TRIMMEN IN DEN TREEK TWINTIG STAPPEN TERUG i Kappie en de reis met troeteltje Oudere deelnemers hebben méér discipline Broedt daar een mens De status- planeet WVER BU PON LEVENS- GEVAARUJKI Eva en de 23 Adains MET RAAD EN DAAD DONDERDAG 3 FEBRUARI 1972 1 l| 11 li ll LEUSDEN-ZUID - Wie 's zaterdags morgens door Den Treek wandelt ol rijdt kan hier en daar groepjes trim mers ,,aan bet werk" zien. In Leusden- Zuid blijkt veel belangstelling voor de trimsport te bestaan. Wij zijn daarom ons licht eens gaan opsteken over deze moderne tak van sport, en kwamen te recht bij Sportschool Boersma in Amersfoort. De heer H. J. Boersma Jr(Huibvoor zijn vrienden en kennissen) geeft lei ding aan deze trimsport. Wij vroegen hem wat men nu eigenlijk onder trim men dient te verstaan Het komt neer op het aloude: mens sana in corpore sa- no, een gezonde geest in een gezond lichaam. Het aangrijpingspunt is het lichaam Men begint met de lichaams oefening, en deze heeft zijn uitwerking op de geest Lichaam en geest zijn één. Als men iets aan de soepelheid, het uithoudingsvermogen, de training van zijn lichaam doet, voelt men zich geestelijk óók fitter Als men het li chaam vroeg traint en als men deze training onderhoudt, blijft men ook na het veertigste levensjaar creatief bezig in allerlei activiteiten. Tweeëneenhalf jaar geleden is de enthousiaste heer Boersma, die zijn opleiding heeft genoten aan hetC.I.O.S. (Centraal Instituut Opleiding Sportle raren) te Overveen begonnen met het trimmen in Den Treek Hij had toen een club van zo'n 40 trimmers, van wie hij nu de vaste kernploeg over heeft van ongeveer 25 man. Dit zijn de ware trimmers, die trimmen onder welke weersgesteldheid zij zich ook bevinden. Voor hen is het trimmen een levensbe hoefte geworden. Als trimmer moet men van binnenuit gemotiveerd zijn. Als men het zó voelt, kan men het trimmen ook gemakkelijk opnemen m het ritme van zijn wekelijks werk en leefprogramma. De oudere trim mers zijn het meest vasthoudend. Zij hebben geleerd zichzelf discipline op te leggen, zichzelf tot iets te zetten. De heer Boersma vertelt ons, dat er ie mand méé-trimt, die vaak de gehele nacht heeft moeten doorwerken, en die toch elke zaterdagochtend met frisse moed staat aangetreden voor de trim- merij Deze man heeft nog nooit één keer overgeslagen. Het trimmen is ook de ontspanning van het helemaal er uitzijn Het gevaar voor de huidige mens is immers, dat hij geleefd wordt door zijn werk, door zijn omgeving, door de televisie, door het verkeer Voor de huidige mens is het héél erg belangrijk zichzelf eens te kunnen zijn, zichzelf los te kunnen ma ken van zijn omgeving, zichzelf terug te kunnen vinden in de natuur. Want de natuur is de belangrijke achter grond bij het trimmen De natuur werkt geweldig in op de mens. De echte trimmer voelt ook niets voor de z g indoortraining De echte trimmer mist binnen de buitenlucht De heer Boersma zwerft mdt zijn trimmers door Den Treek Men ontdekt steeds weer nieuwe paadjes, onbekende boomgroepen, boerderijtjes op onverwachte plaatsen En de grond, waarop men werkt, is steeds we^r ander^, het is^steeds weer een andere plaats. De ene keer is de grond vlak en egaal, een andere keer gaat men aan het werk op mul zand. De eigenlijke oefeningen komen neer op rekkings-, ontspannings- en spier- versterkingsoefeningen. En daarbij zijn de ontspanningsoefeningen de meeste. Men gaat lopen in Den Treek, en om de paar honderd meter doet men enkele gymnastiekoefeningen. Alles op vrije basis. Men loopt zich los. Sommige trimmers houden zich bezig met be paalde oefeningen, jongere trimmers, die sneller en ,,meer mans" zijn, doen in diezelfde tijd een bepaald cir cuit, een bepaalde opdracht extra. De oudste trimmer in de groep van de heer Boersma is 67 jaar. Enkele heren zijn 63 jaar De gemiddelde leef tijd van de trimmers is 35 tot 40 jaar. De mensen kunnen gaan meelo pen, gaan méé-trimmen op elk wille keurig tijdstip, dat ze zelf uitkiezen. Iedereen vangt aan op zijn eigen ni veau. Het trimmen is ook meer het bijhouden dan het verbeteren De heer Boersma bepaalt het tempo van het lopen uitsluitend naar het meer of minder vermoeid of gedisponeerd zijn van de mensen De ene keer is men b.v. door de vochtigheidsgraad in de lucht tot minder in staat dan een an dere keer, wanneer de lucht pittig en droog is. De huidige mens lijdt ook onder geestelijke eenzaamheid, geestelijke verarming, onderdeel van de mate riële onverschilligheid van de wel- vaartswaan De huidige mens heeft daarom weer behoefte aan binding. Het trimmen is zo'n mogelijkheid tot bin ding. Men loopt, men dwaalt door de bossen, men praat met elkaar Men vindt communicatie, men vindt een klankbord. Men vormt een homogene groep: men komt uit eigen wil Er blij ven in de groep geen storende elemen ten over. Wil men niet, dan valt men vanzelf af. Aanvankelijk verzamelde en startte de heer Boersma met zijn trimmers bij het Hazenwater. Sinds een jaar is de verzamelplaats echter op de Appel weg. Men gaat de Laan 1914 omhoog, gaat linksaf bij het Dierenasyl, pas seert het ingenieursbureau en de poli tieschool en men belandt bij de tank- werkplaats met de erachterliggende sportvelden. Uitsluitend heren starten 's zater dagsmorgens om 8 uur, uitsluitend da mes starten donderdagsmorgens om 9 uur op die plaats. Donderdagsavonds om 19 uur is er binnen nog een moge lijkheid tot het gemengd trimmen, het trimmen voor voornamelijk echtparen. De sauna biedt een goede aanvulling op het trimmen, is voorde algehele condi tie trouwens goed. Op het ogenblik heeft de groep der dames vanwege de weers gesteldheid het buiten trimmen even ge staakt, maar de heer Boersma ver wacht dat over een maand ook de dames weer buiten zullen gaan trimmen. Als men serieus van plan is het trimmen te gaan opnemen in zijn le venspatroon is een goedkeuring van de huisarts belangrijk. Een sportkeuring is niet alleen goed voor het zelfver trouwen van de sportbeoefenaar in kwestie, maar is ook belangrijk voorde begeleider. Natuurlijk kan er bij het trimmen, zoals op elke sportles, wel eens iets gebeuren, men kan b.v. een enkel ver zwikken. Maar de ervaren sportleider is er snel bij. Bovendien blijft de gehele groep bij elkaar, en van uitput tingstoestanden e.d. is geen sprake. Men trimt gedurende één uur. Wat de trimkleding betreft: gemakke lijk zijn een trainingspak en gymna stiekschoenen. Vrijetijdskleding is ook mogelijk. De gymnastiekschoenen zijn echter daarbij een must", want op ge wone schoenen glijdt men te vaak uit, loopt men te onzeker. Men kan het trimmen vanzelfspre kend ook individueel opbrengen, maar dat acht de heer Boersma wel héél moeilijk. Alleen is maar alleen. De groep stimuleert En wat voor weer het ook is, er is altijd iemand, die ook gaat trimmen. TOEKOMST EN TECHNIEK IN DE LITERATUUR VAN VANDAAG De science-fiction-lectuur begint in Nederland steeds meer vaste voet aan de grond te krijgen. Dat blijkt des te meer uit het feit, dat de uitgevers maatschappij Bruna te Utrecht kort geleden is gestart met een speciale SF-serie, ondergebracht in de Zwarte Beertjes-reeks, maar met een herken bare signatuur en bovendien apart ge nummerd. Naast Born en Meulenhof lanceert Bruna hiermee de derde spe ciale SF-serie en tal van liefhebbers zullen hier bijzonder tevreden mee zijn. Nummer 1 van deze serie is een ver halenbundel van de bekende Amerikaan se SF-schrijver Isaac Asimov, diebij voorbeeld met zijn bekende „Fouda- tion-triologie" en tal van andere ro mans, w.o. „Reisdoel: menselijk brein" een enorme reputatie heeft op gebouwd in de loop van tientallen jaren. Laatstgenoemd boek is onder de titel: „Fantastic Voyage" verfilmd. (Zwarte Beertjes 1075) Ook zijn boeken, waar in robots een belangrijke rol spelen, behoren tot het beste uit zijn oeuvre. In 1971 bracht Asimov zijn beste, tot nu toe ongebundeld gebleven verhalen bijeen in een kostbare omnibus-uitgave: „Nightfall and Other Stories". De uit geversmaatschappij Bruna stelde uit deze verhalen twee selekties samen. De eerste verscheen als nummer 1 van de nieuwe Bruna SF-serie onder de ti tel: „Broedt daar een mens....?" Het zijn stuk voor stuk uitmuntende verha len (vijf in totaal), waarin Asinov zijn soms briljante ideeën in spannende verhalen omzet. Spannend, boeiend en vooral ook voor een bepaald deel geba seerd op wetenschappelijke feiten, hy pothesen en gevolgtrekkingen. Als we tenschapsman weet Asimov deze aspek- ten op een aantrekkelijke manier in zijn verhalen te verwerken, waardoor het geheel aan geloofwaardigheid wint en je soms doet huiveren. Het titelverhaal bijvoorbeeld: Broedt daar een mens...? is een zorgvuldige uitwerking van het thema, dat de aarde een onderdeel is van een ontzaglijke proeftuin van „goddelijke" wezens. De aarde zou een broeikas zijn, waarin deze wezens spe ciale soorten kweken. Mensen bijvoor beeld. Mensen, die gebonden zijn aan de beperkingen, die deze Wezens hen heeft meegegeven. Maar het is uit de hand gelopen. De mensen reageren niet meer op de impulsen der scheppers. Zij zijn hun eigen weg gegaan.... Een dergelijk thema is op zich huiveringwekkend. Asimov bouwt het in, in een verhaal over de machtsstrijd tussen oost en west. Aanvankelijk zachtjes voortkab belend, maar langzaam toewerkend naar een climax. Een uitstekend ver haal! Het tweede verhaal uit deze bundel dat mij trof, is het verhaal „Gast vrouw". Asimov is hierin duidelijk de wetenschapsman, die zich heeft ver diept in de biologische en bio-chemi- sche confrontatie tussen de mens en een buitenaards wezen. Wat kunnen daarvan de gevolgen zijn? in „Gast vrouw" werkt Asimov zo'n theoretisch gevolg uit en het resultaat is al even huiveringwekkend verhaal als „Broedt daar een mens?". We wachten met spanning op de twee de bundel, die Bruna samen zal stellen uit de recente verhalen uit „Nightfall and other stories". „Broedt daar een mens?", vijf ver halen van Isaac Asimov, uitgegeven door Bruna in de Zwarte Beertjes- SF-reeks, nr 1. Prijs f3,50. L.V. ook door andere schrijvers in één of andere vorm reeds gebruikt voor een roman. (De maan in opstand- van Robert Heinlein). Het verhaal speelt zich voor een groot deel af op een strakolonie, een andere planeet dan de aarde. In tegenstellling tot Heinlein, die van de maan een open strafkolonie maakte, is deze planeet van Sheckley een geslo ten planeet. Het is onmogelijk om Omega te verlaten. Toch is het hoofd motief van Sheckley's roman niet de poging van Will Barrent om de hel van Omega te overleven en te ontsnappen, maar de oorzaak van de deportatie naar de strafplaneet. Steeds weer vraagt Barrent zich af, waarom hij is gestraft. Hij zou iemand gedood heb ben. Iemand.... Barrent weet zeker, dat hij onschuldig is. Hij is geen moorde naar; Zonder al teveel van deze geniale roman te verklappen, wil ik toch wel iets zeggen over de sfeer ervan. Het is een huiveringwekkend verhaal over mensen, die overgeleverd zijn aan het recht van de sterkste. Want dat is de enige wet op de strafplaneet Omega. Alleen de sterkste overwint. En de slimste. Will Barrent toont slim en sterk te zijn. Hij overleeft. Hij werkt aan op een ontsnapping. Dankzij hulp van anderen, die net zo denken als hij en onschuldig zeggen te zijn, begint er lijn te komen in de ontsnappingspoging. Maar wat zal Will Barrent vinden op de aarde die hem heeft gestraft? Evenals de lezer ontdekt Will Barrent aan het slot van zijn reis, een hem onbekende aarde. Een verbijsterende aarde. Wat is er gebeurd? Waarom werd Will Bar rent gestraft? Is de aarde onderwor pen aan een tiran? Is de aarde één grote politiestaat? Robert Sheckley geeft het antwoord. Het is een antwoord, dat tot diep nadenken stemt. Want - en dat is het hoofdmotief van het verhaal - is het een onmogelijkheid? Zal de aarde werkelijk de kant op gaan, die Sheckley in zijn roman beschreef? Op het eerste gezicht zijn er niet veel aspecten te vinden, die een dergelijke toekomst on mogelijk zouden maken. Robert Sheck ley: DeStatusplaneet, Zwarte Beertjes- SF-reeks, nr 5, uitgegeven door Bruna te Utrecht. Prijs f3,50. Aanbevolen! L.V, Eveneens nieuw in de Bruna-SF- reeks is de roman „De statusplaneet" van Robert Sheckley. Het thema dat Sheckley in deze roman behandelt, werd LEUSDEN/Z. Van de zijde van Pon's automobielhandel N.V. wordt ons meegedeeld dat het ijs op de vijver voor het bedrijf volstrekt onbetrouw baar is! Men loost loost name lijk warm koelwater op dit waterbassin. De vijver is 3.50 m. diep. De Amerikaan Robert Silverberg schreef een aantal korte verhalen, waarin het thema sex in de SF een be langrijke plaats inneemt. In de Zwarte Beertjes-SF-reeks van Bruna ver scheen kortgeleden een bundel van Sil verberg onder de titel: „Eva en de 23 Adams". De verhalen van Silverberg zijn niet sensationeel, maar wel vin dingrijk en vertonen soms aardige SF-grapjes De menselijkheid in Sil- verberg's verhalen is eveneens opval lend. Het titelverhaal „Eva en de 23 Adams" behandelt het sexuele pro bleem van 23 ruimtevaarders tijdens een lange ruimtereis Op zo'n reis - dat is de gewoonte - dient men zo nu en dan zich lichamelijk te kunnen ont spannen omdat anders de ramp niet te overzien zou zijn. Het is eenmaal zo, dat mannen zich na een bepaalde periode van onthouding minder kunnen concentreren op hun dagelijks werk. Men wordt geprikkeld, de spanningen stijgen. De oplossing is een vrouw aan boord, die moeder en minnares dient te zijn. Een vrouw, die de moei lijkheden van de jongens aan boord op vangt en niet te beroerd is om des noods ook de sexuele spanningen van de mannen wat te verminderen. Eva Tyler is zo'n vrouw, 22 jaar oud, niet getrouwd. Zij heeft aangemonsterd op het militaire ruimteschip „Donny- brook" als Manschappen Meisje. Maar dat is slechts het begin. Silverberg schetst het verloop van de reis en heeft tot slot nog een aardige verrassing in petto. De zeven andere verhalen heb ben minder sex-elementen in zich, maar zijn er even goed om Wie zich een goede voorstelling wil maken van de toestand na een complete atoom oorlog, moet vooral het verhaal „Op weg naar het einde" lezen. Er is bij zonder weinig fantasie voor nodig om zich de door Silverberg geschetste situatie voor te stellen. Huiveringwek kend, dat wel, maar tevens een op doemende realiteit, wanneer de drei ging van een atoomoorlog actueel gaat worden. „Eva en de 23 Adams" en andere verhalen van Robert Silver berg, Zwarte Beertjes-SF-reeks, nr 8, Pcijs; f3,50. L V. belasting - als ik een salaris van f 1.400,-- per maand verdien en alle belastingen en premie's naar de wet worden ingehouden en mijn vrouw en ik verdienen er 's avonds f600,-- bij (waarvan ook alle belastingen en pre mie's worden ingehouden volgens de wet), moet ik dan meer Inkomsten_ Belasting betalen als iemand die in zijn betrekking f2.000,-- per maand verdient? Zo ja. waarom? Antwoord: U betaalt in het door u gestelde geval niet meer Inkomsten Belasting (I.B.) dan iemand die per maand f2.000,-- verdient U krijgt echter wel een aanslag, omdat de Loon Belasting (L.B over f 1.400,-- plus die over f600,-- tezamen minder b draagt dan die over f2000,-- verdie i U krijgt echter wel een aanslag, or dat de Loon Belasting (L.B o» 1 f 1.400,-- plus die over f600,-- tei .jj men minder bedraagt dan die or f2000,-- ineens' Dit komt doordat tarieven van de I.B. en de L.B., zo goed mogelijk op elkaar afgestei j zijn, progressief zijn. Dat houdt dat van iedere gulden méér inkomen* steeds stijgend percentage beli i ting moet worden betaald. De L over f2.000,-- per maand is dus ger dan die over f 1.400,-- en f600 samen en het verschil betaalt u 1 als I.B. In feite betaalt u zelfs nogt j minder, omdat voor de inkomsten tvj uw echtgenote apart verwervingskc- ten kunnen worden afgetrokken en vo 4 de rest een gedeeltelijke vrijstelln A geldt. AZALEA - Hoe kan men het bes een azalea overhouden? Antwoord: Na de bloei van de Az; (Rhodondendron simsii en Rh.Kius! num) kunnen de planten na half mei de tuin op een zonnige plaats woi ingegraven. Indien nodig kunnec eerst verpot worden, in een mei van bosgrond, turfmolm en wat c- koemest. Wanneer ze echter goed; voed worden kunnen ze jarenlang dezelfde pot blijven staan. In tember of begin oktober (vóór de nai vorst) moeten de planten naar bit worden gehaald en in een koel trek voor een zonnig raam worden zet. Naast de bloemknoppen ontwilc. len zich groene scheutjes, zgn. ,,di jes", die het voedsel dat voor de bloc knoppen bestemd is wegtrekken. L diefjes moet u dus nijpen of wegkt pen. Verder moet de plant gerer worden besproeid tot de knoppen g kleuren. Wanneer de bloemknoppen aanvoelen mag de plant pas in de v warmde kamer geplaatst worden. Vn j bloeiende soorten in december, bloeiende in het voorjaar. Gedure: de zomer moet regelmatig gesprc en eens in de 14 dagen bemest wort! MUNTEN - Kunt u mij de waardei geven van een halve gulden uit l! met de beeltenis van koning Wille: i en van een halve gulden uit 1858:! de beeltenis van koning Willem Antwoord: De waarde van deze mi ten hangt sterk af van de kwalu waarin ze bewaard zijn gebleu Voorts is de inkoopwaarde van de lu del rond één derde van de verkoj prijs (alles met uitzonderingen natuc lijk, want er zijn geen vaste prijz en ligt de ruilwaarde tussen par culieren daar ongeveer tussenin geven u globaal deze laatste waar voor: A. een normaal gebruikt sti B. een zeer fraai stuk (bijna geen st tageplekjes), C. een bijna stemp: nieuw stuk, zonder slijtage en re stempelglans. Yz gulden 1848: A. f4,--, B. f35, C. f55,-- x/ gulden 1858. A. f4.--, B. f30 C. f50,--. Voor de zeldzame stukken (kwab C) zal de handels-inkoopprijs di:-u ter bij deze bedragen liggen. Feuilleton door Frank van Falekenoordt - 2 - Ze tekenden een overdrachts formulier en keken de man nog eens aan, de pas in de hand. ,,U bent meneer A Galestad uit Oos terbeek0 Van beroep fabrikant en ge boren 22 juli 1923 in Arnhem?" „Inderdaad „De commissaris in Arnhem wil u spreken, meneer Wilt u met ons mee gaan0" Galestad kwam moeizaam overeind „Er zal niets ar\pers opzitten, he?" antwoordde hij, pijnlijk glimlachend. Maar gelijk bevroor de lach op zijn gezicht „Maar, mijne heren, als ach teraf blijkt, dat het een of andere kin derachtige futiliteit is, waarvoor men mij op dit ogenblik aanhoudt, dan zultu mij van een andere kant leren kennen, dat garandeer ik u". „Dat is uw goed recht, meneer", antwoordde een der rechercheurs droogjes. „Dat ziet u te zijner tijd dan wel" I „Oké. laten we dan maar gaan Hoe eerder deze onverkwikkelijke historie achter de rug is, hoe liever" De betrekkelijk korte rit van de grens naar het centrum van Arnhem, w >rü zwijgend volbracht. Op de bin nenplaats stapte Galestad uit met de beide rechercheurs en zwijgend ging hij met hen naar binnen. In een klein vertrekje werd hem een stoel gewe zen. Een der rechercheurs vertrok, terwijl de andere met zijn rug naar de deur gekeerd bleef staan en een sigaret draaide. Galestad trommelde nerveus met zijn vingers op de kale, houten tafel en besloot toen ook maar een sigaret op te steken. Nog immer had hij er geen idee van, wat dit al lemaal had te betekenen. Het duurde geruime-tijd, voor de re chercheur terugkwam Hij maakte een uitnodigend gebaar. „De commis saris is er, meneer Hij wil u zelf spreken over deze affaire" Welke affaire? dacht Galestad Maar dat zullen we nu wel spoedig horen, 't Zal wat zijn, als het te voorschijn komt. Als het een flauwekulletje blijkt te zijn, schakel ik de hele Nederlandse pers in Daar kunnen ze staat op ma ken Tenslotte ben ik niet de eerste de beste. Het was een grote kamer, eigenlijk een zaaltje, waar een zwaar, donker bureau stond, en achter dit bureau zat een grijzende man, die de binnenko mende scherp aankeek. Een korte aanwijzing „Gaat u zit ten. Je kunt wel gaan, Visser. Tot hoe laat heb je dienst?" „Tot eén uur vannacht, commissa ris". „Mooi, blijl maar in de buv.ri „Jawel, commissaris'''. Toen de rechercheur was vertrok ken, nam de commissaris een map uit zijn bureau en bladerde er even inbe keek de pas van Galestad en knikte een paar malen. Tenslotte wendde hij zich tot zijn bezoeker en vroeg op kalme toon: „Geen idee, meneer Galestad, waarvoor men u heeft aangehouden?" „Niet in het mnnst, meneer". „Zo, zo. Dat is niet fraai, meneer. Beslist niet. Dan moeten we maar be ginnen met uw geheugen een beetje op te frissen. Hoe lang bent u getrouwd, meneer?" Galestad knipperde met z'n ogen „Dat is laat eens even kijken. dat is eh ruim achttien jaar. Ja, in mei is het achttien jaar geleden" „Komt uw vrouw ook uit deze om geving? U bent toch woonachtig in Oosterbeek, nietwaar?" „Mijn vrouw is van origine een Haarlemse. Indertijd nam ik de fa briek van haar vader over. Hij had _geen opvolger Zodoende". En de dochter maar gelijk met de inventaris overgenomen, veronderstel de de man achter het bureau. Ver volgende zei hij, langzaam, de nadruk leggend op ieder woord: „Er was al eerder een vrouw in uw leven, meneer Galestad". De aangesprokene fronste de wenk brauwen „Waar stuurt u op aan, me neer de commissaris?" „Ik ga uw geheugen openbreken, me neer Dan zult u ook begrijpen, waar om wij u hebben aangehouden Wel eens gehoord van een zekere juffrouw Tan- nema? Clasine Tannema? Om precies te zijn. Sientje?" De uitwerking was verrassend. Ga lestad kreeg een schok. Hoewel hij doorgaans goed in staat was zijn emo ties te camoufleren en tijdens bespre kingen met collega's, concurrenten, klanten en vakbondsleiders volkomen zijn gezicht in de plooi wist te houden, was het effekt als gevolg van het noe men dezer naam zo groot, dat hij en kele sekonden uit zijn evenwicht was ge bracht. In deze enkele ogenblikken stortte zijn hele wereld ineen Met de scherp te van een zwaar drong het tot hem door: het verleden is opgegraven Op de een of andere manier is het uitge lekt. Maar hoe? Sientje moet doorge slagen hebben. Maar is die indertijd niet naar Australië vertrokken? Hoe kan dat nu? De commissaris wist nu. dat hij de juiste man had Hij had zich verra den. De schrik was niet te keren. „Sientje Tannema. Die naam bete kent zeker nog wel wat voor u, niet waar?" Terwiil de man daar zat. od de me» ïeer DeKiede sioei, zocht zijn imiiu ze nuwachtig naar het pakje sigaretten in zijn zak Maar dat had zijn vrouw. De commissaris zag het en schoof hem een doos toe „Steekt u maar op. me neer Daar ligt ook een aansteker" De hand trilde, waarmee hij de sigaret uit liet doosje nam Gulzig zoog hij aan de sigaret en gelijktijdig draai de de klok in een*Snel tempg terug Twintig stappen van een jaar. Twintig jaren. HOOFDSTUK 2 De vrouw stond in een portiek, want het regende. Het regende zelfs hard De dunne regenjas bood nauwelijks enige beschutting, omdat het ook waai de Hoewel ze er nu spijt van had, dat ze met een nijdige kop het huis uit was gelopen, was het haar trots, die haar weerhield om met hangende pootjes te rug te keren. Ze zag de triomfantelijke gezichten al van haar ouders en haar broers. En die lol gunde ze hen niet Stom, dat ze zo weinig geld had mee genomen. Op haar kamer, in de kast, had ze haar portefeuille liggen met bijna honderd glden Nu had ze en kel haar portemonnee in haar tasje. Misschien enkele guldens. Nauwelijks genoeg voor een onderkomen vannacht en morgen een ontbijt En daarna? Eer dat ze toch weer naar huis te rugging! Altijd en eeuwig ruzie Nu had ze er genoeg van. Lam, dat het net zo regende Zou ze naar een café gaan om wat te drinken? Misschien ontmoet te ze daar een kennis. Een man slenterde langs. Niet hele maal meer brandscoon. Een sigaret bengelde in zijn mond. Ze zag hem aankomen en verlangde zelf gelijk ook naar een sigaret. Natuurlijk in de con sternatie van het ogenblik ook verge ten De man zag haar staan. Hij draaide zich naar haar toe „Hai, schoonheid!" „Hallo", antwoordde ze, op haar hoede Het zou de eerste keer niet zijn, dat een man haar in een portiek beetpakte met bepaalde bedoelingen. Bij het licht van de straatlamp zag ze, dat hij jong was Misschien twee- of drieentwintig jaar. Zo op de eerste oogopslag geen onsympathiek gezicht. Hij leunde tegen de muurrand „Wat gaat het me kosten, zus?" „Waar zie je me voor aan0" beet ze van zich af Hij grijnsde. „Voor een leuk griet je, dat de zonde wel waard is Woon je hier0" „Nee. En wat jij denkt, ben ik ook niet. Ga weg-" „Zo je wilt Je mag ook met me meegaan. Gaan we wat drinken. Ik heb dorst van al die nattigheid op straat" Ze rilde Enerzijds was ze voor zichtig. Maar ze verlangde intens naar warmte, wat te drinken en een sigaret „Goed", besloot ze. na enige aar zeling. „Als je je tenminste behoorlijk gedraagt". Nogmaals lachte hij. „Ik ben een nette jongen, zus Een heel nette jon gen Als jij zegt blijf met je tengels van me af, dan kom ik niet aan je, begrepen?' Enige tijd later zaten ze in een café. De iukebox sopelde een DOp»iaire me lodie. Ze rookte en arutiK uimaargias. Hij had haar een paar Jceer van terzij de aangekeken. Nu ze de verregende jas uit had, zag ze er aardig uit in haar blouse en rok. Een goed figuurtje, con stateerde hij. En als ze lachte, had ze een knap toetje „Hoe heet je?" Ze bloosde „Ergens mag ik je. Ik weet niet waarom, want ik ken je nau welijks Maar je lijkt me betrouw baar „Ik werkte op een bank, zus. Bank- employées zijn altijd betrouwbaar In de binnenstad was een eenvoudige gelegenheid, waar gedanst werd. Toen ze rond draaiden, keek hij lachend in het gezicht bij het zijne. „Je kunt het, zus" „Ben je m'n naam vergeten0 Dat „zus" klinkt banaal." „Je bent een leuke meid, Sien." „O, ik was al bang, dat jeaangeheu- genverlies leed." „Dat zit bij mij wel goed" Af en toe zaten ze uit te blazen en dronken ze wat, een sigaret rokend Haar nare stemming verdween geleide lijk aan. Bert zag tot zijn genoegen, dat ze steeds vrolijker werd. hoewel ze nooit alcohol gebruikte En omdat hij zelf bemerkte, dat hij rijkelijk aanzijn tax was, besloot hij zich te beper ken tot een glaasje port. Om half twaalf zweeg de muziek. Bert rekende af en even later stonden ze buiten, waar de regen uiteindelijk was opgehouden. „En nu?" vroeg hij. „Als je me de hotelkosten wilt voor schieten, krijg je het met een paar da gen terug," beloofde ze. „Ik heb thuis voldoende geld. En een spaarbank boekje." Hij lachte. „Ik voel me op de een of andere manier verantwoordelijk voor je, jongedame. Daarom doe ik je een voorstel, in alle eer en deugd, ga maar met mij mee Ik heb kamers in Zuid. Een bed en een divan Jij krijgt het bed, ik neem de divan. Enne. ik zal me als een heer gedragen." Ze overlegde met zichzelf Op de een of andere manier boezemde deze jongen vertrouwen in. Aan de andere kant had ze al een paar vervelende ervaringen Maar het zou wel een goedkope oplos sing zijn. „Als m'n broers te weten komen, dat ik mee ga met een jongen naar zijn kamer en daar de nacht blijf, breken ze al je botjes," waarschuwde ze „Dan moeterf ze wel van goede huize komen, Sien", weerlegde hij lachend „Toevallig ben ik niet van koekdeeg." Wat aarzelend stemde ze toe. „Goed. ik waag het er op. Welke tegenpresta tie verlang je van me?' De jongen lachte schaterend „Bang. he° Morgenochtend ben je niet meer bang De tegenprestatie is. dat je mor gen voor m'n eten zorgt. Ik heb van alles in huis. Kun je koken?" „Dat zal wel gaan. Is dat alles0 „Wat bedoel je?" „Verlang je niet meer van me?" „Doe niet zo mal, Sien Ik heb je al gezegd als jij niet wilt. dat ik aan je kom. blijf ik van je af Is dat vol doende, of moet ik het schriftelijk vast leggen, op gezegeld papier, in het bijzijn van twee betrouwbare getui gen?'" Nu was het haar beurt om te lachen „Hou maar op, Bert, ik waag het er op." „Je zult er geen spijt van hebben" Toen hij de sleutel in het slot stak. legde ze haar hand op zijn arm. „Wat zal je hospita ervan zeggen?" „Ik heb geen hospita. Ik huur twee kamers: een zitkamer en een slaap kamer annex bad en w.c. En m'n natje en droogje verzorg ik zelf" Ze volgde hem naar boven; hij knipte het licht aan en wees naar de vensters. „Ik laat hier de overgordijnen open Ben je veiliger." Het meisje keek wat rond. „Van wie zijn die spullen? Van jou?" „Gedeeltelijk. Af en toe koop ik zelf wat. Misschien met het oog op een toe komstig huwelijk. Je kunt nooit we ten. Wat in de slaapkamer staat, is vrijwel allemaal van mezelf. O, vast niet het modernste, maar wel degelijk. Tenslotte ben ik alleen, nietwaar?" Ze volgde hem naar de slaapkamer, waar een breed tweepersoonsbed stond Hij wees naar de ramen. „De gordij nen kun je zelf wel sluiten. De sleutel zit aan jouw kant van de deur, kun je hem op slot doen. Ik haal' wat dekens en een laken uit de kast en installeer me op de divan. Tevreden0" Ze drukte zijn arm. „Je bent erg lief, Bert Ik heb er geen spijt van, dat ik met je meeging. Morgen zal ik voor je koken. Hij kuste haar de wang. „De uitzon dering, die de regel bevestigt," ver duidelijkte hij lachend „Wil je soms eerst nog wat drinken? Een kop koffie0" „Jeetje, Bert, daar heb ik zin in. Zal ik het klaarmaken?" „Morgen is het jouw beurt. Zal ik je eerst eens Taten zien, dat een vuJbL- zel zich ook weet te redden." De volgende morgen keek hij even vreemd in het rond. Verdraaid, dat is waar ook, er was een grietje in zijn slaapkamer. Hoe laat zou het zijn? Hij zocht naar zijn horloge. Alle mensen, al half tien Eerst maar eens thee zet ten. Dat grietje kon ook slapen! Het volgende kwartiertje was hij be zig met thee en eieren, terwijl hij intussen de tafel dekte voor het ontbijt, en brood en beleg klaarzette. Toen alles gereed was en hij nog niets in de slaapkamer hoorde, tikte hij een paar keer aan de deur en zei: „Sien, het is bij tienen, hoe denk je er over? Ik heb alles al klaar: thee, brood en een ei". „Ik kom Sorry, maar ik heb zo lek ker geslapen!" „Helemaal niet bang geweest?" „Geen moment meer". „Dan durf ik te vragen. Wil je thee met beschuit od bed?" „Clasien. z,eg maar Sientje. Ik vind het een rotnaam, maar iedereen noemt me zo. En jij?" „Bert Waarom stond jij daar in dat portiek?" Ze haalde haar schouders op. „O, zo maar. Een beetje mot gehad Thuis." „Komt in de beste families voor. Kunnen we elkaar de hand geven" „Ook ruzie gehad thuis0" „Ik heb geen thuis meer. M'n ouders zijn dood. Ik heb één zus, die is ge trouwd. Ik heb een kamer in de stad En, ik ben zonder werk." „Ontslagen?" „Zelf ontslag genomen. Ik had er opeens schoon genoeg van. Altijd ge donder met de chef En dan is op een keer de maat vol en zeg je dingen, die je anders nooit zegt. Zal nie „cn zorg zijn. Ik heb wel een paar centen. Zoek op m'n gemak een andere baan. Ten slotte heb ik diploma's „Wat doe je? Ik bedoel, wat deeJ voor werk?" „Bank Filiaal van de Twentse Alteveer. Ik zat er al een paar Enige maanden geleden kregen we nieuwe chef. De oude werd direkteur Nieuwe vestiging in de Al terhoek. De nieuwe was een lamstn Die zou de zaak wel eens even reorf niseren. We werkten, tot hij kwi erg plezierig met elkaar O, maar klein ploegje hoor, een man of zei Nadat hij baas werd, moest alles *i model Net een kleuterschool Op een geg< moment barst dan de bom. We zijni z'n tweeen weg gegaan En ik zie de rest nog wel een paar 'm smei Zullen ze op het hoofdkantoor wel ken, dat het aan hem ligt. Moeteo] daaruit maar de conclusies trekkf Het meisje dronk haar glas leef] wist niet, wat ze moest antwooi „Wat doe jij?" ..Bij V en D. Afdeling lingerie ecj| Zit ik al meer dan een jaar" Een winkeljuf, was zijn oordeel Dl zou ze wel blijven, tot ze trouwdel verging het immers honderden mejj jes? Haar toekomst zou waarschip zijn met een fabrieksarbeider in ea andere matige buurt en dan binnen® kele jaren een hok met kinderen f een vooruitzicht „Waar woon je?" Ze haalde onverschillig haar scbfi ders op. „Wat doet dat ertoe ui twee en twintig. Ik kan doen en lil wat ik wil Als ik vanavond niet cl naar huis wil, blijf ik weg. Missw ga ik nooit meer naar huis terufl -15- De maat wilde juist het café weer ver laten, omdat hij de waard helemaal geen aardige man vond, toen de deur open ging en de professoren Knikkerbok naar bin nen snelden, e voor de maat en Troe teltje tot stilstand kwamen. „Een pracht exemplaar!" juichde Jede- deus Knikkerbok. „Een schitterende vondst!" kraaide Za- charias Knikkerbok De mat keek verbaasd van de ene naar de andere professor. Eerst dacht hij, dat hij dubbel zag, daar de heren precies op elkaar geleken, maar lang zaam drong het tot hem door dat het er twee waren De professoren staken gelijktijdig hun handen in hun binnenzak en haalden er ieder een dikke stapel bankbiljetten uit. „Dit is voor u, wanneer u ons dit pracht exemplaar geeft!" zei Zebedeus. „Dit hebben wij over voor deze schit terende vondst!" zei Zacharias „Bedoelt u misschien mijn Troete- vroeg de maat met een verhit f „Wilt u mijn troeteltje kopen1 hoor! voor geen geld van de Nog niet voor duizend prentebrie! ten of honderd koekoeksklokken. koop mijn beestje niet! Wat zou hé- der mij beginnen, he Troeteltje7 H- binnen een week wegkwijnen en s ik ben er zeker van!'"

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1972 | | pagina 4