DE LAATSTE KOOPJES
voor zeer
geschikte prijzen
Textielhuis WIJNTJES
Hoe verwarmt u
uw tweede
kamer?
A. A. TOLBM
WORDT NU ABONNEE!!
|A
SYNPROTEX
Kappie en het geheim van de schatkist
BUITENHUIS
WOUTJE WACHT
OP HET WONDER
AUTOMOBIELBEDRIJF
CV-INSTALLATIEBEDRIJF
VOORDELIG
ISOLEREN
MET
ook met aluminium beplakt
PREDIKBEURTEN
Hessenweg 321 - Achterveld
Telefoon 03425-390
KRAAN WAG EN-SERVICE
Pr. Frederik Hendriklaan 2-6 LEUSDEN
Verkoop van FORD en vele andere merken
"tBuitenAuid-pate nt: f
Tel. 19776
„deriuce zonder end
en ook uw Oeroe, vierde, vijfde enz.)
Joet u dat het liefst met aardgas
centraleverwarming? Gelijk hebt
u, want aardgas is schoon en
voordelig.Geen zorg over de
brandstofvoorraad: de gasbuis
zorgtvoortdurendvooraanvoer, -
Geen zorg over de bediening:
de thermostaat denkt voor u aan
de juiste temperatuur. Geen zorg over de installatie: die is bij ons
in vertrouwde handen. Vraagt ons eens vrijblijvend
inlichtingen
Hamersveldscweg 1-3 LEUSDEN-CENTRUM Tel. (03496) 296
RAKO-Synprotex (Tempex)
RAKO-P.H.C-platen
(Synpr. met houtwolcement)
RAKO-Glas- en steenwol
RAKO ook voor
Durox blokken
Onduline golfplaten
Klinkerisoliet
Polyester silo's
Vimolict stenen
(scheidingswand)
N.V. Amersfoort 03490-1 21 88
Barneveld, Achterveldseweg 14-11, tel. (03420) 25 20
ZONDAG 2 AUGUSTUS 1970
LEUSDEN-CENTRUM
N.H.K. 10 u.: ds Rigters uit Abcoude;
19 u.: ds Van Ginkel uit Amersfoort.
RK. Kerk 7.30 u.: H. Mis, 9 u.: Hoog
mis, 11 u.: H. Mis; 18.30 u.: Lof.
Zaterdag 19 u.: Avondmis.
LEUSDEN-ZUID
N.H.K. 10 u.: de heer Van de Hucht uit
Soest; 18.30 u.: de heer Van Eeden
uit Utrecht.
R.K. Kerk (Huize Don Bosco) 8.30 u.:
H. Mis, 10 u.: Hoogmis, 11.30 u.: H
Mis.
ACHTERVELD
N.HK.. 14.30 u.: de heer Van Storen-
broek.
AMERSFOORT
G.K. (Nieuwe Leusderkerk) 9.30 u.: ds
Van Harmeien, 19 u.: ds Kuijpers.
Opstandingskerk 9.30 u ds Engelkens,
19 u.: Geen dienst.
FEUILLETON
DOOR
TO DORSSEN-VAN LOON
6
„Boven liep Riek naar het raam en
schoof de gordijnen dicht. Daarna kusten
jullie elkaar en stoeiden. Daarna nam je
haar op enne.. Enfin., jullie deden het
licht uit en wat daarna gebeurde., moet
ik soms nog in details treden?"
Blijkbaar schoot hem een verschrikke
lijke gedachte te binnen, want hij keek
me met opengesperde ogen aan en stot
terde: „Was jij., was jij soms beneden?
In de zaak? Nee. dat kan niet. Ze sluiten
zaterdags al om zeven uur. En Rieks moe
der was niet thuis."
„Weet je dat wel zo zeker, Dries?" Trei
terig klonk mijn stem, dat wist ik.
Zijn handen vielen neerEen diepe
zucht slakend, zei hij. op een toon. waar
in zijn verslagenheid te merken was:
,Dus jij en haar moeder zaten beneden
in de zaak. En jullie hebben alles ge
hoord."
Ik knikte, triomf voelend. Alles was fan
tasie maar dat kon me op dit ogenblik
niet schelen.Alles". zei ik. „van begin tot
het eind. Het huis is nogal tamelijk ge
horig. Enfin, dat weet je misschien ook
wel. Het was werkelijk een interessante
gewaarwording. Vooral voor mij- Je was
zeker alvast een beetje aan het oefenen
Hij keek voor zich, begrijpend, dat dit
voor hem het einde was. Tenminste bij
mij. Zonder me aan te kijken, vroeg hij:
„Wat zei haar pioeder?"
„Informeer dat vandaag of morgen zelf
bij haar, he? Enfin, we zulen er maar
geen woorden meer aan wijden. Bedankt
voor alles, vooral Voor het feit, dat je
me tijdig de ogen opende. Ik zou zeggen
zoek Riek maar op. Voorzover ik nu weet
is ze wel in staat je te troosten."
Zijn hoofd ging omhoog. Hij keek me
weer aan, toen hij vroeg: „Geef je me geen
gelegenheid het uit te leggen?"
Nu was ik werkelijk verbaasd. „Wat is
er uit te leggen? Kun je er een aanneme
lijke reden voor geven, dat je met mij wilt
trouwen, zoals je me tot in de treure toe
hebt verklaard, en met haar naar bed
gaat?"
„Ik had enkele borreltjes op," veront
schuldigde hij zich.
Mijn verbazing steeg. „Dus dat be
schouw je als een geldig excuus voor je
sexuele manipulaties? Wel, wel, in deze
moderne tijd zijn er geen taboes meer,
hè? Alles mag. niets is er meer gek. Het
spijt me, maar dat tempo kan ik niet bij
houden
„Maar ik houd toch van je?" riep hij
wanhopig uit.
Ik geloof hem niet meer. Hoofdschud
dend antwoordde ik: „Jij houdt alleen
maar van genot. Weet je. wat jouw be
doeling was? Met mij naar bed. Hopende,
dat het gevolgen zou hebben, zodat er
fatsoenshalve voor mij geen andere mo
gelijkheid zou blijven dan halsoverkop
met je te trouwen. Dan zou je een warm
nestje hebben, zonder zorgen, want het
is in het dorp bekend, dat Puisten-Woutje
een paar centen bezit, getuige haar mo
derne, goed lopende zaak. Meneer zou als
m'n wettige gemaal rustig zijn vrien
dinnetjes uitzoeken en er zich mee amu
seren, terwijl zijn vrouw af en toe ook
een brokje liefde toegeworpen zou krijgen
Ik ben niet dom, waarde heer. Je kunt
je in nog zoveel bochten draaien als je
wilt. maar voor mij beteken je niets meer.
We zullen dit onverkwikkelijke onderhoud
als beëindigd beschouwen."
Ik liep naar de deur en opende die. Met
vaders wandelstok in de hand stond ik en
keek hem aan met 'n blik die aan duide
lijkheid niets te wensen overliet.
Hij kwam naar me toe en een ogenblik
dacht ik. dat hij me in zijn armen wilde
nemen. Ik deed een pas terug en hief
de stok een eindju op. ..Als je het toch
zou wagen me aan te raken, sla ik je de
hersens in," siste ik, woedend om de ver
nedering, die hij me had willen doen on
dergaan. Hij begreep blijkbaar, dat het
bittere ernst was, want zonder nog wat te
zeggen of me aan te kijken, liep hij naar
buiten. Ik sloot de deur achter hem en
leunde er tegenaan, hijgend van emotie.
De stok viel uit m'n krachteloos gewor
den handen. M'n hoofd bonsde en ik voel
de me misselijk van elende.
Ook die avond heb ik gehuild, toen ik in
bed lag. De volgende morgen vermande
ik me. In elk geval was ik zover geko
men, dat het dwaasheid- leek het me zo
aan te trekken. Dat was hij toch zeker
niet waardö Dus deed ik mijn werk, bij
gestaan door Geertje, en tussen ons werd
nooit meer de naam Dries van Ottum ge
noemd.
Enkele maanden later, in het voorjaar
trouwde hij met Riek Teubling, en trok
bij haar moeder in. Van Ottum was ten
minste één van zijn zoons kwijt. En ik
was 'n illussie armer. Van die tijr af heb
ik mezelf ingeprent: dit was de eerste
man, het zal ook wel de laatste in je le
ven zijn, Wout je. Tenzij er 'n wonder ge
beurd. En lk vraag me nog elke dag af:
gebeuren er nog wonderen?
HOOFDSTUK 4
De tweede, die een poging waagde om
m'n zaak te trouwen en mij op de koop
toe te nemen was Bertus Doever. Iedereen
in het dorp kende hem, want hij was elke
dag langs de weg. 's Morgens vroeg be
zorgde hij ochtendbladen, het hele dorp
door en daarna in de omgeving. Veder
had hij een agentschap van een paar fa
milie- en damesbladen, bracht en passant
ook een radioprogrammablad bij de men
sen en reed 's middags met de provinciale
middagkrant door het dorp.
Bertus was een nors kijkende eenzelvige
man van zo ongeveer dertig jaar. Hij
woonde met zijn oude vader in een klein
huisje bij de gasfabriek. Vroeger had het
huisje gediend als kantoor van de fa
briek, maar sinds we hier overgegaan zijn
op aardgas, werd de vroegere gasfabriek
voor andere doeleinden gebruikt en stond
het kantoortje een jaar leeg. Tot die tijd
woonde Bertus en zijn vader in een krot
in het dorp, dat onbewoonbaar was ver
klaard en opgeruimd moest worden voor
wegverbreding. Voor hen werd het voor
malige kantoortje wat opgeknapt en ver
huisden vader en zoon er heen. Ze leef
den een soort kluizenaarsleven, deden
geen mens kwaad, maar bemoeiden zich
verder ook met niemand. Bertus zelf had
overdag zijn werk en zat 's avonds wel
eens in een der café's achter een glas bier.
En zaterdagavonds ging hij naar het Dorps
huis. waar wekelijks een film werd ge
draaid Men noemde hem soms populair
„Bertus, de krantenboer". In elk geval ver
richtte hij nuttig en noodzakelijk werk.
Ons dorb zonder Bertus als kranten- en
tijdschriften bezorger zou min of meer
ondankbaar zijn.
Op een mooie voorjaarsavond eind april
was ik zo'n beetje in mijn achtertuintje
bezig. Hoewel ik helemaal niet zo gek op
tuinieren ben, beschouwde ik het als m'n
plicht er voor te zorgen, dat mijn tuin er
een beetje toonbaar uitzag, om niet al te
veel af te steken bij die van m'n buren
die er heel veel tijd aan spendeerden en
pijnlijk nauwkeurig bijhielden. Het was
misschien een uur of acht. Het begon zo'n
beetje te schemeren, toen ik voelde, dat
er iemand naar me stond te kijken. Ik
werkte me overeind en keek in het ge
zicht van Krante-Bertus. die belangstel
lend scheen toe te kijken.
„Hallo, Bertus," begroette ik hem, want
ik kende hem zo goed als ieder ander in
ons dorp. „Moet je geld van me hebben?"
vroeg ik verder, want ik las een paar da
mesbladen, die hij wekelijks in de win
kel bij de kassa deponeerde, en dan met
een enkel woord weer vertrok.
Hij schudde zijn hoofd. „Welnee, lk
kom enkel eens kijken. Zo maar. Een
beetje buurten, zal ik maar zeggen."
Het was mij niet duidelijk, waaraan ik
zijn plotselinge belangstelling had ver
diend want meer dan een paar woorden
per keer. als ik hem ontmoette, waren
er nooit tussen ons gewisseld. En ik wist
niet goed, wat ik hierop moest antwoor
den. Dus zei ik enkel: „Zo?"
„Ja. Het is mooi weer hè? I'.- dacht
Laat ik eens een babbeltje maken me'.
Woutje Burgenaar"
„Welk een oer," Ik lachte vrolijk
„Ja. Je bent zo druk aan het tuinen Te
begrijpen, hè? Ik dacht; misschien heeft
ze de koffie klaar."
Ik leunde op de schoffel, waarmee ik
bezig was geweest en keek hem aan. „Kof
fie?".
Hij knikte. „Ja. Drink jij nooit koffie
's avonds?"
„Dat wel.
„Nou dan?"
Dit momentje hangt nog goed in mijn
herinnering. Ik begon te lachen. Bertus
en zij vader werden in het dorp als enigs
zins zonderling versleten Dat kon er bij
mij nooit helemaal in. Elk mens dat een
soort kluizenaarsbestaan voert, zich zo
doende van de andere mensen wat af
zondert, wordt al spoedig meewarig aan
gekeken. Als je niet precies zo haldelt als
de massa, val je uit de toon en word je
daar naar beoordeeld. Waarom zou een
kluizenaar niet even normaal zijn als elk
ander mens?
Ik stakte m'n tuinwerk en zei: „Dan
zullen we maar eens een kopje klaarma
ken. Drink je mee?"
„Dat was de bedoeling.' 'antwoordde hij
alsof het als de vanzelfsprekendste zaak
van de wereld was en hij gewend was om
iedere avond bij mij koffie te drinken.
M'n stemming was weer een beetje in
evenwicht. De teleurstelling, die Dries me
bereid had, sleet weg. Misschien was ook
het milde voorjaar er debet aan, dan voelt
een mens zich doorgaans anders, pretti
ger.
De wetenschap: de mooie tijd van het
jaar is komende, kan van goede invloed
zijn op humeur en gestel. Ik neem aan,
dat zulks bij mij het geval was. Vandaar
dat ik de zelfpresentatie van Bertus hu
moristisch opvatte. Misschien wilde hij
wat met me bepraten, maar ik had op dit
moment geen enkel idee hieromtrent.
Hij veegde behoorlijk zijn voeten op de
keukenmat. Terwijl ik hem een stoel wees
en zei: „Ga zitten, Bertus," goot ik melk
in een pannetje en zette dat op het gas.
In afwachting daarvan ging ik aan de
andere kant van de
keukentafel zitten. Meteen hield hij een
pakje sigaretten onder m'n neus. „Ro
ken?" vroeg hij.
Ik knikte en nam er een uit. Gelijk
kwam hij overeind en knipte een aan
steker aan. Ik zoog vuur in de sigaret en
bedankte hem vriendelijk knikkend. Hij
wist terdege, hoe het hoort, dacht ik. En
zo iemand verslijten ze voor abnormaal.
„Leuk keukentje," zei hij, rondkijkend.
„Echt modern, hè?"
.Ja. 't Is voor 'n paar weken opgeschilderd
De keuken was werkelijk mijn trots. Na
moeders dood had ik vrijwel alles met
de voddebaas meegegeven: het oude ko-
lenfornuis, de tot de draad versleten gas-
comforen, stoelen en tafel, tot zelfs de aan
recht had ik weg laten breken en een
complete, moderne keukeninstallatie be
steld. Tevens had ik nu een ijskast, warm
en koud water, een hypermodem aanrecht
en leuke keukenstoelen. Om het geld hoef
de ik het immers niet te laten? Dus waar
om zou ik mezelf niet zoveel mogelijk
comfort bezorgen? Tenslotte bracht ik
toch 't grootste deel van m'n dagen door
in huis. Was het niet in de winkel, dan
toch in de keuken of de huiskamer.
Bertus keek nog eens, een enkele maal
knikkend. „Vakwerk," constateerde hij.
„Dat heeft een schilder gedaan."
„Kun je dat zien?" vroeg ik verrast.
„Natuurlijk. Een leek maakt streperig
werk En de kleur harmoniëert met de
rest."
De koffie zette ik voor hem neer, pakte
een trommel en liet hem een koek uitzoe
ken. Hij snoof met zijn neus boven de
dampende koffie. ,Dat ruikt goed, Wout
je Je zou een uitstekende huisvrouw zijn.
Ik grinnikte. „Maak me niet verlegen.
Bertus."
Hij keek me hoofdschuddend aan. „Jij?
Jij bent niet verlegen. Je bent een flinke
zakenvrouw Ik herinner me je moeder
nog. Die zal je wel een goede opleiding
gegeven hebben in het huishoudelijk werk.
Hij wees naar de vloer. „Kijk maar eens
je kunt er wel van eten. En overdag
zul je je handen toch wel vol hebben in
de winkel. Geertje kan het ook niet altijd
alleen af. Of wel?"
Ik viel van de ene verbazing in de an
dere. „Je bent goed op de hoogte.' stelde
il; vast e:i ik bemerkte, dat ik ven beetje
teerd was. Waar bemoeide hij zich
(•(geii ijk mee? Wat zou hij ervan ze.4en
als lk op een avond onverwacht het kleine
huisje bij de gastrbviek binnenviel en
mijn commentaar gal over het interieur?
Maar ik had niet veel tijd om na te den
ken, want Bertus dronk even van zijn
koffie en keek me toen rustig aan. „Je
snapt zeker wel, waarom ik gekomen ben?
Naar waarheid antwoordde ik: „Geen
idee. Ik vroeg me juist af, waar ik de eer
aan te danken heb."
„Wonderlijk." Hij roerde in zijn koffie
en keek er naar.
„Heb je genoeg suiker?"
„Ja zeker., ik ben niet zo'n zoetbek.
Alles met mate is mijn stelregel. Dus je
weet werkelijk niet, waarom ik hier zit?"
„Ik neem aan dat je iets op je hart
hebt?"
„Precies. Kijk, de kwestie is; ik loop
naar de dertig en vader is oud- Die is om
zo te zeggen een man van de dag. Als hij
wil, kan hij morgen naar het bejaarden
tehuis, maar dat wil hij niet. Misschien
zou ik er op die leeftijd ook niet veel voor
voelen. Maar een mens weet niet zelf al
tijd, wat goed voor hem is en wat niet.
Nu Ja, om kort te gaan.ik heb er over
nagedacht om te gaan trouwen. Een ado
nis ben ik niet bepaald en een auto heb
ik evenmin. Maar dat neemt niet weg,
dat er lelijker kerels rondlopen dan ik en
ook met minder centen.Jij bent ook nog
jong en hebt ook bepaalde dingen tegen.
Om het maar precies te zeggen: je ge
zicht heb je niet mee, hè? Ik had zo ge
dacht: misschien kunnen wij wel een paar
worden, hè?"
Ik voelde me rood worden. De eerste
ogenblikken zat ik compleet verstomd
hem aan te kijken Als dit geen originele
aanzoek was, dan weet ik het niet. Maar
er kwam woede in me op. over wat hij
van mijn uiterlijk zei. Ik wist al jaren,
dat ik geen schoonheid ben en weinig
kansen zou hebben een serieuze levens
partner te vinden, maar daarom vond ik
het niet nodig, dat mijn handicap nog eens
even naar voren werd gebracht. Er zijn
tal van dingen in het leven, die iedereen
weet, maar waarover niemand of vrijwel
niemand ooit spreek. Je zegt ook niet te
gen de vrouw van de paardeslager: Zie
ik het goed, mevrouw Van Leere, loopt u
vandaag minder mank dan anders? Je
spreekt er gewoon niet over, uit over
wegingen van fatsoen. Maar voor Bertus
scheen dit heel gewoon te zijn.
Ik probeerde me zoveel mogelijk te be
heersen en besloot zijn aanzoek maar van
de vrolijke kant te bekijken. Natuurlijk
nam ik hem geen moment serieus. Des
ondanks kon ik natuurlijk nauwelijks over
m'n verbazing heenkomen. Het eerste wat
ik uitbracht was: „Bedoel Je werkelijk,
dat je met me wilt trouwe?"
Hij knikte heftig. „Ja, dat wil ik graag
Ik heb je de laatste weken ongemerkt
ee betje bekeken. Je bent een eenzame
vrouw en ik ben eveneens eenzaam. We
zouden elkaar aanvullen, nietwaar? Ik
houd vanzelfsprekend mijn werk overdag
en jij het jouwe. Maar na het werk zou
den we elkaar hebben en het gezellig
kunnen maken niet? ik ben nergens te be
roerd voor, dus als ik wat kan doen in je
magazijn of zo, dan eh, met alle plezier."
En tuinen eveneens. Alle mogelijk huis-
karweitjes kun Je me toevertrouwen, m'n
handen staan nergens verkeerd voor. Hu
meurig ben ik maar zelden, want ik neem
het leven van de vrolijke kant."
Hij begon weer van zijn koffie te drin
ken en nam een hap uit de koek. Ik maak
te m'n sigaret uit, hem aldoor aankijkend
Het was gewoon potsierlijk dit aanzoek
Ik had behoefte om te gaan gillen, doch
iets in zijn rustige en ernstige blik weer
hield me, dus probeerde me te bedwingen
hoewel het me heel wat moeite kostte. In
gedachten zag ik me al met Bertus de
kranteboer, naar het gemeentehuis gaan
Ik wed, dat het hele dorp uitliep om ons
te bekijken: Het bruidspaar van het jaar
Om nog maar te zwijgen van wat daarna
zou volgen. Bertus met me mee naar m'n
slaapkamer.Ik rilde alleen al bij de
gedachte.
Met al m'n wilskracht probeerde ik me
zelf te bedwingen. Tenslotte hoor-de ik
zelf zeggen: „Het spijt me, Bertus. maar
ik kan je aanzoek niet aannemen."
Hij was helemaal niet uit het veld ge
slagen. Integendeel. Rustig knabbelde hij
aan de koek, af en toe een slok koffie
nemend, en zonder me aan te kijken, ant
woordde hij: „O. dat je niet dadelijk ja
zou zeggen, begrijp ik wel. Misschien
heeft het Je wat overrompelt, ik ben niet
zo geleerd en kan het niet met veel om
haal en zwier zeggen. Het kwam zeker
een beetje koud op je dak, hè? Enfin, je
weet het nu. Ik mag je graag. Dat gezicht
van je, is voor mij geen beletsel. We heb
ben onszelf niet gemaakt en als de lieve
Heer van mening is, dat jij met puistjes in
gezicht door het leven moet gaan, hebben
we dat te aanvaarden. Het maakt mij
niks uit. Dus eh denk er maar eens een
poosje over na. Het heeft echt geen
haast."
Ik liet de woordenstroom rustig over
me heengaan. Daarna verklaarde ik voor
de tweede maal, dat mijn antwoord ,nee'
was en .nee' zou blijven. Morgen. Over een
week, en ook over een jaar.
Dat scheen hem toch wel te verwon
deren. „Meen je dat heus? Is er geen en
kele kans voor me? Weet je het nu al zo
zeker?"
Ik wilde me kalm houden. Met m'n ar
men leunend op het tafelblad, keek ik hem
a-an. „Bertus, ik ben niet van plan te trou
wen. Niet met jou, niet met een ander."
„Waarom niet? Behalve je gezicht dan,
ben je toch een gewone, normale gezonde
vrouw? Je zult ook wel je verlangens
hebben, net als ik. Waarom zal ik het niet
zeggen? We zijn de kinderschoenen ont
groeid. Of is het soms is het soms. dat
ik Bertus, de kranteboer ben?
,Dat maakt voor mij geen verschil,"
loog ik rustig. Natuurlijk maakte het ver-
schil. Ik zou gewoon de risée van het
dorp worden. Iedereen zou me immers
uitlachen? Bij gebrek aan beter, heeft
Woutje Burgenaar de kranteboer genomen
Wel, wel., geen pan zo gek of er past
wel een deksel op, dat zie je alweer. Zo
ongeveer zouden de praatjes door het
dorp gaan. Merci. Dan maar liever de
rest van m'n leven in m'n eentje.
„Ik kom echt niet met lege handen,
hoor. Denk dat niet ik heb al jaren ge
spaard, en heb een behoorlijke spaarpot.'
Ik gilmlachte slechts en vroeg, „Hoe
veel, Bertus?"
„Tegenover jouw kapitaal zal het wel
in 't niet vallen, maar alle beetjes helpen,
zeg ik altijd maar. Een dikke tienduizend
heb ik zeker. Misschien over een paar
weken wel elfduizend."
Met een grap wilde ik er een eind aan
maken. „Dat is nietge noeg, Bertus. Zodra
er nog een nul acht zit, moet je maar eens
terug komen. Dan kunnen we er misschien
over praten."
„Een nul er achtHij keek me ge
schrokken aan en ik bemerkte dat hij
koortsachtig aan het rekenen was. „Een
nu bedoel je: honderdduizend gulden?,
Een ton?"
Ik knikte. „Precies, Bellus. Dan kom je
een beetje bij me in de buurt."
„Alle mensen, een ton.Hij loosde een i
zware zucht. „Over die tien mille heb ik
5 jaar gedaan. Dat zou, negentig door vijf
dat is.nog een achttien jaar sparen be
tekenen?
We keken elkaar aan. Hij begreep het.
„Dat staat gelijk met een definitieve af
wijzing, hè?'
„Zo kun je het opvatten, Bertus. Wees
er niet boos om. Zeer waarschijnlijk
trouw ik helemaal niet. Als vanavond bij
voorbeeld een ander was gekomen, zou
hij hetzelfde antwoord hebben gekregen."
Hij bleef nog een uurtje plakken en
daarom achtte ik me verplicht hem een
tweede kop koffie in te schenken. Ik was
vastbesloten beleefd te blijven en luisterde
naar zijn gebabbel. En ik moet eerlijk toe
geven, dat hij me bijzonder ipeeviel. Dom
was hij allerminst, integendeel. Het dorp
versleet hem voor halfzacht, maar in dit
uur ontdekte ik, dat er aan zijn ver
standelijke vermogens nauwelijks iets
mankeerd, dat hij tamelijk goed ontwik
keld was en blijk gaf over bepaalde din
gen een eigen oordeel te bezitten. Feitelijk
vond ik zijn bezoek niet eens zo brutaal
meer, toen hij een uurtje gebabbeld had
En hij bleek bovendien over voldoende
fatsoen te beschikken om zijn bezoek niet
te rekken.
Met een handdruk namen we afscheid.
In de deuropening zei hij lachend: „Denk
er in elk geval nog eens over na. En als
je me ergens voor nodig mocht hebben
je hebt maar te knikken en ik kom. Vrij
blijvend." (wordt vervolgd)
door Martin Toondei
„Tterug naar het jacht?" stotterde
de Maat. „Die sschatkist ophalen?
En dat monster dan0 Die zeeslang?
Ben je die soms vergeten?"
„Ik ben niets vergeten." was Kappie's
korte antwoord. „Doe wat lk j:- zer; en
wijzig de koer. We gaan volle kracht te
rug".
Even later, terwijl de Kraak een wijde
boog beschreef over de zeer. kwam Pro
fessor Jadeluhiti binnenhollen.
„Wat doet u dan toch, heer kapitain?"
riep fle kleine geleerde verbaasd uit. „U
vaart in de cirkels, niet?"
„Ik draai en keer terug naar het jacht,
professor herhaalde Kappie. „We gaan
die schatkist ophalen".
„Der schatkistl is van geen belank,"
oreerde de geleerde. .Der salamandrus
aquarius. mijn vindink, is veel belangrij
ker, net? Gaan wij hem vangen?"
„Ook dat," verzekerde Kappie.
„Hm," bromde de professor. Zijn jong
ste vinding vervulde hem zozeer, dat hij
zich nauwelijks afvroeg, wat deze plotse
linge verandering in Kappie's plannen
kon hebben veoroorzaakt.
De regelmatige lezer van deze verhalen
zal zich wel kunnen voorstellen, welke
de gemoedstoestand was. waarin de Maat
verkeerde. Hij zag bergen ellende en na
righeid in het verschiet en bezwoer Kap
pie van zijn voornemen af te zien. Maar
de gezagvoerder hield vol. en tegen het
einde van die middag kwam het verlaten
jacht, dat nog immer stuurloos op de ba
ren dobberde opnieuw in zicht
(wordt vervolgd)