De Leusder Courant Op de draaitafel Kappie en het geheim van de schatkist ONZE MEDEWERKERS Profiteer van onze 10 PROCENT KORTING op al onze artikelen M. VAN RAVENHORST DE OMWEG Robin's Reign Op de korte toer... Zatouna-songs van Mikis Theodorakis Margarita Margaro WOENSDAG 28 JANUARI 1970 EEN GROEIENDE KRANT EEN BOEIENDE KRANT EEN KRANT VOOR U Elke week in uw brievenbus voor de prijs van een pakje sigaretten (ƒ1,80 per kwartaal). Een pakket aan interessant strecknieuws! Nog géén abonnee? Vul dan nu de bon in! ADRES: j PLAATSGironr In open enveloppe zonder postzegel zenden aan: DE LEUSDER COURANT, Machtiging nr 21, Barneveld. Al uw berichten, aankondigingen, verslagen en tips kunt u zenden aan onze plaatselijke medewerkers. Dat is voor: ACHTERVELD/STOUTENBURG: De heer A. M. v .d. Berg, De Ver- jaegde Ruljterweg 10, tel. 03425-311 (ook voor sport). HAMERSVELD: Mevr. T. de Wijze van Doorn, Mei doornhof 29. Hamersveld, tel. 03496- 695. De heer J. J. van Heiten, Brug. de Beaufortweg 53, Hamersveld, tel. 03496-368. HAMERSVELD/LEUSDEN SPORT: De heer G. C. J. Dietrich, Hamers- veldseweg 21, tel. 03496-568. LEUSBROEK: Mej. C. Meijer. Louise de Colligny- laan 5, Leusbroek. CENTRALE REDAKTIE: Leusder Courant, Postbus 67, Bar neveld. tel. 03420-3141 (toestel 17). Na kantoortijd: 03420-3880. ADVERTENTIES: K. C. van Lunteren, Voorstraat 22, Woudenberg, tel. 03498-1344. Adver. tie-afdeling Leusder Courant, Postbus 67, Barneveld, Giro 871441. VERSCHIJNINGSDAG: De Leusder Courant komt elke week op donderdagmorgen bij u in de bus. Het nieuws en de adverten ties moeten uiterlijk dinsdagmorgen 12 uur in ons bezit zijn. NIEUWE PLATEN, BELUISTERD EN BESPROKEN Robin Gibb heeft de traditie van de onlangs uit elkaar gevallen groep Bee Gees voortgezet. Dat kon hij doen, om dat hij ook voordien reeds een groot deel van de door de Bee Gees gezongen songs voor zijn rekening had geno men. Op zijn eerste, solo-gezongen, lang speelplaat „Robin's Reign" brengt hij elf nieuwe liedjes van eigen fabrikaat. En als we eerlijk moeten zijn en waar om zouden we niet? dan valt het ons op, dat er maar bitter weinig verschil is te constateren tussen wat de Bee Gees als groep bracht en wat Robin Gibb als enkeling presenteert. Goed, de begelei dende close harmony-koren van de Bee Gees-zangers ontbreken, maar daartegen over staat, dat Robin in verschillende nummers zelf voor de bijbehorende ach tergrond-koren zorgt of er een tweede stem bij zingt. Instrumentaal gezien is er niet veel veranderd. De magnifieke, unieke stijl van de Bee Gees is geble ven. Toch ondanks de zeer verzorgde uitvoering zowel qua stereogebruik als instrumentale verzorging heb ik wei nig variatie kunnen beluisteren in het totale repertoire. Dat werkt, vooral na één kant te hebben afgedraaid, ietwat frustrerend. Overigens blijft het een schitterend gemaakte plaat, waarbij men zich alleen kan afvragen of het niet tijd wordt dat Robin Gibb méér variatie aanbrengt in zijn melodieën. Een gun stige uitzondering maken „August Oc- tobre" en „Mother and Jack". Voor de talrijke liefhebbers van Bee Gee's sound een sterk aanbevolen plaat! (Polydor- stercco 583 085). L. V. Deze week aandacht voor een aantal uitstekende single's. In de eerste plaats „Where we came from" met op de ach terkant „She" van de Nederlandse groep „The Runaways" (dc Weglopers). Ik loop met deze plaat beslist weg „Where we came from" is een fijn, me lodieus, ietwat beat'blues achtig num mer met uitstekende close harmony. Voor mij een hit! (Op Polydor S 1328). Raymond Froggatt: Hasn't the Lord Blessed Us, met op de achterkant „Lazy Jack". Twee Engelse nummers van deze bekende Franse zanger, die het uitste kend zullen doen. Fijne popmuziek van kwaliteit! Op Polydor 59370. Twe single's van de Harbourlights, die kort achter elkaar verschenen. In de eerste plaats „Sing me a love song" met op de achterkant „All or nothing" (CNR UH 10062) en ten tweede Soul Sound with The Harbourlights: Don't take it away met op de flipside: „Come Back" (CNR UH 10065). Twee fijne plaatjes, waar men met plezier naar zal luisteren. Beat en soul in een fijne combinatie. De laatstgenoemde single werd samen gezongen en gespeeld met Soul Sound. Voor de liefhebbers! Karin Young zingt over „Nobody's Child" op de achterkant Oh how I miss you"). Nobody's Child is deze week van niets op de 39 plaats van Veronica's topveertig gekomen. Het is inderdaad een aardig nummer, maar ik betwijfel of de plaat nog erg veel hoger zal ko men. De topveertig brengt ons even als alle andere toplijsten vaak verras singen! (Op Major Minor MAM 528). z Tenslotte aandacht voor een heerlijk „ouderwets" huil- en lachliedje, ge bracht door Corry en de Rekels, niet te verwarren met de Heikrekels, ook al lijkt hun stijl er wel iets op. „Mijn stil verdriet" is de titel van het plaatje en het nummer staat op onverklaarbare wijze op de 23e plaats van Veronica Topveertig. Kèje nagaan... (Elf Pro vinciën 6534). SINGELIER In het dorpje Zatouna schreef Theo dorakis verbannen en zonder bewe- I gingsvrijheid zijn inmiddels bekend geworden Zatouna-songs. Het is illigale muziek, ondanks strenge veiligheids maatregelen naar buiten gesmokkeld, 't Geheel wordt gezongen door de Griek se naar het buitenland uitgeweken zangeres Dora Gianakopoulou. Deze zangeres (geboren op het eiland Les bos), leerde Mikis Theodorakis voor het eerst kennen, toen zij in 1962 in De Gijzelaar van Brendan Behan speelde. Theodorakis componeerde de daarvoor inmiddels befaamd geworden muziek. Dora zong als Theresa twree van die lie deren en deed dat zo goed, dat Theo dorakis haar vroeg in zijn orkest te ko men zingen. Ze deed dat, maakte grammofoonplaten en werd daardoor een „Theodorakis-zangeres". Met de komst van het kolonels-bewind in Gric- kenlaand week zij uit naar het buiten land en Is nu een actief pleitster voor de Griekse vrijheid en ze zingt de liederen van Theodorakis in de overtuiging, dat ze voor de vrijheid van haar volk zingt. De Zatouna-songs verschenen kortge leden in Nederland op een langspeel plaat. Op de A-kant de cyclus „Arkadia II" en op de achterkant de cyclus Ar- kada VI. Bij de plaat wordt de complete Nederlandse vertaling van de in het j Grieks gezongen liederen geleverd, ver taald door S. Ionnidis. De plaat is een tljdsdokument geworden van een be gaafd man, die ergens op het Griekse platteland weggestopt, ver van de we reld al zijn gevoelens op papier zet en er de muziek bij schrijft. Het is voor Mikis Theodorakis nog de enige manier om te getuigen van de vrijheid, die hij zelf verloor. Het is tevens de enige vorm van protest die hij kan laten horen. „De wet heeft onze dromen wegge nomen, en onze liederen zijn in rook verteerd." schrijft Theodorakis in „Ir- than i Anthropi me ta mavra" (Er kwa men mannen in het zwart) of: „De ber gen omvatten steenblokken, afgronden, pijnbomen, mensen. Ze hebben de zege vierende Turken gezien. Ze hebben de lijken van helden opgenomen en ver vloeking der dapperen gehoord. De bo men beschaduwen de slaap van de pa trijs. De Koekoek, die Colocotronis nimmer hoorde, kwam nestelen in Za touna. Vergeefs trachten mijn bewa kers zijn lied te kooien. De ravijnen dragen het op hun schouders en bren gen het snel naar de olijfgaarden. De bergen van Arkadie verheffen zich, hoog boven de zeeën. De fluit van de god Pan overstemthet gebrul van de mi litaire kampen, Boa's, Oeran-Oetans, mensapen, dragen tunieken en hebben scepters in de hand! Aartsbisschoppen en veldmaarschalken heffen strijdkre ten aan: Aera! en achter hen dwar relen kippeveren". Theodorakis besluit de Krijgszang, waarin hij de diktatuur aan de kaak stelt, met de verzuchting: „Uw droom is het marsgezang, en uw liedhet geweer. In Agnosete Piiti (Onbekend* dichter) roept hij uit: ,3ewakers en bewaakten, beulen en gebeulden, commanderenden en gecommandeerden, onderdrukkers en onderdrukten, bezetters en bezetten, de Grieken zijn verdeeld. Mijn land, de bakermat van schoonheid is nu een oord des doods. Mijn land, het land van Di- genis en Diakos, is nu een land der sla ven!" De „Zatouna-songs van Theodorakis," gezongen door Dora Gianakopoulou zijn het waard om met aandacht beluisterd te worden, met de gedachten bij het geknechte volk van Griekenland. Het volk, waarvan Theodorakis houdt en waarvoor hij wil vechten op rijn manier. Met prachtige, simpele muziek van piano, fluit. claveclmbeL Uitstekend ge produceerd door Louis van Dijk. Warm aanbevolen op CNR SLPT 35059 stereo. Bert yos Voor hen, die de muziek van Theodo rakis iets te zwaar op de maag ligt, maar toch van Griekse zang en muziek hou- den, kan ik dc nieuwe langspeelplaat van het Trio Hellenique aanbevelen: Margarita Margaro (naar een gelijkna mig nummer van Mikis Theodorakis). Op deze plaat niet de zwaarmoedigheid en de bitterheid van Theodorakis, maar de liefde de vrolijkheid en de opwin dende klanken van een Griekenland, zo als ook Theodorakis het eens heeft ge kend. Een aantal prachtige melodieën zoals we van het trio Hellenique gewend zijn: pretentieloos en licht te verteren. Met fijne nummers zoals „Tsiganika Violia", Margarita Margaro, Ta trena pou figan en To Gilckaki. In totaal twaalf songs. Aanbevolen. Op CNR ste reo ZZ 1603. V. tot en met zaterdag 31 januari STOUTENBURG Telefoon (03490) 2084Q FEUILLETON DOOR MAARTJE ZEcDENRIJK 5 Met een ruk trok hij haar tegen zich aan. „En jij bent nog altijd de knappe Griet van vroeger... m(jn fijne meid..." Ze maakte zich vrij en kwam weer overeind, lichtelijk blozend. „Zo is het wel genoeg, zeun. Bewaar maar wat voor straks. Maar we hadden het over Lena." Hij knikte en begon zijn pijp te stoppen. ..En die radiojongen is niet naar je zin, hè?" „Ik wil, dat mijn dochter met een boe ren zoon trouwt." .Probeer haar daar maar toe te dwin gen. Dat lukt je niet." ,Als ik het alleen moet doen, misschien niet. Jij moet meehelpen." Jij moet meehelpen." „Ach, laat dat kind toch. Als ze van die jongen houdt." „Morgen zal ik met haar praten," be sliste moeder Grietje. „En praat niet over liefde. Ze kennen elkaar misschien een paar maanden." .Wat zegt dat?" jy tuigde me eerst af en daarna vrat je me zowat op," weerleg de hy. En dat allemaal binnen een paar weken. Ze glimlachte bij de herinnering. „Jy was een boerenzoon." „O, maakt dat verschil En als ik geen boerenzoon was geweest?" Ze haalde minachtend haar schouders op. „Dan had ik je niet eens aangeraakt zeun. Ik had m'n trots." „Die heb je nog. Nou, proost, hoor. Doe je best maar." De volgende morgen toen iedereen naar het land was, nam Griet haar dochter mee naar de opkamer. Ze keek het meisje strak aan en vroeg: „Wie is het, Leen, met wie je verkeert? Het meisje begon te blozen. „Jaap Wit vliet uit de Voorstad. We houden van el kaar „Een knecht in een radlowinkel, hè? Had je niks beters uit kunnen zoeken?" Het meisje overwon haar schrik. „Als u het zo goed weet, waarom vraagt u het dan? Jaap is een keurige jongen. Hy wil volgend jaar met me trouwen." „Hij heeft nog niks te wilier, en jy bent minderjarig. Je gaat toch zeker niet trou wen met een knecht? jy... een rijke boe rendochter? Die alles kan krygen, wat je hart begeert? En jy wilt trouwen met zo iemand? De rest van je leven armoe?" „Jaap verdient goed. Hy ls chef-mon teur. Alle diploma's heeft hy. Hy heeft zich al in laten schryven voor 'n huls en zijn baas zal meehelpen." „En dat allemaal buiten ons om, hè? Staat je netjes „Ik eh... ik wilde het vandaag of mor gen zeggen. Jaap uil graag met u en va der kennismaken. Griet dacht enige tyd na. Niet al te snel van stapel lopen deze eerste keer, dacht ze. Ze is ook 'n dochter van my. Indertyd wilde myn vader evenmin dat ik optrok met Willem, omdat hy zo ongunstig be kend stond. Maar ik gooide m'n kop er tegen in. Lena is van 't zelfde hout gesne den, Voorzichtig antwoordde ze: „Ik zal er met vader over spreken. Maar dit wil ik je wel zeggen je valt me tegen. Ik acht dat jy wel wat boerentrots zou bezitten." Lena zette haar stekels op. „En wie zegt dat ik dit niet bezit? Maar wat koop ik ervoor? Het boeren is nogal winstgevend tegenwoordig. De varkens zyn zowat niks waard. Kalverfokken moet geld by, dat zei vader pas zelf. En wat brengen de eieren op? Met de beesten hebben we verleden jaar ook pech gehad en hoe heb ben we van 't jaar het hooi binnengekre gen. Met die natte weken En vader maar zwoegen van de vroege morgen tot de late avond. Nogal een mooi vak tegen woordig, dat boeren." „Maar er wordt door elkaar genomen toch verdiend, Lena." „Dat zal best, op zo'n groot bedryf als de onze Als het hier niet meer rendabel j was, waar dan nog wel Geef my dan I maar een jongen met een goed salaris en een vrye zaterdag Grietje kon haar dochter niet helemaal ongeiyk geven. Met toenemende zorg zag ze haar man oud worden en al had ze nu eên flinke oudste zoon, die zyn portie werk op het bedrijf aan kon, het zou nog wel enige jaren duren, vooraleer Toon in staat zou zijn het grote bedryf van zyn vader over te nemen. En dan pas konden Willem en zy gaan denken over een kein huisje met een stukje grond, om het wat rustiger aan te doen. Ze besloot. „Ik zal het vanavond met vader bepraten." Willem Keesom, zei die avond opnieuw, dat hij geen bezwaar had tegen een radio monteur. „Dat kind heeft gelyk. Er zit meer toekomst in dat vak als in het boe ren. Zoveel verdienen we er tegenwoordig niet mee." „We hebben drie zoons, vrouw. Maak jy je over de boerderij maar geen zorgen." „En ik heb liever dat ze met een goed gesitueerde boerenzoon trouwt," hield Grietje koppig vast. „Probeer jy maar eens die radio-mon teur uit haar hoofd te praten." „Daar moet jy aan meehelpen, zeun." „Zeun kykt wel uit. Het geluk van 'n dochter ls me meer waard dan alle boe renzoons uit de Beemster. Er ging een week voorby. Moeder Griet je had haar dochter nog niet toegestaan haar vrijer mee naai de boerdery te ne men. „Kalmpjes aan kind, daar praten we nog wel eens over. En wat minder naar Purmerend voorlopig. Je komt nachtrust tekort." Na die week wist Grietje zo ongeveer alles over de familie Witvliet Dat ver- I telde ze haar man op een zaterdagavond." I „De jongen heet Jaap net als zijn vader die los arbeider is op Texel. De man woont in een klein huisje in Den Hoorn. Realiseer je je, dat Lena die man als schoonvader krijgt? Nooit versta je. Het gebeurt niet." De volgende morgen kreeg Lena deze jobstydlng eveneens te horen. „En daarom kunnen je vader en ik niet toestaan, dat je nog langer met die Jaap Witvliet om gaat. Vertel hem dat vanavond maar uit onze naam. Jj bent een boerendochter, vergeet dat niet. Dat die jongen niet wy'zer is ge weest. Hij kan toch wel op zyn tien vin gers natellen, dat er niets van kan ko men?" Lena kon haar oren niet geloven. „Maar moeder, dat is toch vreselijk ouderwets? En wat doet het er toe, dat Jaap's vader gewoon arbeider is? Ik trouw toch niet met zijn vader? „Je trouwt helemaal niet met hem," schreeuwt Grietje, die zich hoe langer hoe meer opwindt. „En ik wil ook niet meer hebben, dat je naar hem toe gaat, Je schryft hem een brief, waarin jc het af maakt Afgelopen. Ik wil het niet meer hebben, versta je7 En dat meen ik. Als jij dan niet meer weet, wat jij als boeren dochter verplicht bent zal ik het je op nieuw leren." De zondag was bedorven in het gezin. Lena was huilende naar haar kamer ge vlucht. En Willem gromde tegen zijn vrouw. „Mens, dryf het toch niet op de spits. Als ze het te pakken heeft, doe je er toch niks meer aan". De enige, die Grietje bystond was Toon, de achttienjarige zoon, in alles als twee druppels water zijn moeder. Het prototy pe van de trotse boerenzoon, die het niet in zyn hoofd zou krijgen aan te pappen met andere dan boerendochters. En die in het geheim al enige maanden scharrel de met de jongste dochter van een grote boer in de Purmer. Er gingen een aantal weken voorbij, waarin er een soort gewapende vrede heerste op de boerderij van Willem Kees- om. Lena deed mokkend en doorgaans zwijgend haar werk. Omdat haar moeder haar uitdrukkelijk had verboden naar Jaap Witvliet toe te ryden, ging ze een enkele maal op de fiets naar haar vrien din en daar ontmoette ze haar geliefde enkele minuten in het diepste geheim, want zelfs de ouders van Riek mochten het niet weten, omdat Riek's moeder be vriend was met Grietje Keesom. Soms huilde ze tegen zyn schouders. Jaap pro beerde haar te troosten en zei telkens weer, dat 't zo'n vaart niet zou lopen. Dat het misschien nog wel in orde zou komen. Op een zondagmiddag tussen Sinter klaas en Kerstmis, toen Willem en Griet met de auto vertrokken waren naar fami lie in Berkhout, stapte Lena in haar wa gentje en reed spoorslag naar de Zuider- weg. Jaap keek verbaasd op, toen hij haar zag uitstappen. Hij liep naar de voordeur Toen ze tegenover elkaar stonden, zei ze gehaast: „Kom meteen mee. Ik kan een paar uurtjes weg. Ik heb een plan." Terwyi ze de Zulderweg uitreden, legde Lena haar plan uit. „Moeder geeft nooit haar toestemming", begon ze. „Dat staat als een paal zo vast." „Och kom," antwoordde hy luchtig. „Ze draait wel bij als ze tot de ontdekking komt dat het ons menens is. Zo gaat het toch altyd?" Lena schudde haar hoofd. „Je kent moe der niet, Jaap. Ze is een Plas en alle Plassen zijn koppig als muilezels. Als het bij moeder éénmaal „nee" is, blijft het nee. „Wat wil je dan?" „We gaan er van door. Samen. Jij ver staat 3e vak en in deze tijd kun je overal werk krijgen. We gaan ergens ver weg. Desnoods onder een andere naam. Enne dan zorgen we ei*voor dat ze ons toestem ming moeten geven." Jaap zag er niet veel heil in. „Als je moeder nu nee zegt, zegt ze het dan ook." „Niet als we haar voor een voldongen feit stellen. Dan zal ze wel moeten capu- tuleren." „Wat bedoel je met voldongen feit? Je praat in raadsels. Ik snap je niet." Lena had ook iets van haar opvliegen de moeder meegekregen. Ze keek haar vrijer nydig aan en beet hem toe. „Een baby natuurlijk, Idioot! Als die moet ko men, kan ze immers niet anders dan toe stemming geven?" Maar dit was niet naar de zin van Jaap Witvliet. De jongen, die heel vaak uit een soort sport had geprobeerd, hoe ver hy kon gaan met de meisjes, waarmee hy korter of langer scharrelde, wees het voorstel van het meisje, waarvan hy echt hield, met verontwaardiging van de hand. „Ik denk er niet aan," antwoordde hy gedecideerd. „Waarschynlyk sta ik toch al niet zo best by je moeder aangeschreven in aanmerking nemende, dat ik nog nooit heb mogen kennismaken... en dan zeker een motje er van maken? My niet gezien Dan sta ik voor de rest van haar leven helemaal in het verd... boekje. Nee, liefje dit is niet de methode." „Weet jij dan een betere?" Doch daarop wist Jaap niet veel te ant woorden. „Ik ben nog altijd van mening, dat jij het te somber ziet. Wat drommel, zelf zeg je, dat je vader geen bezwaren zal hebben. Wie is er eigenlijk de baas by jullie thuis?" „Moeder," antwoordde Lena prompt. „En Toon, m'n broer. Die voelt zich al half boer. Nee„ Jaap, er ls voor ons geen andere mogeiykheid. En wat je zei over moeder, als we moeten trouwen... wat kan jou dat schelen Je trouwt toch zeker met mij? En als we hier vandaan zijn..." „Maar ik ga niet weg uit Purmerend. Ik ben daar gek. Ik heb hier een reuze- baan met een hardstikke mooi loon. Dat gooi ik niet vort voor een link avontuurtje. „O. noem je dat een link avontuurtje? Als je met je meisje er vandoor gaat? Dat deden de ridders vroeger ook. Dat wa ren tenminste kerels. Die durfden wat te riskeren." „O, dank je wel. We leven niet meer in de ridderty'd, maar in de twintigste eeuw Je moeder moet Inzien, dat In deze mo derne tyd standsverschil geen beletsel meer kan zyn. Overigens, ze lioefd zo hoog niet van de toren te blazen, want boer zyn is tegenwoordig ook niet meer zoveel bizonders." „O nee?" By Lena begon het boeren bloed te spelen. „Straks ga je de rollen nog omdraaien en ga je beweren, dat jy meer bent dan een boer." „In elk geval niet minder. Ik heb een intellectueel vak. Daar moet je voor leren en aanleg voor hebben. En liefhebbery. Maar een koe melken, kan de eerste beste stommeling." Lena trapte zo hard op de rem, dat de wielen blokkeerden en de wagen even slingerde, alvorens tot stilstand te komen. Wit van woede beet ze hem toe:,, Jy... jy... opgeblazen kikker... wat weet jy van het boerenvak? Nou? Geen snars. Ik begin warempel te geloven, dat moeder nog geiyk heeft. Als ik met een plan kom, waardoor we kunnen trouwen, krabbel jij terug uit angst voor een lelijk gezicht. Wat heb ik eigenlijk in je gezien, snertknul? (wordt vervolgd) door Martin Toonder 28 Met lichte tred stapten Kappie. de maat en professor Jodelahiti in de richting van het wrak, waarvan de masten, dui delijk zichtbaar boven de her en der ver spreide wierstruiken, hen als baken dien den. Het duurde dan ook niet lang of de diepzee-wandelaars stonden voor de lich telijk scheefhangende overblijfselen van het eens zo trotse galjoen DE GROENE DRAECK. Professor Jodelahiti was de eerste die zich langs de ankerketting om hoog hees tot op het hellende dek. Het oude schip bood een fantastische aanblik: hoewel de hoofdvorm onaange tast was gebleven, had de oceaan met grillige hand een spookachtige decoratie aangebracht. Reusachtige planten v/iegden langzaam heen en weer; veelkleurige diep- zeevissen schoten verschrikt weg op het zien van de bezoekers. Onwillekeurig was het drietal even blij ven staan om dit alles in zich op te ne men. Toen stapte de geleerde op de ka juitdeur toe. „Mag ik u verzoeken," sprak hij plech tig. „heer kapitain en heer Maatl, met mij deze hutl te betreden? Gezamenlijk, in de eenzaamhait van de zeebodem?" Welnu, die zeebodem was een weinig minder eenzaam dan de professor ver moedde. Op enige afstand van DE GROENE DRAECK volgde een drietal on* gure figuren, gekleed in kikvorspakken. aandachtig de verrichtingen aan boord van DE GROENE DRAECK...

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1970 | | pagina 5