Werkgroep
Bestemmingsplannen boog zich over eerste
gemeentelijke „bouwsteen" voor
de tweede fase
ll
NOTA „ONTWIKKELING LEUSDEN-CENTRUM"
Natuur en landschap belangrijk gegeven Hoge prioriteit
voor openbaar vervoer In eerste instantie bouwen voor
eigen bewoners en de regio Eemland Hoofdcentrum
dient vele funkties te krijgen Aandacht voor speciale
voetgangers- en fietsers-traces
I L
t
DONDERDAG 21 MAART 1974
LBU5DER KRANT
■dei
WONEN EN WOONMILIEU
(Van de redaktie)
LEUSDEN - Met slechts een tiental
belangstellenden op de publieke tri
bune ging de werkgroep bestemmings
plannen van het Comité Milieuzorg
Leusden vorige week dinsdag akkoord
met het eerste deel van de door de ge
meentelijke diensten aangedragen
bouwsteen voor de tweede fase, de nota
„Ontwikkeling Leusden-Centrum", uit
gangspunten, randvoorwaarden en doel
stellingen. In deze nota (eerder een
heel bouwpakket dan een „bouwsteen"),
wordt aangegeven welke voorwaarden
er zijn, van welke uitgangspunten men
uit dient te gaan en wat de doelstellingen
zijn voor de tweede fase van de ont
wikkeling van Leusden-Centrum. Met
het aanvaarden van deze bouwsteen zal
de basis gelegd zijn voor de gehele
tweede fase.
Hoewel eigenlijk te laat (het rapport
werd niet van tevoren aan de pers
verstrekt) willen wij in dit artikel toch
uitgebreid ingaan op de gemeentelijke
nota, temeer omdat in de vergadering
van donderdag 4 april a.s. van de werk
groep opnieuw op deze nota wordt
ingegaan en wel wat betreft de doel
stellingen.
Uit de nota haalden wij ten aanzien
van die doelstellingen voor u de vol
gende passages:
VERANDERING
LEVENSPATROON
„De ontwikkelingen in de naaste
toekomst zijn nauw verbonden met de
veranderingen in het levenspatroon van
de bevolking. Wanneer hierop nader
wordt ingegaan en getracht wordt een
toekomstbeeld op te roepen, zal dit
aanleiding zijn tot veel vraagtekens.
Desalniettemin is een dergelijk toe
komstbeeld, hoe onzeker ook, nodig
om richting te geven aan de op stapel
staande plannen voor de nieuwe 2e
fase.
Een vrij zeker gegeven lijkt dat in
de nabije toekomst iedereen over het
algemeen voortgezet onderwijs zal heb
ben genoten, over betrekkelijk veel
vrije tijd zal beschikken en in ver
gelijking met het verleden een be
trekkelijk brede belangstelling zal
hebben.
Door grotere vervoersmogelijkheden
zal de mobiliteit van iedereen groter
kunnen zijn.
Op langere termijn moet op afrem
ming van de individuele welvaartsgroei
worden gerekend. Dit is voornamelijk
het gevolg van het toenemend beslag
op de middelen ten behoeve van de
collectieve voorzieningen en het finan
cieren van maatregelen tegen de
milieuvervuiling.
Dit kan verandering in het beste
dingspatroon voor het wonen tot gevolg
hebben naar belang de hoogte van het
inkomen en/of de behoefte
Voor een aantal mensen zal de vraag
naar woningen, op plaatsen waar de
voordelen van de nabijheid van de stad
met zijn voorzieningen en de geneugten
van het platteland beide voorhanden
zijn, onverminderd voortduren. Wan
neer dit niet in goede banen wordt
geleid zal de suburbanisatie onver
minderd blijven doorgaan Deze sub
urbanisatie verarmt zowel de stad
als het omliggende platteland.
AANTASTING PLATTELAND
BEPERKEN
Nu de waarden van het platteland
door steeds meer mensen erkend
worden en een ongelimiteerde aantas
ting hiervan niet meer aanvaard wordt
begint het beleid - van de gebundelde
deconcentratie -. dat de rijksoverheid
reeds in de tweede nota aankondigde,
steeds vastere vorm aan te nemen.
In de derde nota inzake de Ruimtelijke
Ordening in Nederland wordt daarom
vermeld dat dit beleid wordt voort
gezet met een sterker accent op het
bundelen.
VRIJETIJDSBESTEDING
Andere veranderingen zijn verder te
verwachten in het patroon van de vrije
tijdsbesteding. Waar voorheen het
accent vaak lag op de passieve sport
beoefening begint nu een verschuiving
op te treden naar de actieve sport
beoefening Dit vraagt om een extra
hoeveelheid recreatiemogelijkheden.
Een sterke uitbreiding van de ac
commodatie voor actieve sport-|
beoefening door niet-competitie-
spelers, zoals trimbanen en andere
gelegenheden voor de beoefening van
recreatiesporten is een algemene wens
Ook de emancipatie van de vrouw
gaat zijn eisen stellen aan de samen
leving van de toekomst. Dit betekent
een extra aanbod op de arbeidsmarkt
veelal voor plaatsen op geringe afstand
van de woonomgeving.
Ook zal een extra vraag ontstaan
naar opvangmogelijkheden voor kin
deren, zoals peuterspeelzalen, kinder
dagverblijven en overblijfgelegenhe-
den
DOELSTELLINGEN
Aan de hand van genoemde ontwik
kelingen zijn een aantal algemene
maatschappelijke doelstellingen te ge
ven, die algemeen aanvaard worden
als een streven naar een verafgelegen
eindpunt, maar welk streven zo de
moeite waard wordt bevonden dat het
toch als algemeen richtinggevend wordt
aanvaard.
1. Er dient gestreefd te worden naar
optimale ontplooiingsmogelijkheden
voor ieder mens
2. Het natuurlijk milieu dient be
schermd te worden.
DOELSTELLINGEN
OMVANG EN GROEI
VAN DE BEVOLKING
Een zo gelijkmatig mogelijke groei
van de bevolking, zulks met inacht
neming van de woningbehoefte moet
worden nagestreefd.
Er moet worden gestreefd naar een
zo evenwichtig mogelijke opbouw van
de bevolking.
De situering en structurering van
de tweede fase dient zodanig te zijn
dat zowel een verdere uitbreiding als
een afronding van de stedelijke be
bouwing mogelijk is.
Reeds tijdens de tweede fase zal
moeten worden bezien in welk tempo
volgens de dan geldende omstandig
heden een verdere groei van Leusden/
Centrum noodzakelijk en gewenst is.
NATUUR EN LANDSCHAP
De aanwezige natuurlijke gegevens
dienen voortdurend te worden betrokken
bij de bepaling van de richting en de
maat van de ruimtelijke ontwikkeling
De stedelijke uitbreiding dient zo
gunstig mogelijk te worden ingepast
in het omliggende landschap.
Bij de stedelijke uitbreidingen zal
veel aandacht moeten worden geschon
ken aan het vermijden van indirekte
negatieve invloeden op de rond de te
bebouwen gebieden gelegen landschap
pelijk waardevolle gebieden.
De bij uitbreiding van de bebouwing
onvermijdelijk optredende verliezen
voor natuur en landschap zullen zoveel
mogelijk moeten worden gecompen
seerd door maatregelen tot behoud van
de te handhaven groengebieden binnen
en buiten de stedelijke uitbreiding.
Bij uitbreiding van de bebouwing dient
vermeden te worden dat de aangren
zende agrarische bedrijven worden be
perkt in hun bedrijfsvoering
Bij inrichting van groeneenheden bin
nen de bebouwde gebieden moet reke
ning worden gehouden met de het ge
bied van nature kenmerkende vegetatie,
grondwaterstand en bodemgesteldheid.
WONEN EN WOON
MILIEU
Gestreefd dient te worden naar woon
gemeenschappen die door hun differen
tiatie, herkenbaarheid en vormgeving
duidelijk identiteit verlenen aan zowel
onderdelen als aan het geheel van de
stedelijke omgeving
De individuele woonwensen dienen
binnen aanvaardbare grenzen richt
snoer te zijn voor wonen en woon
omgeving, daarbij een evenwichtig
ruimtelijk geheel vormend en reke
ning houdend met de wens tot sociale
contacten tussen de bewoners onder
ling
VOORZIENINGEN
Aard en omvang van het voorzie
ningenpakket moeten worden afgestemd
op de omvang en de samenstelling van
de plaatselijke bevolking
De spreiding van het verzorgings-
apparaat dient zodanig te zijn, dat met
behoud van een duidelijke strukture-
ring en gelet op de rentabiliteit zoveel
mogelijk wordt tegemoet gekomen aan
het verlangen van de bevolking om op
aanvaardbare afstand de meest elemen
taire voorzieningen ter beschikking te
hebben.
In Leusden-céntrum zal een con
centratiepunt van voorzieningen (hoofd
centrum) aanwezig moeten zijn.
WERKEN
Er dient gestreefd te worden naar
een goede werkgelegenheid.
De na te streven groei van het aan
tal arbeidsplaatsen moet mede worden
gezien in relatie tot de groei van de
beroepsbevolking en het aantal arbeids
plaatsen m de regio Eeinland.
Bij het aantrekken van bedrijven en
instellingen moet worden gelet op de
invloed die deze op het milieu zullen
hebben.
VERKEER
Van het verkeers- en vervoerssy
steem moet worden geeist dat het
kwalitatief en kwantitatief toereikend
is om te kunnen voldoen aan de eisen
die een goed functionerend maatschap
pelijk leven stelt.
Het verkeers- en vervoerssysteem
dient zo harmonieus mogelijk in de
ruimte te zijn ingepast.
Gestreefd dient te worden naar een
functionele hiërarchie van wegen.
Het openbaar vervoer dient binnen
het totale pakket van verkeers- en
vervoersvoorzieningen een hoge prio
riteit te krijgen. Indien er reele moge
lijkheden zijn voor railvervoer dienen
deze te worden benut
De verkeersveiligheid dient maxi
maal te zijn.
OMVANG EN GROEI VAN
DE BEVOLKING
Het beleid van de gemeente zal met
name moeten zijn gericht op het bou
wen van woningen ten behoeve van
a. de eigen bevolking;
b. inwoners van de overige gemeenten
in de regio Eemland;
c. economisch gebondenen aan de re
gio Eemland, die nog niet in de re
gio wonen,
d beroepsforensen, die hun werkter
rein in Midden-Nederland hebben
c. de directe en indirecte overloop
van gemeenten op de Utrechtse
Heuvelrug.
Uit deze doelstellingblijkt.dat Leus
den vooral een bijdrage moet leveren in
het opvangen van de bevolkingsgroei
in het oostelijk deel van de provincie.
De bevolkingsgroei in de gehele pro
vincie speelt hierbij echter ook een
rol, omdat de beperkte groeimogelijk
heden in het westen van Utrecht (Wes
telijk Weidegebied, Vecht- en Piassen-
gebied en de gemeente Utrecht) van
invloed zijn op de ontwikkeling in het
oosten.
Volgens het C b S zal bij een voort
zetting van de trend der afgelopen ja
ren, en bij ongewijzigd beleid, het aan
tal inwoners in de provincie Utrecht
toenemen van 857.000 m 1 januari
1975 tot 956.000 (lage prognose) of
975.000 (hoge prognose) op 1 januari
1985. Daarna zal volgens dezelfde prog
nose het aantal inwoners toenemen tot
1.074 000 (lage prognose) of 1.117.000
(hoge prognose) op 1 januari 2000.
De berekende aantallen inwoners
kunnen worden vertaald in aantallen wo
ningen door toepassing van de gemid
delde woningbezetting (gemiddeld aantal
inwoners per woning). In 1972 zijn
door de P P D.-Utrecht schattingen ge
maakt van de gemiddelde woningbe
zetting in 1985 in een groot aantal
gemeenten in de provincie Door
combinatie van het aantal inwoners en
de gemiddelde woningbezetting kan het
aantal benodigde woningen worden be
rekend Naar verwachting neemt de
woningbehoefte in de provincie Utrecht
in de periode 1975 - 1985 toe met
62.000 (lage prognose) of 64.000 (ho
ge prognose) woningen.
De woningproduktie zal aanmerkelijk
hoger moeten zijn, omdat er regelma
tig woningen vervangen moeten worden
Indien de vervanging per jaar een half
procent van de woningvoorraad zou be
dragen (hetgeen aan de lage kant is),
dienen er in de periode 1975-1985
77.000 tot 79.000 woningen te worden
gebouwd. Dat wil zeggen gemiddeld
39.000 woningen per 5 jaar. De ge
schatte capaciteit in alle streekplan-
gebieden in de provincie bedraagt van
1975 tot 1985 omstreeks 39.000 wo
ningen
Dit aantal is berekend door de streek-
plancijfers ultimo 1979 te verminde
ren met die per ultimo 1974 met voor
bij gaan aan reeds plaats gehad heb
bende overschrijdingen van deze cij
fers. Indien binnen de streekplannor
men gebouwd zou worden zou de ca
paciteit in de diverse streekplannen
(met name Utrechtse Heuvelrug) aan
zienlijk geringer zijn. In dat geval zou
er voor sommige gemeenten (bijvoor
beeld de groeikernen) ruimte kunnen
ontstaan voor een sterkere groei dan
thans wordt aangenomen.
In de periode 1980-1985 bedraagt de
nodige woningproductie in de provin
cie Utrecht eveneens 39.000. In mid
den- en zuidoost Utrecht en Vallei en
Eemland zullen volgens de streekplan
nen tezamen 26.000 woningen dienen
te worden gebouwd. Indien wordt aan
genomen dat de woningvoorraad in de
overige streekplangebieden in die pe
riode met 1% per jaar zal toenemen,
terwijl rekening wordt gehouden met
een afronding van Maarsenbroek, be
draagt de woningproduktie in die ge
bieden ongeveer 10.000.
Dit betekent dat er elders m de
provincie nog ruimte moet worden
gevonden voor de bouw van 3000 wo
ningen. Dit kan consequenties hebben
voor de snelheid van de groei van
Leusden. Voor wat betreft de ontwik
keling in de provincie na 1985 moet op
grond van de eerdergenoemde C B.S.
prognose met een verdergaande groei
van de bevolking en de woningvoorraad
worden gerekend, zij het dat deze iets
minder groot zal zijn dan in de perio
de 1975-1985 (gemiddeld 7000 in plaats
van 7800 per jaar).
Voor de vaststelling van het woning-
bouwprogramma moet een periodiek on
derzoek naar de woningbehoefte wor
den gehouden.
NATUUR EN
LANDSCHAP
Er moet gestreefd worden naar een
geleidelijke overgang van de stede
lijke gebieden naar de landelijke ge
bieden.
Op elk raakvlak van de stedelijke
bebouwing en het landschap is een
specifieke aanpassing nodig
De natuurlijk en cultuurhistori
sche gegevens, zoals relief, be
groeiing, waterlopen, en land
schapspatroon spelen hierbij een
rol. Door middel van aangepaste
verkavelingsvormen, bebouwings
dichtheden en groenvoorzieningen
kan hierop ingespeeld worden (zo
genaamde overgangszones).
Aantasting van het natuurlijk milieu
rond de stedelijke bebouwing van het
toekomstige Leusden-centrum dient tot
een minimum beperkt te blijven.
Door middel van een weloverwo
gen tracering van met name de
externe ontsluitingswegen, ge
luidsniveau-beperkende aarden-
wallen, gescheiden rioleringsstel
sel en andere soortgelijke maat
regelen kunnen de bezwarende in
vloeden op het natuurlijk milieu
worden verzacht.
Met betrekking tot de aanwezige land
schappelijke waardevolle gebieden rond
de bebouwing van Leusden-centrum
dienen beschermende maatregelen ge
troffen te worden, die kunnen leiden tot
behoud en uitbreiding van de aanwezige
waarden.
Een nader onderzoek in de pro
gramma-fase zal uitwijzen op
welke wijze dit zal worden gerea
liseerd.
Bij het vaststellen van de grenzen
van de uitbreiding van Leusden-cen
trum zal mede gelet moeten worden
op eigendoms- en pachtverhoudingen
Door middel van een weloverwogen
keuze van de begrenzing van de uit
breiding dient te worden voorko
men dat gedeelten van agrarische
bedrijven moeten worden opgekocht
waardoor bedrijfsuitoefening op het
resterende onmogelijk wordt.
De groenvoorzieningen binnen de be
bouwde omgeving dienen zoveel mo
gelijk geconcentreerd te worden - ver
snippering moet worden voorkomen-.
Daarnaast dien het beplantings-scala
aangepast te worden aan dat van de
Vallei De nieuwe groenstructuren bin
nen de stedelijke bebouwing dienen vi
sueel en landschapskundig aan te slui
ten op de te handhaven aanwezige
groenelementen
Door versnippering van het groen
binnen de bebouwde omgeving te voor
komen en de groenvoorzieningen eni
ge maat te geven is de kans groter
dat het voor de Vallei kenmerkende
natuurlijke milieu ook binnen de be
bouwing min of meer spontaan tot ont
wikkeling kan komen.
Deze ontwikkeling biedt de beste
kansen voor wilde planten en dieren.
Hierdoor ontstaan weinig onderhoud
vergende, rijk geschakeerde groenge-
biedjes.
Er dient gestreefd te worden naar
een woningbouwprogramma dat is af
gestemd op de behoefte.
In het woningbouwprogramma zul
len de aantallen woningen naar
grootte, type, financieringswijze,
hoogte van de huren, koopsommen
enz. moeten worden afgestemd op
de behoefte. Ruime aandacht zal
worden besteed aan de sociale
woningbouw.
Gestreefd dient te worden naar een
betrekkelijk homogene sociale woon-
structuur van de bevolking op het ni
veau van de directe woonbuurt; daar
naast dient gestreefd te worden naar
een meer heterogene sociale structuur
op het niveau van de woonwijk.
Uit verschillende onderzoekingen
is duidelijk naar voren gekomen
dat bewoners tamelijk status-ge-
voelig zijn ten aanzien van de so
ciale samenstelling van hun direkte
omgeving.
Hiermede rekening houdend is op
het niveau van de directe woon
buurt een zekere homogeniteit ge
wenst De homogeniteit in de di
recte woonbuurt kan worden be
vorderd door een gelijke huur of
koopsom van de woningen.
Op wijkniveau moet echter naar
een differentiatie in sociale mi
lieutypen worden gestreefd, ten
einde het ontstaan van al te een
zijdig samengestelde wijken te
voorkomen.
De identificatie van de bewoners met
hun woonomgeving dient bevorderd te
worden door de nieuwe bewoners mede
invloed te geven op de vormgeving van
bepaalde aspecten van de nieuwe woon
omgeving.
De directe omgeving van de wo
ning moet als geheel en in zijn
onderdelen te herkennen zijn en
daarbij mogelijkheden bieden tot
identificatie door de bewoner. Ver
der zoekt elk individu naar moge
lijkheden zichzelf herkenbaar te
maken. Behalve voor zijn woning
bestaat deze behoefte ook ten aan
zien van de directe omgeving.
Dit wordt mogelijk door de bewo
ners het pleintje, hofje, speelter
rein e.d. zelf te laten invullen,
hetgeen bovendien kan leiden tot
de uiteindelijk gewenste variatie
in de uiterlijke verschijningsvorm
van de woonomgeving.
De bouw van eigentijdse en experi
mentele woonvormen dient zoveel mo
gelijk te worden bevorderd.
Bij de inrichting van de woonomge
ving dient ook rekening te worden ge
houden met de eisen en wensen van
hulp en/of bescherming behoevenden
De bouwwerken en de omgeving
moeten toegankelijk zijn voor
personen, die slechts met moeite
of in het geheel niet kunnen lopen,
voor kinderen, voor moeders met
kinderwagens, bejaarden enz.
Bij de bebouwing van nieuwe gebieden
dient te worden gestreefd naat zoveel
mogelijk behoud van waardevolle ele
menten.
Tot de waardevolle elementen be
horen bijvoorbeeld de verspreid
staande historisch waardevolle en
architectonisch fraaie boerde
rijen.
Gestreefd dient te worden naar vol
doende mogelijkheden voor spel en
recreatie ten behoeve van de verschil
lende leeftijdsgroepen; dit in zo groot
mogelijke verscheidenheid en op ver
antwoorde wijze (afstand, verkeers
veiligheid enz.).
De inrichting en ligging van nieu
we woonbuurten moeten maximaal
uitnodigend zijn voor zowel kin
deren als ouderen om de woning
te verlaten en gebruik te maken
van de publieke ruimten (speel
pleintjes, park, wandelgebieden
enz.), waardoor de mogelijkheden
voor sociale contacten worden ver
groot.
Aan de mogelijkheid tot vestiging van
ambachtelijke en dienstverlenende be
drijfjes en beroepen binnen de stede -
lijke gebieden, voorzover deze niet sto
rend zijn voor het woonmilieu, dient
aandacht te worden besteed.
De aanwezigheid van andere dan
uitsluitend woonactiviteiten ver
levendigt het karakter van de woon
omgeving. Als voorbeelden kunnen
worden genoemd: schoen- en rij
wielhersteller, kapper, therapeu
ten, div. artsenpraktijken.
VOORZIENINGEN
Het hoofdcentrum van Leusden dient
een multifunctioneel karakter te heb
ben. Aan de integratie van functies moet
grote aandacht worden besteed.
Het centrum moet de plaats zijn
voor nutsbedrijven, gemeentedien
sten, winkels (food- en non-food),
horeca, gezondheidszorg, sociaal-
culturele activiteiten, kantoren, en
zeker ook wonen.
Ook een scholengemeenschap kan
bijdragen tot verlevendiging van
het centrumkarakter.
Er dient voldoende basis- en kleu
teronderwijs aanwezig te zijn op aan
vaardbare afstand van de woning.
Er dient te worden zorggedragen
voor een zo min mogelijk gevaar
opleverende route (wandel- en fiets)
van school naar huis.
Naast de voorzieningen voor de li
chamelijke opvoeding in schoolver
band, welke ook buiten schooltijd moe
ten kunnen worden benut, zullen er
verspreid over Leusden-centrum eni
ge goed bereikbare sportgelegenheden
gecreeerd moeten worden.
Er dient gestreefd te worden naar
voorzieningen voor gezondheidszorg,
sociale dienstverlening, sociaal- cul
turele en religieuze doeleinden.
Gestreefd dient te worden naar
een ruimtelijke en organisatori
sche samenwerking tussen de ver
schillende activiteiten
Een punt van nadere studie zou
kunnen zijn het komen tot een zo
genaamd combinatiegebouw. Ini
tiatieven in deze richting dienen
van gemeentewege gestimul*
te worden.
Aan de recreatieve aspecten bic:
(zowel als buiten de woonomgevingi
alle aandacht te worden besteed.
Binnen de woonomgeving dient
het recreatieve aspect aanwe^
zijn bijvoorbeeld in de vorm
grotere groenstructuren, v,at»
partijen (vissen, varen, et
avontuurlijke speelgelegenhede;
enz.
WERKEN
(Var
den'
Schi
ovei
29 i
ver]
heei
dag
bela
de
bee
Iev<
ben
J E
io 1
bon
Ros
tie
mei
Lei
bee
lak
fee
opg
mu
da a
ter
t
me
da!
nie
toe
Er dient naar te worden gestreefd,
het aantal arbeidsplaatsen tenmit
een omvang zal hebben die de tg
bedraagt van de Leusdense beroe,
bevolking.
Verwacht moet worden dat het
tal arbeidsplaatsen in plaatselijk n
zorgende bedrijven en instellingen
het einde van de tweede fase eeno
vang zal hebben ter grootte van j
van de plaatselijk woonachtige
roepsbevolking. Bij handhaving van
het huidige relatieve aandeel van
aantal arbeidsplaatsen in lokaal r
wende bedrijven en instellingen
van de beroepsbevolking) bedraagt!
aantal arbeidsplaatsen reeds 45% i
de beroepsbevolking. Met een betn
kelijk geringe inspanning moet
mogelijk zijn het aantal arbeidsplu
sen op een niveau van 50% van det
roepsbevolking te brengen. Dit wil t
zeggen, dat ook de helft van de pit
selijke beroepsbevolking in hun w,
plaats werkt.
i Er moet namelijk altijd met for*
sisme rekening worden gehouden,!
omvangrijk de werkgelegenheid ook
Er dient gestreefd te worden m
een aantrekkelijke omgeving in de
werkgelegenheidsgebieden
Door een ruime opzet met ovenj||p
gend lage bebouwing dient een verdolf
uitbouw van het parkachtige werkgeel
genheidsgebied te worden nagestre^H
met het doel een visueel aantrekken
gebied te krijgen en solitaire bestig^lljj
gen in fraaie natuurgebieden van hoger
orde elders in Nederland te voortl
men.
Er moet gestreefd worden naar ea LEI
spbedige realisatie van het evenwi^e kit
tussen wonen en werken. üng- L
Deze doelstelling is te verwen® ve
lijken door het voeren van i-Astma
actief gronduitgiftebeleid. het be
vele 1
VERKEER EN VERVOER Op
Interlokaal verkeer via de bebojuesvi
de kom moet worden voorkomen, jje d
Binnen het totale verkeers- en vtkeer i
voersplan dienen fiets- en voetgaaDe h
gersroutes zo min mogelijk door wijmeme
wegen te worden gekruist. veren
In het algemeen zijn speciale vot'stuur
gangers- en fietstracé's geweusihj a
Met name het centrum van Le.taris
den moet via een dergelijk trayoon
bereikbaar zijn. Hetzelfde rmOok
worden nagestreefd voor s.G.ï
overige voorzieningen. gezet
De Hiërarchie van het wegenpatrco in
dient tot uiting te worden gebrachlvoorz
de visuele uitvoering van de wecpoliti
waardoor aanpassing van het wegcsnoer
drag bij de weggebruiker wordt teteed
werkstelligd. Gij, c!
De functie van de weg komt hooi} Vei
zakelijk tot uiting door de volgelijke
de visuele aspecten: breedte, veiQotuli
harding, tracering, beplanting,ssrersl
of geen vrijliggende fiets- en wat Eéi
delpaden, enz. punte
Door de uitvoering van deze visi,
ele aspecten aan te passen aano"™
functie van de diverse wegen b
de rijsnelheid beinbloed worwHlt
ten gunste van de wensen ter plai-Vli
se Hoe dieper het gemotonsee; 1
de verkeer de woonomgeving bil I -
mem dringt des te lager dient4 mi
rijsnelheid te zijn. II
Het gemotoriseerde verkeer dial
in de directe woonomgeving onde;
geschikt te zijn aan devoetgani
In de woonwijken en in het centra
dienen voldoende parkeervoorzien
aanwezig te zijn. Deze dienen zo o
opvallend en effectief mogelijk ge:
eerd te worden.
De auto is voor het merendeel y
de mensen nog steeds een bela
rijk vervoermiddel Volledige u
banning van de auto uit de wooi j
wijk moet dan. ook vooralsnog a'-<|e J
onmogelijk worden beschouwd
Wel moet er worden getracht c Vao
invloed van de geparkeerde aa'verj
tot een minimum te beperken. Bij geo
voorbeeld door: parkeren op eigflft]
erf te stimuleren, carports, ganfpjg
ges, verdiepte door groen gemas Leu
keerde parkeerterreinen, enz q
In bet openbaar vervoer behoort Ame,
relatie Leusden- Amersfoort raai'sie
maal ontwikkeld te worden. bes
Voor Leusden-centrum zal Amer jiag
foort een belangrijke cent rumfuk te j
tie blijven vervullen. Ook een hui]
groot deel van het woon- werkver püc
keer zal zich via Amersfoort al Zjc|
spelen, mede omdat AmersfoorTeii
beschikt over zeer goede en fre mo
quente treinverbindingen met hui
rest van Nederland en een knoop- gga
punt is van veel interlokale bus pjj<
verbindingen. wij
Aangezien een belangrijk deel yz'L
de beroepsbevolking buiten Leus
den werkzaam is zal het wood-J
werkverkeer relatief sterk zij*!
ontwikkeld. Daarom is een g«f|
en frequente verbinding per open-|
baar vervoer met Amersfoort
noodzakelijk.
Leusden-centrum dient op voldoend*!
wijze verbonden te zijn met Amers-lj
foort en de overige delen van Neder
land door middel van een passend
gennet.
Momenteel is Leusden-centrus
ontsloten via Heiligenbergerwei
Hamersveldseweg, Maanweg.
Lockhorsterweg en Zwartewef
Deze ontsluitingen worden alg*
meen als zeer onvoldoende beoor
deeld. Het is daarom zaak dit
Leusden-centrum op korte termlp
een goede ontsluiting krijgt c?
Rijksweg 28.