DE LAATSTE KOOPJES voor zeer geschikte prijzen Textielhuis WIJNTJES Hoe verwarmt u uw tweede kamer? A. A. TOLBM WORDT NU ABONNEE!! |A SYNPROTEX Kappie en het geheim van de schatkist BUITENHUIS WOUTJE WACHT OP HET WONDER AUTOMOBIELBEDRIJF CV-INSTALLATIEBEDRIJF VOORDELIG ISOLEREN MET ook met aluminium beplakt PREDIKBEURTEN Hessenweg 321 - Achterveld Telefoon 03425-390 KRAAN WAG EN-SERVICE Pr. Frederik Hendriklaan 2-6 LEUSDEN Verkoop van FORD en vele andere merken "tBuitenAuid-pate nt: f Tel. 19776 „deriuce zonder end en ook uw Oeroe, vierde, vijfde enz.) Joet u dat het liefst met aardgas centraleverwarming? Gelijk hebt u, want aardgas is schoon en voordelig.Geen zorg over de brandstofvoorraad: de gasbuis zorgtvoortdurendvooraanvoer, - Geen zorg over de bediening: de thermostaat denkt voor u aan de juiste temperatuur. Geen zorg over de installatie: die is bij ons in vertrouwde handen. Vraagt ons eens vrijblijvend inlichtingen Hamersveldscweg 1-3 LEUSDEN-CENTRUM Tel. (03496) 296 RAKO-Synprotex (Tempex) RAKO-P.H.C-platen (Synpr. met houtwolcement) RAKO-Glas- en steenwol RAKO ook voor Durox blokken Onduline golfplaten Klinkerisoliet Polyester silo's Vimolict stenen (scheidingswand) N.V. Amersfoort 03490-1 21 88 Barneveld, Achterveldseweg 14-11, tel. (03420) 25 20 ZONDAG 2 AUGUSTUS 1970 LEUSDEN-CENTRUM N.H.K. 10 u.: ds Rigters uit Abcoude; 19 u.: ds Van Ginkel uit Amersfoort. RK. Kerk 7.30 u.: H. Mis, 9 u.: Hoog mis, 11 u.: H. Mis; 18.30 u.: Lof. Zaterdag 19 u.: Avondmis. LEUSDEN-ZUID N.H.K. 10 u.: de heer Van de Hucht uit Soest; 18.30 u.: de heer Van Eeden uit Utrecht. R.K. Kerk (Huize Don Bosco) 8.30 u.: H. Mis, 10 u.: Hoogmis, 11.30 u.: H Mis. ACHTERVELD N.HK.. 14.30 u.: de heer Van Storen- broek. AMERSFOORT G.K. (Nieuwe Leusderkerk) 9.30 u.: ds Van Harmeien, 19 u.: ds Kuijpers. Opstandingskerk 9.30 u ds Engelkens, 19 u.: Geen dienst. FEUILLETON DOOR TO DORSSEN-VAN LOON 6 „Boven liep Riek naar het raam en schoof de gordijnen dicht. Daarna kusten jullie elkaar en stoeiden. Daarna nam je haar op enne.. Enfin., jullie deden het licht uit en wat daarna gebeurde., moet ik soms nog in details treden?" Blijkbaar schoot hem een verschrikke lijke gedachte te binnen, want hij keek me met opengesperde ogen aan en stot terde: „Was jij., was jij soms beneden? In de zaak? Nee. dat kan niet. Ze sluiten zaterdags al om zeven uur. En Rieks moe der was niet thuis." „Weet je dat wel zo zeker, Dries?" Trei terig klonk mijn stem, dat wist ik. Zijn handen vielen neerEen diepe zucht slakend, zei hij. op een toon. waar in zijn verslagenheid te merken was: ,Dus jij en haar moeder zaten beneden in de zaak. En jullie hebben alles ge hoord." Ik knikte, triomf voelend. Alles was fan tasie maar dat kon me op dit ogenblik niet schelen.Alles". zei ik. „van begin tot het eind. Het huis is nogal tamelijk ge horig. Enfin, dat weet je misschien ook wel. Het was werkelijk een interessante gewaarwording. Vooral voor mij- Je was zeker alvast een beetje aan het oefenen Hij keek voor zich, begrijpend, dat dit voor hem het einde was. Tenminste bij mij. Zonder me aan te kijken, vroeg hij: „Wat zei haar pioeder?" „Informeer dat vandaag of morgen zelf bij haar, he? Enfin, we zulen er maar geen woorden meer aan wijden. Bedankt voor alles, vooral Voor het feit, dat je me tijdig de ogen opende. Ik zou zeggen zoek Riek maar op. Voorzover ik nu weet is ze wel in staat je te troosten." Zijn hoofd ging omhoog. Hij keek me weer aan, toen hij vroeg: „Geef je me geen gelegenheid het uit te leggen?" Nu was ik werkelijk verbaasd. „Wat is er uit te leggen? Kun je er een aanneme lijke reden voor geven, dat je met mij wilt trouwen, zoals je me tot in de treure toe hebt verklaard, en met haar naar bed gaat?" „Ik had enkele borreltjes op," veront schuldigde hij zich. Mijn verbazing steeg. „Dus dat be schouw je als een geldig excuus voor je sexuele manipulaties? Wel, wel, in deze moderne tijd zijn er geen taboes meer, hè? Alles mag. niets is er meer gek. Het spijt me, maar dat tempo kan ik niet bij houden „Maar ik houd toch van je?" riep hij wanhopig uit. Ik geloof hem niet meer. Hoofdschud dend antwoordde ik: „Jij houdt alleen maar van genot. Weet je. wat jouw be doeling was? Met mij naar bed. Hopende, dat het gevolgen zou hebben, zodat er fatsoenshalve voor mij geen andere mo gelijkheid zou blijven dan halsoverkop met je te trouwen. Dan zou je een warm nestje hebben, zonder zorgen, want het is in het dorp bekend, dat Puisten-Woutje een paar centen bezit, getuige haar mo derne, goed lopende zaak. Meneer zou als m'n wettige gemaal rustig zijn vrien dinnetjes uitzoeken en er zich mee amu seren, terwijl zijn vrouw af en toe ook een brokje liefde toegeworpen zou krijgen Ik ben niet dom, waarde heer. Je kunt je in nog zoveel bochten draaien als je wilt. maar voor mij beteken je niets meer. We zullen dit onverkwikkelijke onderhoud als beëindigd beschouwen." Ik liep naar de deur en opende die. Met vaders wandelstok in de hand stond ik en keek hem aan met 'n blik die aan duide lijkheid niets te wensen overliet. Hij kwam naar me toe en een ogenblik dacht ik. dat hij me in zijn armen wilde nemen. Ik deed een pas terug en hief de stok een eindju op. ..Als je het toch zou wagen me aan te raken, sla ik je de hersens in," siste ik, woedend om de ver nedering, die hij me had willen doen on dergaan. Hij begreep blijkbaar, dat het bittere ernst was, want zonder nog wat te zeggen of me aan te kijken, liep hij naar buiten. Ik sloot de deur achter hem en leunde er tegenaan, hijgend van emotie. De stok viel uit m'n krachteloos gewor den handen. M'n hoofd bonsde en ik voel de me misselijk van elende. Ook die avond heb ik gehuild, toen ik in bed lag. De volgende morgen vermande ik me. In elk geval was ik zover geko men, dat het dwaasheid- leek het me zo aan te trekken. Dat was hij toch zeker niet waardö Dus deed ik mijn werk, bij gestaan door Geertje, en tussen ons werd nooit meer de naam Dries van Ottum ge noemd. Enkele maanden later, in het voorjaar trouwde hij met Riek Teubling, en trok bij haar moeder in. Van Ottum was ten minste één van zijn zoons kwijt. En ik was 'n illussie armer. Van die tijr af heb ik mezelf ingeprent: dit was de eerste man, het zal ook wel de laatste in je le ven zijn, Wout je. Tenzij er 'n wonder ge beurd. En lk vraag me nog elke dag af: gebeuren er nog wonderen? HOOFDSTUK 4 De tweede, die een poging waagde om m'n zaak te trouwen en mij op de koop toe te nemen was Bertus Doever. Iedereen in het dorp kende hem, want hij was elke dag langs de weg. 's Morgens vroeg be zorgde hij ochtendbladen, het hele dorp door en daarna in de omgeving. Veder had hij een agentschap van een paar fa milie- en damesbladen, bracht en passant ook een radioprogrammablad bij de men sen en reed 's middags met de provinciale middagkrant door het dorp. Bertus was een nors kijkende eenzelvige man van zo ongeveer dertig jaar. Hij woonde met zijn oude vader in een klein huisje bij de gasfabriek. Vroeger had het huisje gediend als kantoor van de fa briek, maar sinds we hier overgegaan zijn op aardgas, werd de vroegere gasfabriek voor andere doeleinden gebruikt en stond het kantoortje een jaar leeg. Tot die tijd woonde Bertus en zijn vader in een krot in het dorp, dat onbewoonbaar was ver klaard en opgeruimd moest worden voor wegverbreding. Voor hen werd het voor malige kantoortje wat opgeknapt en ver huisden vader en zoon er heen. Ze leef den een soort kluizenaarsleven, deden geen mens kwaad, maar bemoeiden zich verder ook met niemand. Bertus zelf had overdag zijn werk en zat 's avonds wel eens in een der café's achter een glas bier. En zaterdagavonds ging hij naar het Dorps huis. waar wekelijks een film werd ge draaid Men noemde hem soms populair „Bertus, de krantenboer". In elk geval ver richtte hij nuttig en noodzakelijk werk. Ons dorb zonder Bertus als kranten- en tijdschriften bezorger zou min of meer ondankbaar zijn. Op een mooie voorjaarsavond eind april was ik zo'n beetje in mijn achtertuintje bezig. Hoewel ik helemaal niet zo gek op tuinieren ben, beschouwde ik het als m'n plicht er voor te zorgen, dat mijn tuin er een beetje toonbaar uitzag, om niet al te veel af te steken bij die van m'n buren die er heel veel tijd aan spendeerden en pijnlijk nauwkeurig bijhielden. Het was misschien een uur of acht. Het begon zo'n beetje te schemeren, toen ik voelde, dat er iemand naar me stond te kijken. Ik werkte me overeind en keek in het ge zicht van Krante-Bertus. die belangstel lend scheen toe te kijken. „Hallo, Bertus," begroette ik hem, want ik kende hem zo goed als ieder ander in ons dorp. „Moet je geld van me hebben?" vroeg ik verder, want ik las een paar da mesbladen, die hij wekelijks in de win kel bij de kassa deponeerde, en dan met een enkel woord weer vertrok. Hij schudde zijn hoofd. „Welnee, lk kom enkel eens kijken. Zo maar. Een beetje buurten, zal ik maar zeggen." Het was mij niet duidelijk, waaraan ik zijn plotselinge belangstelling had ver diend want meer dan een paar woorden per keer. als ik hem ontmoette, waren er nooit tussen ons gewisseld. En ik wist niet goed, wat ik hierop moest antwoor den. Dus zei ik enkel: „Zo?" „Ja. Het is mooi weer hè? I'.- dacht Laat ik eens een babbeltje maken me'. Woutje Burgenaar" „Welk een oer," Ik lachte vrolijk „Ja. Je bent zo druk aan het tuinen Te begrijpen, hè? Ik dacht; misschien heeft ze de koffie klaar." Ik leunde op de schoffel, waarmee ik bezig was geweest en keek hem aan. „Kof fie?". Hij knikte. „Ja. Drink jij nooit koffie 's avonds?" „Dat wel. „Nou dan?" Dit momentje hangt nog goed in mijn herinnering. Ik begon te lachen. Bertus en zij vader werden in het dorp als enigs zins zonderling versleten Dat kon er bij mij nooit helemaal in. Elk mens dat een soort kluizenaarsbestaan voert, zich zo doende van de andere mensen wat af zondert, wordt al spoedig meewarig aan gekeken. Als je niet precies zo haldelt als de massa, val je uit de toon en word je daar naar beoordeeld. Waarom zou een kluizenaar niet even normaal zijn als elk ander mens? Ik stakte m'n tuinwerk en zei: „Dan zullen we maar eens een kopje klaarma ken. Drink je mee?" „Dat was de bedoeling.' 'antwoordde hij alsof het als de vanzelfsprekendste zaak van de wereld was en hij gewend was om iedere avond bij mij koffie te drinken. M'n stemming was weer een beetje in evenwicht. De teleurstelling, die Dries me bereid had, sleet weg. Misschien was ook het milde voorjaar er debet aan, dan voelt een mens zich doorgaans anders, pretti ger. De wetenschap: de mooie tijd van het jaar is komende, kan van goede invloed zijn op humeur en gestel. Ik neem aan, dat zulks bij mij het geval was. Vandaar dat ik de zelfpresentatie van Bertus hu moristisch opvatte. Misschien wilde hij wat met me bepraten, maar ik had op dit moment geen enkel idee hieromtrent. Hij veegde behoorlijk zijn voeten op de keukenmat. Terwijl ik hem een stoel wees en zei: „Ga zitten, Bertus," goot ik melk in een pannetje en zette dat op het gas. In afwachting daarvan ging ik aan de andere kant van de keukentafel zitten. Meteen hield hij een pakje sigaretten onder m'n neus. „Ro ken?" vroeg hij. Ik knikte en nam er een uit. Gelijk kwam hij overeind en knipte een aan steker aan. Ik zoog vuur in de sigaret en bedankte hem vriendelijk knikkend. Hij wist terdege, hoe het hoort, dacht ik. En zo iemand verslijten ze voor abnormaal. „Leuk keukentje," zei hij, rondkijkend. „Echt modern, hè?" .Ja. 't Is voor 'n paar weken opgeschilderd De keuken was werkelijk mijn trots. Na moeders dood had ik vrijwel alles met de voddebaas meegegeven: het oude ko- lenfornuis, de tot de draad versleten gas- comforen, stoelen en tafel, tot zelfs de aan recht had ik weg laten breken en een complete, moderne keukeninstallatie be steld. Tevens had ik nu een ijskast, warm en koud water, een hypermodem aanrecht en leuke keukenstoelen. Om het geld hoef de ik het immers niet te laten? Dus waar om zou ik mezelf niet zoveel mogelijk comfort bezorgen? Tenslotte bracht ik toch 't grootste deel van m'n dagen door in huis. Was het niet in de winkel, dan toch in de keuken of de huiskamer. Bertus keek nog eens, een enkele maal knikkend. „Vakwerk," constateerde hij. „Dat heeft een schilder gedaan." „Kun je dat zien?" vroeg ik verrast. „Natuurlijk. Een leek maakt streperig werk En de kleur harmoniëert met de rest." De koffie zette ik voor hem neer, pakte een trommel en liet hem een koek uitzoe ken. Hij snoof met zijn neus boven de dampende koffie. ,Dat ruikt goed, Wout je Je zou een uitstekende huisvrouw zijn. Ik grinnikte. „Maak me niet verlegen. Bertus." Hij keek me hoofdschuddend aan. „Jij? Jij bent niet verlegen. Je bent een flinke zakenvrouw Ik herinner me je moeder nog. Die zal je wel een goede opleiding gegeven hebben in het huishoudelijk werk. Hij wees naar de vloer. „Kijk maar eens je kunt er wel van eten. En overdag zul je je handen toch wel vol hebben in de winkel. Geertje kan het ook niet altijd alleen af. Of wel?" Ik viel van de ene verbazing in de an dere. „Je bent goed op de hoogte.' stelde il; vast e:i ik bemerkte, dat ik ven beetje teerd was. Waar bemoeide hij zich (•(geii ijk mee? Wat zou hij ervan ze.4en als lk op een avond onverwacht het kleine huisje bij de gastrbviek binnenviel en mijn commentaar gal over het interieur? Maar ik had niet veel tijd om na te den ken, want Bertus dronk even van zijn koffie en keek me toen rustig aan. „Je snapt zeker wel, waarom ik gekomen ben? Naar waarheid antwoordde ik: „Geen idee. Ik vroeg me juist af, waar ik de eer aan te danken heb." „Wonderlijk." Hij roerde in zijn koffie en keek er naar. „Heb je genoeg suiker?" „Ja zeker., ik ben niet zo'n zoetbek. Alles met mate is mijn stelregel. Dus je weet werkelijk niet, waarom ik hier zit?" „Ik neem aan dat je iets op je hart hebt?" „Precies. Kijk, de kwestie is; ik loop naar de dertig en vader is oud- Die is om zo te zeggen een man van de dag. Als hij wil, kan hij morgen naar het bejaarden tehuis, maar dat wil hij niet. Misschien zou ik er op die leeftijd ook niet veel voor voelen. Maar een mens weet niet zelf al tijd, wat goed voor hem is en wat niet. Nu Ja, om kort te gaan.ik heb er over nagedacht om te gaan trouwen. Een ado nis ben ik niet bepaald en een auto heb ik evenmin. Maar dat neemt niet weg, dat er lelijker kerels rondlopen dan ik en ook met minder centen.Jij bent ook nog jong en hebt ook bepaalde dingen tegen. Om het maar precies te zeggen: je ge zicht heb je niet mee, hè? Ik had zo ge dacht: misschien kunnen wij wel een paar worden, hè?" Ik voelde me rood worden. De eerste ogenblikken zat ik compleet verstomd hem aan te kijken Als dit geen originele aanzoek was, dan weet ik het niet. Maar er kwam woede in me op. over wat hij van mijn uiterlijk zei. Ik wist al jaren, dat ik geen schoonheid ben en weinig kansen zou hebben een serieuze levens partner te vinden, maar daarom vond ik het niet nodig, dat mijn handicap nog eens even naar voren werd gebracht. Er zijn tal van dingen in het leven, die iedereen weet, maar waarover niemand of vrijwel niemand ooit spreek. Je zegt ook niet te gen de vrouw van de paardeslager: Zie ik het goed, mevrouw Van Leere, loopt u vandaag minder mank dan anders? Je spreekt er gewoon niet over, uit over wegingen van fatsoen. Maar voor Bertus scheen dit heel gewoon te zijn. Ik probeerde me zoveel mogelijk te be heersen en besloot zijn aanzoek maar van de vrolijke kant te bekijken. Natuurlijk nam ik hem geen moment serieus. Des ondanks kon ik natuurlijk nauwelijks over m'n verbazing heenkomen. Het eerste wat ik uitbracht was: „Bedoel Je werkelijk, dat je met me wilt trouwe?" Hij knikte heftig. „Ja, dat wil ik graag Ik heb je de laatste weken ongemerkt ee betje bekeken. Je bent een eenzame vrouw en ik ben eveneens eenzaam. We zouden elkaar aanvullen, nietwaar? Ik houd vanzelfsprekend mijn werk overdag en jij het jouwe. Maar na het werk zou den we elkaar hebben en het gezellig kunnen maken niet? ik ben nergens te be roerd voor, dus als ik wat kan doen in je magazijn of zo, dan eh, met alle plezier." En tuinen eveneens. Alle mogelijk huis- karweitjes kun Je me toevertrouwen, m'n handen staan nergens verkeerd voor. Hu meurig ben ik maar zelden, want ik neem het leven van de vrolijke kant." Hij begon weer van zijn koffie te drin ken en nam een hap uit de koek. Ik maak te m'n sigaret uit, hem aldoor aankijkend Het was gewoon potsierlijk dit aanzoek Ik had behoefte om te gaan gillen, doch iets in zijn rustige en ernstige blik weer hield me, dus probeerde me te bedwingen hoewel het me heel wat moeite kostte. In gedachten zag ik me al met Bertus de kranteboer, naar het gemeentehuis gaan Ik wed, dat het hele dorp uitliep om ons te bekijken: Het bruidspaar van het jaar Om nog maar te zwijgen van wat daarna zou volgen. Bertus met me mee naar m'n slaapkamer.Ik rilde alleen al bij de gedachte. Met al m'n wilskracht probeerde ik me zelf te bedwingen. Tenslotte hoor-de ik zelf zeggen: „Het spijt me, Bertus. maar ik kan je aanzoek niet aannemen." Hij was helemaal niet uit het veld ge slagen. Integendeel. Rustig knabbelde hij aan de koek, af en toe een slok koffie nemend, en zonder me aan te kijken, ant woordde hij: „O. dat je niet dadelijk ja zou zeggen, begrijp ik wel. Misschien heeft het Je wat overrompelt, ik ben niet zo geleerd en kan het niet met veel om haal en zwier zeggen. Het kwam zeker een beetje koud op je dak, hè? Enfin, je weet het nu. Ik mag je graag. Dat gezicht van je, is voor mij geen beletsel. We heb ben onszelf niet gemaakt en als de lieve Heer van mening is, dat jij met puistjes in gezicht door het leven moet gaan, hebben we dat te aanvaarden. Het maakt mij niks uit. Dus eh denk er maar eens een poosje over na. Het heeft echt geen haast." Ik liet de woordenstroom rustig over me heengaan. Daarna verklaarde ik voor de tweede maal, dat mijn antwoord ,nee' was en .nee' zou blijven. Morgen. Over een week, en ook over een jaar. Dat scheen hem toch wel te verwon deren. „Meen je dat heus? Is er geen en kele kans voor me? Weet je het nu al zo zeker?" Ik wilde me kalm houden. Met m'n ar men leunend op het tafelblad, keek ik hem a-an. „Bertus, ik ben niet van plan te trou wen. Niet met jou, niet met een ander." „Waarom niet? Behalve je gezicht dan, ben je toch een gewone, normale gezonde vrouw? Je zult ook wel je verlangens hebben, net als ik. Waarom zal ik het niet zeggen? We zijn de kinderschoenen ont groeid. Of is het soms is het soms. dat ik Bertus, de kranteboer ben? ,Dat maakt voor mij geen verschil," loog ik rustig. Natuurlijk maakte het ver- schil. Ik zou gewoon de risée van het dorp worden. Iedereen zou me immers uitlachen? Bij gebrek aan beter, heeft Woutje Burgenaar de kranteboer genomen Wel, wel., geen pan zo gek of er past wel een deksel op, dat zie je alweer. Zo ongeveer zouden de praatjes door het dorp gaan. Merci. Dan maar liever de rest van m'n leven in m'n eentje. „Ik kom echt niet met lege handen, hoor. Denk dat niet ik heb al jaren ge spaard, en heb een behoorlijke spaarpot.' Ik gilmlachte slechts en vroeg, „Hoe veel, Bertus?" „Tegenover jouw kapitaal zal het wel in 't niet vallen, maar alle beetjes helpen, zeg ik altijd maar. Een dikke tienduizend heb ik zeker. Misschien over een paar weken wel elfduizend." Met een grap wilde ik er een eind aan maken. „Dat is nietge noeg, Bertus. Zodra er nog een nul acht zit, moet je maar eens terug komen. Dan kunnen we er misschien over praten." „Een nul er achtHij keek me ge schrokken aan en ik bemerkte dat hij koortsachtig aan het rekenen was. „Een nu bedoel je: honderdduizend gulden?, Een ton?" Ik knikte. „Precies, Bellus. Dan kom je een beetje bij me in de buurt." „Alle mensen, een ton.Hij loosde een i zware zucht. „Over die tien mille heb ik 5 jaar gedaan. Dat zou, negentig door vijf dat is.nog een achttien jaar sparen be tekenen? We keken elkaar aan. Hij begreep het. „Dat staat gelijk met een definitieve af wijzing, hè?' „Zo kun je het opvatten, Bertus. Wees er niet boos om. Zeer waarschijnlijk trouw ik helemaal niet. Als vanavond bij voorbeeld een ander was gekomen, zou hij hetzelfde antwoord hebben gekregen." Hij bleef nog een uurtje plakken en daarom achtte ik me verplicht hem een tweede kop koffie in te schenken. Ik was vastbesloten beleefd te blijven en luisterde naar zijn gebabbel. En ik moet eerlijk toe geven, dat hij me bijzonder ipeeviel. Dom was hij allerminst, integendeel. Het dorp versleet hem voor halfzacht, maar in dit uur ontdekte ik, dat er aan zijn ver standelijke vermogens nauwelijks iets mankeerd, dat hij tamelijk goed ontwik keld was en blijk gaf over bepaalde din gen een eigen oordeel te bezitten. Feitelijk vond ik zijn bezoek niet eens zo brutaal meer, toen hij een uurtje gebabbeld had En hij bleek bovendien over voldoende fatsoen te beschikken om zijn bezoek niet te rekken. Met een handdruk namen we afscheid. In de deuropening zei hij lachend: „Denk er in elk geval nog eens over na. En als je me ergens voor nodig mocht hebben je hebt maar te knikken en ik kom. Vrij blijvend." (wordt vervolgd) door Martin Toondei „Tterug naar het jacht?" stotterde de Maat. „Die sschatkist ophalen? En dat monster dan0 Die zeeslang? Ben je die soms vergeten?" „Ik ben niets vergeten." was Kappie's korte antwoord. „Doe wat lk j:- zer; en wijzig de koer. We gaan volle kracht te rug". Even later, terwijl de Kraak een wijde boog beschreef over de zeer. kwam Pro fessor Jadeluhiti binnenhollen. „Wat doet u dan toch, heer kapitain?" riep fle kleine geleerde verbaasd uit. „U vaart in de cirkels, niet?" „Ik draai en keer terug naar het jacht, professor herhaalde Kappie. „We gaan die schatkist ophalen". „Der schatkistl is van geen belank," oreerde de geleerde. .Der salamandrus aquarius. mijn vindink, is veel belangrij ker, net? Gaan wij hem vangen?" „Ook dat," verzekerde Kappie. „Hm," bromde de professor. Zijn jong ste vinding vervulde hem zozeer, dat hij zich nauwelijks afvroeg, wat deze plotse linge verandering in Kappie's plannen kon hebben veoroorzaakt. De regelmatige lezer van deze verhalen zal zich wel kunnen voorstellen, welke de gemoedstoestand was. waarin de Maat verkeerde. Hij zag bergen ellende en na righeid in het verschiet en bezwoer Kap pie van zijn voornemen af te zien. Maar de gezagvoerder hield vol. en tegen het einde van die middag kwam het verlaten jacht, dat nog immer stuurloos op de ba ren dobberde opnieuw in zicht (wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1970 | | pagina 4