M. RAVENHORST KETTING ZAAGMACHINES FIRMA VAN BEKKUM Kappie en het geheim van de schatkist BEDDENMAGAZIJN ALLE TUINZADEN FIRMA J. W. v. d. BERG BOEKENWEEK GESCHENK DIEPVRIES APPARATEN met belangrijke JUBILEUM KORTINGEN DE OMWEG m m "W' Wist u dat er een in de buurt was AD WISMAN GEZELLIG EN VOORDELIG Petit-Rest, in de Bieshaar" ADVERTEREN DOET VERKOPEN BOEKHANDEL VOS DONDERDAG 9 APRIL 1970 En toch is het zo! Bij ons staan alle soorten, zowel kapok, binnenvering, polyester en schuimrubber envan de bekendste fabrikanten voor de scherpste prijzen. Alle ledikanten, opklapbedden en komplete slaapkamers. HESSENWEG 72 TEL. (03490) 2 08 40 STOUTENBURG verwen nw voeten, elke dag waar. gezien bij Hamersveld Hamersveldsew. 58 (achter slijterij v. d. Hengel) HAMERSVELD VOOR TUIN EN DIER is een bezoekje in ons restaurant! Ook voor uw hartige hapjes en diverse salades thuis. Prinses Irenelaan 15 LEUSDEN Telefoon 12592 Bij aankoop van 7,50 aan boeken ontvangt U GRATIS het boeken weekgeschenk i Jan Gerhard Toonder „KASTEEL IN IERLAND" ('t Hoekje)" HESSENWEG 323 ACHTERVELD - TELEFOON 472 Rookartikelen Luxe artikelen Speelgoederen Gero Zilmeta Zie Leusder courant van 26 maart 1970 HUSQVARNA (goedgekeurd door Staatsbosbeheer). Vraag eens vrijblijvend inlichtingen Dealer voor Gelderse Vallei en West-Veluwe. JAN VAN ARKELWEG 3 - ACHTERVELD - TELEFOON (03425) 239 FEUILLETON DOOR MAARTJE ZElDENRIJK - 15 Ze keek hem dreigend aan. „Moet ik je soms ook de deur uitschoppen?" „Waarom? Moet Je weer opnieuw begin nen." Ze pakte zijn elleboog. „Kijk eens? He lemaal stuk. Ik doe er ook een pleister op." „Aan jou is een goeie verpleegster ver loren gegaan." „Ik kan niet tegen bloed. Anders mis schien wel. Hou die arm nou es stil, draaitol." ,Moet ik 'm in een draagband houden? „Jij steekt overal de spot mee. Ik pro beer je zo goed mogelijk te verwarmen en op te lappen.." „Dientje je bent een schat. Waanwee kan ik je belonen?" „Door me anders te noemen. Je meent er toch niets van. Zo, ik zal thee zetten." Een poosje laer zaten ze ieder aan de kant van een tafel en dronken de thee. Hij gaf haar een sigaret en zei: „Leuk zo, he? Met z'n tweeën. Net echt „Eeuwige flirt. schold ze. „Zo kiept je meisje je op straat en zo zit je weer met een ander te flirten. Ik begin er nu wat van de begrijpen." „Jij begrijpt niets. Het was al weken uit tussen ons. Ik had me er al mee ver zoend. Waarom zou ik niet? De wereld is vol lieve meisjes, zal ik daar gaan knie zen om één? Ik dacht: "raag of niet. Op de een of andere manier heb ik ook m'n trots. Ja, ik ga daar bedelen om de gunst van een eventuele aanstaande schoonmoe der. ik heb net zo lief. Ik zat vanmiddag net te overwegen, of ik Dientje zou vragen mee uit te gaan." Ze keek hem geringschattend aan, maar begon toch te kleuren. „Hoor hem.." „Ja. En daar toeterde Lena. Maar enfin, die episode is nu voorgoed voorbij. Die komt nooit meer terug. Dus. Hij spreid de lachend z'n handen. .Dus Dientje kan alsnog als eerste in valster gaan fungeren. Merci Jaap. Mag ik bedanken voor de eer?" „Dat mag Je niet. Enfin, blijven we lek ker samen gezellig thuis, hier kunnen we ook plezier hebben, of niet?" Ze keek hem enige tijd aan, waama ze overeind kwam. „Wij gaan naar de kamer, besloot ze gedecideerd. „Daar kunnen ze van de weg af zien wat we doen." „O. waren we dan wat van plan?" vroeg hij verbaasd. Ze bleef voor hem staan, omdat hij zijn armen uitspreidde. „Jaap.." begon ze dreigend. „Zal ik een wagen huren?" Dientje schudde haar hoofd. „Veel te duur en zonde van 't geld. Trouwens, ik ga toch niet mee." Z'n handen neer. Mistroostig keek hij voor zich uit. „Lena zei het onderlaatst al: eigenlijk heb Jij maar weinig aantrek kelijks voor een vrouw, Taap. Je bent he lemaal niet knap, eerder lelijk. „Die meid is gek." „Je hebt je figuur ook niet mee. „Dat loopt wel los, „hapte Dientje voor de tweede maal. „Je hebt flaporen „Alle. Waar die griet al niet op lette." „En alijd rouwrandjes om je nagels." „Dat is waar. Dat hebben moeder en ik al honderd keer gezegd. „Ze greep zijn handen en bekeek zijn nagels. „Zie je wel? Je bent gewoon te lui om ze goed schoon te maken. „Bedrijvig liep ze om de tafel heen naar tasje en nam er een nagel gar nituur uit. Terwijl ze op de rand van de tafel ging zitten, greep ze een hanen be gon aan zijn nagels. „Mannen die op jouw leeftijd komen, „ordeerde ze. „hebben ei genlijk een vrouw nodig. Wees Mij, dat je dit kosthuis hebt. Moeder let er altijd terdege op, dat je er goed uitziet en je kleren heel zijn." .Daarbij geholpen door t-wce schattige dochters." Ze keek hem met gefronste wenkbrau wen aan. ,3egin je weer?" Het is de waarheid. Ik trek toch nie mand van jullie tweeën voor? Ans is ook een schat, net als jij." Bedankt Wat ben ik nog meer?" „Een harde. Ik wil je een prettige zon dagmiddag en avond bezorgen en jij zegt nee. Zullen we naar Amsterdam? O nee, je gaat niet met me, dat is waar ook." „Je andere hand. Kijk nu het verschil eens? Moet Je voortaan zelf doen, meer- poetsje. „Ja zuster." „Plaag maar. Mannen kunnen blijkbaar niet anders." „Wees voorzichtig jongedame. Je weet op geen stukken na, wat ik allemaal kan." „Moet ik nu bang worden?" „Natuurlijk niet." Doch opeens trok hij haar met een ruk op zijn schoot en drukte zijn lippen op de hare. Geheel overdon derd lag ze enkele ogenblikken in zijn ar men. .Dientje, heerlijke meid, wat heb ik eigenlijk in Lena gezien, terwijl ik jou elke dag om me heen heb?" Toen ze wat tot zichzelf kwam, worstel de ze om los te kom, maar de jongen hield haar sevlg vast. „Dientje wat een fijne mond heb JeZullen we samen uit gaan vandaag?" Ze probeerde haar gezicht af te wenden. „Laat me las, Jaap., ik zei je toch een watjekouw geven voor je brutaliteit. „Dientje, je bent lief, je bent verschrik kelijk lief.m'n ogen zijn opeens wijd open. We gaan fijn uit, samen, jij en ik. Ja?" Een optater kun je krijgenhijgde ze verontwaardigd. Iiets in haar stem waarschuwde d^ jon gen. Hij liet haar los. Vrijwel onmiddel lijk werkte ze zich bij hem vandaan en na dat ze met haar voeten op de grond hou vast had sloeg ze hem twee keer hard in het gezicht. .Lammeling," schold ze. vol woede en vernedering; „Wie denk Je, dat Je voor Je hebt?" De strafoefening had een onverwacht gevolg. Het bloed spoot opeens uit Jaap's neus Geschrokken keek hij haar aan en zocht zenuwachtig naar zijn zakdoek. Het meis je zag het eveneens. Gelijk was haar boos heid weg. „Nee.." prevelde ze. Meteen liep ze naar de kraan en pakte een was handje. .Achterover je hoofd, „beval ze, het natte doekje op zijn drukkend. „Nog meer achterover.zak wat onderuit. Gedurende enige tijd hield ze het was handje op zijn neus, nog steeds ontzet door de gevolgen van haar klappen. „Hoe gaat het?" „Betekent niks," antwoordde hij. ,,'t Is zo wel over." Na een poosje nam ze het washandje weg en keek. Voorzichtig veegde ze zijn gezicht schoon. Het bloeden had ophouden „Nog even zo blijven zitten," adviseerde ze. „O., het zit ook op je jas., en op je overhemd „Wat kun jij slaan, zeg. „Doe dan ook niet zo gek. Je maakte me woest. Ik houd niet van een dergelijke overrompeling. Dat doe je dan maar met die Lena, maar ik ben e niet van gediénd. „Sorry Dientje.. je ziet er ook werke lijk zo verleidelijk uit vandaag." Hij ging weer gewoon zitten, zijn kleren bekijkend. „Ik verkleed me sraks wel. zei hij gelaten, naar de bevlekte jas kijkend „Een kopje thee?" Hij knikte, een sigaret opstekend Zwij gend aanvaardde ze er ook een. Terwijl ze een kop thee voor hem neerzette, bleet ze bij hem staan, „Dat pak zal ik morgen wel proberen schoon te maken. In je over hemd zullen het wel roestvlekken blijven. Je krijgt een ander van me." „Hoeft niet. Het was toch zeker m'n eigen schuld?" ,.'k Ben blij dat je het inziet. Maar toch krijg je een overhemd. Ik had niet zo hard moeten slaan." „En dat kun Je," bevestigde de jongen zijn pijnlijke wang wrijvend. „Enfin, zul len we maar constateren, dat we weer quitte zijn?" Ze begon te glimlachen, „In orde. La ten we het maar vergeten." Jaap dronk zijn thee op en kwam over eind. Terwijl hij voor het meisje stond, zei hij. „Ik trek een ander pak aan, en een schoon overhemd. Dan huur ik een wagentje in de stad. gaan we samen uit, Je mag toch wel iets aan me goed maken. Dien." „Ik dacht, dat we quitte waren?" Hij schudde zijn hoofd. „Niet helemaal. Ik heb je gezoend, maar ik kreeg niets van je terug." .Jawel, optaters." „Ik voel ze nog. Ik heb liever wat an ders." „Dacht je, dat ik je hier ging zoenen?" ,,'t Mag best, maar je doet het toch niet Nou? Ga je mee? Lena bestaat niet meer voor me. Jij wel. Of wil je de hele zon dagmiddag en avond thuis blijven? Voor het raam zitten koekeloeren? Wees es vlot. Tenslotte knikte ze. „Oké. jij wint. Maar haal me niet hier op. Ze kletsen toch al zo graag. Ik loop wel naar de brug." Hij pakte haar beet en draalde een paar keer met het meisje rond. „Meid, Dien, je zult eens zien, wat een leuke uurtjes we samen beleven." HOOFDSTUK 16 In huize Langeveld had men na enige tijd door, dat de beide dochters waar schijnlijk elk een jongen hadden. Maar wie? Ans deed geheimzinnig en Dien even eens. En waren twee, drie avonden in de week weg. Dat enig verband was tussen het vertrek van kostganger Jaap en de oudste dochter, had nog niemand door. Zelfs Ans niet, die teveel bezig was met haar eigen verliefdheid. En op een zonnige voorjaarsmiddag wilde Langevel'" wel wat meer weten over de avonturen van zijn dochters. Het was zaterdagmiddag en Ans had met haar zus snel afgewassen waarna ze naar haar kamer liep om zich te verkleden. Ook Dientje scheen een der gelijk plan te'hebben. Ans kwam vrolijk zingend beneden om in de kamer haar schoenen aan te trekken Lageveld keek zijn een en twintigjarige dochter aan en vroeg zonder omwegen: „Wie is het?" Het meisje schrok. Uit haar gebogen houding kwam ze overeind. „Wat bedoelt u? „Heel eenvoudig." vervolgde Langeveld rustig: „hoe heet-ie? Wat doet-ie? Waar woont-ie? En hoe lang ken je hem al." Het meisje begon te kleuren. „Hoe weet u het?" De man begon te lachen. „Verliefde vrouwen verraden zichzelf op verschillen de manieren. Jij bent verliefd, dat zie ik al weken. En moeder eveneens anders dan in mijn jonge jaren. Maar als het serieus is, willen moeder en ik toch graag wat meer weten. Vertel op, zus." „t Is een jongen van Sonnevelt. de smid Uit de Purmer. Cor heet hij. Hij komt dinsdags nogal vik op kantoor. Zo Is het be-onnen." „En hoe lang is het al aan de gang?" Ze kleurde dieper. „Een half Jaar. Ja, var verleden najaar af." „Neem 'm maar eens een keer mee. Kunnen we kennis make." Haar ogen lichtten op. „Vindt u hec goed?" Mogen we vanavond komen?" „Jullie komen maar. he moeder?" Ans was nauwelijks weg, of Dientje kwam de kamer binnen. Vader Langeveld keek met zichtbaar genoegen naar struise oudste dochter en zei: „Voor jou van het zelfde laken een pak als bij Ans. Wie is het? Wat doet de jongen? Waar woont hij en hoe lang ken je hem al." Dientje was wat nuchterder. Ze had al lang begrepen, dat vader en moede er te eniger tijd achter zouden 1 omen, dat ze verkering had. Temeer, omdat zij en Jaap in hetzelfde huis woonden. „Zo, dus jullie hebben het door?" „Vanzelf," lachte haar moeder. „Zeker al een heel poosje, he?" Dientje dacht na. „Een maand of drie veel langer een jaar of wat." Ze lachte nog niet heel. Dat wil iggen.. dat we met elkaar gaan. We kennen elkaar al eveneens. „Wie is het? Woont-ie ver weg? „Vlakbij." Ze lachte nog meer. „Dat jul lie nog niet eens door hebben, wie het is. Of we hebben het ook goed voor ons gehouden hebben.." (wordt vervolgd) door Martin Toonder „Ik heb zo'n idee, dat de wetenschaps mensen niet de enige waren, die van uw plan wisten, professor!" sprak Kappie. „Onmogelijk!" riep de geleerde veront waardigdd. „Der onwetenschappelijke waanzin! Der schatkistl is mijne vindink!" „We hadden er nooit aan moeten be ginnen." bracht de maat in het midden. „Nu is het te laat. We zijn reddeloos ver loren. Een ellendige dood „Man. hou op met je gezemelfoe terde Kappie. „We zijn helemaal niet ver loren. Help me liever eens zoeken in deze sakkerse bende hier naar iets waarmee ik die deur te lijf kan gaan. Zo sterk dan dat hout, na al die eeuwen in zeewater, niet meer zijn. Aangevuurd door de kleine ge zagvoerder begon het drietal ijverig te snuffelen temidden van de stapels onge- geregelde goederen op de vloer van het hok. Na enige tijd vond de professor een soort koperen tang, waarmee Kappie naar stig op de deur begon te rammen Okki, aan boord van de diepzeegraaf zuigdozer, was inmiddels tot een besluit gekomen. De scheepsjongens hadden ge ruime tijd geleden het motorjacht van de bende zien naderen en de drie kikvorsfigu ren zien duiken. Hij had onraad vermoed; dcor luide kreten had de scheepsjongen geprobeerd de aandacht van de Meester, aan boord van de Kraak, te trekken. Zon der succes! „Ik moet ome Siep vinden!" mompelde de kwieke knap kordaat. „Dan dit graaf - machien maar even alleeen laten. Wie weet wat die lefzwemmers van dat jacht van plan zijn!" Hij stapte in de roeiboot en peddelde snel naar de Kraak. (wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1970 | | pagina 7