E STILLEVENS VAN Geen waterzuivering zonder geld OORTMERSSEN Verstilde herinneringen aan het oude Leusden ook gebieden waar reeds lang wordt ge zuiverd. Daar zijn de technische in stallaties voor een deel al afgeschre ven, waardoor de heffingen lager kun nen zijn. In de streken waar men nog moet beginnen met de bouw van in stallaties zullen de heffingen - in verband met de nodige investeringen - hoger liggen. HOOGTE VAN DE HEFFINGEN heffing voor het jaar 1973 per i.e. in gld. Provincie Friesland f 8,-- Provincie Groningen f 8,-- Zuiveringsschap Drenthe f 6,-- Zuiveringsschap West-Overijssel f 6,-- Waterschap Regge en Dinkel f 11,75 Zuiveringsschap Oostelijk Gelderland f 12,75 Zuiveringsschap Veluwe f 14,-- Zuiveringsschap Rivierenland f 13,80 Provincie Utrecht f18,24 Hoogheemraadschap van de Uitwate- rende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland f 12,20 Hoogheemraadschap van Rijnland f 11, Waterschap De Dommel f 9,-- Waterschap De Aa f 5,80 Waterschap De Alm f 14,-- Waterschap West-Brabant f 10,-- Waterschap van de Geleen en Mo lenbeek met zijtakken f 5,70 WAT GEBEURT ER MET DAT GELD? Voor de komende jaren staan veel werken op het programma. Momen teel zijn 46 installaties in aanbouw die samen ruim 4 miljoen i.e. afval water kunnen behandelen. Naast deze installaties die nu in aanbouw zijn, hebben de waterschappen en de zui veringsschappen vele projecten in voorbereiding, volgens een tevoren op gesteld plan dat regelmatig wordt aan gepast aan wisselende omstandigheden. WAT IS ER AL GEBEURD? Op 1 januari 1973 is door het Rijks instituut voor Zuivering van Afvalwater opnieuw de balans opgemaakt van ri oolwaterzuiveringsinstallaties die op dat moment in bedrijf waren. In to taal werken er in ons land 139 in stallaties waarbij mechanische zuive ring wordt toegepast, d.w.z. dat uit het water alle bezinkende stoffen wor den verwijderd. De gezamenlijke capa citeit van deze 139 installaties is vol doende om bijna 1.400.000 i.e. te ver werken. Daarnaast zijn er 347 zuive ringsinstallaties in bedrijf die afval water met een gezamenlijke veront- reinigingswaarde van circa 7.500.000 i.e. kunnen verwerken volgens het prin cipe van biologische zuivering. Dit is informatie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Unie van Waterschappen. Het waterschap een organisatie van groot belang. waarin enkele stukjes duizendschoon. In Den Haag nu was een verzamelaar, die klant was bij kunsthandel Van Deventer. Onverwacht kregen ze na de oorlog een brief van mevrouw Van Dventer met de beschrijving van het schilderij dat ze bij Jac. wilde be stellen. De klant in kwestie, een ad vocaat, dwaalde graag over een kerk hof en bedacht daar dan motieven voor schilderijen. Hij zag voor zich een kristallen schaal met aardbeien en daar bovenuit rankend een rode roos. Bij zijn overpeinzingen op het kerkhof keek hij om, en onder zijn oog kwam een grafzerk met de naam: Van Oortmerssen. ,,Dat is de man die die schaal voor me moet schil deren", zei hij tegen mevrouw Van Deventer. De opdracht was niet één- twee-drie uitgevoerd, want kort na dc oorlog waren de aarfbeiei schaars. En het rood van dè roos kleurde niet bij het rood van de aardbeien, die zij tenslotte toch op de kop wisten te tikken. Hij verving de roos toen door een takje geranium. ,,Jac. had eens een oud zwart kast je geschilderd, dat op een ereplaats op een tentoonstelling in de Laken hal te Leiden was komen te hangen Mevrouw Van Deventer had het schil derij ten verkoop in haar vitrine ge nomen, maar had het niet verkocht, omdat ze er steeds meer geld voor was gaan vragen Een jaar of drie geleden belde ze me plotseling op, en vroeg of ik dat schilderij van dat oude zwarte kastje nog had. De herinnering aan dat doek had haar blijkbaar nooit losgelaten!" Dat de relatie met de eigenaars van dit soort kunsthandels, die nu vrijwel alle zijn verdwenen en sympathieke was, illustreert ze als volgt ,,Jac. had witte rozen in een groene gem berpot geschilderd en die aan me vrouw Van Deventer geschonken Hij had erbij gezegd, dat ze het doek mocht ruilen als ze iets anders wil de. Op zekere dag kwam ze het rui len, en nam een ander schilderij mee! De witte rozen werden toen in haar kunsthandel in consignatie gegeven Een tijdje later vroeg ze ,,Zijn die witte rozen nou eigenlijk van jullie of van mij?" ,,Nee", zeiden wij, „die zijn van ons". En toen kocht ze de witte rozen uiteindelijk voor zichzelf! ,,Een keer had ik van een vrien din, die toneel speelde, een heel stel potten met planten gekregen, die zij van bewonderaars had ontvangen. Het waren allemaal cineraria's, en Jac schilderde die tien potten met cine raria's op rode plavuizen en tegen een oude muur als achtergrond. De blaadjes van de planten vielen vanwe ge het vele transporteren een ietsje slapgebogen naar beneden Ik bracht het doek naar een tentoonstelling, maar het werd niet verkocht. Een tijd later bood ik het op een andere tentoon stelling aan. Maar ze zeiden daar. „Mevrouw we hebben al zo'n schil derij van een man" Ik zei: „Dat kan niet, want ik heb het hier net meegebracht" Ze haalden hun doek tevoorschijn, en ja hoor, tien cine raria's op een rijtje Alleen de blaad jes waren anders die waren fris en staken scherpen puntig uit Het bleek van een bekende Nederlandse schilder te zijn en die had het op de voorgaan de tentoonstelling gezien!" Zijn kleurstelling en zijn techniek waren niet aangeleerd. Zij vloeiden geheel natuurlijk en spontaan uit zijn palet. Hij was de geïnspireerde kuns tenaar die getroffen werd door zijn onderwerp, en die dat dan ,,aus einen Gusz" op het doek bracht. Het was niet de schilder, die weken aan een doek kon werken, die het kon weg zetten en er dan na believen weer aan verder kon werken. Zijn land schappen, bloemen, stillevens kwa men in één spontane reactie op zijn inspiratie tot stand. Zijn schilderkunst is misschien traditioneel, maar zeker meer impressionistisch dan realis tisch te noemen. Zijn penseel was trefzeker in een met summiere streek of toets weergeven van het essentiële ,,D kleinkinderen bij de beek" is daar een sprekend voor beeld van. Hij bleef tot het eind van zijn le ven schilderen Toen kwam er weer een periode, dat de maagpijnen te rugkeerden en hij vaak ziek was Hij overleed in 1956 in Leusden. Hij legde het onbedorven Leusden rond de Lunterse beek voor het na geslacht vast. Het is een Leusdense erekwestie om wanneer de gemeente eenmaal over een eigen expositieruim te beschikt zijn Leusdense doeken in een tentoonstelling bijeen te brengen. Anco Mali. ONDERDAG 15 MAART 1973 l.EUSDER KRANT Boerderij Brinkman. LEUSDEN/ZUID - Ze is zeveoeD- chtlg i"r. cen jeugdige oude dame, cl voortdurend pretlichtjes in de ogen, je aan het vertellen is. Ze was een tan van de Beatles, toen deze 1964 zo veel beroering teweegbrach- Toen al vond ze hun ritme, hun jimheid van beweging en hun waar digheid prachtig. Ze zal me daar- er vertellen, maar het komt er niet Veel liever vertelt ze over haar lCaues. En Jacques is de kunstschil- ,r vao Oortmerssen, haar echtge- iot en schepper van verstilde land- happen, van bloemen waaruit de pril- e en te harde fleur verdwenen is, |e stillevens vervaardigd in een tijd, en stille levens nog waarde hadden. Ze sluit graag en vaak de ogen jdens het vertellen en kijkt me in het 'heel met aan, als ze spreekt. Het is iar manier om zich te concentre- ■n en zich één te voelen met de ■ruïnering. En alles om haar heen I herinnering. De kostbare herinne- nE van mevrouw Van Oortmerssen- 'ind aan een gelukkig leven met echt- ■noot en kinderen. Ze voelt zich nooit leen, zegt ze, want ze heeft de doe- ■n van hem, die heel haar wereld irmen, en in de tweede plaats is «herroepelijk aan elk voorwerp ,n lar kamer een herinnering verbon- in. En met die herinnering leeft ze imen. Die herinnering koestert ze Eigenlijk mag ik over Jac. zoals hij ijn naam altijd zelf afkortte, niet chrijven Publiciteit was iets, dat reemd was aan zijn teruggetrokken Huur Hij trad nooit naar buiten Hij Ing niet vaak uit, ging niet vaak op ezoek, verliet de woning niet voor Bodschappen. Zij was het, die zijn doeken naar de kunsthandel bracht. Zij was hel, die zijn linnen en verf kocht. Zij was het, die aan kopers prijzen voor schilderijen noemde; zij Boerderij en omgeving, toen Mey- link, nu Lagerwey. Ze sluit de ogen en glimlacht als ze zegt: „De thee. de spinazie, de andij vie. die werden blaren door dat ij zer. Om die te maken moest ik gebruik maken van een filter Eerst kwam dat water gewoon op natuurlijke wijze naar boven. Maar het was in de winter las tig, het bevroor te vaak. Jac. bracht het met een buis in huis Maar opeens kwam er geen water meer. Men moest het water toen dieper gaan zoeken en installeerde een grote stellage, die het water van veertien meter diep te naar boven moest werken Toen er op een kwaaie dag wéér geen water kwam, toog Jac. aan het werk, en er ontstonden drie watervalletjes. De bo venste waterval gebruikten we als drink water, de tweede als waswater. De derde waterval gebruikte ik om de boter en de melk koel te houden. Voor bij ons huis kwam het water in de sloot, en daar had hij een sluisje gemaakt Drie keer in de week sleep te hij al het vuil uit het stroompje weg. „Opa is de kapper van de beek", zeiden de kleinkinderen. Het geheel was zo idyllisch, dat hun huisarts, dokter Bergink destijds, de sugges tie deed om goudvissen in dat heldere water te laten zwemmen Maar die zouden gauw ontsnapt zijn uit de beek!" Het houten huis qiet atelierraam en de kleinkinderen aan de beek. was het, die zijn werk naar tentoon stellingen bracht Wel waren ze vaak op reis naar de kinderen, al waren ze blij om weer thuis te zijn, hoe lief al len ook waren. Eenzaam waren zeniet, want de vijf kleinkinderen waren er lang en vaak in het houten huis in Leusden. 's Morgens ging hij met hen wandelen naar de bossen, naar het Hazenwater, of hij ging met hen schaat sen op het bevroren Baggergat. Van die wandelingen kenden vele Leus- denaars hem. Tot 1938 woonden ze in Den Haag. Toen lazen ze in „De Haagse Post" een advertentie: „Atelierwoningtehuur in Bavoort". Ze hadden geen idee, waar Bavoort lag. Ze gingen er vol verwachting kijken. De houden ate lierwoning, die de dames Faure te huur aanboden, bleek aan de Lunter se Beek te staan, op de grens van de Vallei en de bossen Een landschap dat hun lief werd en dat hem tot het einde van zijn leven bleef inspireren. Ze leefden in die tijd in de Leus dense dreven als pioniers. Er was geen komfort, geen sanitair in dat houten huis Water kregen ze uit een bron in de grond nabij het huis. Ze lieten het water in Delft onderzoeken: het was prachtig helder, ijzerhoudend water. Het was in de lijd, dat de beek nog niet in verbinding stond met het Val- leikanaal De Luntersebeek stroom de nog vrij en uiteraard onvervuild door het Leusdense landschap In herfst en winter stroomde de beek over, en werden verschillende landerijen daar- nen af, en ongeveer vanaf 1943 ging het steeds beter met hem Daarna heeft hij erg veel geschilderd. Dromerige vergezichten op Leusdense boerde rijen, zoals de boerderij van Meyink, de kleine boerdrij met hooiberg van Wallert. de witte boerderij van Brink man In haar bezit is een historisch Leusdens doekje met zesenveertig fra giele wazige populieren aan de beek, die vanwege de Waterlinie alle in de mobilisatietijd moesten worden ge kapt. Deze populieren gaf hij weer, gezien in een spiegel binnenshuis Het houten huis, dat naar alle zij den een heel mooi uitzicht had, en zijn sfeervol interieur werden vaak door hem geschilderd. Heel goed wist hij ook de koeien te treffen, grazend in het Leusdense land dat werd om zoomd door weelderig geboomte. Soms stond het water in de beek zo laag, dat de koeien door de beek heen waadden naar de landerijen aan de andere zijde. Ze hadden een platte houten boot, en voeren op de beek onder de over hangende takken naar Lockhorst. Beelden van deze boot, gemeerd aan de beek, en van de kleinkinderen in het gras langs de oever werden door hem vastgelegd in alle verrukking van een warme verzadigde zomerdag. „Grappig was", en de herinnering doet haar gul lachen nu, dat de mensen met bootjes uit Amersfoort de beek kwamen opgevaren, en dat ze dan bij ons aanlegden omdat ze dachten dat wij een uitspanning, een café hadden!" Eens kreeg hij op de volgende ma nier een opdracht. Het was bekend, dat hij graag schilderstukjes maakte met een oud Delfst blauwen vaasje I Iedere inwoner van Nederland ver bruikt per dag ruim honderd liter water. Meer dan negentig liter hier van wordt gebruikt om afvalstoffen af te voeren, zoals doorspoelen van toiletten, voor de was en de af pas, voor baden, douchen enz. of via rioleringsstelsels dit vuile huishoudelijke afval in het oppervlaktewater, zoals kanalen, rivieren en beken. HET BEGRIP INWONER- EQUIVALENT De meeste verontreinigende stoffen in het afvalwater zitten, hebben nodig om onschadelijk tewor- gemaakt. De hoeveelheid zuur stof die nodig is om de afvalstoffen lie één persoon in één dag produ ceert onschadelijk te maken, wordt ien inwonerequivalent (i.e.) genoemd. Üet huishoudelijk afvalwater van alle 13 miljoen Nederlanders bij elkaar ieeft dus een vervuilingswaarde van 13 miljoen i.e. jte industrie en de niet-industriële fedrijven, zoals café's, restaurants, (arages, wasserijen, e.d. vervuilen literaard ook het oppervlaktewater als ton vuile water niet wordt gezuiverd. )e vervuilingswaarde van dit afval water, met inbegrip van die van de industrie bedraagt circa miljoen i.e. Hierbij blijft de stro en de aardappelmeelindustrie P het noordoosten van ons land buiten Hun probleem wordt apart WAAROM ZUIVEREN? I Voor de samenleving betekent vuil jater stankoverlast, grote kosten en lechte smaak aan het drinkwater, geen filegenheid voor zwemmen, met vis- ®n. geen water- en oeverrecreatie, en aanslag op Hora en rnuna, geen slecht drinkwater voor het vee. tater bezit tot een bepaalde grens et vermogen afvalstoffen op te ne- len. Het oppervlaktewater van Ne erland heeft theoretisch het vermo- en om 3,5 tot 5 miljoen i.e. aan ivalwater onschadelijk te maken. Dit f. G£hter veel te weinig in verhouding het totale aanbod aan afvalwater Nederland, en bovendien mag het ppervlaktewater daar eigenlijk ook iet voor worden gebruikt, et zelfreinigend vermogen van ons ppervlaktewater is nodig als reser- i om piekbelasting (bijvoorbeeld bij ïn ongeluk) op te vangen en voor de jvangst van het nog niet voor de volle procent gezuiverde water (het ef- jent) dat uit de zuiveringsinstalla- es stroomt. WELKE MAATREGELEN WORDEN GENOMEN? to de eerste plaats worden alle lo zingen aan een vergunning gebonden. Dat geldt voor de huishoudelijke ver vuiler, maar ook voor de industrie Deze vergunningen bevatten voorwaar den voor het lozen van stoffen, die niet met behulp van de in het water aanwezige zuurstof onschadelijk kunnen worden gemaakt, bijvoorbeeld: che misch afval. Die voorwaarden zullen in de toekomst nog verder worden verscherpt. In de tweede plaats worden er tech nische maatregelen genomen om het water te zuiveren. Dat betekent de aanleg en het beheer van zuiverings installaties, af- en aanvoerleidingen en andere technische voorzieningen. In deze zuiveringsinstallaties geschiedt het natuurlijk zuiveringsproces ver sneld en geïntensiveerd. WIE ZUIVERT? De zuivering van het oppervlakte water in Nederland is in het al gemeen opgedragen aan water schappen of zuiveringsschappen. Uit zonderingen hierop vormen Groningen, Friesland en Utrecht, waar de pro vincie deze taak ter hand heeft geno men. DE KOSTEN VAN DIT ALLES Alleen al de bouw van zuiverings installaties met de aan- en afvoer- leidingen zal tot 1985 - volgens een zeer voorzichtige raming - drie a vier miljard gulden vergen. De jaarlijkse lasten van deze inves teringen en de overige exploitatiekos ten komen dan op zo'n 500 miljoen gulden. Hierbij is geen rekening gehou den met bijkomstige voorzieningen, zoals aanpassing van de rioleringstel sels en het bevrijden van het afval water van ongewenste stoffen die niet in het normale zuiveringsproces worden opgeruimd. WIE BETAALT DIT? Door het parlement is in 1969 de Wet verontreiniging oppervlaktewate ren aangenomen. Deze wet bekrach tigt het principe „de vervuiler be taalt." Bovendien is in deze wet zeer duidelijk vastgelegd, dat alle gelden die door heffingen worden gei'nd daad werkelijk en uitsluitend aan de zui vering van afvalwater moeten worden besteed. Ieder betaalt naar de mate waarin hij vervuilt. Ook de industrie en de bedrijven. In sommige gebieden gebeurde dit al voor de wet van kracht werd. De wet heeft daarnaast bepaald dat elke woonruimte waaruit afvalwater wordt geloosd moet worden belast. Deze „belasting" is vastgesteld op 3,5 i.e. De factor 3,5 is gebaseerd op de gemiddelde gezinsgrootte in ons land. Het lijkt billijk tegenover al leenstaanden, bejaarden of kleine ge zinnen om een belasting afgestemd op hun omstandigheden in te voeren. De vraag is of zij daar zoveel voordeel van zouden hebben Zou men elke wo ning het juiste aantal bewoners moeten vaststellen en administreren, dan zou den de kosten van deze administratie zo hoog zijn, dat ook die nog eens door berekend zouden moeten worden. De kosten per i.e. worden dan be langrijk hoger. Daarbij moet worden opgemerkt, dat ook bij de rioolbelas ting en voor het ophalen van huisvuil het systeem van gemiddelde kosten per woning wordt gevolgd. HEFFINGEN Door middel van heffingen komt het geld voor de bouw van het in bedrijf houden van waterzuiveringsinstalla ties bijeen. Ieder - of het nu de huishoudelijke vervuilers zijn of de industrie, of de bedrijven - betaalt binnen zijn regio, per vervuilingseen heid evenveel. Grote vervuilers produceren veel ver vuilingseenheden en moeten dus veel betalen. De bedrijven worden bovendien nog gesteld voor de kosten van de aanvullende maatregelen die zij moeten nemen op grond van de vergunningsvoorwaarden. Het overgrote deel van de bedrijven werkt aan het treffen van die maatregelen goed mee. Zij zullen deze kosten waar mogelijk doorberekenen in de prijzen van hun producten. Dit ligt voor de hand om dat het zuiveren deel uitmaakt van de productiekosten. Om tot de meest doelmatige werkwijze te komen is de bestrijding van de waterverontreini ging per gebied georganiseerd Binnen deze gebieden is de heffing per inwo nerequivalent voor ieder gelijk. Tus sen de gebieden onderling kunnen ech ter wel verschillen bestaan. Deze ver schillen worden veroorzaakt door de wisselende omvang van de technische maatregelen die nodig zijn. Er zijn Leusden in de Waterlinie lag moesten ze evacueren. Gevoelig en kwetsbaar als hij was grepen de bombardementen op Rotterdam hem zo hevig aan, dat zijn maagkwaal verergerde en er voor zijn leven werd gevreesd. Eenmaal terug in Leusden namen de maagpij- door drassig. De schilder legde dit op verschillende doeken vast, dat ty pische Valleilandschap, die overgang van weiden naar woud en de beek, die zich daar slingerend tussendoor bewoog Zij waren nog maar nauwelijks in Leusden. toen de mobilisatie en de Tweede Wereldoorlog uitbraken. Daar

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1973 | | pagina 5