Jaarverslag samenwerkings
orgaan „EEMLAND"
HOUDT UW BAD SCHOON
Personeel Leusder zwembad
heeft méér te doen dan
papier en vuilnis rapen
DONDERDAG 6 AUGUSTUS 1970
(Van de redaktie)
LEUSDEN - Kortgeleden verscheen
het jaarverslag 1969 van het samen
werkingsorgaan Eemland. Hieruit nemen
we het volgende over:
VOORGESCHIEDENIS
In april 1960 nodigden burgemeester
en wethouders van Amersfoort hun ambt
genoten van Bunschoten, Hoevelaken,
Hoogland, Leusden, Soest enStoutenburg
uit met elkaar overleg te plegen over
een aantal aspecten van de regionale
ontwikkelingsvraagstukken. De gestadige
groei van Amersfoort vereiste een her
ziening van ,,het plan in hoofdzaak"
Door de overweging dat - in verband
met de herziening - overleg met de
omliggende gemeenten op ruimtelijk en
bestuurlijk gebied gewenst zou zijn, werd
de basis eelegd voor een gemeeoschap-
lijke ontwikkeling van de regio Eemland.
Reeds toen werd voorzien dat door de
ontwikkeling in ons land, met name in
de randstad, aan Amersfoort en omge
ving - zo centraal en uit verkeers-
oogpunt zo gunstig gelegen - ruime
aandacht zou worden geschonken Die
opvatting werd nadien bevestigd zowel
in de Tweede Nota Ruimtelijk Ordening
van de regering, als in de nota „Oog
op Utrechts toekomst" van het provin
ciaal bestuur.
In het najaar 1960 kreeg het overleg
een meer permanent karakter door de
vorming van een werkgroep, bestaande
uit vertegenwoordigers van de colleges
van burgemeester en wethouders van de
deelnemende gemeenten, bijgestaan door
de aan die gemeenten verbonden pla
nologische adviseurs Omdat de burge
meester van Amersfoort voorzitter van
de werkgroep was, werd de wethouder
van openbare werken van die gemeente
als vaste vertegenwoordiger in die werk
groep aangewezen.
Ongeveer tezelfder tijd begon het pro
vinciaal bestuur met de voorbereiding
van een streekplan voor de Utrechtse
Vallei en Eemland. Teneinde enige coör
dinatie te verkrijgen besloten G.S. op
verzoek van de werkgroep een vertegen
woordiger van de provinciale planolo
gisch dienst als waarnemer de bespre
kingen te laten bijwonen. Eenzelfde be
sluit werd genomen door gedeputeerde
staten van Gelderland in verband met
het deelnemen aan het overleg van de
Gelderse gemeente Hoevelaken.
In de loop van de eerste maanden
van 1961 verleenden de raden der deel
nemende gemeenten hun goedkeuring aan
een opdracht aan het Nederlands Eco
nomisch instituut tot het verstrekken
van sociaal-economisch adviezen over de
te verwachten ontwikkeling van het ge-
hied. In die fase van de samenwerking
heeft het N.E.I. een drietal nota's uit
gebracht, handelend over:
de elementen van het onderdoek ten
behoeve van het opstellen van een
regionaal ontwikkelingsplan;
de afbakening van de omvang van het
gebied aan de hand van een analyse
van de forensen en migratiebewegin
gen;
een onderzoek naar de groei van de
bevolking in het studiegebied en in
elke daartoe behorende gemeente.
De samenwerking ving aan met de ge
meenten, die aan Amersfoort grensden
en met Bunschoten. Pogingen om ook
andere niet aan Amersfoort grenzende
gemeenten (Woudenberg, Nijkerk) bij het
permanent overleg te betrekken, hadden
destijds geen sukses.
De nota's van het N.E.I. bevestigden
het verband tussen de sociaal-econo
mische en planologische ontwikkeling, en
de daarop af te stemmen bestuurlijke
organisatie. De nationale, provinciale en
locale inzichten betreffende de gewenste
ruimtelijke ontwikkeling deden in toe
nemende mate de behoefte aan,een re
gionale planologische coördinatie ont
staan.
STRUCTUURSCHETS 1963
Dit resulteerde medio 1962 in een
opdracht aan de stedebouwkundige jhr.
ir. J de Ranitz om - in overleg met
mende gemeenten - een onderzoek in
te stellen naar het planologisch pers
pectief voor de regio Eemland, en daar
voor een regionaal structuurplan te ont
werpen.
Dit was het ogenblik waarop Bunscho
ten besloot niet verder aan het overleg
deel te nemen, zodat de opdracht uit
ging van de toen in het samenwerkings
orgaan deelnemende gemeenten, t.w.
Amersfoort, Hoevelaken. Hoogland,
Leusden, Soest en Stoutenburg.
In december 1963 bood jhr. ir. J
de Ranitz een - door de gemeentelijke
adviseurs nader uitgewerkte - „Struc
tuurschets 1963" aan. Dit ontwerp ging
uit van een grootstedelijke, bapdstad-
achtige, conceptie waarbij de-Tegio - in
verband met de geografische ligftag-
een belangrijke rol zou kunnen spelen
in de totale ruimtelijke ontwikkeling
van de noordelijke vleugel van de rand
stad en tevens als toegangspoort tot de
ontwikkelingsgebieden in het oosten zou
kunnen fungeren.
Niet zozeer tegen de in het ontwerp
voorgestelde stedebouwkundige ordening
in het algemeen, als wel tegen de op
vatting dat de grondslag vooreen verdere
ontwikkeling niet direct in de bestaande
kernen moest worden gezocht, werd van
verschillende zijden weerstand geboden.
In nader overleg met de stedebouwkun
digen van de gemeenten en met de so
ciaal-economisch adviseur ontwierp jhr.
ir. J. de Ranitz een nieuwe schets,
de Structuurstudie '65".
STRUCTUURSTUDIE '65
Twee kenmerken de verschillen met de
„structuurstudie 1963" verdienen in dit
kader de aandacht. t
In de eerste plaats kende nét nieuwe
ontwerp een meer open planologisch
structuur, ofschoon het uitgangspunt van
de ontwerpen - de grootstedelijke con
ceptie - bleef gehandhaafd. In de tweede
plaats werd een minder sterke stijging
van het inwoneraantal voorzien. Men ver
wachtte dat de regio uiteindelijk circa
250.000 inwoners zou gaan tellen. Op
basis van de „Structuurstudie '65" heeft
het voorafgaande overleg nog tot de in
diening van een tweetal variantvoorstel-
len geleid. In Variant-voorstel II hield
de ontwerper rekening met de aanvul
lende voorstellen van Amersfoort met
betrekking tot het plandeel Hoogland en
van Leusden ten aanzien van Hamers-
veld Behoudens voor Hoogland was de
aanvulling van de „Structuurstudie '65"
met Variant-voorstel II een aanvaard
bare grondslag voor de verdere samen
werking in de ontwikkeling van de regio.
Vervolgens spraken de in de werkgroep
verenigde gemeenten zich unaniem uit
voor het instellen van een coördinerend
orgaan en besloten een concept te laten
ontwerpen voor een gemeenschappelijke
regeling op basis van de Wqt gemeen
schappelijke regelingen.
In zijn 5 september 1969 gehouden
openbare vergadering besloot net samen
werkingsorgaan de raden van de aange
sloten gemeenten te verzoeken, de in
stelling van een coördinatie team van
deskundigen te bevorderen, door het
orgaan te machtigen daarvoor in eerste
instantie te beschikken over een krediet
van f 150.000,-
De machtiging werd verstrekt en het
coördinatieteam kon worden samenge
steld. De keuze viel op de heren:
jhr. ir. J. de Ranitz, planoloog-coördi-
nator. prof. dipl. ing K. Schaechterle,
verkeersdeskundige-coordinator, drs.
P.Ph. Dordregter, sociograaf-coördi-
nator, van het sociografisch bureau van
de V.N.G.
De opdracht aan het team valt uiteen
in een taakstelling op korte en in een
op lange termijn. Op korte termijn zal
het team zich bezighouden met een
onderzoek naar:
de meest wenselijke omvang van de
regio Eemland;
het structuurplan voor de stedelijke
ontwikkelingen op het grondgebied van
Hoogland;
naar het wegenstelsel, met name het
tracé van de in de „Structuurstudie
'65" (Variant II) aangegeven Gordel-
weg;
naar de regionale verkeers- en ver-
voersontwikkelingen;
naar het wegenbouw programma.
Op lange termijn dient het team -
uitgaande van de „Structuurstudie '65"
en de structuurplannen der deelnemen
de gemeenten - een onwikkelingsplan
te maken voor een gecoördineerd beleid
voor de ontwikkeling van de regio, en
richtlijnen op te stellen voor een ge
coördineerde uitvoering van dat pro
gramma.
Na een eerste, oriënterende, vergade
ring met het dagelijks bestuur op 9
februari 1970 heeft het team een werk
schema ontworpen. De voorgestelde
werkwijze wordt ten tijde van het ver
schijnen van dit jaarverslag door het
dagelijks bestuur en het team nader ge
concretiseerd.
RUIMTELIJKE ORDENING
De materie van de ruimtelijke orde
ning heeft in alle facetten van het maat
schappelijk leven haar raakpunten. Zo
kan men niet zeggen dat er één in
stantie van het samenwerkingsorgaan
is, die niet op een of andere wijze
binnen de invloedssfeer van het ruim
telijk ordenen valt. Het modern ruim
telijk vormgeven omvat mede het so
ciaal vormgeven. In dat licht bezien
komen alle eenheden van het orgaan,
direct of indirect, met de onderhavige
stof in aanraking. Met name kunnen
hier worden genoemd de commissie
ruimtelijke ordening en de werkgroe
pen woningdifferentiatie en coördinatie
grondbeleid.
De commissie ruimtelijke ordening
heeft tot taak - al dan niet gevraagd -
adviezen te verstrekken inzake onder
werpen in hoofdzaak de ruimtelijke ont
wikkeling van de regio betreffende. Zo
werd in maart 1969 in de commissie
een globale vergelijking van de per
gemeente bestaande inzichten omtrent
het ontwerp streekplan voor de Utrecht
se Vallei en Eemland aan de orde ge
steld. In juni daaraan volgend sprak men
uitvoerig over de Structuurschets van
Hoogland. Men constateerde dat dit plan
afweek van de Variant n op de „Struc
tuurstudie '65" en van het ontwerp
streekplan. Dit had tot gevolg dat de
commissie zich bij bestudering van het
bestemmingsplan „Bieshaar" van Hoog
land van advies heeft onthouden. Op
de melding van de bestemmingsplannen
„Rozendaal" en „Rossenberg" van
Leusden antwoordde de commissie po
sitief. In juli vergaderde de commissie
samen met de commissie verkeer en
openbaar vervoer over vier bestem
mingsplannen van Soest, te weten: „Weg
over de Soester Eng", „Soester EngII",
„Soesterengpark en Centrum", en ,,'t
Veen". Vanuit regionaal standpunt bezien
bestonden er bij de commissie tegen die
plannen geen bedenkingen. Ze waren
slechts uiterst globaal opgesteld (vlek-
kenplannen), zodat ten behoeve van de
uitvoering daarvan de nodige vrijheden
bleven voorbehouden. Uit dien hoofde
werd aanbevolen om met name bij de
uitwerking van het plan voor het toe
komstig stadscentrum van Soest op
nieuw regionaal overleg te plegen. Voorts
werd een uitvoerige bespreking gewijd
aan het openbaar vervoer in de regio.
Daarbij besteedde men aandacht aan
lokale en interlokale verbindingen, zo
wel over de weg als per rail, nieuwe
stations, aparte banen voor het openbaar
vervoer en - in een verdere toekomst -
het helivervoer.
Met betrekking tot de behandelde on
derwerpen in de eerste maanden van
1970 moet worden volstaan met de ver
melding dat achtereenvolgens de com
missie zijn aandacht heeft gewijd aan het
bestemmingsplan Klaarwater van Soest,
het bestemmingsplan Isselt van Amers
foort, het bestemmingsplan voor de
Amersfoortse binnenstad en de proble
matiek van de opslag van autowrakken.
Aangezien de werkgroepen woning
differentiatie en coördinatie grondbe
leid hun werkzaamheden eerst in maart
1970 konden aanvangen moet hier worden
volstaan met een omschrijving van hun
taakstelling. De werkgroep woningdif
ferentiatie dient een onderzoek in te
stellen naar de regionale woningbehoef
te op middellange en korte termijn.
Een registratie van de gegevens om
trent de samenstelling van de regionale
woningvoorraad zal hiervoor noodza
kelijk zijn. Het door de werkgroep te
vervaardigen rapport dient als studiema
teriaal voor het eerder genoemde coör
dinatieteam van deskundigen. Dat team
zal de antwoorden moeten formuleren
op de vragen:
welke soorten woningen moeten in de
regio worden gebouwd?
in welke omvang moetdesoortgewijze
bouw plaatsvinden?
waar moeten de woningen worden ge
bouwd?
op welk tijdstip moeten de woningen
worden gebouwd?
De werkgroep coördinatie grondbeleid
onderzoekt in hoeverre het mogelijk is
in het beleid met betrekking tot grond
aankopen, exploitatie-opzetten en uitgifte
van gronden een zekere regionale coör
dinatie te bewerkstelligen.
Bij dit overzicht van de werkzaam
heden met betrekking tot de ruimte
lijke ordening mag niet onvermeld blij
ven dat sinds maart 1969 het dagelijks
bestuur regelmatig besprekingen be
legt met een deligatie van de Kamer
van Koophandel voor Amersfoort en
Omstreken. Met name bezint men zich
op de mogelijkheden woonruimte te ver
schaffen aan werknemers van het be
drijfsleven, zonder dat daardoor de pu
bliekrechtelijke taak van de gemeente
inzake de billijke woonruimteverdeling
in het gedrang komt.
In het najaar van 1969 groeide het -
door het bestemmingsplan Rustenburg
ontstane - overleg tussen Leusden, Hoe
velaken en Amersfoort over de gewenste
wegenstructuur tussen die gemeenten uit
tot een regionaal overleg over bet wegen
stelsel in Eemland. Het dagelijks be
stuur leidde de besprekingen die door
de ambtelijke deskundigen en de advi
seurs van de verschillende gemeenten
werden bijgewoond, naast vertegenwoor
digers van rijks- en provinciale water
staat.
De uit deze bijeenkomsten voortgeko
men werkgroep zal omstreeks september
1970 concrete voorstellen doen, waarbij
met name rijksweg 28 de aandacht krijgt.
Door het treffen van voorzieningen aan
deze rijksweg worden mede de ver
plaatsingsmogelijkheden tussen Amers
foort, Leusden en Hoevelaken verruimd.
De commissie verkeer en openbaar
vervoer heeft in 1969 tweemaal verga
derd. De eerste vergadering had het
karakter van een terreinverkenning,
hoofdzakelijk met betrekking tot het on
derwerp verkeer. Aan de hand van een
overzichtskaart van het wegenstelsel
in de regio gaven de vertegenwoordigers
van elke gemeente in de commissie
een uiteenzetting van de problemen en
plannen die er bij bun gemeente op
verkeersgebied bestonden.
In de tweede vergadering, gecombi
neerd met die van de commissie ruim
telijke ordening, kwamen eerst de ver-
keersaspecten betreffende het be
stemmingsplan „Weg over Soester Eng"
van Soest aan de orde. Hierop volgde
een uitvoerige bespreking van de pro
blemen die het openbaar vervoer in de
regio te zien gaf.
ONDERWIJS
Het doel van de commissie onderwijs
is het verlenen van bijstand aan het
orgaan in de uitvoering van zijn taak
het beleid van de samenwerkende ge
meenten op onderwijsgebied te coör
dineren. Hierbij wordt mede de aandacht
besteed aan de inventarisatie en coör
dinatie van de bestaande vormen van
samenwerking op ditterrreininderegio.
De commissie kwam in 1969 tweemaal
bijeen. De eerste vergadering had voor
namelijk het karakter van een oriën
teringsbijeenkomst. In de tweede ver
gadering is van gedachten gewisseld
de te volgen procedure voor, en de te
hanteren normen bij de planning van
de behoefte aan schoolgebouwen en
gymnastieklokalen in toekomstige
nieuwbouwwijken;
de problemen die samenhangen met
het verkrijgen van de benodigde ur
gentieverklaringen en financierings
middelen voor de realisering hiervan;
de mogelijkheden met betrekking tot
eventuele samenwerking tussen een
aantal gemeenten bij de bouw van scho
len (b.v. in bouwstroomverband);
eventueel te treffen voorzieningen aan
nieuwe schoolgebouwen in verband met
een aantal gewijzigde inzichten op dit
terrein;
de wenselijkheid van het stichten van
scholengemeenschappen.
Vervolg zie pagina 6
LEUSDEN - Afgelopen weekeind was
het een drukte van belang in het zwem
bad te Leusden. Het warme weer ge
durende het afgelopen weekeind heeft
menigeen verleid om een frisse duik
in het koele water van het Leusder
zwembad te nemen. Ondanks de grote
drukte kan men stellen dat het water
van een goede kwaliteit was. Dit is
voor het personeel altijd weer een grote
opgave. Wat gebeurt er namelijk: On
danks de vele waarschuwingen gaat men
onherroepelijk zwemmen zonder bad
muts op. Vooral de dames met lang
haar en tegenwoordig ook de mannelijke
afvaardiging maken zich hieraan nogal
eens schuldig. Het gevolg is dat de fil
ters van het bad dicht slaan en de
kwaliteit van het water loopt terug. Na
tuurlijk komt er van de zijde van het
personeel nog veel meer te kijken Ie
dereen moet het afgelopen weekeind be
merkt hebben dat de temperatuur van bet
water niet te hoog was zodat het inder
daad de zo welkome afkoeling bracht.
Dit eist van het badpersoneel vooruit
zien. Het water moet steeds op tempera
tuur zijn. Wordt het weer warmer, dan
moet men zorgen dat het water lekker
fris blijft. Dit vereist vakmanschap.
Naast het toezicht op het bad dus werk
genoeg om alleen al het water op peil
te houden. Dat het toezicht ook zeker
niet verwaarloosd mag worden kon men
het afgelopen weekeind merken toen
twee dames zonder de zwemkunst mach
tig te zijn, geheel argeloos het diepe
water inliepen. Innig omarmd gingen zij
ten onder. Daar het onder water zwem
men niet zo moeilijk is, maar hetadem-
halen daarentegen wel, sprong badmees
ter van Zanten onvervaard te water en
hielp de dames uit hun reeds ontstane
ademnood.
Toezicht is dus zeer belangrijk, maar
ook gebeuren er in een bad allerlei
meestal kleinere ongelukjes. Het lopen in
een doorntje, het lopen in een stukje
glas
Dit laatste vooral is een doorn in
het oog van de bedrijfsleider, de heer
Grit. Het is verboden glas mee het bad
in te nemen Het j^ersoneel moet op de
hoogte zijn van E.H.B.O. om deson
danks eventuele glassplinters te kunnen
verwijderen.
Naast deze bovenstaande taken hebben
zij nog veel meer te doen Het bad moet
iedere dag weer gespoten worden zodat
er geen vervuiling optreedt. Ziet men
Het personeel moet op de hoogte zijn met EHBO.
Toezicht een belangrijke taak van het badpersoneel.
Het was afgelopen weekend druk in het Leusder zwembad.
Heerlijk gezwommen? Heeft u alles
opgeruimd?
dan de vele vuilnisbakken hangen, dan
vraagt men zich wel eens af of er van
de kant van het publiek geen mede
werking verleend kan worden. Het papier
wordt domweg weggegooid. Laten wij,
als wij in het zwembad zijn, er voor
zorgen dat het papier en de verdere
afval in de daarvoor bestemde bakken
terecht komt. Want op deze manier helpt
het publiek mee om het zwembad in
Leusden schoon te houden.
De konsumptie-kiosk geniet bij warm weer veel belangstelling, maar laten wU
wel zorgen, dat de afval op de juiste plaats komt