WÊÈMêM
WÊÊÊBm%k&*
(ÊÊÈBËtèstètèti
LEUSDENS GROEI"
§Ai»
Knalgroen wil
stadsuitleg
aanzienlijk
beperken
WIE
HEEFT
GELIJK
ÏTOUTENBURG
.AMERSFOORT
'LEUSOEN-CENTRUM-
WÊW: llnK4^
lokhorstN^
LEUSDEI
OE BOOM
achterstand in voorzieningen in te ha
len en de schulden van de eerste fase
af te lossen. Volgens deze gedachten-
gang zal B en W waarschijnlijk al in
1975 trachten een gedeelte van de 2e
fase te verwezenlijken met behulp van
artikel 19 of een andere versnelde
procedure."
Het rapport „Grenzen van Leus-
dens groei'' is samengesteld door
M 't Hart, L Loth, F. ter Wol
beek en P Padmos van het aktie-
komitè Knalgroen, F Berendsevan
de Milieuwerkgroep Gelderse Val
lei en W. F Alleijn van de Stich-
tine Natuur en Milieu.
COMMENTAAR
Weer een rapport
weer een visie:
De burger krijgt het de laat
ste tijd steeds moeilijker. Voor
al als men in Leusden woont.
Daar wordt men herhaaldelijk
geconfronteerd met zaken, die
iedere inwoner aangaat, maar
waarvan hij in de meeste ge
vallen te weinig achtergrond
informatie heeft om er eigen
lijk een zinnig oordeel over te
kunnen vellen. Wij bedoelen de
grote strijdvraag tussen gemeen
tebestuur en mensen als Knal
groen-leden: „moet Leusden een
stad worden met 45.000 inwoners
of kan het met minder ook wel?"
De gemeentelijke overheid
schermt dan met uitspraken van
de overige overheden. Noemt in
nota's en rapporten genoemde
cijfers en prognoses en bijt zich
daar op vast. Knalgroen en an
dere tegenstanders van de stads
uitleg van Leusden schermen met
dezelfde nota's en hebben hun
prognoses kant en klaar.
We kunnen ons voorstellen,
dat u en ik het niet zo erg meer
zien zitten. Wie heeft er gelijk?
Deze week verscheen het rap
port van Knalgroen „Grenzen
aan Leusdens groei". Geschre
ven vanuit een belangrijke maat
schappijvisie, namelijk vanuit het
standpunt, dat de natuur om ons
heen naar de knoppen gaat als
we geen balt toeroepen aan de
steeds opdringende urbanisatie.
Is bet rapport naar de idealen
van de schrijvers toegeschreven
of is_ het werkelijk gebaseerd
op reële cijfers?
Hebben zij gelijk of heeft het
gemeentebestuur het gelijk aan
haar zijde? Zo langzaamerhand
wordt het tijd dat er „voor eens
en voor altijd" duidelijkheid
wordt geschapen in deze nu wel
erg ondoorzichtig geworden ma
terie.
Wat zijnde werkelijke gevolgen
van een verminderde bevolkings
groei, zoals wordt voorspeld door
het CBS? Is het werkelijk waar,
dat Leusden kan volstaan met een
uitgroei van ongeveer 22 tot
25.000 inwoners? Wat voor in
vloed heeft bijvoorbeeld de bouw
van de stad Almere? Moeilijke
vragen, die de beantwoorders
wellicht heel wat zweetdruppel
tjes zullen kosten. Wij zouden er
graag een antwoord op hebben.
Bijvoorbeeld van de provinciale
overheid. Al was het alleen maar
een indikatle ten aanzien van het
aantal inwoners van Leusden in
het jaar 2000. Dan weten we
tenminste allemaal, waar we aan
toe zijn.
Dit is dus een duidelijke vraag
aan de provinciale en rijksover
heid: „Kom op de proppen met
de (eventuele gewijzigde) plan
nen voor de gemeente Leusden
ten aanzien van haar stadsuit
leg teneinde duidelijkheid te
scheppen In deze wirwar van
prognoses en hypothesen, die ons,
lezers, allemaal even geloof
waardig voorkomen". Eén ding
weten we wel zeker: „één van
beide partijen moet zich ver
gissen. Wij willen graag weten
welke.
En mochten ze zich beide ver
gissen - niets is uiteindelijk
onmogelijk - wat is dan de wer
kelijkheid?
L. V.
Knalgroen op de bres voor het natuur
behoud rond Leusden. Hier één van de
gedeelten, die een behoorlijke land
schapswaarde hebben de bosjes langs
de Schnnlstppf
MI1F.RDAG 15 MAART 1973
LEUSDER KRANT
UITBREIDING IEUSDEN
SCHAAL 1 2b OOO
men de hoge grondprijzen (die weer
te maken hebben met de snelle groei),
de terechte eis om slechts schone
bedrijven toe te laten, onvoldoende
goedkope huisvesting voor het lagere
personeel en een relatief slechte ver
voerssituatie vergeleken met sommige
andere gemeentes (bijv Nijkerk).
Daarbij moet men nog afwachten of
Leusden vrijstelling zal krijgen van de
te verwachten investeringsheffing voor
de provincie Utrecht.
De bezwaren tegen het bouwen van
een forensenstad spitsen zich toe als
men van de gemeente Leusden bij her
haling verneemt dat men zich ook als
taak stelt om de bevolking van het wes
telijk deel van de Randstad op te van
gen (bijv. aanbiedingsbrief van B W
bij de gemeentebegroting 1973, p.9)
Volgens voorlopige gegevens van de
volkstelling 1971 is slechts 14% van
Leusdens bevolking uit Noord-of Zuid-
Holland afkomstig, hetgeen de taakstel
ling van B W reeds aanvechtbaar
maakt Zij wordt echter onaanvaard
baar indien de opvang van de Randstad
bevolking niet gepaard gaat met vol
doende bedrijfsvestigingen.
WENSEN BIJ VERDERE
UITBREIDING
Het gebrek aan werkgelegenheid, de
eenzijdige sociale opbouw van de toe
komstige stad, de aanpassingsmoeilijk
heden die rijzen bij een gebrek aan
een langzaam gegroeid samenlevings
patroon in de stad, het verdwijnen van
het landelijk karakter, kunnen faktoren
zijn die de huidige aantrekkelijkheid van
Leusden negatief gaan beinvloeden. Dit
kan, naast de verminderde woningbe
hoefte, oorzaak worden van een steeds
kleiner wordend vestigingsoverschot
van mensen buiten de regio. Wil men
deze nadelige faktoren tot een mini
mum beperken, en tevens voorkomen
dat men straks met een „halve stad"
blijft zitten, dan zal men de volgende
maatregelen moeten treffen:
Bij elke fase van de uitbreiding
moet men streven naar het tot stand
brengen van een zoveel mogelijk in
zichzelf afgerond geheel, eventueel re
kening houdend met een verdere groei,
maar hierop niet vooruitlopend Dit
standpunt heeft vooral konsekwenties
voor het te voeren financiële beleid
Het voorzieningenpakket moet gelijke
tred houden met de groei, er mag
niet de situatie ontstaan dat men ver
dere uitbreiding nodig heeft om het
op peil brengen van de voorzieningen
te bekostigen.
Men moet de woningbouw aanpassen
aan de groei van de werkgelegenheid
en dus niet de groei van Leusden
vooropstellen in de hoop dat de werk
gelegenheid wel zal komen
Naast de dienstensektor dient ook de
nijverheid te worden aangetrokken,
mits voldoende maatregelen tegen de
vervuiling en andere vormen van over
last worden getroffen. Indien het niet
mogelijk blijkt om voldoende gediffe
rentieerde arbeidsplaatsen in de regio
Amersfoort aan te trekken, is dit een
reden te meer om de uitbreiding te
temporiseren
Teneinde én de woningnood effektie-
ver te bestrijden, én te zorgen vooreen
evenwichtiger sociale opbouw, én be
tere voorwaarden te scheppen voor be
drijfsvestigingen ï.v.m woongelegen
heid voor de lager gesalarieerde werk
nemers, dient men te streven naar de
40-40-20 verhouding van woningwet-,
premie-, en vrije sektor-woningen,die
als landelijk gewenst gemiddelde door
de overheid is gesteld
In het laatste hoofdstuk wordt tenslot
te ruime aandacht besteed aan de pro
blematiek van de inspraak en ook de
beruchte artikel-19 procedure wordt
aan de kaak gesteld
„Men moet bedenken dat, als de ex
terne eisen voor een versnelde groei
verminderen, de verlangens van de
reeds gevestigde bewoners ook sterker
moeten meespreken bij het bepalen
van de toekomst van Leusden. Het motto
„wij dienen het algemeen belang" mag
geen excuus voor B en W zijn om de
wens van de bevolking te negeren
Gezien het snelle tempo van de recen
te uitbreidingen kan er trouwens wel
enige vertraging geduld worden
Hoewel door het gemeentebestuur
is beloofd dat bij het plan voor de 2e
fase voor de inspraak een ruime plaats
is gelaten, wagen wij dit te betwijfelen.
Wij geloven niet dat voor een reeële
deelneming van burgergroeperingen in
de plannen nog veel tijd beschikbaar
is in de ogen van B en W. Immers,
eind 1976 beginnen met de bouw van de
2e fase (zoals het geval zal zijn vla
de normale inspraakprocedure-red.),
betekent dat de bouwaktiviteiten bijna
twee jaar stilstaan, aangezien eind 1974
de eerste fase voltooid zal zijn. Deze
staking van de bouw zal onzes inziens
de gemeente in grote financiële moei
lijkheden brengen, omdat geld van het
grondbedrijf nodig zal zijn om de
boerderijen langs de Leusbroe-
veg: verminkt door de stadsuitleg? De huizen aandeKanaalweg:deelvande
tweede fase?
STELLINGEN
Het rapport „Grenzen van Leusdens
jel" gaat uit van een aantal stellin-
[D. Deze stellingen zijn.
e uitbreiding van Leusden-Centrum
Jnoet zich beperken in het oosten tot
bet Vallelkanaal, en in het zuiden tot
Je Schoolsteegbosjes en hetbestaan-
t industrieterrein.
f)e tweede fase van de uitbreiding
boet een in zichzelf afgerond geheel
kijo en niet automatisch een derde
bse uitlokken.
feusden moet in de toekomst 30 a
10% woningwetwoningen bouwen, wil
jet effektief de woningnood onder de
■agstbetaalden bestrijden.
Ér moeten vervoersplannen worden
Jntwikkeld waarin de nadruk ver-
jchuift van de privé-auto naar het
jpenbaar vervoer.
e groei van Leusden moet zich aan-
jassen aan de groei van de werkge
legenheid in de naaste omgeving.
|et behoud van zeldzame natuur- en
indschapselementen, en de belangen
jao de landbouw moeten een rol
[pelen in de uitbreidingsplannen,
tea redelijke aandacht voor de demo
cratische procedures maakt het
tarscbijnlijk dat niet eerder dan
[976 met de bouw van de tweede
|se begonnen kan worden.
UITBREIDEN OF NIET?
i het eerste deel van het rapport
[dt uitgebreid ingegaan op de vraag
leusden werkelijk moet uitbreiden
^en stad van 45.000 inwoners omdat
»r de hogere overheden wordtop-
fagen aan de gemeente Leusden, zo-
I het gemeentebestuur meerdere
en heeft betoogd Het rapport geeft
jhistorische opsomming van deont-
|eling van hetstruktuurplan. In 1966
het ontwerpstruktuurplan Ha-
[sveld samengesteld en hierin werd
igaan van een inwonertal voor Ha-
[sveld (nu Leusden/Centrum) van
Later werd dit cijfer (in het her-
I struktuurplan 1969) teruggebracht
146 000 inwoners Het streekplan
Jchtse Vallei en Eemland (1970)
I nog een stapje terug en spreekt van
inwoners in het jaar 2000 Re-
uitspraken in een provinciale
missie veronderstellen zelfs een
I lager inwonertal, maar wij gaan
pan voorbij, omdat deze cijfers niet
let rapport zijn verwerkt De kon-
|ie van de samenstellers van het
brt
plannen van Leusden hadden en
jen verschillende wrijvingspunten
Ide visies van de hogere overhe-
I en zijn ten dele na enige druk aan-
ftst.
1 Streekplan Utrechtse Vallei en
■land stelt dat voorlopig op niet
dan 25 .000 inwoners gemikt moet
Ben Bij de herziening van het
jëkplan, in 1980, moet beoordeeld
Ben of verdere uitbreiding wense-
ns
[en tijde van het verschijneff van de
jvoor beschreven plannen ging men
jan een bevolkingsaantal van 20,9
ïen in het jaar 2000. Na 1969 zorgt
fel een sterke daling van het aantal
geboortes er voor dat deze voorspel
lingen steeds lager uitkomen Hoewel
de officiële prognose van het Centraal
Bureau voor de Statistiek nu nog uit
komt op 17,1 miljoen, wordt deze begin
1973 herzien en berekeningen van ver
schillende zijden komen tep:..woordig
uit op een schatting van rond de 15,5
miljoen inwoners in het jaar 2000 De
groei van de huidige bevolking van 13,3
miljoen naar plm. 15,5 miljoen in plaats
van 20,9 miljoen betekent dus dat het
aantal mensen dat tussen nu en het jaar
2000 worden geboren ongeveer drie
maal minder is dan dat waaropdeplan
nen voor Leusden berusten
Men kan direkt aanvoelen dat dit kon
sekwenties moet hebben voor het aantal
nieuw te bouwen huizen, hoewel het
natuurlijk niet zo is dat daardoor auto
matisch alle uitbreidingsplannen met
een faktor drie moeten worden vermin
derd Het feit dat er nog gebouwd moet
worden voor kinderen die nu reeds ge
boren zijn, samen met het effekt dat bij
een minder snelle bevolkingsgroei de
gezinnen kleiner zullen worden, en er
dus minder mensen in één huis zullen
wonen, zijn faktoren die er voor zorgen
dat de verminderde bevolkingsprogno
ses niet voor de volle omvang door
werken in de woningbehoefte, zo zeggen
de samenstellers. Zij konkluderen aan
het slot van het hoofdstuk:
„De veel gehoorde leuze dat de door
stroming er wel voor zal zorgen dat er
voldoende huizen met een lage huur
vrijkomen voor de laag ;tbetaalden
wordt overschaduwd door recente kon-
stateringen dat deze doorstroming lan
delijk ver beneden de verwachting blijft.
In Leusden waren er in 1971 slechts
19 doorstromingsgevallen, in 1972
waren dit er 32, volgens cijfers van de
gemeente De aantrekkingskracht van
veel nieuwbouw is blijkbaar te gering
om mensen die best een hogere maan
delijkse som voor hun huis kunnen be
talen te bewegen om hun huis vrij te
maken voor minder draagkrachtigen
Gebrek aan werkgelegenheid werkt dit
in de hand.
Hoewel Leusden slechts incidenteel met
leegstand te maken heeft gehad (Euro-
woningenj, zijn het naast de te verwach
ten geringere woningbehoefte, deze fak
toren die ervoor kunnen zorgen dat de
druk van de Randstad op Leusden in
de toekomst veel minder wordt dan
aanvankelijk werd voorzien
Hoewel de bovengenoemde faktoren,
samen met de overwegingen die verder
in dit rapport aan de orde komen, er
voor pleiten dat de oorspronkelijke
groeicijfers kunnen worden vermin
derd, groeit Leusden in een hoog tempo.
Gaf het struktuurplan nog als wens aan
om in 1975, bij de afronding van de
tweede fase, een totaal van 2500 wo
ningen te bevatten, het blijkt uit de re
cente cijfers dat de eerste fase eind
1974 zal worden afgerond met 3448
woningen
Een verminderde bevolkingsprog
nose van 15,5 miljoen in het jaar 2000
heeft als konsekwentie dat de jaarlijk
se uitbreiding van het woningbestand
na 1980 nog maar de helft zal kunnen
zijn van wat deze nu bedraagt. Aange
zien de woningnood voornamelijk onder
de laagstbetaalden heerst en de door
stroming ver beneden de verwachting
De natuurgebieden in het struktuur
plan.
den, verdient aldus het rapport, een
hoge prioriteit Hun aangeslotenheid
en ligging ten opzichte van de stede
lijke kernen bieden nog steeds goede
mogelijkheden hiertoe. Samenvattend
konkluderen de samenstellers.
De natuur en het landschap rond^
Leusden heëftverscfiillénde belang
rijke funkties.
Daar zijn de ekologische funktie, de
rekreatieve funktie en de funktie voor
de wetenschap.
Van het rijk gevarieerde, eeuwenoude
landschap rond het vroegere Hamers-
veld resteren nog de volgende gebieden
Het komplex landgoederen Heiligen
berg. Lockhorst en Hertenkop, het
komplex De Boom en Geerestein met
de moerasbossen rond de Schoolsteeg,
de streek tussen Taayland en Zand-
brink aan de oostzijde, en de landgoe
deren Groot- en Klein Stoutenburg
Deze gebieden zullen volgens het be
staande struktuurplan alle door wegen
worden doorsneden en door de stede
lijke bebouwing worden aangetast
De bebouwing ten oosten van het Vallei-
Kanaal vormt een akute bedreiging er
zijn sterke aanwijzingen dat de gemeen
te hier bij de volgende uitbreidings-
fase wil gaan bouwen
Overigens zetten zij ook vraagtekens
achter de aanleg van de S10, de T10
en de Til Aangezien de realisering
van deze wegen nog wel een flink aantal
jaren kan duren, mochten ze worden
gerealiseerd, gaan we er in dit artikel
aan voorbij. In het rapport kunt u er
echter alles over lezen
LANDBOUW
De landbouw wordt in het rapport niet
vergeten. Integendeel De samenstel
lers pleiten voor een duidelijker beleid
ten aanzien van de agrarische belangen
en vinden, dat er onvoldoende rekening
wordt gehouden met die belangen.
KONSEKWENTIES VAN DE
GROEI VAN LEUSDEN
VOOR DE LANDBOUW
De bestaande indentiteit van land
bouwgebied, het klimaat, de zuiverheid
van de lucht en de waterhuishouding
zullen door verstedelijking en wegen
aanleg en het daarmee gepaard gaande
verdwijnen van landbouwgronden aan
schoksgewijze veranderingen komen
bloot te staan die voor het milieu en
zeker ook voor de landbouw ongunstig
zullen zijn. Ook de mogelijkheden voor
wetenschappelijk landbouwkundig on
derzoek zullen afnemen Tevens zullen
door het teruglopen van het landbouw
areaal minder agrariërs hier een rede
lijk inkomen kunnen verdienen
De geplande uitbreidingen van Leus
den vinden gedeeltelijk plaats temidden
van de beste landbouwgronden in de
Gelderse Vallei, waar uitstekend ge-
schoolde ondernemers leven. Het ge
meentebestuur geeft er de voorkeur
aan Leusden-Centrum zoveel mogelijk
te laten uitgroeien terwijl het vanuit
landbouwkundig oogpunt juist gewenst
zou zijn de groei te beperken In af
wijking van het struktuurplan geeft
het gemeentebestuur de indruk dat het
nu eerst ten oosten van het Vallei
kanaal wil gaan bouwen, terwijl de aan
tasting van de agrarische struktuur
daar ernstiger is dan ten westen van
het kanaal. De onzekerheid over de
toekomstige omvang van Leusden-
Centrum en de fasering van de bouw
plannen leidt ertoe dat de agrarische
ondernemers een afwachtende houding
aannemen en geen diepte-investeringen
meer doen. Daardoor neemt de produk-
tie af in een groter gebied dan nood
zakelijk is.
In samenhang met de ontwikkeling van
Groot-Leusden zijn enkele wegen in
het landelijk gebied geprojekteerd, de
S10, T10 en Til Alleen al daardoor zal
in de gemeente Leusden minstens 80 ha
landbouwgrond verloren gaan Daar
naast zal voor zeer veel boeren aan
zienlijke omrijschade gaan optreden,
met name wanneer de tracé s voor de
tertiaire wegen T10 en Til uitgevoerd
zouden worden
Mede door het ontbreken van een
algemene agrarische struktuurschets
voor Nederland, komen bij de stede
lijke uitbreidingen de belangen van
de landbouw onvoldoende naar voren
Grote delen van het struktuurplan van
Leusden-Centrum zijn gesitueerd op
een goed landbouwgebied. Vooral in
dien ten oosten van het Valleikanaal
wordt gebouwd zullen vele hoogwaar
dige bedrijven verdwijnen of worden
verminkt. Bij de verwezenlijking van
het struktuurplan zullen bovendien ver
schillende wegen het gebied versnippe
ren en verkleinen."
EISEN VOOR DE GRENZEN
VAN LEUSDEN
In het voorgaande is aangetoond dat
bij de beoordeling van de grenzen van
Leusden niet slechts de woningnood als
argument mag worden genoemd, maar
dat ook de belangen van natuur, land
schap en landbouw zwaar moeten wegen
Vooral de waardevolle gebieden ten
oOsten van het Valleikanaal mogen niet
worden aangetast door de stedelijke
uitbreiding. Ook maken de sterk ver
minderde bevolkingsprognoses het
voorbarig om te ver zuidelijk te gaan
met de bebouwing Een dwingende eis
is dat men zich bij de volgende uit
breidingsfase niet vastlegt op een ver
dere grootscheepse uitbreiding na 1985
Wij zijn ervan overtuigd dat een
harmonische afronding van de volgende
uitbreidingsfase tot 1985 wordt bereikt
door als oostelijke grens het Vallei-
kanaal te nemen en als zuidelijke grens,
het natuurgebied rond de Schoolsteeg.
Op de kaart is ruw aangegeven hoe deze
grens gaat lopen, aldus het rapport
dat konkludeert:
Een schets van het struktuurplan
Leusden geprojekteerd over de natuur
gebieden De dikke stippellijn geeft de
grenzen aan van Leusden's groei vol
gens Knalgroen.
„Een sterk verminderde groei van de
bevolking en de belangen van natuurbe
houd maken het een vereiste om de
bebouwing van Leusden zo in te richten,
dat in elke fase van de bouw een af
gerond geheel ontstaat, dat geen verde
re uitbreiding uitlokt Dit houdt tevens
in dat wij het volstrekt oneens zijn
met de voorgenomen bouw ten oosten
van het Valleikanaal. Zelfs indien men
zich als maximum inwoneraantal voor
1985 houdt aan het getal dat het Streek
plan aangeeft voor 1985, kunnen de
grenzen van het struktuurplan beperkt
blijven tot aan de oostzijde van het
Valleikanaal en aan de zuidzijde de
Schoolsteegbosjes en het industrieter
rein.
WONEN, WERKEN EN
VERVOER IN LEUSDEN
Het tweede deel van het rapport
houdt zich intensief bezig met de on
derwerpen wonen, werken en vervoer
in Leusden
„Door de grote toekomstverwachting
voor de auto, die uit de landelijke,
provinciale en gemeentelijke plannen
spreekt, zijn in en om Leusden een
aantal ruime wegen geprojekteerd.
Voor het openbaar vervoer wordt geen
grote plaats ingeruimd, hoewel de mo
gelijkheid wordt opengelaten om de
spoorlijn Amersfoort - Veenendaal
weer open te stellen voor personen
vervoer. Een regionaalverkeersonder-
zoek is dringend gewenst, maar nog niet
begonnen.
De eventuele totstandkoming van
railvervoer is afhankelijk van de uit
eindelijke grootte van Leusden. Als
Leusden onverhoopt toch groot wordt
dan is railvervoer een noodzaak. Voor
al met het oog op de steeds minder
aantrekkelijk wordende privé auto ver
dient het echter aanbeveling ook bij
een beperkte groei van Leusden zich
intens met de mogelijkheid van rail
vervoer bezig te blijven houden. In
de overwegingen moet ook het even
tuele uitblijven van werkgelegenheid
worden betrokken, waardoor de ver-
voerbehoefte extra groot wordt.
En verder:
Een volledige autobezetting is een
ongewenste en wellicht ook niet haal
bare situatie. Daarom moet de aanleg
of rekonstruktie van wegen niet voor
uit lopen op de mogelijke ontwikkeling
van de woningbouw,
Het toenemend besef dat massaal ge
bruik van de auto leidt tot onleefbaar
heid van de steden maakt de aanleg
van brede rechte wegen door het stede
lijk gebied tot een achterhaalde bezig
heid. Het geplande „stadscentrum"
moet een opzet hebben die aangepast
kan worden aan de groei van Leusden.
Met name de oorspronkelijke opzet
van het centrum, met brede toevoer-
wegen en grote parkeergarages moet
verlaten worden. Het gemeente-cen
trum moet een ontmoetingsplaats voor
mensen worden, niet voor auto's Voor
al het woon-werkverkeer zal zoveel
mogelijk met het openbaar vervoer
(of de fiets) moeten plaatsvinden. In
dien nodig zullen hiervoor gemeen
schapsgelden moeten worden aange
wend. In de plannen moeten duidelijke
cijfers komen over de gewenste fre-
kwenties van bus- of railvervoer. Er
zal in ieder geval grond gereserveerd
moeten worden om een eventueel rail
vervoer te kunnen realiseren. Het is
gewenst de loopafstanden minimaal te
houden door eventuele verdere uitbrei
ding van de gemeente te situeren rond
de voorgestelde spoorlijnen
BEZWAREN TEGEN DE
BEVOLKINGSSAMENSTELLING
De samenstellers hebben ernstige
bezwaren tegen de bevolkings-samen-
stelling, die ontstaat, doordat Leusden
relatief dure bouw pleegt. Het rapport
zegt hierover
„Het struktuurplan (p 6 aanvulling)
geeft aanwijzing dat Leusden zich voor
al als taak heeft gesteld een woonge
bied te vormen voor overwegend men
sen uit de midden-inkomensgroepen
en welgestelden Dit wordt bevestigd
door de huidige ontwikkeling en door
recente uitspraken van de burgemees
ter (25-10-'72. begrotingsvergadering)
Uit de door de gemeente verstrekte ge
gevens op raadsvergaderingen in ok
tober 1972 en februari 1973 is af te
leiden dat van de 2000 woningen die
gebouwd worden in het tijdvak 1 okto
ber 1972 tot 31 december 1974 slechts
16% woningwetwoningen zullen zijn en
dat slechts 6% van de woningen een
huur zullen hebben van gemiddeld 195
gulden per maand Bij de ongeveer 900
woningen die vóór 1 oktober 1972 zijn
verwezenlijkt waren bij ons weten geen
woningwetwoningen Een op initiatief
van Knalgroen in het najaar 1972 gehou
den enquête onder de bevolking van
Leusden-C wijst uit dat 63% van de
bevolking een netto inkomen heeft bo
ven de 18.000 gulden
Deze eenzijdige bevolkingssamen
stelling heeft als ideëel bezwaar dat
hierdoor ppo verstandhouding
lussen de verschillende bevolkings
groepen in de hand wordt gewerkt Hoe
wel afzonderlijke woonwijken vaak wel
hpt stempel hebben van een bepaalde
maatschappelijke groepering, geeft een
te eenzijdige opbouw van een stad
oeze een te steriel karakter Waar de
verpauperde ghetto's van vele grote
buitenlandse steden als een maatschap
pelijk kwaad wordt gezien, is ook
een „luxe stad", die de ghettovorming
in de hand werkt, een ongewenste ont
wikkeling.
Door de relatief dure woningbouw
wordt ook het argument „wij helpen
de woningnood oplossen" afgezwakt,
omdat, zoals reeds in hoofdstuk 1.2
is uiteengezet, de woningnood het
sterkst bij de lagere inkomensgroe
pen wordt gevoeld, en er vandoorstio-
ming nauwelijks sprake is
Het rapport zet zich sterk af tegen
de bouw van een forensenstad en noemt
een aantal bezwaren op Bovendien
zeggen zij over de werkgelegenheid.
„Gaven de cijfers van het struk
tuurplan reeds geen aanleiding tot op
timisme over de werkgelegenheid, de
huidige ontwikkeling doet dit ook niet.
Het aantal arbeidsplaatsen dat tot op
heden in de eerste uitbreidingsfase
is gecreëerd is slechts een fraktie
van de nieuw gevestigde beroepsbevol
king. Exacte cijfers zijn nog niet be
schikbaar, maar wij schatten dat 80-
90% van de laatste paar jaar aange
komen bevolking zijn werk buiten Leus
den heeft. De bovengenoemde enquête
geeft aan dat 40% van de totale be
roepsbevolking in Leusden werkt, 26%
binnen een straal van 5 kilometer
rond Leusden, en 23% op meer dan 20
kilometer afstand. Helaas zijn deze
cijfers niet opgesplitst naar datum
van vestiging in Leusden Een recente
nota van het Ekonomisch Technologisch
Instituut wijst er overigens op dat de
werkgelegenheid in het hele Vallei-
Eemland-gebied achter blijft bij de ver
wachtingen (17).
Als faktoren die bedrijfsvestiging in
Leusden beïnvloeden kunnen wij noe-
blijft wordt de urgentie van de uitbrei
ding van Leusden in deze vorm sterk
betwijfeld.
Ondanks deze bedenkingen groeit Leus
den 40% sneller dan in het struktuur
plan staat aangegeven.
Hoewel volgens het struktuurplan eerst
na 1983 aan de oostzijde van het Vallei
kanaal gebouwd zal worden, wijzen de
onderhandelingen van grondaankopen
erop dat hier reeds in de volgende uit-
breidingsfase woningbouw gaat plaats
vinden.
NATUUR EN LANDSCHAP
Aan de natuur en het landschap rond
om Leusden heeft het rapport een om
vangrijk hoofdstuk gewijd. De samen
stellers toetsen de meningen en be
vindingen van hogere overheden aan die
van de gemeente en komen dat tot aan
zienlijke verschillen in opvattingen
Zij konkluderen dan
„De zorg om het natuurlijk milieu
spreekt niet uit het struktuurplan van
de gemeente Het plan konstateert
slechts dat vanwege de wateroverlast
een aantal maatregelen (bijvoorbeeld
aanleggen van een stelsel van singels
en vijvers) noodzakelijk zal zijn, en
zegt dan droog (p. 41) „Bij de ver
wezenlijking van de voorgenomen ste
delijke bebouwing in Hamersveld zal
de bestaande waterhuishouding worden
verstoord Over de gevolgen voor het
omringend landschap laat het struk
tuurplan zich niet uit. De ruim halve
pagina (p 44) die het struktuurplan
wijdt aan het omringende landschap
belicht voornamelijk de wijze waarop
dit landschap op enkele plaatsen kan
worden ingepast in de stedelijke be
bouwing. Slechts in één zin wordt be
loofd dat er (p. 44) voor enkele na
tuurterreinen speciale maatregelen ge
troffen zullen worden (welke9) om deze
te beschermen tegen de invloed van de
stad.
Hoewel door hogere overheden de
waarde van het landelijk gebied in de
omgeving wordt erkend en hiermede
ook de aanwezigheid van een spannings
veld tussen belangen van stedelijke uit
breiding en natuurbescherming, klinkt
hiervan in het gemeentelijk struktuur
plan vrijwel niets door. Er wordt
slechts gesteld hoe, gegeven een be
paalde omvang van Leusden, op enkele
plaatsen het bestaande groen kan wor
den ingepast in de stedelijke bebou
wing. Inderdaad worden bij de huidige
plannen hier en daar houtwallen e.d.
gespaard. Dit verdient alle lof uit
oogpunt van stadsverfraaiing Met het
behoud van de natuur heeft dit helaas
weinig te maken.
Overigens geeft het rapport in dit
hoofdstuk nauwkeurig aan waar de be
langrijke natuurgebieden van Leusden
te vinden zijn en waarom deze gebieden
gespaard dienen te worden. Deze ge
bieden zijn de streek ten oosten van
het Vallelkanaal, tussen Taayland en
Zandbnnk. de landeoederen Groot-
en Klefn Stoutenburg en het landgoed
De Boom
Het integrale behoud van deze gebie-