JACHTOPZIENER IS
EEN HERENBAAN"
Ar ie de Kruijff
Meer dan 60 jaar
zwerven door de bossen
levert een schat aan
verhalen op....
ffiilAGENPA
GEMEENTE
Ileusden
MEDISCHE DIENSTEN
DONDERDAG 17 MEI 1973
!.n VU Klï VN'T
LEUSDEN/ZUID - Onze mede
werkster Anco Mali had een bij
zonder boeiend gesprek met de nu
73 jarige jachtopziener Arie de
Kruijff uit Leusden/Zuid, die op
1 mei een koninklijke onderschei
ding ontving voor het feit, dat hij
zestig jaar in dienst was van de
1 familie De Beaufort. De heer De
1 Kruijff vertelt in bijgaand artikel
over zijn leven en werken in de
bossen van Den Treek. Hij deed
dat op zijn eigen wijze, recht
voor z'n raap zoals dat wordt
genoemd en bovendien op z'n
I Leusdens. Om enigszins de sfeer
van het gesprek te kunnen weer
geven, hebben wij sommige dia
lect-woorden gehandhaafd. De
kostelijke geschiedenissen uit het
leven van de heer De Kruijff
rijn waard om voor het nageslacht
bewaard te worden.
Redaktie
[LEUSDEN/Z - Jachtopziener Arie
Kruijff, een bizonder man. Een
Dortreffelijk kameraad op de jacht,
jen jacht,, maat" van vele bekendeNe-
fcrlandse heren en hun buitenlandse
testen. Geen juffershondje met een
Ebaakt dekje". ,,Een stoere Duitse
laander", hier en daar wat geschon-
Jen in de strijd, maar met niet af-
Itende energie en hartstocht voor de
'ebt Hij zwerft reeds drieenzeven-
jaar op dit ondermaanse rond
harvan bijna een even groot aantal
|ren in ,,Den Treek". Hij kent het
jgoed als geen ander. Hij v/eet
har het wild zit en houdt er zijn
lood over. Hij bemoeit zich niet met
je voedselketen. Hij heeft gewoon een
prrekte hekel aan vossen.
I Die krengen vreten je alles op:
peren, reekalfjes, fazanten,jonge ha-
i en konijnen. Vanochtend om half
||er lag ik achter een heuveltje, hè
de Leusderheide), voor die vos-
Nou, ik hê geen vos gezien. Ik
lug de sporen, maar ik was al weer
fculs te laat.
|En noe wil je iets weten over m'n
Móet dat noe, mevrouw? Je
Jot ook nooit tuus! Ik heb twee mid-
ten op je zitten te wachten. Ze
pen de telefoon wel es op, maar
heiden dat je niet tuus was. Zo-
Jende (de derde middag kon de af
raak doorgaan).
(Ons soort mensen werd met de
Jompkes aan geboren. Schoenen waren
i tied veuls te duur Nee, ik wier
I Woudenberg geboren. Toen ik tien
Br was kwam ik terecht op Bavoort
I Leusden. Ik ging op school bij
eester Verheul op de Ooievaarshor-
fïrsteeg (Ooievaarshorsterweg). La-
r kreeg ik Arie Verbrug. M'n vader
timmerman, en die viel uit de
|en in Oud-Leusden. Uitgegleje door
jduivenmest. Hij was voorgoed in-
jhde. en m'n moeder kon best wat
jntjes gebruiken. Daarom ging ik zes
(ken werken in ,,Den Treek" Hel-
b bij de aanplant van jonge dennen
jaar daarop wéér. Ze behielden
jongens. Van der Velde, de
fcbaas, hij is al lang dood, behield
i Arie. En zo kwam ik als dertien-
te werken op de kwekerij."
[Leerde eigenlijk al het werk in het
s en op de landerijen. Bomen snoei-
I, dennen planten, bomen rooien, gras
)aien, koren maaien. ,,Als ik het
b wou ik het niet meer." Verdiende
per week, had f 0,50 meer dan
^anderen.
i de oorlog ,,14-18" gingen m'n
ropen kapot We waren aan het
jnen zagen, en ik moest de kap er
zagen. Ik had m'n klompen bij
boom 'ezet. 'n Paar klompen a
De boom viel boven op m'n
Pmpen en die waren in gruzels.
bosopzichter gaf me zijn klompen,
jar die moest ik niet Hij mijn bon
tten en dan zelf nieuwe klompen
ben1"
pan m'n dertiende tot m'n vijfen-
pügste deed ik dat werk. Toen wier
[[jachtopziener en daarmee onbezol-
J gemeenteveldwachter. Ze zeie dat
stroopte. Noe, dat geloof ik zelf
■ft' Maar ik was meer buiten de kwe-
fjjdan erin, dat staat vast. Er waren
oog drie reeën in ,,Den Treek.",
teelofelijk wat ik aan strikken vond.
Jvenduizend, mevrouw. Ik deelde in
Ie tijd dertig verbalen uit. Als ik
r^iddags m'n route er op had zit-
1 kon ik de stroper weer opnieuw
Jeuren, die ik 's morgens als eer-
J°Pde bon had geslingerd."
*J het toen naar m'n zin. Was
[vrij man. Zwierf door de bossen,
^de gehele dag buiten. Kwam op voor
"vildstand Was streng: boord en
peroen gingen d'r allemaal aan
stropers- beste lui overigens. Och
ging dat. Ze hielden van een
leitje, en als ze geen geld hadden
I te betalen zeiden ze tegen de kas-
'D -We gaan wel een haasje voor
«ten." ,,Ik kende op den duur alle
*rs. Sommige werden vele, vele
0 bekeurd We rookten samen een
jetje We moesten per slot beiden
Pbrood verdienen! Eén was er, van
TJep havenarbeider, een vaste klant,
pkerel", klikt luid met de vingers.
ik kwam ook wel es met een
oog tuus en een open kop. Die
1 's morgens in Utrecht ver
bid, en de eerste die ze van de
le zagen slóegen ze tegen de we
ll Met z'n drieen tegelijk besprong-
llkr,rne 0cb' !e kunt er best bui~
IiS, n Als met een booS om
tfêen loopt, heb je nooit geen last
Maar dat heb ik nooit gedaan"
,,Zo zit ik een verbaal te schrijven
over een vent die een merelnest had
uitgehaald, en driehonderd meter van
m'n huis vind ik een geparkeerde auto
met een zak miereneieren. Ik dacht
meteen dat moet de vogeltjesvanger
wezen. Hij is nu dood Ze waren met
z'n drieën
Eén van hen was een familielid van
De Beaufort's.Ze hadden een steen
uiltje bij zich en lijmstokken. Ze wil
den een draaihals voor de één z'n
volière vangen. Was niet gelukt Ze
kregen drie bekeuringen ik ben ten
slotte onbezoldigd Ze hadden geen
vergunning om er te lopen, artikel
461 en ze overtraden de jachtwet plus
de vogelwet. Ze wilden het niet en
ik zei ,,Dan maar naar J.K H. de
Beaufort, "dat was toen de burge
meester en het hoofd van de poli
tie. Ik gauw op m'n fiets er achter
aan. Ik zag hun achter achter de rho-
dondendrons verborgen staan. Ze de
den net of ze met z'n tweeen waren
en of ze van niets wisten bij de bur
gemeester. Maar ik zei ,,En de
vogeltjesvanger in jullie auto dan9"
Anders hadden ze mij er bij gelapt,
en had ik op het matje moeten komen
Is over twee jaar precies vijftig
jaar jachtopziener.
,,Ik loop nu voor de reeen van de
Kolonel (Kolonel B. W. F de Beau
fort heeft momenteel de jacht in ,,Den
Treek" gepacht. Toen Arie de Kruijff
in 1965 door de N V. ,,Den Treek"
werd gepensioneerd werd hij direkt
weer benoemd door de kolonel om
de wildstand in ,,Den Treek" op peil
te houden). Je zou kunnen zeggen
Eerst was ik toeziend voogd en nu
ben ik voogd. Van dat lintje hè
Noe, daar wist ik niets van. Dat moet
de kolonel zijn 'eweest Hij heeft er
wel niks van gezeid, maar op een
keer stonden we te kijken naar de
reeen, en toen zei ie ineens: ,,Zeg,
ben jij niet op 1 mei zestig jaar
bij „Den Treek"?
,,We hebben nu zo'n tachtig reeën
in „Den Treek". Veertig bokken en
veertig geiten. We moeten per jaar
tien bokken en tien geiten afschieten.
Dit afschot is noodzakelijk om de wild
stand jong en gezond te houden. Ik
wil liever geen beest afschieten met
een kalf erin. Dat houd ik altijd tegen.
Ze zeiden allemaal tegen me „Dat
kan niet, dat heb je mis, Arie",
maar toen ze de oude geit van twaalf
jaar hadden geschoten bleek ze wèl
met een kalf te zitten.! Ik had het goed
gezien! Er worden er ook heel wat de
pootjes afgemaaid door de grasmachi
ne. Staat op en laat me een fraai op
gezet, aandoenlijk liefliggend kalfje
zien. „Dat beestje was er erbarme
lijk aan toe". „En er worden er
zeker twintig per jaar doodgereden
in het verkeer. Zaterdag nog werd er
weer één kapotgereden. Dat is ver
duveld jammer, 't Gaat me aan mien
hart!
Ze krijgen ook reeënziekten Lever-
bot wordt veroorzaakt door slakjes
In het voorjaar is er weinig gras. en
dan lopen de reeen vaak langs de sloot
kanten. Ze krijgen die slakjes binnen
door het eten van het gras bij de
sloot.
En dan heb je de keelhorzels. Haalt
vliegensvlug een oud brylcreempotje
tevoorschijn en toont me in een troe
bel vocht een groot aantal weerzinwek
kende grote larven. ,.Het is een vlieg
die de eitjes legt in de neusgaten
van de reeen. Na verloop van een paar
dagen zitten de larven in de luchtpijp.
Ze vormen een grote prop, en de ree
stikt op den duur. Eén had er maar
liefst achtendertig in zijn luchtpijp!
Je hoort zo'n ree rochelen. Ook met
de winterdag vond ik ze nog in de neus
gaten! Je kunt zien dat ze doodziek
zijn. Hun kleur is niet meer biuin
maar gelig. Ze springen en dansen
van benauwdheid, en je hoort ze hoesten
Als ik ze de slokdarm afsneed vielen
die larven al bij bosjes op de grond.
De kippen waren er gek op!"
Zijn vrouw, die hij betitelt als „hulp-
jachtopziener". en die geruisloos thee
en koffie aanbrengt, bevestigt of vult
af en toe de woorden van haar man aan
Zij moest vaak de koppen uitkoken
De kunst was om het neusbeentje aan
de kop te houden. Dat mocht er niet
afbreken. Zij brengt het gesprek op
de oorlog. „De Duitsers gingen vaak
op jacht in Den Treek Eens hoorde
ik schieten, en ik zag een fazantenhaan
over de weg rennen, en daar viel hij
neer Ik snel de weg op. Haan onder
mijn schort. Tegen een boer, die mij
zag zei ik: „Niks zeggen, hoor" Die
boer zei. „Mens. eet er maar lekker
van".
„Die Duutsers, wat ik die te pakken
heb gehad, giert hij van het lachen.
„Ik had hier vief onderdukers en twee
Joden. En toen kreeg ik inkwartiering
van de moffen. Die kerels dronken
drieendertig fleesen Arak in twee da
gen tijd. Die Jodenman zat aan tafel,
maar die lustte geen borreltje. Ik zat
languut in mien stoel achteruut-
'eleund, en ik dronk mee, maar ik
had achter me een grote vaas, en daar
goot ik steeds al die arak in. Kwam er
iemand op bezoek, dan schonk ik hem
een borreltje in uut de vaas. Om half
elf zei die mof.: „Dochter naar bed,
moeder naar bed Met de mannen
blijven we dóórborrelen" En we zet
ten het op een zingen, en die moffen
haakten in bij die Jodenman. en ze
deinden broederlijk heen en weer. Ten
slotte viel ie neer tegen de kachel,
die officier. En ik gaf ze eindjes worst
te eten, want die mof was toch be
zopen.
En dan kwamen die Duutsers weer
met karrevrachten fietsen aan en dan
moest ik de pedalen naar binnen doen
dan namen ze minder plaats in. Ik zette
meteen voor mien vrouw een goede
fiets opzij. Zag ik dat die mof de
fiets weer oplaadde. Schreeuwde ik:
„Wat doe je nu? Je kunt de fiets
van mijn vrouw niet meenemen". Gaf
die mof de fiets gauw weer terug.
Verduusteren dee ik alleen in de
laatste maanden van de oorlog Op
een nacht wordt er hard geklopt. „Maak
de deur los, politie," riepen ze. Daar
stonden ze met z'n vieven „Geen
licht maken," riep ik, ik heb niet
verduusterd.Toen viel die ene z'n kwar
tiermuts van de kop. Het was een kaal
geschoren kop Het waren ontsnap
te gevangenen van het concentratie
kamp Oud-Leusden Ze hadden peper
achter zich aangestrooid, dat kwam in
de neus van die honden. In de oorlog
heette ik Visser. Al die onderduukers
kwamen hier Een van die gevangenen
wist veilig naar het huus van zijn
grootmoeder te komen.
Een ander zijn moeder kwam hier.
Hij leerde toen lopen als een juffrouw
op hoge hakken. Hij deed er drie dagen
over. Toen vertrokken de twee dames
Zijn moeder zei. „Moeder Maria sta
ons bie Later hebben ze er toch nog
één van te pakken gekregen. Die werd
onder Barneveld doodgeschoten, daar
had je het standrecht. Dat had je
hier niet Een sliep er een paar nach
ten in het fazantenhok. Een sliep in
de duiventil.
Ook had ik hier allerlei pamfletten:
„De Waarheid", „Het Parool",Vrij -
Nederland"
Mijn zoon moest onderduiken Ik
bracht hem in Utrecht naar het sta
tion. Plotseling zag ik een collega,
„Wat doe jij hier?", bromd e die
„Mien zoon wegbrengen naar Duuts-
land". Maar hij ging net de andere
kant uut!"
Hij lucht ook zijn verontwaardi
ging „We hadden er hier één onder
gedoken. Ome Jan de kapper, een on
derofficier. Die was direkt na de oor
log al kapitein Hij had hier alleen
maar ondergedoken gezeten En hij
kneep 'm als een dief als we konij
nen moesten vangen. Dat durfde ie niet
Maar dan zei ik: Ome Jan, we moe
ten eten", en dan most ie wel mee
Eén keer kreeg ik een bekeuring van
een N.S.B.-er uit Zeist. Die zei dat
ik een varken had. En toen ie kwam was
er alleen nog maar een keutje! Ik
moest in Utrecht komme Daar zaten
vijf moffen achter de tafel. Ik kreeg
f 30,- boete Maar ik zei „Mijn eer
is me veel meer waard dan f 30,-.
Die schobbejakken van de N S B. Voor
een kropje sla namen ze de mensen
nog. Bah. wat een viezers. Ik zei:
„Het verbaal is niet goed En als jullie
zo doorgaan, hebben jullie zelf bin
nenkort ook niet meer te eten. „f 15,-
boete", zeiden ze toen Ik zei: „Ik wil
f 10- -Nu, drie dagen later had ik
f10,-- boete
Willie Lages heb ik ook nog gezien.
Die zat in een grote zaal in de Euter-
pestraat Ik had aluminiumdraad ge
stolen. „Dachten jullie dat ik zo'n
bietje draad zou stelen. Kom noe".
En ik gooide het maar op de wilddie
ven, want daar hadden ze een hekel
aan, die Duutsers.
Aanvoerder van de drijvers (met
zwarte uniformpet) ±1930.
Met de kerstdagen hadden we een
knappe kerstbout, hoor. De admini
strateur van de Marine moest twee fa
zanten en een haas hebben. Hij kwam
zelf met patronen. Een rugzak vol.
M'n hond kwam met 'n haas aan.
maar ik deed net of ie 'm niet geraakt
had, en legde de haas opzij.
's Nachts slachtte ik schapen Ik
zei dan inaar, dat de honden ze ver
scheurd hadden
Och, je zult wel begrepen hebben,
mevrouw, jachtopziener zijn is geen
herenbaan. Jachtopzieners zijn geen
pepermuntjeseters Het is een zwaar
en rauw leven. De kolonel, diebegriept
dat Arie is niet nep, die is rauw.
De kolonel zei laatst nog: „Jij was
de eerste die me een borrel gaf. Toen
was ik tien jaar oud En je zei tegen
mijn vader: „Die jongen heeft het
koud. Geef 'm een borrel. Ik zou
het m'n kinderen niet hebben aange
raden! (M'n oudste zoon was net vo
rig jaar vijfentwintig jaar jachtopzie
ner) Vroeger wilden de meeste stropers
het wild voor oktober binnen hebben.
Als het dan waaide en regende in sep
tember en iedereen 's avonds vroeg
naar bed ging, liep ik in dat weer
buiten. Ik deed het hele werk alleen
op mijn fietsje. Daar zijn nu twee
jonge kerels voor, met auto's!
Noe zijn er mensen, die zeggen
Och wat geeft dat nou, als zo'n stroper
es een konijntje stroopt Maar met die
stropers zag je veel ellendige dingen
mevrouw Die konijnen in die strik
ken waren niet meteen kapot Op een dag
zag ik een kat jongen in zo'n strik. En
ze hadden een rekalfje in zo'n strik,
en ze stroopten 'm ter plaatse af.
En als zo'n moer konijn in de strik
zat. dan gingen al die kleintjes dood,
want de ram voert niet deur.Noe zit
ik veul op de duiven, want die zijn
vrij Het is één op de duizend als
je én de duif en de horen (de doffer)
krijgt Maar de horen blieft deurvoe
ren en die jonge duifjes gaan niet
dood
De laatste vijftien jaar hebben we hier
last van de myxomatose. Die zieke ko
nijnen wateren, en die andere eten
dan weer van dat besmette gras. Het
is zielig, die beestjes worden hele
maal blind Een tijdje geleden vond ik
pasgeboren jonge konijntjes tegen een
beukenboom aan.
Die moeder had myxomatose en was
al zó blind, dat ze het gat niet meer
kon terugvinden. Maar ze had toch
nog gejongd"
Geeft dan een verhandeling over de
vogelstand in Leusden Verzamelt ge
gevens voor een biologisch instituut
Een recente jachtpartij.
„Eigenlijk vind ik het mooiste wat
er in de natuur gebeurt". Kijkt pein
zend naar buiten, hoog in de lucht.
„Ondervinding is de beste leermees
ter De werkelijkheid is soms wel
anders dan wat ze schrijven. De bio
logen zeggen: „De ooievaar is zeld
zaam". Noe, als je „De Jager" leest,
dan stikt het nog van die beesten!
Eenden, die nestelen zelfs in knoot-
wilgen. Die knootwilgen zette de boer
langs de wallekant, dan kalfden de
slootkanten niet zo af vanwege het
vee. Die pijlen (jonge eenden) bleven
in die knootwilg onder de oude eend
zitten, en als het zo ver was lieten
ze zich van de wilg in de sloot val
len. Onderweg naar de beek gaan er
veel pijlen kapot, en ook als het een
koud voorjaar is.
Op de Leusderhei heb ik de
torenvalk, de buizerd, de havik.
Een van de twee nesten van de
haviken is dit jaar weer bebroed
De jonge haviken vliegen pas in
juni uit. Buizerds zie ik veel
Ook de wulp. En korhoenders. De
korhanen hebben een vuurrode kop.
en twee grote kromme veren op
hun staart De korhanen zetten
hun staart als pauwen uit. In het
laatst van april, het begin van
mei is het balderen van de kor
hanen. Dat is een mooi gezicht
De fazanten doen hetzelfde. Ver
leden jaar zag ik op de Leus
derhei een raaf. Het was een man
netje, maar hij zat in de broed
tijd op een oud eksternest
Dan heb je ook ransuilen, die piepen
of er een vos met jongen loopt Veld-
uilen. Een keer had ik een muis op
mijn nek, die was zeker uit de voe
derbak gesprongen. Boven mij stond
een torenvalk bezig met de jacht op
torren (stronthommels). Ik denk: wat
voel ik toch. Ik voelde in mijn hemd
Het was een muis. Ik flikker dat ding
op de grond. De torenvalk had 'm
direkt beet. Met die muis in m'n nek
zat ik op de vossen Ik spit twee
gaten in de grond en daar doe ik
m'n voeten in Van het zand maak
ik een zitje. Wat takken in de grond
steken om me heen, en dan maar
kieken".
„Ik heb ook wel es een aalschol
ver gehad. Die heeft meneer Willem
nog opgezet. En ik had een fuut in
het Baggergat. Professor De Beaufort,
die woonde op de Hoge Klei, was
direkteur van het Zoologisch instituut
in Amsterdam En die prepareerde
alles netjes. Hij moest ook' een sper
wer hebben. En ik heb nog een wiele
waal voor hem geschoten Daar heb
ik altied spijt van gehad. Nu zie je
hier geen wielewalen meer Zeven jaar
geleden is hij overleden, 91 jaar oud.
Zijn vrouw was op mijn jubileum. Ze
was dertig jaar jonger Ze bracht me
een boom, die ze zelf geschilderd had"
Laat me zijn fretten zien. behen
dige dieren vlug als water. Haalt ze
uit het hok zonder dat ze hem bijten
Ieder ander bijten ze direkt in de
vinger. Geeft één der fretten een stuk
je rauw vlees. „Ook van een ver
keersslachtoffer, een konijn", zegt hij
De fret grijpt het pijlsnel en schiet
er achteruit zijn hok mee in. „Met
hem heb ik zo'n grote vos op de
grond gekregen Die fret is jong, maar
het is een bijter, en die rekel kreeg
er genoeg van. Was ik met iemand
op de vossenjacht Die fret joeg die
vos op Was er zo'n hoog walletje.
Hij stond links en ik rechts. Plot
seling vliegt die vos voorbij. Die man
schoot, maar miste! Toen schoot die
man weer, hij had niet gehoord dat
ik ook een schot had gelost „Schrok
je, dat je miste?", vroeg ik „Nee,
hoor", zei ie „bij het tweede schot
raakte ik 'm". „Dat valt te bezien",
zei ik. „als je hem laat opzetten moet
je vragen aan welke zijde de kogeltjes
zaten Het bleek rechts te zijn. dus
was het mijn schot
Verleden jaar had ik twintig vossen.
Ik moest naar de verjaardag van m'n
schoonzuster. Noe, die schoonzuster
loopt niet weg. Ik ging op de vossen
en kreeg er die avond drie. Dit jaar
heb ik er pas zes.
Horen doet hij de vossen niet meer.
Maar ruiken des te beter
„Elf jaar geleden ging mien poot
aan flarden. Door de gladdigheid slipte
ik met mien bromfiets, en op 2 januari
1962 lag ik drie uur in de kou met de
bromfiets boven op mea Het bot stak
eruut Eindelijk kwam er een collega
aan, die ging eieren bij de boer halen.
We bonden hout tegen m'n poot aan
M'n collega hield een Volkswagen aan
en daar zat een oude verpleegster in.
Die zen „Direkt naar de Lichtenberg.
Ze deden er pennen in. Sommige mensen
zeiden „och dat duurt wel een jaar
voordat je weer kunt lopen", maar na
zes weken zat Arie weer op de fiets,
hoor Mien vrouw, die wier veul
zieker. Die sting op de stoep van het
ziekenhuis en viel een klein gaatje
in haar knie Daar kwam vuil bij.
Noe, dat heeft ze geweten Ze was er
lang mooi mee
Drie jaar geleden op de eendenjacht
in Breukelen kwam ik te vallen bie
een afrastering met een schuin hek.
Ik kreeg een beklemde breuk Een half
uur nadat ik in het ziekenhuis lag
was ik al geholpen. Ik heb precies een
week gelegen. Zo'n ziekenhuis, dat is
niks waard. Je mag dit niet, je mag
dat niet. Je mag niks Daar moet je zo
gauw mogelijk uut.
Ook is m'n rechterwenkbrauw er
wel eens af geweest. Die zit er weer
mooi op D'r is alleen nog een vraag
teken over.
Voor drie jaar terug kreeg ik ischias.
Ik was in de tuin aan het spitten. Ik
kon niet meer voor- of achteruut. De
jachtaktes werden net duurder f 100, - -
Ik vroeg aan de dokter of ik ooit nog
weer bewegen kon, want anders betaalde
ik die f 100, - - voor die jachtakte niet.
Dan kocht ik er liever jenever voor.
Maar die dokter zei, dat ik 'm rustig
kon aanvragen".
„Noe heb ik een kalm leven Ik blief
noe helemaal bie huus"
Maar met die kalmte valt het tegen.
Het bedrijvige en het uithuizige zit er
in, ondanks zijn drieenzeventig jaren.
Maar hij is ook, en blijft ook: een vrij
man. Een vrij man, die 's nachts kan
jagen en die overdag in zijn tuin kan
werken. En die aan tijd noch uur
gebonden is. Die van de natuur houdt
en die met liefde en realisme over de
dieren spreekt Een gelukkig mens.
Anco Mali
ACHTERVELD
Vrijdag 18 mei: ..Hotel De Roskam'
20.00 uur Laatste ronde Roskam-
schutjasconcours
Zaterdag 19 mei: Kerstens Sportpark
9.30 uur Aanvang pupillentour-
nooi s.v. Achterveld.
Zondag 20 mei: Kerstens Sportpark
Aanvang Kerstenstournooi
LEUSDEN/CENTRUM
Dinsdag 22 mei: ,,'t Ros 'Bevaart
20.00 uur, algemene ledenverga
dering wijkvereniging „Rossen
berg"
Zaterdag 26 mei: „De Til", 20.00
uur. dansavond, 15 jaar en ouder,
„Hervormd Centrum", „Pop
corn". Avond voor 12 t/m 16-
jarigen
Donderdag 31 mei: „De Til". 5.00
t/m 6 00 uur, start dauwtrappen.
Zaterdag 19 mei: Wereldwinkel Leus
den actief
LEUSDEN/ZUID
Donderdag 17 mei: Bibliotheek „De
Boekenmolen". Uitlening van 14.00
tot 16.30 uur Arnhemseweg 83.
Vrijdag 18 mei: Bibliotheek „De Boe
kenmolen' Uitlening van 19.00
tot 20 00 uur Arnhemseweg 83
Vrijdag 18 mei: Opening van het wijk
centrum ,.'t Trefpunt". Verzame
len op het kerkplein van de Dorps
kerk aan de Arnhemseweg om 20.00
uur.
Zaterdag 19 mei: 14.00 tot 15.00 uur
Ontvangst van de kinderen uit
Leusden in ,,'t Trefpunt". Erworat
een glaasje limonade aangeboden.
Maandag 21 mei: 14.30 uur ontvangst
van de bejaarden uit Leusden/
Zuid in ,,'t Trefpunt" Een kopje
koffie wordt aangeboden.
Dinsdag 22 mei 14.30 uur ontvangst
van de bejaarden uit Leusden/
Centrum in ,,'t Trefpunt" Een
kopje koffie wordt aangeboden.
Dinsdag 22 mei: U V.V Senioren So
ciëteit. Gezellige middag voor de
oudere inwoners van Leusden/Zuid
in het klubgebouw van Roda, 14.00
tot 16.30 uur
Vrijdag 25 mei Ledenvergadering
Groene Kruis-wijkgebouwhalf 8
OPPASDIENST LEUSDEN
Voor een oppas bellen naar mevrouw
C. Deenik, Kon Julianalaan 35, Leus-
den/Zuid, telefoon 03490 - 18134
Weekend 19 en 20 mei 1973.
(Alleen voor spoedgevallen).
LEUSDEN
Voor de praktijken van de artsen
Boersema, Den Toom. Brinkhorst
en Lantink zal a s weekend waar
nemen: dr. Binkhorst, Gironde 1.
Leusden/C., tel. 2667.
(Dienst van vrijdagavond 18.00 uur
tot maandagmorgen 8.00 uur).
De wijkverpleging wordt waargeno
men door: zr. Rosa, Hamersveldse-
weg 57, Leusden/C., tel. 1271
Apotheek Openingstijden Apotheek
Leusden werkdagen van 8 tot 18
uur en van 19.30 tot 20 uur
In de weekenden waarin de artsen
Binkhorst en Lantink dienst hebben:
zaterdag en zondag van 14 tot 14.30
uur en van 17.30 tot 18 uur.
Wanneer de artsen Boersema en
Den Toom dienst hebben is de apo
theek zaterdags en zondags geslo
ten.