WÊÈMêM WÊÊÊBm%k&* (ÊÊÈBËtèstètèti LEUSDENS GROEI" §Ai» Knalgroen wil stadsuitleg aanzienlijk beperken WIE HEEFT GELIJK ÏTOUTENBURG .AMERSFOORT 'LEUSOEN-CENTRUM- WÊW: llnK4^ lokhorstN^ LEUSDEI OE BOOM achterstand in voorzieningen in te ha len en de schulden van de eerste fase af te lossen. Volgens deze gedachten- gang zal B en W waarschijnlijk al in 1975 trachten een gedeelte van de 2e fase te verwezenlijken met behulp van artikel 19 of een andere versnelde procedure." Het rapport „Grenzen van Leus- dens groei'' is samengesteld door M 't Hart, L Loth, F. ter Wol beek en P Padmos van het aktie- komitè Knalgroen, F Berendsevan de Milieuwerkgroep Gelderse Val lei en W. F Alleijn van de Stich- tine Natuur en Milieu. COMMENTAAR Weer een rapport weer een visie: De burger krijgt het de laat ste tijd steeds moeilijker. Voor al als men in Leusden woont. Daar wordt men herhaaldelijk geconfronteerd met zaken, die iedere inwoner aangaat, maar waarvan hij in de meeste ge vallen te weinig achtergrond informatie heeft om er eigen lijk een zinnig oordeel over te kunnen vellen. Wij bedoelen de grote strijdvraag tussen gemeen tebestuur en mensen als Knal groen-leden: „moet Leusden een stad worden met 45.000 inwoners of kan het met minder ook wel?" De gemeentelijke overheid schermt dan met uitspraken van de overige overheden. Noemt in nota's en rapporten genoemde cijfers en prognoses en bijt zich daar op vast. Knalgroen en an dere tegenstanders van de stads uitleg van Leusden schermen met dezelfde nota's en hebben hun prognoses kant en klaar. We kunnen ons voorstellen, dat u en ik het niet zo erg meer zien zitten. Wie heeft er gelijk? Deze week verscheen het rap port van Knalgroen „Grenzen aan Leusdens groei". Geschre ven vanuit een belangrijke maat schappijvisie, namelijk vanuit het standpunt, dat de natuur om ons heen naar de knoppen gaat als we geen balt toeroepen aan de steeds opdringende urbanisatie. Is bet rapport naar de idealen van de schrijvers toegeschreven of is_ het werkelijk gebaseerd op reële cijfers? Hebben zij gelijk of heeft het gemeentebestuur het gelijk aan haar zijde? Zo langzaamerhand wordt het tijd dat er „voor eens en voor altijd" duidelijkheid wordt geschapen in deze nu wel erg ondoorzichtig geworden ma terie. Wat zijnde werkelijke gevolgen van een verminderde bevolkings groei, zoals wordt voorspeld door het CBS? Is het werkelijk waar, dat Leusden kan volstaan met een uitgroei van ongeveer 22 tot 25.000 inwoners? Wat voor in vloed heeft bijvoorbeeld de bouw van de stad Almere? Moeilijke vragen, die de beantwoorders wellicht heel wat zweetdruppel tjes zullen kosten. Wij zouden er graag een antwoord op hebben. Bijvoorbeeld van de provinciale overheid. Al was het alleen maar een indikatle ten aanzien van het aantal inwoners van Leusden in het jaar 2000. Dan weten we tenminste allemaal, waar we aan toe zijn. Dit is dus een duidelijke vraag aan de provinciale en rijksover heid: „Kom op de proppen met de (eventuele gewijzigde) plan nen voor de gemeente Leusden ten aanzien van haar stadsuit leg teneinde duidelijkheid te scheppen In deze wirwar van prognoses en hypothesen, die ons, lezers, allemaal even geloof waardig voorkomen". Eén ding weten we wel zeker: „één van beide partijen moet zich ver gissen. Wij willen graag weten welke. En mochten ze zich beide ver gissen - niets is uiteindelijk onmogelijk - wat is dan de wer kelijkheid? L. V. Knalgroen op de bres voor het natuur behoud rond Leusden. Hier één van de gedeelten, die een behoorlijke land schapswaarde hebben de bosjes langs de Schnnlstppf MI1F.RDAG 15 MAART 1973 LEUSDER KRANT UITBREIDING IEUSDEN SCHAAL 1 2b OOO men de hoge grondprijzen (die weer te maken hebben met de snelle groei), de terechte eis om slechts schone bedrijven toe te laten, onvoldoende goedkope huisvesting voor het lagere personeel en een relatief slechte ver voerssituatie vergeleken met sommige andere gemeentes (bijv Nijkerk). Daarbij moet men nog afwachten of Leusden vrijstelling zal krijgen van de te verwachten investeringsheffing voor de provincie Utrecht. De bezwaren tegen het bouwen van een forensenstad spitsen zich toe als men van de gemeente Leusden bij her haling verneemt dat men zich ook als taak stelt om de bevolking van het wes telijk deel van de Randstad op te van gen (bijv. aanbiedingsbrief van B W bij de gemeentebegroting 1973, p.9) Volgens voorlopige gegevens van de volkstelling 1971 is slechts 14% van Leusdens bevolking uit Noord-of Zuid- Holland afkomstig, hetgeen de taakstel ling van B W reeds aanvechtbaar maakt Zij wordt echter onaanvaard baar indien de opvang van de Randstad bevolking niet gepaard gaat met vol doende bedrijfsvestigingen. WENSEN BIJ VERDERE UITBREIDING Het gebrek aan werkgelegenheid, de eenzijdige sociale opbouw van de toe komstige stad, de aanpassingsmoeilijk heden die rijzen bij een gebrek aan een langzaam gegroeid samenlevings patroon in de stad, het verdwijnen van het landelijk karakter, kunnen faktoren zijn die de huidige aantrekkelijkheid van Leusden negatief gaan beinvloeden. Dit kan, naast de verminderde woningbe hoefte, oorzaak worden van een steeds kleiner wordend vestigingsoverschot van mensen buiten de regio. Wil men deze nadelige faktoren tot een mini mum beperken, en tevens voorkomen dat men straks met een „halve stad" blijft zitten, dan zal men de volgende maatregelen moeten treffen: Bij elke fase van de uitbreiding moet men streven naar het tot stand brengen van een zoveel mogelijk in zichzelf afgerond geheel, eventueel re kening houdend met een verdere groei, maar hierop niet vooruitlopend Dit standpunt heeft vooral konsekwenties voor het te voeren financiële beleid Het voorzieningenpakket moet gelijke tred houden met de groei, er mag niet de situatie ontstaan dat men ver dere uitbreiding nodig heeft om het op peil brengen van de voorzieningen te bekostigen. Men moet de woningbouw aanpassen aan de groei van de werkgelegenheid en dus niet de groei van Leusden vooropstellen in de hoop dat de werk gelegenheid wel zal komen Naast de dienstensektor dient ook de nijverheid te worden aangetrokken, mits voldoende maatregelen tegen de vervuiling en andere vormen van over last worden getroffen. Indien het niet mogelijk blijkt om voldoende gediffe rentieerde arbeidsplaatsen in de regio Amersfoort aan te trekken, is dit een reden te meer om de uitbreiding te temporiseren Teneinde én de woningnood effektie- ver te bestrijden, én te zorgen vooreen evenwichtiger sociale opbouw, én be tere voorwaarden te scheppen voor be drijfsvestigingen ï.v.m woongelegen heid voor de lager gesalarieerde werk nemers, dient men te streven naar de 40-40-20 verhouding van woningwet-, premie-, en vrije sektor-woningen,die als landelijk gewenst gemiddelde door de overheid is gesteld In het laatste hoofdstuk wordt tenslot te ruime aandacht besteed aan de pro blematiek van de inspraak en ook de beruchte artikel-19 procedure wordt aan de kaak gesteld „Men moet bedenken dat, als de ex terne eisen voor een versnelde groei verminderen, de verlangens van de reeds gevestigde bewoners ook sterker moeten meespreken bij het bepalen van de toekomst van Leusden. Het motto „wij dienen het algemeen belang" mag geen excuus voor B en W zijn om de wens van de bevolking te negeren Gezien het snelle tempo van de recen te uitbreidingen kan er trouwens wel enige vertraging geduld worden Hoewel door het gemeentebestuur is beloofd dat bij het plan voor de 2e fase voor de inspraak een ruime plaats is gelaten, wagen wij dit te betwijfelen. Wij geloven niet dat voor een reeële deelneming van burgergroeperingen in de plannen nog veel tijd beschikbaar is in de ogen van B en W. Immers, eind 1976 beginnen met de bouw van de 2e fase (zoals het geval zal zijn vla de normale inspraakprocedure-red.), betekent dat de bouwaktiviteiten bijna twee jaar stilstaan, aangezien eind 1974 de eerste fase voltooid zal zijn. Deze staking van de bouw zal onzes inziens de gemeente in grote financiële moei lijkheden brengen, omdat geld van het grondbedrijf nodig zal zijn om de boerderijen langs de Leusbroe- veg: verminkt door de stadsuitleg? De huizen aandeKanaalweg:deelvande tweede fase? STELLINGEN Het rapport „Grenzen van Leusdens jel" gaat uit van een aantal stellin- [D. Deze stellingen zijn. e uitbreiding van Leusden-Centrum Jnoet zich beperken in het oosten tot bet Vallelkanaal, en in het zuiden tot Je Schoolsteegbosjes en hetbestaan- t industrieterrein. f)e tweede fase van de uitbreiding boet een in zichzelf afgerond geheel kijo en niet automatisch een derde bse uitlokken. feusden moet in de toekomst 30 a 10% woningwetwoningen bouwen, wil jet effektief de woningnood onder de ■agstbetaalden bestrijden. Ér moeten vervoersplannen worden Jntwikkeld waarin de nadruk ver- jchuift van de privé-auto naar het jpenbaar vervoer. e groei van Leusden moet zich aan- jassen aan de groei van de werkge legenheid in de naaste omgeving. |et behoud van zeldzame natuur- en indschapselementen, en de belangen jao de landbouw moeten een rol [pelen in de uitbreidingsplannen, tea redelijke aandacht voor de demo cratische procedures maakt het tarscbijnlijk dat niet eerder dan [976 met de bouw van de tweede |se begonnen kan worden. UITBREIDEN OF NIET? i het eerste deel van het rapport [dt uitgebreid ingegaan op de vraag leusden werkelijk moet uitbreiden ^en stad van 45.000 inwoners omdat »r de hogere overheden wordtop- fagen aan de gemeente Leusden, zo- I het gemeentebestuur meerdere en heeft betoogd Het rapport geeft jhistorische opsomming van deont- |eling van hetstruktuurplan. In 1966 het ontwerpstruktuurplan Ha- [sveld samengesteld en hierin werd igaan van een inwonertal voor Ha- [sveld (nu Leusden/Centrum) van Later werd dit cijfer (in het her- I struktuurplan 1969) teruggebracht 146 000 inwoners Het streekplan Jchtse Vallei en Eemland (1970) I nog een stapje terug en spreekt van inwoners in het jaar 2000 Re- uitspraken in een provinciale missie veronderstellen zelfs een I lager inwonertal, maar wij gaan pan voorbij, omdat deze cijfers niet let rapport zijn verwerkt De kon- |ie van de samenstellers van het brt plannen van Leusden hadden en jen verschillende wrijvingspunten Ide visies van de hogere overhe- I en zijn ten dele na enige druk aan- ftst. 1 Streekplan Utrechtse Vallei en ■land stelt dat voorlopig op niet dan 25 .000 inwoners gemikt moet Ben Bij de herziening van het jëkplan, in 1980, moet beoordeeld Ben of verdere uitbreiding wense- ns [en tijde van het verschijneff van de jvoor beschreven plannen ging men jan een bevolkingsaantal van 20,9 ïen in het jaar 2000. Na 1969 zorgt fel een sterke daling van het aantal geboortes er voor dat deze voorspel lingen steeds lager uitkomen Hoewel de officiële prognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek nu nog uit komt op 17,1 miljoen, wordt deze begin 1973 herzien en berekeningen van ver schillende zijden komen tep:..woordig uit op een schatting van rond de 15,5 miljoen inwoners in het jaar 2000 De groei van de huidige bevolking van 13,3 miljoen naar plm. 15,5 miljoen in plaats van 20,9 miljoen betekent dus dat het aantal mensen dat tussen nu en het jaar 2000 worden geboren ongeveer drie maal minder is dan dat waaropdeplan nen voor Leusden berusten Men kan direkt aanvoelen dat dit kon sekwenties moet hebben voor het aantal nieuw te bouwen huizen, hoewel het natuurlijk niet zo is dat daardoor auto matisch alle uitbreidingsplannen met een faktor drie moeten worden vermin derd Het feit dat er nog gebouwd moet worden voor kinderen die nu reeds ge boren zijn, samen met het effekt dat bij een minder snelle bevolkingsgroei de gezinnen kleiner zullen worden, en er dus minder mensen in één huis zullen wonen, zijn faktoren die er voor zorgen dat de verminderde bevolkingsprogno ses niet voor de volle omvang door werken in de woningbehoefte, zo zeggen de samenstellers. Zij konkluderen aan het slot van het hoofdstuk: „De veel gehoorde leuze dat de door stroming er wel voor zal zorgen dat er voldoende huizen met een lage huur vrijkomen voor de laag ;tbetaalden wordt overschaduwd door recente kon- stateringen dat deze doorstroming lan delijk ver beneden de verwachting blijft. In Leusden waren er in 1971 slechts 19 doorstromingsgevallen, in 1972 waren dit er 32, volgens cijfers van de gemeente De aantrekkingskracht van veel nieuwbouw is blijkbaar te gering om mensen die best een hogere maan delijkse som voor hun huis kunnen be talen te bewegen om hun huis vrij te maken voor minder draagkrachtigen Gebrek aan werkgelegenheid werkt dit in de hand. Hoewel Leusden slechts incidenteel met leegstand te maken heeft gehad (Euro- woningenj, zijn het naast de te verwach ten geringere woningbehoefte, deze fak toren die ervoor kunnen zorgen dat de druk van de Randstad op Leusden in de toekomst veel minder wordt dan aanvankelijk werd voorzien Hoewel de bovengenoemde faktoren, samen met de overwegingen die verder in dit rapport aan de orde komen, er voor pleiten dat de oorspronkelijke groeicijfers kunnen worden vermin derd, groeit Leusden in een hoog tempo. Gaf het struktuurplan nog als wens aan om in 1975, bij de afronding van de tweede fase, een totaal van 2500 wo ningen te bevatten, het blijkt uit de re cente cijfers dat de eerste fase eind 1974 zal worden afgerond met 3448 woningen Een verminderde bevolkingsprog nose van 15,5 miljoen in het jaar 2000 heeft als konsekwentie dat de jaarlijk se uitbreiding van het woningbestand na 1980 nog maar de helft zal kunnen zijn van wat deze nu bedraagt. Aange zien de woningnood voornamelijk onder de laagstbetaalden heerst en de door stroming ver beneden de verwachting De natuurgebieden in het struktuur plan. den, verdient aldus het rapport, een hoge prioriteit Hun aangeslotenheid en ligging ten opzichte van de stede lijke kernen bieden nog steeds goede mogelijkheden hiertoe. Samenvattend konkluderen de samenstellers. De natuur en het landschap rond^ Leusden heëftverscfiillénde belang rijke funkties. Daar zijn de ekologische funktie, de rekreatieve funktie en de funktie voor de wetenschap. Van het rijk gevarieerde, eeuwenoude landschap rond het vroegere Hamers- veld resteren nog de volgende gebieden Het komplex landgoederen Heiligen berg. Lockhorst en Hertenkop, het komplex De Boom en Geerestein met de moerasbossen rond de Schoolsteeg, de streek tussen Taayland en Zand- brink aan de oostzijde, en de landgoe deren Groot- en Klein Stoutenburg Deze gebieden zullen volgens het be staande struktuurplan alle door wegen worden doorsneden en door de stede lijke bebouwing worden aangetast De bebouwing ten oosten van het Vallei- Kanaal vormt een akute bedreiging er zijn sterke aanwijzingen dat de gemeen te hier bij de volgende uitbreidings- fase wil gaan bouwen Overigens zetten zij ook vraagtekens achter de aanleg van de S10, de T10 en de Til Aangezien de realisering van deze wegen nog wel een flink aantal jaren kan duren, mochten ze worden gerealiseerd, gaan we er in dit artikel aan voorbij. In het rapport kunt u er echter alles over lezen LANDBOUW De landbouw wordt in het rapport niet vergeten. Integendeel De samenstel lers pleiten voor een duidelijker beleid ten aanzien van de agrarische belangen en vinden, dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met die belangen. KONSEKWENTIES VAN DE GROEI VAN LEUSDEN VOOR DE LANDBOUW De bestaande indentiteit van land bouwgebied, het klimaat, de zuiverheid van de lucht en de waterhuishouding zullen door verstedelijking en wegen aanleg en het daarmee gepaard gaande verdwijnen van landbouwgronden aan schoksgewijze veranderingen komen bloot te staan die voor het milieu en zeker ook voor de landbouw ongunstig zullen zijn. Ook de mogelijkheden voor wetenschappelijk landbouwkundig on derzoek zullen afnemen Tevens zullen door het teruglopen van het landbouw areaal minder agrariërs hier een rede lijk inkomen kunnen verdienen De geplande uitbreidingen van Leus den vinden gedeeltelijk plaats temidden van de beste landbouwgronden in de Gelderse Vallei, waar uitstekend ge- schoolde ondernemers leven. Het ge meentebestuur geeft er de voorkeur aan Leusden-Centrum zoveel mogelijk te laten uitgroeien terwijl het vanuit landbouwkundig oogpunt juist gewenst zou zijn de groei te beperken In af wijking van het struktuurplan geeft het gemeentebestuur de indruk dat het nu eerst ten oosten van het Vallei kanaal wil gaan bouwen, terwijl de aan tasting van de agrarische struktuur daar ernstiger is dan ten westen van het kanaal. De onzekerheid over de toekomstige omvang van Leusden- Centrum en de fasering van de bouw plannen leidt ertoe dat de agrarische ondernemers een afwachtende houding aannemen en geen diepte-investeringen meer doen. Daardoor neemt de produk- tie af in een groter gebied dan nood zakelijk is. In samenhang met de ontwikkeling van Groot-Leusden zijn enkele wegen in het landelijk gebied geprojekteerd, de S10, T10 en Til Alleen al daardoor zal in de gemeente Leusden minstens 80 ha landbouwgrond verloren gaan Daar naast zal voor zeer veel boeren aan zienlijke omrijschade gaan optreden, met name wanneer de tracé s voor de tertiaire wegen T10 en Til uitgevoerd zouden worden Mede door het ontbreken van een algemene agrarische struktuurschets voor Nederland, komen bij de stede lijke uitbreidingen de belangen van de landbouw onvoldoende naar voren Grote delen van het struktuurplan van Leusden-Centrum zijn gesitueerd op een goed landbouwgebied. Vooral in dien ten oosten van het Valleikanaal wordt gebouwd zullen vele hoogwaar dige bedrijven verdwijnen of worden verminkt. Bij de verwezenlijking van het struktuurplan zullen bovendien ver schillende wegen het gebied versnippe ren en verkleinen." EISEN VOOR DE GRENZEN VAN LEUSDEN In het voorgaande is aangetoond dat bij de beoordeling van de grenzen van Leusden niet slechts de woningnood als argument mag worden genoemd, maar dat ook de belangen van natuur, land schap en landbouw zwaar moeten wegen Vooral de waardevolle gebieden ten oOsten van het Valleikanaal mogen niet worden aangetast door de stedelijke uitbreiding. Ook maken de sterk ver minderde bevolkingsprognoses het voorbarig om te ver zuidelijk te gaan met de bebouwing Een dwingende eis is dat men zich bij de volgende uit breidingsfase niet vastlegt op een ver dere grootscheepse uitbreiding na 1985 Wij zijn ervan overtuigd dat een harmonische afronding van de volgende uitbreidingsfase tot 1985 wordt bereikt door als oostelijke grens het Vallei- kanaal te nemen en als zuidelijke grens, het natuurgebied rond de Schoolsteeg. Op de kaart is ruw aangegeven hoe deze grens gaat lopen, aldus het rapport dat konkludeert: Een schets van het struktuurplan Leusden geprojekteerd over de natuur gebieden De dikke stippellijn geeft de grenzen aan van Leusden's groei vol gens Knalgroen. „Een sterk verminderde groei van de bevolking en de belangen van natuurbe houd maken het een vereiste om de bebouwing van Leusden zo in te richten, dat in elke fase van de bouw een af gerond geheel ontstaat, dat geen verde re uitbreiding uitlokt Dit houdt tevens in dat wij het volstrekt oneens zijn met de voorgenomen bouw ten oosten van het Valleikanaal. Zelfs indien men zich als maximum inwoneraantal voor 1985 houdt aan het getal dat het Streek plan aangeeft voor 1985, kunnen de grenzen van het struktuurplan beperkt blijven tot aan de oostzijde van het Valleikanaal en aan de zuidzijde de Schoolsteegbosjes en het industrieter rein. WONEN, WERKEN EN VERVOER IN LEUSDEN Het tweede deel van het rapport houdt zich intensief bezig met de on derwerpen wonen, werken en vervoer in Leusden „Door de grote toekomstverwachting voor de auto, die uit de landelijke, provinciale en gemeentelijke plannen spreekt, zijn in en om Leusden een aantal ruime wegen geprojekteerd. Voor het openbaar vervoer wordt geen grote plaats ingeruimd, hoewel de mo gelijkheid wordt opengelaten om de spoorlijn Amersfoort - Veenendaal weer open te stellen voor personen vervoer. Een regionaalverkeersonder- zoek is dringend gewenst, maar nog niet begonnen. De eventuele totstandkoming van railvervoer is afhankelijk van de uit eindelijke grootte van Leusden. Als Leusden onverhoopt toch groot wordt dan is railvervoer een noodzaak. Voor al met het oog op de steeds minder aantrekkelijk wordende privé auto ver dient het echter aanbeveling ook bij een beperkte groei van Leusden zich intens met de mogelijkheid van rail vervoer bezig te blijven houden. In de overwegingen moet ook het even tuele uitblijven van werkgelegenheid worden betrokken, waardoor de ver- voerbehoefte extra groot wordt. En verder: Een volledige autobezetting is een ongewenste en wellicht ook niet haal bare situatie. Daarom moet de aanleg of rekonstruktie van wegen niet voor uit lopen op de mogelijke ontwikkeling van de woningbouw, Het toenemend besef dat massaal ge bruik van de auto leidt tot onleefbaar heid van de steden maakt de aanleg van brede rechte wegen door het stede lijk gebied tot een achterhaalde bezig heid. Het geplande „stadscentrum" moet een opzet hebben die aangepast kan worden aan de groei van Leusden. Met name de oorspronkelijke opzet van het centrum, met brede toevoer- wegen en grote parkeergarages moet verlaten worden. Het gemeente-cen trum moet een ontmoetingsplaats voor mensen worden, niet voor auto's Voor al het woon-werkverkeer zal zoveel mogelijk met het openbaar vervoer (of de fiets) moeten plaatsvinden. In dien nodig zullen hiervoor gemeen schapsgelden moeten worden aange wend. In de plannen moeten duidelijke cijfers komen over de gewenste fre- kwenties van bus- of railvervoer. Er zal in ieder geval grond gereserveerd moeten worden om een eventueel rail vervoer te kunnen realiseren. Het is gewenst de loopafstanden minimaal te houden door eventuele verdere uitbrei ding van de gemeente te situeren rond de voorgestelde spoorlijnen BEZWAREN TEGEN DE BEVOLKINGSSAMENSTELLING De samenstellers hebben ernstige bezwaren tegen de bevolkings-samen- stelling, die ontstaat, doordat Leusden relatief dure bouw pleegt. Het rapport zegt hierover „Het struktuurplan (p 6 aanvulling) geeft aanwijzing dat Leusden zich voor al als taak heeft gesteld een woonge bied te vormen voor overwegend men sen uit de midden-inkomensgroepen en welgestelden Dit wordt bevestigd door de huidige ontwikkeling en door recente uitspraken van de burgemees ter (25-10-'72. begrotingsvergadering) Uit de door de gemeente verstrekte ge gevens op raadsvergaderingen in ok tober 1972 en februari 1973 is af te leiden dat van de 2000 woningen die gebouwd worden in het tijdvak 1 okto ber 1972 tot 31 december 1974 slechts 16% woningwetwoningen zullen zijn en dat slechts 6% van de woningen een huur zullen hebben van gemiddeld 195 gulden per maand Bij de ongeveer 900 woningen die vóór 1 oktober 1972 zijn verwezenlijkt waren bij ons weten geen woningwetwoningen Een op initiatief van Knalgroen in het najaar 1972 gehou den enquête onder de bevolking van Leusden-C wijst uit dat 63% van de bevolking een netto inkomen heeft bo ven de 18.000 gulden Deze eenzijdige bevolkingssamen stelling heeft als ideëel bezwaar dat hierdoor ppo verstandhouding lussen de verschillende bevolkings groepen in de hand wordt gewerkt Hoe wel afzonderlijke woonwijken vaak wel hpt stempel hebben van een bepaalde maatschappelijke groepering, geeft een te eenzijdige opbouw van een stad oeze een te steriel karakter Waar de verpauperde ghetto's van vele grote buitenlandse steden als een maatschap pelijk kwaad wordt gezien, is ook een „luxe stad", die de ghettovorming in de hand werkt, een ongewenste ont wikkeling. Door de relatief dure woningbouw wordt ook het argument „wij helpen de woningnood oplossen" afgezwakt, omdat, zoals reeds in hoofdstuk 1.2 is uiteengezet, de woningnood het sterkst bij de lagere inkomensgroe pen wordt gevoeld, en er vandoorstio- ming nauwelijks sprake is Het rapport zet zich sterk af tegen de bouw van een forensenstad en noemt een aantal bezwaren op Bovendien zeggen zij over de werkgelegenheid. „Gaven de cijfers van het struk tuurplan reeds geen aanleiding tot op timisme over de werkgelegenheid, de huidige ontwikkeling doet dit ook niet. Het aantal arbeidsplaatsen dat tot op heden in de eerste uitbreidingsfase is gecreëerd is slechts een fraktie van de nieuw gevestigde beroepsbevol king. Exacte cijfers zijn nog niet be schikbaar, maar wij schatten dat 80- 90% van de laatste paar jaar aange komen bevolking zijn werk buiten Leus den heeft. De bovengenoemde enquête geeft aan dat 40% van de totale be roepsbevolking in Leusden werkt, 26% binnen een straal van 5 kilometer rond Leusden, en 23% op meer dan 20 kilometer afstand. Helaas zijn deze cijfers niet opgesplitst naar datum van vestiging in Leusden Een recente nota van het Ekonomisch Technologisch Instituut wijst er overigens op dat de werkgelegenheid in het hele Vallei- Eemland-gebied achter blijft bij de ver wachtingen (17). Als faktoren die bedrijfsvestiging in Leusden beïnvloeden kunnen wij noe- blijft wordt de urgentie van de uitbrei ding van Leusden in deze vorm sterk betwijfeld. Ondanks deze bedenkingen groeit Leus den 40% sneller dan in het struktuur plan staat aangegeven. Hoewel volgens het struktuurplan eerst na 1983 aan de oostzijde van het Vallei kanaal gebouwd zal worden, wijzen de onderhandelingen van grondaankopen erop dat hier reeds in de volgende uit- breidingsfase woningbouw gaat plaats vinden. NATUUR EN LANDSCHAP Aan de natuur en het landschap rond om Leusden heeft het rapport een om vangrijk hoofdstuk gewijd. De samen stellers toetsen de meningen en be vindingen van hogere overheden aan die van de gemeente en komen dat tot aan zienlijke verschillen in opvattingen Zij konkluderen dan „De zorg om het natuurlijk milieu spreekt niet uit het struktuurplan van de gemeente Het plan konstateert slechts dat vanwege de wateroverlast een aantal maatregelen (bijvoorbeeld aanleggen van een stelsel van singels en vijvers) noodzakelijk zal zijn, en zegt dan droog (p. 41) „Bij de ver wezenlijking van de voorgenomen ste delijke bebouwing in Hamersveld zal de bestaande waterhuishouding worden verstoord Over de gevolgen voor het omringend landschap laat het struk tuurplan zich niet uit. De ruim halve pagina (p 44) die het struktuurplan wijdt aan het omringende landschap belicht voornamelijk de wijze waarop dit landschap op enkele plaatsen kan worden ingepast in de stedelijke be bouwing. Slechts in één zin wordt be loofd dat er (p. 44) voor enkele na tuurterreinen speciale maatregelen ge troffen zullen worden (welke9) om deze te beschermen tegen de invloed van de stad. Hoewel door hogere overheden de waarde van het landelijk gebied in de omgeving wordt erkend en hiermede ook de aanwezigheid van een spannings veld tussen belangen van stedelijke uit breiding en natuurbescherming, klinkt hiervan in het gemeentelijk struktuur plan vrijwel niets door. Er wordt slechts gesteld hoe, gegeven een be paalde omvang van Leusden, op enkele plaatsen het bestaande groen kan wor den ingepast in de stedelijke bebou wing. Inderdaad worden bij de huidige plannen hier en daar houtwallen e.d. gespaard. Dit verdient alle lof uit oogpunt van stadsverfraaiing Met het behoud van de natuur heeft dit helaas weinig te maken. Overigens geeft het rapport in dit hoofdstuk nauwkeurig aan waar de be langrijke natuurgebieden van Leusden te vinden zijn en waarom deze gebieden gespaard dienen te worden. Deze ge bieden zijn de streek ten oosten van het Vallelkanaal, tussen Taayland en Zandbnnk. de landeoederen Groot- en Klefn Stoutenburg en het landgoed De Boom Het integrale behoud van deze gebie-

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1973 | | pagina 3