LEUSDEN, HOOGLAND EN AMERSFOORT WILLEN REGIONALE AANPAK
VIA EEMLAND-ORGAAN OF EEN NIEUW ZUIVERINGSSCHAP
Gedeputeerde Staten van
Utrecht dringen aan op
provinciaal beheer
)iskussie rond de bestrijding van de waterverontreiniging:
Leusden en de
waterveront
reiniging
)ONDERDAG 6 JANUARI 1972
dat men in de Zaanstreek een goede
situatie en een redelijke bewustwor
ding van de plaatselijke bevolking heeft
weten te bereiken, al ontveinzen wij
ons niet, dat er een onmiskenbaar ver
schil is tussen het leefklimaat in de
Zaanstreek en dat in de regio Eem
land
Het begin van een dergelijke ontwik
keling valt ook in het Samenwerkings
orgaan Eemland te constateren. In de
eerstvolgende vergadering van het Da
gelijks Bestuur van Eemland komt na
melijk de vraag aan de orde. of er aan
leiding is de zorg voor de milieuhygië
ne eens gezamenlijk te bezien
-
Zuivering onder
brengen in Eemland
Naar onze mening zou de reeds be
staande samenwerking tussen de ge
meenten Amersfoort, Hoogland en
Leusden op het gebied van de zuivering
van het rioolwater (het actief kwali
teitsbeheer) moeten worden uitgebouwd
tot het Samenwerkingsorgaan Eemland.
Het stroomgebied van de Eem valt voor
een zeer belangrijk deel samen met
het gebied van Eemland. Het aantal
samenwerkende gemeenten zou nog
moeten worden uitgebreid tot en met
Veenendabl. Alsdan zou de gewestelijke
aanpak betrekking kunnen hebben op het
gehele gebied dat door het streekplan
voor de Utrechtse Vallei en Eemland
wordt bestreken.
Aangezien de gemeente Amersfoort
op het stuk van de rioolwaterzuivering
zeer nauw samenwerkt met de gemeen
ten Hoogland en Leusden hebben wij ons
standpunt, zoals dat hiervoor is uiteen
gezet, met de besturen van die gemeen
ten op 16 juni j.l. besproken. Het ge
meentebestuur van Hoogland kan zich in
principe geheel met ons standpunt ver
enigen. De gedachten van het gemeen
tebestuur van Leusden gaan voorhands
uit naar het openen van overleg met
alle gemeenten die tot het stroomge
bied van de Eem gerekend kunnen wor
den. Afhankelijk van de resultaten van
dat overleg zal het gemeentebestuur
van Leusden zijn eindstandpunt bepalen.
Wij hebben de standpunten in het kort
uiteengezet. Mocht een en ander nog
nadere toelichting of aanvulling be
hoeven, dan verklaren wij ons gaarne
bereid die alsnog te geven," aldus het
gemeentebestuur van Amersfoort in
een brief van 5 juli 1971
Op 29 oktober herhaalt de gemeente
Amersfoort dit standpunt in een nieu
we brief aan het provinciaal bestuur,
nadat deze zienswijze reeds in een
bespreking op 25 augustus 1971 in
Utrecht was belicht.
In de begrotingsvergadering van de
gemeente Leusden is door verschillen
de frakties gevraagd om nadere in
lichtingen omtrent het wel of niet in
stellen van een zuiveringsschap. Bur
gemeester Van der Post antwoordde
toen, dat hierover nog geen duidelijk
standpunt was in te nemen voordat men
van alle gegevens op de hoogte was.
Bovendien wees hij op de ontwikkeling
in de provincie Utrecht naar een pro
vinciale bestrijding van de waterver
ontreiniging.
De gedeputeerde staten van Utrecht
zijn zelf van mening, dat de bestrij
ding van de waterverontreiniging in
handen moet blijven van een provinciale
instantie. In een vrije uitgebreide nota
schrijven GS het volgende:
Verordening water
verontreiniging
Prov. Utrecht
De thans van kracht zijnde Verorde
ning waterverontreiniging Utrecht ver
biedt, behoudens met vergunning:
1 in open water afvalstoffen of afval
water te doen geraken,
2. werken aan te leggen of te hebben,
dienende voor de afvoer van af
valstoffen of afvalwater naar open
water;
3. werken aan te leggen of te hebben,
dienende voor de afvoer van afval
water naar een zuiveringsinstalla
tie, welke op open water dan wel
op of in de bodem loost,
4 een zuiveringsinstallatie te bou
wen of te hebben, welke op open wa
ter dan wel op of in de bodem loost;
5. van enige industrie afkomstige
afvalstoffen of afvalwater zodanig op
of in de bodem te doen geraken of
te hebben, dat die afvalstoffen of
dat afvalwater geheel "of ten dele
in de bodem kunnen verzinken;
6 werken aan te leggen of te hebben,
dienende tot bevordering van de
verzinking van afvalstoffen of afval
water, als sub 5 bedoeld, in de bo
dem.
Met deze verbodsbepalingen en het
daaraan verbonden vergunningenstel
sel, alsmede door de subsidie-moge
lijkheden die de zogenaamde ..Kort
hals-regeling" bood, hebben wij kunnen
bevorderen dat. ondanks de toename van
de bevolking, de vervuiling van het
oppervlaktewater in ons gewest tenge
volge van afvalwaterlozingen plaat
selijk verbeterd werd, doch in totaal
toch nog iets slechter is geworden.
Provincie bereikte
plaatselijke
verbetering
Dank zij allerlei riolenngs- en zuive-
nngstechnische werken, waarvan een
groot deel in de afgelopen zeven jaren
tot stand kwam, werd medio 1971 in
de provincie Utrecht reeds 40% van al
het in dit gewest geproduceerde afval
water in oxydatief-biologische riool
waterzuiveringsinstallaties behandeld,
terwijl dat percentage toen voor geheel
Nederland 23% bedroeg Zodra -in de
loop van 1973- de thans nog in uitvoe
ring zijnde nieuwe zuiveringstech-
nische werken in bedrijf gesteld zullen
zijn zal 66% van al het in de provin
cie Utrecht geproduceerde afvalwater
in oxydatief-biologisch rioolwater
zuiveringsinstallaties worden gezui
verd alvorens in open water te worden
geloosd, terwijl dat percentage dan
voor geheel Nederland ongeveer 38%
zal bedragen
Ondanks dat de vorengeschetste situ
atie in de provincie Utrecht gunstig
zou mogen worden genoemd kan be
paald nog niet worden gezegd dat de
verontreiniging van de oppervlaktewa
teren in ons gewest geen zorgen meer
zou baren. Het rapport „kwaliteit
oppervlakte water en verwerking afval
water in Utrecht, 1968-1970" toont
dat duidelijk aan. Het is dan ook nood
zakelijk dat:
Uitbreiding aantal
installaties dringend
noodzakelijk
- de hoeveelheid afvalwater (in 1973
nog ongeveer 34% van de in totaal ge
produceerde hoeveelheid) die nog on
gezuiverd in oppervlaktewateren
wordt .geloosd, door het stichten
en/of uitbreiden van rioolwaterzui
veringsinstallaties ook gezuiverd
wordt;
- aandacht besteed gaat worden aan
uitbreiding van in het vorenstaande
nog niet genoemde mechanische zui
veringsinstallaties tot oxydatief-
biologische installaties alsmede aan
uitbreiding van oxydatief-biologische
rioolwaterzuiveringsinstallaties met
voorzieningen ter bestrijding van de
eutrofiëring van het open water, wel
ke voorzieningen overigens thans
nog bij geen enkele zuiveringsinstal
latie hier te lande zijn aangebracht,
- meerdere aandacht besteed gaat wor
den aan de bestrijding van de bacte
riologische verontreiniging van op-
pervlaktewateren, waartegen thans
alleen bij de drie rioolwaterzuive
ringsinstallaties voor Amersfoort,
Hoogland en Leusden, voor Baarn en
Soest en voor Bunschoten voorzie
ningen zijn c.q. worden getroffen,
- voorts voortdurend aandacht besteed
moet blijven worden aan vergroting
van de zuiveringscapaciteit van be
staande rioolwaterzuiveringsinstal
laties opdat het meerdere afvalwater
dat zal ontstaan door de groei van
de woonkernen en industrie waar
voor die installaties dienst doen ook
oxydatief-biologisch behandeld zal
kunnen worden alvorens dat in opper
vlaktewateren wordt geloosd
Teneinde ter zake een doeltreffend
beleid te kunnen voeren zullen ver
gunningen verleend kunnen worden voor
het met behulp van een daarvoor be
stemd werk s in oppervlaktewateren
brengen van afvalstoffen, verontreini
gende of schadelijke stoffen, in welke
vorm ook Het bestuurslichaam dat
vergunning verleent is, ter bestrijding
van de kosten van maatregelen tot het
tegengaan en voorkomen van veront
reiniging van oppervlaktewater, be
voegd heffingen op te leggen aan een
ieder die direkt of indirekt loost
m.a.w. de vervuilers.
Het gezag dat de heffingen ontvangt
is verplicht het fonds, dat op die wijze
ontstaat, aan te wenden
a voor de bestrijding door hemzelf
van verontreiniging van oppervlak
tewater;
b. ter betaling van aan dat gezag door
anderen opgelegde heffingen (ten
gevolge van een -na te noeinen-
verklaring van ongenoegzaam
heid"),
c. tot het doen van uitkeringen ter
tegemoetkoming in de kosten van
maatregelen tot het tegengaan en
het voorkomen van verontreiniging
van oppervlaktewateren aan diege
nen die tot het treffen van die maat
regelen zijn gehouden.
Daarnaast biedt de W.v.o. de moge
lijkheid om, indien uit enig oppervlak
tewater veronreinigd of schadelijk wa
ter in een ander oppervlaktewater wordt
geloosd, hetzij door natuurlijkeafstro
ming, hetzij op kunstmatige wijze, een
verklaring van ongenoegzaamheid af te
geven Bevoegd tot het afgeven zijn
alleen het rijk en de provinciale be
sturen voor zover het kwaliteitsbeheer
over de ontvangende wateren krach
tens de W.v.o primair bij het rijk
respectievelijk bij de provincie berust
Indien een dergelijke verklaring is
afgegeven kan de beheerder van het
ontvangende water aan de beheerder
van het afstromende water een heffing
opleggen
Voorts zal een openbaar lichaam,
dat beheerder is van een „werk",
dat bestemd is om afvalstoffen en/of
verontreinigde of schadelijke stoffen
in open wafër te brengen, ter bestrij
ding van de kosten van maatregelen
tot het tegengaan en tot het voorkomen
van verontreiniging van oppervlakte
wateren van diegenen die direkt of
indirekt op dat werk zijn aangesloten,
een bijdrage kunrien vorderen.
In de W.v.o. worden voorts regelen
gegeven met betrekking tot het beroep
tegen beslissingen op aanvragen ter
verkrijging van vergunning, bevoegd
heden van poltie, strafbepalingen e d
welke op de keuze van de organisatie
slechts zijdelings invloed kunnen uit
oefenen
Het uitgangspunt voor de bestuur
lijke organisatie van het waterkwali
teitsbeheer dient, volgens het door de
regering ingenomen standpunt, de doel
matigheid te zijn. Deze organisatie
zal voorts een doelmatige samenwer
king op chemisch en technisch gebied
ter bestrijding van de waterveront
reiniging moeten waarborgen.
Bij het kiezen van de ter uitvoering
van de W.v.o. meest aangewezen or
ganisatievorm dient bedacht te worden
dat de hierna te nemen taken dienen
te worden verricht:
1. analyse van watermonsters;
2. het verlenen, wijzigen en intrekken
van vergunningen, alsmede het toe
zicht op de naleving van de daarbij
gestelde voorwaarden;
3. het invorderen van „heffingen" van
de vervuilers;
4. de voorbereiding en uitvoering van
de voor de bestrijding van de wa
terverontreiniging nodige werken;
5. regeling van de financiering voor en
de uitvoering van de onder 4 be
doelde werken;
6. de exploitatie van zuiveringstech-
nische werken en de daarmee ver
bonden invordering van „bijdra
gen".
Aanzienlijke investeringen
noodzakelijk in de eerste
vijftien jaar
Zoals reeds is opgemerkt zal het
actieve waterkwaliteitsbeheer zeker in
de eerstkomende 15 jaren, maar ook
daarna, aanzienlijke investeringen vor
deren Deze zullen ten dele bestreden
moeten worden uit de opbrengst van
de „heffingen" in de zin van de W.v.o.
(anderdeels uit leningen waarvan rente
en aflossing bestreden moet gaan wor
den uit de „bijdragen" in de exploita
tiekosten van zuiveringstechnische
werken)
Teneinde tot nivellering eneenzodoel-
matig mogelijk spreiding van de door
de vervuilers op te brengen „heffin
gen" te kunnen komen verdient het aan
beveling het kwaliteitsbeheer over een
groot gebied in één hand te leggen Dat
zou bovendien de duidelijkheid van het
waterkwaliteitsbeheer voor de burgers
bevorderen. Om deze redenen en ten
einde de met de W.v.o. beoogde doel
matige samenwerking op chemisch en
technisch gebied te bereikc-n zal naar
onze mening het passief en het actief
waterkwaliteitsbeheer door eèn orgaan
dat een groot gebied bestrijkt dienen
te worden uitgeoefend Van een ade
quate technische en bestuurlijke aan
pak worden als minima voor de grootte
van dat gebied veelal genoemd
- een oppervlakte in de orde van
100.000 tot*150 000 ha,
- een vervuilingskracht van het afval
water dat in totaal binnen het be-
heercg°bied wordt geproduceerd in
de orde van 1.000.000 inwoner-equi
valenten.
De oppervlakte, respectievelijk het
inwoner-equivalentengetal van de reeds
bestaande, onlangs opgerichte en in
oprichting zijnde waterkwaliteitsbehe-
rende organen blijkt steeds in de ge
noemde orden van grootte te liggen.
Eén zuiverings
schap voor de hele
provincie is aan
te bevelen
Voor ons gewest, dat een oppervlak
te heeft van rond 136.000 ha en waar
-de vervuilingskracht van het thans ge
loosde afvalwater ongeveer 1.250 000
inwoner-equivalenten bedraagt, moet
dan geconcludeerd worden dat in deze
provincie slechts plaats is voor één
orgaan dat met waterkwaliteitsbeheer
kan worden belast
Deze conclusie bleek te worden ge
deeld door een grote meerderheid van
de gemeenten, de Stichtse Water-
schapsbond en de besturen van de
beide Kamers van Koophandel Slechts
enkele -in het Eemgebied gelegen-
gemeenten opteerden voor het dele
geren van het waterkwaliteitsbeheer
aan het gewest Eemland, respectieve
lijk voor het oprichten van een zuive
ringsschap voor het Eemgebied.
Te dezer zake kan worden opge
merkt dat in de provincie Gelderland
reeds een drietal zuiveringsschappen
zijn opgericht Deze zuiveringsschap
pen voor het Rivierengebied, oostelijk
Gelderland en de Veluwe hebben opper
vlakten van respectievelijk 130.000 ha,
185.000 ha en 198.000 ha
Voor zover deze zuiveringsschappen
aan de provincie Utrecht grenzen is de
provinciegrens nauwkeurig aangehou
den.
Indien de provincie de haar primair
opgedragen taken met betrekking tot
het waterkwaliteitsbeheer zou wensen
te delegeren dan kan dat aan water
schappen, veenschappen en veenpol-
der, gemeenten, rechtspersoonlijkheid
bezittende lichamen als bedoeld in de
Wet gemeenschappelijke regelingen en
aan bepaalde andere openbare licha
men De bestaande waterschappen ko
men voor een dergelijke delegatie niet
in aanmerking
Voorts kan uit het voorgaande de con
clusie worden getrokken dat slechts
de oprichting van één zuiveringsschap,
geconstitueerd op basis van de water
staatwetgeving. dan wel een provin
ciale aanpak van het waterkwaliteits
beheer in de provincie Utrecht in de
rede ligt Beide vormen zijn mogelijk,
sailante verschillen zijn echter dat:
1. bij een zuiveringsschap:
a een volledig bestuurs-, admini
stratief- en technisch apparaat
moet worden opgebouwd en voor
dat apparaat huisvesting moet
worden gevonden;
b de taak van de in artikel 5 van
de W.v.o. bedoelde commissie
van advies en bijstand aan ge
deputeerde staten zich voorname
lijk zal beperken tot advisering
omtrent de voorstellen van het
bestuur van het zuiveringsschap,
c tegen beslissingen van hét be
stuur van het zuiveringsschap
beroep open staat op ons kollege
artikel 12, lid 1. W.v o terwijl
tegen onze beslissingen weer be
roep open staat op de Kroon (ar
tikel 13, lid 4, W.v.o.);
2 bij een provinciale aanpak:
a het bestuursapparaat aanwezig is,
evenals de kern voor het vereiste
administratieve en technische ap
paraat inclusief laboratorium en
daarvoor binnen de provinciale
gebouwen reeds een huisvesting is
gevonden;
b de taak van de in artikel 5 van de
W.v.o. bedoelde commissie van
advies en bijstand aan gedepu
teerde staten omvangrijk zal zijn
omdat wij ons in dat geval voor
stellen deze commissie in te
schakelen bij:
- het verlenen, weigeren, wij
zigen en/of intrekken van ver
gunningen met betrekking tot
lozingen in oppervlaktewateren
die een vervuilingskracht van
20 inwoners-equivalenten te
boven te gaan, zulks met inbe
grip van de-aan die vergunnin
gen te verbinden voorwaarden;
- bezwaren van de belanghebben
den tegen de ontwerp-voor-
waarden die aaneen vergunning
zullen worden verbonden;
- bezwaren tegen aanslagen inde
verontreinigingsheffing,
- de hoogte van de verontreini
gingsheffing,
- de voorbereiding van bestrij-
dings- en lozingsplannen,
c na de bezwaren procedure voor
na commissie als onder 2b
bedoeld, bestaat voor de belang
hebbenden alleen de mogelijkheid
van beroep bij de Kroon
Provinciale aanpak
het meest gewenste
Een en ander overziende menen GS
dat er twee hoofdmotieven zijn die plei
ten voor een provinciale aanpak van
het waterkwaliteitsbeheer boven het op
richten van een zuiveringsschap Het
eerste motief ligt op het vlafc van de
efficiency Bij de provincie is reeds
een technisch en een administratief
apparaat aanwezig, dat verder zal wor
den uitgebouwd voor de provinciale be
moeiingen met het gehele milieubeheer.
Van dit milieubeheer vormt het water
kwaliteitsbeheer een essentieel onder
deel. Een wel zeer direkte relatie is
aanwezig met het toezicht op de hygiëne
van kampeerplaatsen en de hygiëne
en de veiligheid van zwembaden. Ove
rigens zou bij het instellen van een zui
veringsschap de provincie toch over
op dit gebied deskundige ambtenaren
moeten beschikken in verband met de
door ons college in beroep te nemen
beslissingen In het geval van instellen
van een zuiveringsschap zou zowel een
bestuurlijke organisatie als een ambte
lijk apparaat in het leven moeten worden
geroepen hetgeen tijd en geld zou kos
ten. De bestuurlijke organisatie zou in
dien de gemeenten, de waterschappen
en het bedrijfsleven daarin enigszins
redelijk vertegenwoordigd zouden zijn,
vrij omvangrijk worden. Dit zou een
snelle besluitvorming niet ten goede
komen
Als tweede motief zouden wij, al
dus GS in hun nota. willen aanvoeren
het bezwaar dat aan deze vorm van af
geleide democratie kleeft. De burgers
hebben immers geen rechtstreekse in
vloed op de gang van zaken in een
schap Dit ligt uiteraard anders indien
het kwaliteitsbeheer bij de provincie
berust De verantwoordelijkheid ligt
dan bij de provinciale staten, als recht
streeks door de burgers gekozen or
gaan
Samenvattend stellen Gedeputeerde
Staten de commissie milieuhygiëne
voor
a de uitvoering van het waterkwali
teitsbeheer bij de provincie te la
ten c.q. te brengen,
b de commissie van advies en bij
stand voor de milieuhygiëne aan te
wijzen als hoorcommissie,
c. de brief van de Unie van waterschap
pen voor kennisgeving aan te nemen.
Deze week, op dinsdag 4 januari,
kwam de Provinciale Commissie Mili
euhygiëne bijeen, waarbij dit voorstel
van GS in het openbaar werd besproken.
We komen hier volgende week nog op
terug.
LEUSDEN - Deze week kwam
een belangrijk stuk over de be
strijding van de verontreiniging
van het oppervlaktewater in de
provincie Utrecht in behandeling
bij de provinciale commissie Mi
lieubeheer De gemeente Leus
den is hierbij nauw betrokken.
Zij immers behoort tot het
stroomgebied van de Eem endoor
haar grondgebied loopt het Val
leikanaal. Samen met o.m. de
gemeente Amersfoort zal de ge
meente Leusden binnen afzien
bare tijd de beschikking krijgen
over een gloednieuwe zuiverings
installatie. De vraag is: moet
de bestrijding van de verontrei
niging van het oppervlaktewater
in handen worden gelegd van de
provincie of dient hiervoor een
apart, nieuw zuiveringsschap te
worden ingesteld. Verschillende
Eemlandgemeenten, waaronder
Leusden en Amersfoort, nemen
een derde standpunt in. Zij zijn
van mening dat het aanbeveling
verdient, in ieder geval wat het
Eemland-gebied betreft, om tot
een regionale zuiveringsschap te
komen. Het leek ons interessant
èn noodzakelijk, om het nieuwe
j'aar te beginnen met een stuk
problematiek, waarmee we óók
1972 weer in ernstige mate
geconfronteerd zullen worden: de
millieu-verontreiniging. Niet al
leen voor hèn, die er wellicht
beroepshalve in geïnteresseerd
zijn, maar voor iedere burger.
Want uiteindelijk is een doel
matig bestrijding van de mil
lieu-verontreiniging een zaak
die iedereen aangaat. Het gaat
-en daar kan niet genoeg de na
druk op worden gelegd- om het
voortbestaan van een leefbare
wereld. Ook yoor Leusden.
(Van de redaktie)
LEUSDEN - Al enige tijd is er een
jjskussie op gang gekomen rond het
iel of niet iDsteljen van een zuiverings
chap voor de provincie Utrecht. Te
enstanders van een dergelijk schap
rillen, dat de bevoegdheid in handeD
Rordt gelegd van de provincie, die ook
le controle dient uit te oefenen. GS
'an Utrecht hebben aan de gemeente in
le provincie hun mening gevraagd. De
neeste gemeenten in de provincie
Jtrecht hebben hier reeds op geant
woord. De gemeente Leusden heeft
SS nog niet rechtstreeks geantwoord.
Vel geeft het gemeentebestuur van
Imersfoort mede namens de gemeen-
en Hoogland en Leusden haar mening.
|In een brief aan GS zegt zij:
Zorg voor leefklimaat
taak van gemeente
,,De zorg voor het leefklimaat op
laatselijk en streekniveau is naar onze
lening in de eerste plaats een zaak van
e gemeentebesturen Terzake hebben
ie besturen -al of niet in regionaal
erband- al het nodige tot stand ge-
racht. Als voorbeeld willen wij hier
iel name noemen de in aanbouw zijnde
nriehting voor de zuivering van het
ioolwater. Uiteraard werdbijdevoor-
ereiding van dit project, zoals u be-
end is, intensief overleg gepleegd met
irovinciale instanties en wel in het
•ïjzonder met de provinciale water-
taat Toch zijn het juist de gemeente-
esturen die de betrokkenheid van de
laatselijke bevolking bij het leefkli-
laat kunnen bevorderen Dat is bijeen
oede propaganda zeer belangrijk. Wij
logen er in dit verband op wijzen