Burgemeester: FINANCIËLE ROBLEMATIEK BLIJKT MOEILIJK TE ZIJN Begrotingsbeeld gunstiger College voert beslist geen Geschetste situaties dan de P.v.d.A. denkt a-sociaal woningbouwbeleid P.v.d.A. schept verkeerd beeld XNTWOORD B EN W OP ALGEMENE BESCHOUWINGEN OVERZICHT VERSTREKT DOOR DE VVD FRAKTIE 11 Burgemeester van der Post Id de aanbiedingsbrief schreven wij, de positie van de begroting voor komende jaar relatief gunstiger is 3 die voor 1971. Met uitzondering ade fractie van D'66 hebben de ove- 5e fracties onze mening in grote lij- onderschreven, zij het dat de T.d.A. van mening is, dat in de loop a het dienstjaar geleidelijk tekorten llen gaan optreden. Hierbij wordt wezen op de gang van zaken in vorige ren. Laat ons eerst de saldireserve be- De fracties van D'66 en van de r.d A schetsen hierover een som- r beeld. Zij rekenen voor, dat t/m 58e begrotingswijziging 1971 de ge- *ne dienst van dat jaar reeds een te- vertoont van f 300.000,--. Deze ?icties merkten op, dat mede als ge- !g hiervan de saldi-reserve voor is ingeteerd. Ondanks het feit, dat stand van genoemde reserve per 1 auari 1971 niet f 945.187.37 (zoalsde -T.d.A. - fractie stelt), doch 584 483,53 bedroeg, verwachten wij, |de huidige stand aanmerkelijk hoger zijn dan f 400.000,--. Enerzijds is t een gevolg van het niet beschikt bben over een bedrag van f200.000,-- verbetenng van de Burg de aufortweg. Anderzijds is het in de e begrotingswijziging vermelde te- 1 rt van f 300.000,-- slechts een ra ng en het staat bepaald nog geens- voor ons vast. dat de rekening 171 niet zal sluiten. Tengevolge van aantal factoren mag nl. verwacht irden,dat het dienstjaar 1971 zich aanmerkelijk gunstiger zal ont- tkelen. Bekijken wij nu de begroting 1972. In tegenstelling tot de bij sommige icties heersende opvatting dat debe- oting niet sluitend is, stellen wij dui- lijk dat dit wèl het geval is. De ge- imde extra inkomst van f 11.375,-- verband met de voorgestelde verho- ig van de reinigingsrechten dient be bouwd te worden als een normale bron inkomsten, daar de Raad op 16 de- mber 1970 heeft beslist, hetgeen nu eens door de fracties van de H U. en de V.V.D. naar voren wordt bracht, dat de reinigingsrechtenkos- sdekkend behoren te zijn Thans komen wij terug op het door gestelde relatief gunstige beeld de begroting 1972. Met nadruk jzen wij U erop, dat in de begroting '72 de kapitaalslasten vandescholen- uw volledig zijn verwerkt, zonder hiervoor moest worden beschikt rer de saldi-reserve. Ondanks deze irwerking is de begroting 1972 slui- «Merwjl-in het begrotingsjaar 1071 ad, terwijl in het begrotingsjaar 1971 b t. deze scholenbouw de geraamde •rendabele kapitaalslasten. groot 112.750,--, moesten worden gedekt or beschikking over een gedeelte van saldi-reserve Het is niet juist, zoals de P.v.d.A. ictie stelt, dat de lasten, verband hou- nde met de in 1971 gedane en voor 72 te verwachten investeringen, zijn ruggedraaid van f 248 650,-- tot 72.880,-- Oorzaak van dit misver- ind is hierin gelegen, dat de fractie de P v.d.A. slechts heeft gekeken ur de eerste bladzijde van de staat de te verwachten investeringen jlukkig leert ons de laatste bladzijde deze staat dat de totale kapitaals sten van de investeringen over 1971 1972 kunnen worden geraamd op 223.0 1 3,--. Hierbij mag nog worden geteld, hoewel geen kapitaalslast jnde in de strikte oeteicenis «au net oord, een uitgave van f39.000,--voor van het Grondbedrijf huren van de oormalige kantoorruimte van de N.V PU. Wij zijn ervan doordrongen, dat een fenwichtige uitbouw van de gemeente iet zich mede dient te brengen inves- iringen voor adequate complementaire torzieningen. Het is alom bekend hoe ioeilijk het is om hiervoor voldoende aancienngsmiddelen te verkrijgen. behoeft nauwelijks herhaald te orden dat regelmatig met hogere 'erheden overleg dienaangaande Jiatsvindt. Men mag gerust aannemen, door het college de hiervoor ver- iste vechtlust op de juiste wijze wordt dcanaliseerd In dit verband kan erop orden gewezen, dat wij mogen veron- ïrstellen, dat mede op onze aandrang diverse kwaliteiten door de regering besloten èen bedrag van f200.000,-- financienngsmiddel beschikbaar te bellen aan de gemeenten Wij hebben in dit kader het benodigde werkkapitaal ten bedrage van 6 miljoen gulden aange vraagd. De onzekerheid omtrent de mate waarin en het tijdstip waarop financie ringsmiddelen zullen worden verkre gen, is aanleiding om thans nog geen ramingen te doen voor complementaire voorzieningen. Afgezien hiervan zij er nog op gewezen, dat het als een normale werkwijze moet worden beschouwd dat in de primitieve begroting geen ramin gen worden gedaan voor nieuwe in vesteringen. De door de fracties van de P.v.d.A en D'66 geuite vrees, dat in de loop van het begrotingsjaar 1972 geleidelijk te korten zullen ontstaan, wordt door ons niet gedeeld. Mocht er niettegenstaande dit toch een niet te groot tekort optre den, dan zal, zoals in de aanbiedings brief reeds werd gesteld, dit tekort kunnen worden gedekt door de beschik king over een gedeelte van de saldi- reserve. Wij zijn dan oou van mening, dat tussentijdse belastingverhogingen niet nodig zullen zijn, hetgeen zoals is gebleken- de AR - en C H.U.- fractie duidelijk op prijs stellen. Met de fractie van D'66 zijn wij het eens dat het alleszins de moeite waard is na te gaan welke mogelijkheden er zijn om de uitgaven te beperken. Wij hebben dit uiteraard bekeken bij het op stellen van de concept-begroting De mogelijkheden die deze fractie aan geeft lijken niet veel op te leveren. Een aanwending van de reserve bouw rioolzuiveringsinstallatie ad f 67.925,- voor andere doeleinden heeft geen enke le invloed op de uitkomst van de gewone dienst. De als gevolg hiervan minder te betalen rente voor de betreffende in vestering wordt immers volledig ge nivelleerd door het wegvallen van de bespaarde rente op deze reserve (zie volgnr. 123 der inkomsten). Voorts hebben wij in de door laatstge noemde fractie gedane suggesties met betrekking tot het subsidiebeleid geen bezuinigingsfactoren kunnen ontdekken. Wat betreft de opmerking aangaande een goedkopere manier van uitgifte van een gemeenteblad, merken wij op, dat ook dit geen reële besparing oplevert. Wij komen hierop nader terug. Naar aanleiding van een desbetref fende opmerking kan worden gesteld, dat het onjuist is er van uit te gaan dat een zo hard mogelijke meerjaren planning (de woorden „keiharde meer jarenplanning" hebben wij niet ge bruikt) bij het ontbreken van de beno digde financieringsmiddelen alleen maar een wassen neus zou zijn. Wij behoeven hiervoor slechts leverwijzen naar bldz. 4 van de aanbiedingsbrief. De P.v.d.A -fractie gaat in de alge mene beschouwingen uitvoerig in op het Grondbedrijf Hierbij hebben wij gecon stateerd, dat deze fractie onvoldoende kennis heeft van de financieel-techni- sche grondslagen van dit bedrijf. Dit had vermeden kunnen worden indien de fractie de problematiek van het Grond bedrijf in de begrotings- en rekenings commissie aan de orde had gesteld Wij citeren Het Grondbedrijf speelt in de hui dige ontwikkelingsfase van Leusden een nog grotere rol dan normaliter toch al het geval zou zijn geweest. De financiële verhouding tussen Rijk en Gemeenten laat veel te wensen over. Hierdoor moet ook onze gemeente trachten op andere wijze dan voor zien in de Financiële Verhoudingswet te komen tot een zo breed mogelijk in- komstenpeil. Het Grondbedrijf lijkt daartoe het aangewezen middel. Dat betekent, dat gestreefd wordt naar het verwerven van zoveel mogelijk fi nancieringsmiddelen. Een zo hoog mo gelijke grondprijs is hiervan het di recte resultaat. Wij trekken hieruit twee algemene conclusies: a) Het Leusdense grondprijsbeleid blijkt een dienende rol te spelen in het totale financiële beleid der gemeente, b) het plaatselijke stedebouwkundig en grondprijsbeleid blijkt een dui delijke opwaartse druk uit te oefe nen op de stichtingskosten van bouw werken. Hei hier geciteerde is volmaakt on begrijpelijk, nu de inkomsten uit het Grondbedrijf door elkaar gehaald wor den met het inkomstenpeil van de Ge wone Dienst Hoogstens kan hier bedoeld zijn de bijdrage van het Grondbedrijf aan de Algemene Dienst in de personeels- en bureaukosten, doch hiervan kan in dit geval geen sprake zijn nu juist in de begroting 1972 de bijdragen van het be drijf aan de Algemene Dienst aanzien lijk zijn teruggebracht. Aangezien wij ons nauwelijks kunnen indenken, dat de fractie dit bedoeld heeft, vragen wij hierover om nadere explicatie Bij de conclusie sub b) willen wij opmerken, dat mede door het ontbreken van voldoende eigen financieringsmid delen er een buitensporig hoge rente last ontstaat voor aankoop en bouwrijp- maken van gronden, waardoor de op waartse prijsdruk nog verder wordt verstrekt Het is de fractie kennelijk ont gaan, dat het geen enkel verschil uit maakt of gebruik wordt gemaakt van eigen dan wel vreemd kapitaal. Indien nl. met eigen middelen wordt gefinan cierd moet volgens dwingend wettelijk voorschrift eveneens rentetoerekening plaatsvinden Na een overzicht te hebben gegeven van de nadelige exploitatiesaldi over de jaren 1969 t/m 1972, komt de P.v.d.A.- fractie tot een aantal conslusies. Wij citeren: 1) Over de dienstjaren 1969 en 1971 is Rozendaal volgens rekening/ra ming aansprakelijk voor globaal 50% van het nadelig exploitatie-saldo, voor het dienstjaar 1972 bedraagt het ra mingspercentage ca 30. 2) Het accumulatieve nadelig saldo van Rozendaal 1 blokkeert schaars geld en maakt uitsluitend dure woningbouw mogelijk. Het negatieve saldo bestaat voor ca. 85% uit rentelasten en heeft soms betrekking op 295 783 m2 (on verkocht). 3) Aangezien de negatieve exploita- tie-saldi op de boekwaarde der gronden moeten worden bijgeschreven, betekent zulks een voortdurend extra stijgende grondprijs, in aanvulling op de voort gaande geldontwaarding. Deze conclusies zouden wellicht een verkeerde indruk kunnen wekken Ten aanzien van de eerste en derde conclusie merken wij het volgende op Nadëlige exploitatiesaldi zijn uiteraard een volstrekt normale zaak. De instel ling van een Grondbedrijf is noodzake lijk om een juiste toerekening van kos ten mogelijk te maken. Een der belang rijkste kostprijsfactoren is daarbij de rente. Volgens de voorschriften dient rente ingecalculeerd te worden over de halve geschatte exploitatieduur. Deze rente wordt voornamelijk berekend over de grondaankopen en de kosten van bouwrijpmaken. Tot heden is de bijgeschreven rente binnen het raam van de kostprijsbegro ting gebleven. Zolang dit het geval is kan men niet gedwongen worden de grondprijzen te verhogen. Dat het accumulatieve nadelig saldo van complex Rozendaal 1 schaars geld blokkeert en uitsluitend dure woning bouw mogelijk maakt, is een onjuiste conclusie. Het is gebleken, dat de stij ging van de prijzen van nog aan te kopen gronden hoger is dan de rentebijschrij vingen van reeds gekochte grond. Overigens wijzen wij eroD. dat de boekwaarde per 1 januari 1971 (volgens jaarrekening van Rozendaal I f 310.000,-- bedroeg, waarmede wij willen aantonen, dat het blokkeren van schaars geld nogal meevalt. In het to taal van de bedragen, voorkomende in het Grondbedrijf, is dit nl. een relatief gering bedrag. Uit het voorgaande volgt dat aan de, door de P.v.d.A.-fractie vermelde, na delige exploitatiesaldi voor ,,De Wete ring" en „Groenhouten" geen verdere betekenis kan worden toegekend Dat uit deze twee ramingen duidelijk blijkt, dat het tekort aan eigen financierings middelen tot krachtige opwaartse prijs druk leidt, is ons volstrekt onduidelijk. Hoe moeilijk deze problematiek is, blijkt tenslotte ook uit de analyse die door de P v.d.A.-fractie gegeven wordt met betrekking tot de stichtingskosten van het zwembad. Op dit punt citeren wij: Wij moeten erop wijzen, dat van de stichtingskosten van het zwembad aan de Bavoortseweg nog steeds een bedrag van f525.000,- niet is gedekt door de algemene dienst der gemeente. Hoe kun nen wij serieus denken aan uitbreiding LEUSDEN - Woensdagavond gaf het college van b. en w. antwoord op de algemene be schouwingen der raadsfrakties. Hierbij publiceren wij het be langrijkste gedeelte, te weten over de financiering en de wo ningbouw. Op het debat komen we volgende week terug. RED. |van het zwembad zolang deze zware (,,zwevende" post nog niet is wegge- iwerkt? De gewone dienst noch grond bedrijf kunnen zelfs maar de daaruit voortvloeiende rentelast op zich nemen Daarom is dit bedrag in 1968 ten laste van complex Rozendaal 1 gebracht, maar wordt de rente gedekt door aan wending van een gedeelte der Reserve Ontsluiting Industrieterrein Pon N V Een interessant aspect hiervan is, idat de nieuwe bewoners nog steeds geen bijdrage leveren in de stichtings kosten van het zwembad. Bij een meer harmonische uitbouw der gemeente zou zulks wel het geval zijn geweest Maar hoe is nu de werkelijkheid. De totale stichtingskosten van het zwembad hebben bedragen f 950.000,-- hiervan is een bedrag van f 425.000,-- gedekt door beschikking over een ge deelte van het fonds stadsuitleg van het complex Leusden-Zuid en het oude industrieterrein. Het resterende gedeelte, groot f 525.000,--, is in 1968 gedekt door vooruit te lopen op het fonds stads uitleg van de toen nog toekomstige uitbreiding van Leusden-Centrum. Administratief is dit ten laste gebracht van de gehele eerste fase. Er is dus geen sprake van een „zwevende post" die zou moeten worden teruggebracht naar de Algemene Dienst. Terwijl door de P.v.d.A.-fractie wordt gesteld dat de nieuwe bewoners nog steeds geen bijdrage leveren in de stichtingskosten van het zwembad, kan integendeel wor den geconstateerd, dat de nieuwe be woners de aanlegkosten hebben opge bracht. Ook de stelling van de P.v.d A - fractie dat noch de Algemene Dienst, noch het Grondbedrijf de rentelasten van voormelde f 525.000,-- op zich konden nemen is voor wat betreft het Grondbedrijf onjuist. Dit wordt nl. mogelijk gemaakt door dat de hieruit voortvloeiende rentelas ten volledig worden genivelleerd door de bijgeschreven rente op de reserve ontsluiting industrieterrein Pon Wat betreft het te voeren beleid op het gebied van de volkshuisvesting merken wij op, dat wij met de diverse fracties van mening zijn, dat het stre ven erop gericht dient te zijn voor de eigen ingezetenen, voor zover noodza kelijk met het oog op het inkomen, zo goedkoop mogelijke woningwetwonin gen te bouwen. Er wordt op gewezen dat in de thans in voorbereiding zijnde plannen aanzienlijk meer woningwet woningen zijn gebracht dan oorspron kelijk gepland was. waarvan een niet onaanzienlijk deel volgens de huidige raming een huurprijs van f 199,00 per maand zal gaan bedragen Men dient zich overigens wel te re aliseren dat ook de zo goedkoop moge lijk te bouwen nieuwe woningwetwo ningen nog geen soulaas zullen bieden voor de minst-draagkrachtigen. Voor deze categorie zal doorstroming het enige middel zijn om een passende woonruimte te verkrijgen. Aan deze conclusie valt niet Te ontkomen De door de fractie van de P.v.d.A. gesignaleerde noodsituatie zou een ver keerd beeld kunnen scheppen aangezien voor de meest urgente gevallen in middels een oplossing is gevonden Voor de autochtonen is er een wacht lijst van 140 woningzoekenden, waar van overigens meer dan de helft aan staande echtparen zijn met een niet eens zo hoge gemiddelde leeftijd. De ingeschreven echtparen hebben reeds een woning m Leusden, doch wensen in verband met de kleine behuizing door te stromen. Dat er geen sprake is van een nood situatie wil niet zeggen dat door ons college niet al het mogelijke zal wor den gedaan om voor de woningzoeken den een passende woonruimte te rea liseren. Het ligt in de bedoeling om binnen kort een nieuw overzicht betreffende de stand van zaken ten aanzien van de woningzoekenden voor U in het raads- dossier ter inzake te leggen. Bij de door de fractie van D'66 ge bruikte motieven om bezwaar te ma ken tegen de woningbouwplannen mer ken wij op. dat hier wordt uitgegaan van verkeerde uitgangspunten. Aan de ene kant worden hierbij percentages gehanteerd die betrekking hebben op verdeling yan de woningbouw in di verse sectoren, terwijl aan de andere kant als tegenstelling een percentage van het aantal woningzoekenden wordt gebezigd. Het is uiteraard duidelijk, dat per sonen, die op de vrije sector zijn aangewezen, niet voorkomen op de lijst van woningzoekenden. Elk gemeentebestuur heeft de plicht te streven naar een zo hoog mogelijk niveau van het woon- en leefklimaat. Dit dient mede gezien te worden in het kader van de ruimtelijke ordening in den lande. Gezien de tweede nota op de ruimteliike ordening en de van belang zijnde streekplannen, waarin elke ge meente een bepaalde rol is toebedeeld en waardoor een evenwichtige opbouw van de regio kan worden verkregen, heeft Leusden in 1969 een structuur plan vastgesteld Dit houdt o.m. in dat in Leusden wellicht meer dan in andere gemeenten van de regio-aandacht zal worden besteed aan de wat duurdere bouw. Wij merken op,dat hetgeen door het overgrote merendeel van de diverse fracties op dit punt is opgemerkt, niet in strijd is met het gestelde in het structuurplan. Er wordt immers steeds nadrukkelijk gewezen op de woningbouw voor de eigen bevolking, waarbij wij uiteraard ook betrekken de werknemers van Leusdense bedrijven. Slechts de frac tie van de Pvd.A is het kennelijk niet mee eens met hetgeen in het structuurplan is vastgelegd, terwijl toch thans in de plannen voldoende re kening wordt gehouden met de bouw in de sociale sector. Voor zover in regionaal verband een verdere aanpassing van het struc tuurplan in deze richting noodzakelijk blijkt, zal de gemeente Leusden haar aandeel dienen te leveren. Ten aanzien van de grondprijzen voor de sociale woningbouw merken wij op, dat wij van mening zijn dat in het algemeen het tot nu toe op dit ter rein gevoerde beleid dient te worden voortgezet. Dit betekent, dat wij voor deze bouw een grondprijs zullen be rekenen die de goedkeuring van het mi nisterie van volkshuisvesting kan weg dragen. Dat wij in de aanbiedings brief slechts de objectieve mogelijk heden hebben genoemd houdt verband met het feit, dat uiteraard van geval tot geval moet worden bezien in hoe verre uitzonderingen moeten worden gemaakt op dit algemeen uitgangs punt Wij kunnen in dit verband reeds den ken aan het plan „De Wetering" De argumentatie, dat wij in het al gemeen van mening zijn dat de grond prijzen voor _de woningwetbouw niet nog- verder kunstmatig moeten worden verlaagd, kan als volgt worden gefor muleerd: In de eerste plaats dient erop gewe zen te worden dat in de woningsector niet de gebruikelijke f 7,-- per m wordt berekend door het fonds stads uitleg, doch slechts I 2,-- per m2 Ge zien het feit, dat deze f 2,-- slechts een minimale bijdrage is in de nood zakelijke bovenwijkse voorzieningen, kan de opvatting van de P v.d.A.-fractie dat slechts de werkelijke kostprijs mag worden gevraagd, nooit leiden tot ver laging van de tot nu toe berekende grondprijzen, zeker niet nu het aantal woningwetwoningen wordt opgevoerd. In de tweede plaats bevinden wij ons in de feitelijke situatie dat de grond prijzen van enerzijds de woningwetbouw en anderzijds de premiebouw sterk uiteenlopen De onevenredig afnemende hoogte van de premie bij stijging van de stichtingskosten brengt met zich mede, dat bij de afwenteling van de gedeeltelijke grondkosten van de wo ningwetbouw op de sociale bouw in de premiesector, de premiebouw in veel sterkere mate wordt belast dan de woningwetbouw wordt verlicht Wij ne men aan, dat dit de strekking is van het door de fractie van de V.V.D. aange haalde voorbeeld. In onze situatie komt daar nog bij, dat verdere verlaging van de grond prijzen in de woningwetsector een na delige invloed zou kunnen hebben op ons verzoek tot indeling van Leusden in gemeenteklasse I. Wij willen er daarbij voorts nog op wijzen, dat indeling in klasse I tot aanzienlijk lagere huurprij zen kan leiden. Ten aanzien van de door de A.R.- fractie gememoreerde woningwetwo ningen te Hoevelaken met een huurprijs van f 170,-- per maand, kan worden opgemerkt, dat hier sprake is van een zeer bijzondere situatie Het ging in het desbetreffend plan om een zeer ge ring percentage woningwetbouw. ter wijl voorts sprake was van een bijzon dere koppeling van de bouw in de ver schillende sectoren van het plan. Bovendien werden deze woningen reeds in 1970 opgeleverd Alles samenvattende kan dan ook niet van een a-sociaal beleid op het gebied van de grondpolitiek gesproken wor den. De door de fractie van D'66 gevraag de grotere openheid m.b.t. de kost prijsbegrotingen van het grondbedrijf negeert de eisen die de werkelijkheid op dit punt stelt. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat geen enkele gemeen te deze kostprijsbegroting op deze wij ze aan de orde wil stellen. Algemeen wordt de gedachte aanvaard, dat hier een uitsluitende taak ligt voor een fi nanciële commissie. De leden van de financiële commissie ontvangen reeds inzage van een gecomprimeerde op zet, waarin duidelijk de beleidslijnen zijn te onderkennen. Indien mocht blij ken, dat in het verleden bij deze pro cedure te weinig toelichting is gege ven, dan zal uiteraard worden getracht dit te verbeteren. Daarnaast zullen wij desgewenst te gelegener tijd aan de raadsleden gezamenlijk een uiteenzet ting geven over de wijze waarop een kostprijsbegroting wordt samenge steld. Wat betreft Je gemaakte opmerking inzake het verschil in kostprijs tus sen de gronden van de bejaardenwo ningen van de Stichting St Geertu- dishof en de grond voor andere sociale woningbouw, kan worden medegedeeld, dat de ministeriële normen aangeven dat voor bejaardenwoningen een lagere grondprijs behoort te worden berekend dan voor de overige woningwetbouw Met betrekking tot de verkoop van de grond aan de Stichting Verpleegtehuis voor Demente Bejaarden kan worden opgemerkt, dat het hier gaat om een terrein met een duidelijk lagere be bouwingsdichtheid en 'minder kosten voor bouwrijpmaken. Wat de bouwprijzen betreft heeft de V.V.D -fractie de wenselijkheid uitge sproken omtrent het inschakelen van een kostpnjsbewakingsbureau Hier over kan worden gezegd, dat het mini sterie van volkshuisvesting en de pro vinciale griffie steeds nauwlettend de prijzen zowel voor de woningwetbouw als de premiebouw controleren. Wel zullen wij hierover nader contact op nemen met de Vereniging van Ned. Gemeenten. Ten aanzien van de door diverse fracties naar voren gebrachte gedwon gen doorstroming, wijzen wij erop, dat voor zover onze inlichtingen gaan de praktijk elders heeft uitgewezen dat met een dergelijk systeem nog weinig resultaten zijn geboekt. Men moet wel bedenken, dat de vraag naar de wense lijkheid van een gedwongen doorstro ming niet met een eenvoudig ja of neen kan worden beantwoord. Behalve de argumenten pro en con tra op het sociale vlak dient men voorts in het oog te houden de moge lijkheid van een nieuwe wettelijke re geling m.b.t. invoering van een stel sel van individuele huurbelasting en huursubsidie. Deze mogelijke ontwik kelingen op landelijk niveau willen wij nog enige tijd afwachten, aangezien wij hierin een rechtvaardiger oplos sing zien dan in een gedwongen door stroming De door de P.v.d A.-fractie gewen ste gemeentelijke huursubsidieveror dening behoort niet tot de wettelijke mogelijkheden, daar soortgelijke ver ordeningen van andere gemeenten door de Kroon zijn vernietigd. Zoals reeds in de aanbiedingsbrief is gesteld zal de Woningstichting wor den betrokken bij de voorbereiding en realisatie van de woningbouw in „De Wetering". Dit n.a.v. een desbetref fende vraag van de fractie van de A.R.P. INVLOED VAN DE GRONDPRIJS OP DE HUREN. Ui tgangspunten: 1. prcmiesclioal per 1-1-1971 2. gelijke bouwkosten, zowel in de premie-sector nis in de 6 verbljfs-cenhcden 3. als basis voor de berekening van de huur is de grondprij o. voor de Woningwet grondprijs f. 7-500,: totale b. voor de premiebouw: f.15.000,: derhalve uitgaande van een bedrag van f. 42,500,: vo bovenvermelde Totale Slichtiii kosten Wonlngwe U11 gaande Grondprjs Woningwet f. 6000,= f. 48.500,= 6500,: 49.000,= 7000,= 49.500,= 7500,-- 50.000,= 8000,= 50.500,= 8500,*= 51.000,= 9O00,= 5 1-500,= Enige conclusies: Voor een lo klas gem. a. verlaging grondpri b. verhoging c. verlaging d. verhoging 11tgangspunten komt men tot het volgende ningwet-bouwvoor een woning met en de totale stichtingskosten gesteld op: ichtingskosten f. 50.000,= f. 57.500,= bouwkosten bijkomende kosten. icht Globale huren Grondpr1js Premiebouw Totale Stichtings kosten Premiebouw Woni ngwet 1e gem.kl Woningwet 2c gem.kl. Premiebouw lc gem.kl. Premie 2e gem f16.500, r. 59-OOU, f. 243^.= f. 2632,= f3983 ƒ4643, l6.000.= 58.500,= 2481,= 2723.= 3817.= "4477,= 15.300,= 58.000,= 2534,= 2774,= 3766,= "4426,= 15.000,= 57.500,= 2585,; 2870,= 3600,= "4260,= 14.500, 57.000,= 2636,= 292 1,= 3549.- "4209, l4000 56.500,= 2687,= 3022,= 34 38.= "404 3 13.500,= 56.000,= 2738.= 3073,= 3387,= "3992,= s bij: Woningwet Premiebouw Woningwet Premiebouw van f. 9000,= van f. 13500, van r. 8000,= van f14500, 1'. 0000,= de huur ver lag mg f. 306, p.j. (f.25,50 pm f. 16500,= de huurverhoging f. 596,= p.j. (1.49,6? pm f. 6500,= de huurvcrlaging f. 153.= P-J- (f.12,75 pm f.l6000,= de huurverhoging f. 268,= p.j. (f.22,3 3 pm wordt gesteld op: voor de Premiebou f. 13-500,= f. 15-000,= r. 16.500,= bedraagti de meerhuur voor de premiewoning f. 54,= per maand Indien de grondpri voor de Wonlngwe f. 9-000,= f. 7-500,= r. 6.000,= r. 1 b500f. 129,= Uit bovenstaande gegevens blijkt, dat bij een verlaging van de grondprijs voor de Woningwet-woningen een progressieve verhoging van de huur voor dc premie-sector tot gevolg hooft. Dit lijkt ons niet aanvaard baar ten opzichte van de premiebouw, welke toch ook sociale woningbouw is. De verlaging van dc huur voor de woningwet-woningen zal dus eerder gezocht moeten worden in verlaging van de bouwkosten en de bijkomende kosten. Verlaging van de grondprijs voor de woningwetwoning -bijv. dichtere bebouwing- welke geen invloed hebben op de grondprijs in dc premie-sector blijft wel een mogelijkheid tot lagere huren te komen.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1971 | | pagina 11