gezamenlijk, in
de eenzaamhait van de zeebodem?"
Welnu, die zeebodem was een weinig
minder eenzaam dan de professor ver
moedde. Op enige afstand van DE
GROENE DRAECK volgde een drietal on*
gure figuren, gekleed in kikvorspakken.
aandachtig de verrichtingen aan boord
van DE GROENE DRAECK...