Werkgroep Bestemmingsplannen boog zich over eerste gemeentelijke „bouwsteen" voor de tweede fase ll NOTA „ONTWIKKELING LEUSDEN-CENTRUM" Natuur en landschap belangrijk gegeven Hoge prioriteit voor openbaar vervoer In eerste instantie bouwen voor eigen bewoners en de regio Eemland Hoofdcentrum dient vele funkties te krijgen Aandacht voor speciale voetgangers- en fietsers-traces I L t DONDERDAG 21 MAART 1974 LBU5DER KRANT ■dei WONEN EN WOONMILIEU (Van de redaktie) LEUSDEN - Met slechts een tiental belangstellenden op de publieke tri bune ging de werkgroep bestemmings plannen van het Comité Milieuzorg Leusden vorige week dinsdag akkoord met het eerste deel van de door de ge meentelijke diensten aangedragen bouwsteen voor de tweede fase, de nota „Ontwikkeling Leusden-Centrum", uit gangspunten, randvoorwaarden en doel stellingen. In deze nota (eerder een heel bouwpakket dan een „bouwsteen"), wordt aangegeven welke voorwaarden er zijn, van welke uitgangspunten men uit dient te gaan en wat de doelstellingen zijn voor de tweede fase van de ont wikkeling van Leusden-Centrum. Met het aanvaarden van deze bouwsteen zal de basis gelegd zijn voor de gehele tweede fase. Hoewel eigenlijk te laat (het rapport werd niet van tevoren aan de pers verstrekt) willen wij in dit artikel toch uitgebreid ingaan op de gemeentelijke nota, temeer omdat in de vergadering van donderdag 4 april a.s. van de werk groep opnieuw op deze nota wordt ingegaan en wel wat betreft de doel stellingen. Uit de nota haalden wij ten aanzien van die doelstellingen voor u de vol gende passages: VERANDERING LEVENSPATROON „De ontwikkelingen in de naaste toekomst zijn nauw verbonden met de veranderingen in het levenspatroon van de bevolking. Wanneer hierop nader wordt ingegaan en getracht wordt een toekomstbeeld op te roepen, zal dit aanleiding zijn tot veel vraagtekens. Desalniettemin is een dergelijk toe komstbeeld, hoe onzeker ook, nodig om richting te geven aan de op stapel staande plannen voor de nieuwe 2e fase. Een vrij zeker gegeven lijkt dat in de nabije toekomst iedereen over het algemeen voortgezet onderwijs zal heb ben genoten, over betrekkelijk veel vrije tijd zal beschikken en in ver gelijking met het verleden een be trekkelijk brede belangstelling zal hebben. Door grotere vervoersmogelijkheden zal de mobiliteit van iedereen groter kunnen zijn. Op langere termijn moet op afrem ming van de individuele welvaartsgroei worden gerekend. Dit is voornamelijk het gevolg van het toenemend beslag op de middelen ten behoeve van de collectieve voorzieningen en het finan cieren van maatregelen tegen de milieuvervuiling. Dit kan verandering in het beste dingspatroon voor het wonen tot gevolg hebben naar belang de hoogte van het inkomen en/of de behoefte Voor een aantal mensen zal de vraag naar woningen, op plaatsen waar de voordelen van de nabijheid van de stad met zijn voorzieningen en de geneugten van het platteland beide voorhanden zijn, onverminderd voortduren. Wan neer dit niet in goede banen wordt geleid zal de suburbanisatie onver minderd blijven doorgaan Deze sub urbanisatie verarmt zowel de stad als het omliggende platteland. AANTASTING PLATTELAND BEPERKEN Nu de waarden van het platteland door steeds meer mensen erkend worden en een ongelimiteerde aantas ting hiervan niet meer aanvaard wordt begint het beleid - van de gebundelde deconcentratie -. dat de rijksoverheid reeds in de tweede nota aankondigde, steeds vastere vorm aan te nemen. In de derde nota inzake de Ruimtelijke Ordening in Nederland wordt daarom vermeld dat dit beleid wordt voort gezet met een sterker accent op het bundelen. VRIJETIJDSBESTEDING Andere veranderingen zijn verder te verwachten in het patroon van de vrije tijdsbesteding. Waar voorheen het accent vaak lag op de passieve sport beoefening begint nu een verschuiving op te treden naar de actieve sport beoefening Dit vraagt om een extra hoeveelheid recreatiemogelijkheden. Een sterke uitbreiding van de ac commodatie voor actieve sport-| beoefening door niet-competitie- spelers, zoals trimbanen en andere gelegenheden voor de beoefening van recreatiesporten is een algemene wens Ook de emancipatie van de vrouw gaat zijn eisen stellen aan de samen leving van de toekomst. Dit betekent een extra aanbod op de arbeidsmarkt veelal voor plaatsen op geringe afstand van de woonomgeving. Ook zal een extra vraag ontstaan naar opvangmogelijkheden voor kin deren, zoals peuterspeelzalen, kinder dagverblijven en overblijfgelegenhe- den DOELSTELLINGEN Aan de hand van genoemde ontwik kelingen zijn een aantal algemene maatschappelijke doelstellingen te ge ven, die algemeen aanvaard worden als een streven naar een verafgelegen eindpunt, maar welk streven zo de moeite waard wordt bevonden dat het toch als algemeen richtinggevend wordt aanvaard. 1. Er dient gestreefd te worden naar optimale ontplooiingsmogelijkheden voor ieder mens 2. Het natuurlijk milieu dient be schermd te worden. DOELSTELLINGEN OMVANG EN GROEI VAN DE BEVOLKING Een zo gelijkmatig mogelijke groei van de bevolking, zulks met inacht neming van de woningbehoefte moet worden nagestreefd. Er moet worden gestreefd naar een zo evenwichtig mogelijke opbouw van de bevolking. De situering en structurering van de tweede fase dient zodanig te zijn dat zowel een verdere uitbreiding als een afronding van de stedelijke be bouwing mogelijk is. Reeds tijdens de tweede fase zal moeten worden bezien in welk tempo volgens de dan geldende omstandig heden een verdere groei van Leusden/ Centrum noodzakelijk en gewenst is. NATUUR EN LANDSCHAP De aanwezige natuurlijke gegevens dienen voortdurend te worden betrokken bij de bepaling van de richting en de maat van de ruimtelijke ontwikkeling De stedelijke uitbreiding dient zo gunstig mogelijk te worden ingepast in het omliggende landschap. Bij de stedelijke uitbreidingen zal veel aandacht moeten worden geschon ken aan het vermijden van indirekte negatieve invloeden op de rond de te bebouwen gebieden gelegen landschap pelijk waardevolle gebieden. De bij uitbreiding van de bebouwing onvermijdelijk optredende verliezen voor natuur en landschap zullen zoveel mogelijk moeten worden gecompen seerd door maatregelen tot behoud van de te handhaven groengebieden binnen en buiten de stedelijke uitbreiding. Bij uitbreiding van de bebouwing dient vermeden te worden dat de aangren zende agrarische bedrijven worden be perkt in hun bedrijfsvoering Bij inrichting van groeneenheden bin nen de bebouwde gebieden moet reke ning worden gehouden met de het ge bied van nature kenmerkende vegetatie, grondwaterstand en bodemgesteldheid. WONEN EN WOON MILIEU Gestreefd dient te worden naar woon gemeenschappen die door hun differen tiatie, herkenbaarheid en vormgeving duidelijk identiteit verlenen aan zowel onderdelen als aan het geheel van de stedelijke omgeving De individuele woonwensen dienen binnen aanvaardbare grenzen richt snoer te zijn voor wonen en woon omgeving, daarbij een evenwichtig ruimtelijk geheel vormend en reke ning houdend met de wens tot sociale contacten tussen de bewoners onder ling VOORZIENINGEN Aard en omvang van het voorzie ningenpakket moeten worden afgestemd op de omvang en de samenstelling van de plaatselijke bevolking De spreiding van het verzorgings- apparaat dient zodanig te zijn, dat met behoud van een duidelijke strukture- ring en gelet op de rentabiliteit zoveel mogelijk wordt tegemoet gekomen aan het verlangen van de bevolking om op aanvaardbare afstand de meest elemen taire voorzieningen ter beschikking te hebben. In Leusden-céntrum zal een con centratiepunt van voorzieningen (hoofd centrum) aanwezig moeten zijn. WERKEN Er dient gestreefd te worden naar een goede werkgelegenheid. De na te streven groei van het aan tal arbeidsplaatsen moet mede worden gezien in relatie tot de groei van de beroepsbevolking en het aantal arbeids plaatsen m de regio Eeinland. Bij het aantrekken van bedrijven en instellingen moet worden gelet op de invloed die deze op het milieu zullen hebben. VERKEER Van het verkeers- en vervoerssy steem moet worden geeist dat het kwalitatief en kwantitatief toereikend is om te kunnen voldoen aan de eisen die een goed functionerend maatschap pelijk leven stelt. Het verkeers- en vervoerssysteem dient zo harmonieus mogelijk in de ruimte te zijn ingepast. Gestreefd dient te worden naar een functionele hiërarchie van wegen. Het openbaar vervoer dient binnen het totale pakket van verkeers- en vervoersvoorzieningen een hoge prio riteit te krijgen. Indien er reele moge lijkheden zijn voor railvervoer dienen deze te worden benut De verkeersveiligheid dient maxi maal te zijn. OMVANG EN GROEI VAN DE BEVOLKING Het beleid van de gemeente zal met name moeten zijn gericht op het bou wen van woningen ten behoeve van a. de eigen bevolking; b. inwoners van de overige gemeenten in de regio Eemland; c. economisch gebondenen aan de re gio Eemland, die nog niet in de re gio wonen, d beroepsforensen, die hun werkter rein in Midden-Nederland hebben c. de directe en indirecte overloop van gemeenten op de Utrechtse Heuvelrug. Uit deze doelstellingblijkt.dat Leus den vooral een bijdrage moet leveren in het opvangen van de bevolkingsgroei in het oostelijk deel van de provincie. De bevolkingsgroei in de gehele pro vincie speelt hierbij echter ook een rol, omdat de beperkte groeimogelijk heden in het westen van Utrecht (Wes telijk Weidegebied, Vecht- en Piassen- gebied en de gemeente Utrecht) van invloed zijn op de ontwikkeling in het oosten. Volgens het C b S zal bij een voort zetting van de trend der afgelopen ja ren, en bij ongewijzigd beleid, het aan tal inwoners in de provincie Utrecht toenemen van 857.000 m 1 januari 1975 tot 956.000 (lage prognose) of 975.000 (hoge prognose) op 1 januari 1985. Daarna zal volgens dezelfde prog nose het aantal inwoners toenemen tot 1.074 000 (lage prognose) of 1.117.000 (hoge prognose) op 1 januari 2000. De berekende aantallen inwoners kunnen worden vertaald in aantallen wo ningen door toepassing van de gemid delde woningbezetting (gemiddeld aantal inwoners per woning). In 1972 zijn door de P P D.-Utrecht schattingen ge maakt van de gemiddelde woningbe zetting in 1985 in een groot aantal gemeenten in de provincie Door combinatie van het aantal inwoners en de gemiddelde woningbezetting kan het aantal benodigde woningen worden be rekend Naar verwachting neemt de woningbehoefte in de provincie Utrecht in de periode 1975 - 1985 toe met 62.000 (lage prognose) of 64.000 (ho ge prognose) woningen. De woningproduktie zal aanmerkelijk hoger moeten zijn, omdat er regelma tig woningen vervangen moeten worden Indien de vervanging per jaar een half procent van de woningvoorraad zou be dragen (hetgeen aan de lage kant is), dienen er in de periode 1975-1985 77.000 tot 79.000 woningen te worden gebouwd. Dat wil zeggen gemiddeld 39.000 woningen per 5 jaar. De ge schatte capaciteit in alle streekplan- gebieden in de provincie bedraagt van 1975 tot 1985 omstreeks 39.000 wo ningen Dit aantal is berekend door de streek- plancijfers ultimo 1979 te verminde ren met die per ultimo 1974 met voor bij gaan aan reeds plaats gehad heb bende overschrijdingen van deze cij fers. Indien binnen de streekplannor men gebouwd zou worden zou de ca paciteit in de diverse streekplannen (met name Utrechtse Heuvelrug) aan zienlijk geringer zijn. In dat geval zou er voor sommige gemeenten (bijvoor beeld de groeikernen) ruimte kunnen ontstaan voor een sterkere groei dan thans wordt aangenomen. In de periode 1980-1985 bedraagt de nodige woningproductie in de provin cie Utrecht eveneens 39.000. In mid den- en zuidoost Utrecht en Vallei en Eemland zullen volgens de streekplan nen tezamen 26.000 woningen dienen te worden gebouwd. Indien wordt aan genomen dat de woningvoorraad in de overige streekplangebieden in die pe riode met 1% per jaar zal toenemen, terwijl rekening wordt gehouden met een afronding van Maarsenbroek, be draagt de woningproduktie in die ge bieden ongeveer 10.000. Dit betekent dat er elders m de provincie nog ruimte moet worden gevonden voor de bouw van 3000 wo ningen. Dit kan consequenties hebben voor de snelheid van de groei van Leusden. Voor wat betreft de ontwik keling in de provincie na 1985 moet op grond van de eerdergenoemde C B.S. prognose met een verdergaande groei van de bevolking en de woningvoorraad worden gerekend, zij het dat deze iets minder groot zal zijn dan in de perio de 1975-1985 (gemiddeld 7000 in plaats van 7800 per jaar). Voor de vaststelling van het woning- bouwprogramma moet een periodiek on derzoek naar de woningbehoefte wor den gehouden. NATUUR EN LANDSCHAP Er moet gestreefd worden naar een geleidelijke overgang van de stede lijke gebieden naar de landelijke ge bieden. Op elk raakvlak van de stedelijke bebouwing en het landschap is een specifieke aanpassing nodig De natuurlijk en cultuurhistori sche gegevens, zoals relief, be groeiing, waterlopen, en land schapspatroon spelen hierbij een rol. Door middel van aangepaste verkavelingsvormen, bebouwings dichtheden en groenvoorzieningen kan hierop ingespeeld worden (zo genaamde overgangszones). Aantasting van het natuurlijk milieu rond de stedelijke bebouwing van het toekomstige Leusden-centrum dient tot een minimum beperkt te blijven. Door middel van een weloverwo gen tracering van met name de externe ontsluitingswegen, ge luidsniveau-beperkende aarden- wallen, gescheiden rioleringsstel sel en andere soortgelijke maat regelen kunnen de bezwarende in vloeden op het natuurlijk milieu worden verzacht. Met betrekking tot de aanwezige land schappelijke waardevolle gebieden rond de bebouwing van Leusden-centrum dienen beschermende maatregelen ge troffen te worden, die kunnen leiden tot behoud en uitbreiding van de aanwezige waarden. Een nader onderzoek in de pro gramma-fase zal uitwijzen op welke wijze dit zal worden gerea liseerd. Bij het vaststellen van de grenzen van de uitbreiding van Leusden-cen trum zal mede gelet moeten worden op eigendoms- en pachtverhoudingen Door middel van een weloverwogen keuze van de begrenzing van de uit breiding dient te worden voorko men dat gedeelten van agrarische bedrijven moeten worden opgekocht waardoor bedrijfsuitoefening op het resterende onmogelijk wordt. De groenvoorzieningen binnen de be bouwde omgeving dienen zoveel mo gelijk geconcentreerd te worden - ver snippering moet worden voorkomen-. Daarnaast dien het beplantings-scala aangepast te worden aan dat van de Vallei De nieuwe groenstructuren bin nen de stedelijke bebouwing dienen vi sueel en landschapskundig aan te slui ten op de te handhaven aanwezige groenelementen Door versnippering van het groen binnen de bebouwde omgeving te voor komen en de groenvoorzieningen eni ge maat te geven is de kans groter dat het voor de Vallei kenmerkende natuurlijke milieu ook binnen de be bouwing min of meer spontaan tot ont wikkeling kan komen. Deze ontwikkeling biedt de beste kansen voor wilde planten en dieren. Hierdoor ontstaan weinig onderhoud vergende, rijk geschakeerde groenge- biedjes. Er dient gestreefd te worden naar een woningbouwprogramma dat is af gestemd op de behoefte. In het woningbouwprogramma zul len de aantallen woningen naar grootte, type, financieringswijze, hoogte van de huren, koopsommen enz. moeten worden afgestemd op de behoefte. Ruime aandacht zal worden besteed aan de sociale woningbouw. Gestreefd dient te worden naar een betrekkelijk homogene sociale woon- structuur van de bevolking op het ni veau van de directe woonbuurt; daar naast dient gestreefd te worden naar een meer heterogene sociale structuur op het niveau van de woonwijk. Uit verschillende onderzoekingen is duidelijk naar voren gekomen dat bewoners tamelijk status-ge- voelig zijn ten aanzien van de so ciale samenstelling van hun direkte omgeving. Hiermede rekening houdend is op het niveau van de directe woon buurt een zekere homogeniteit ge wenst De homogeniteit in de di recte woonbuurt kan worden be vorderd door een gelijke huur of koopsom van de woningen. Op wijkniveau moet echter naar een differentiatie in sociale mi lieutypen worden gestreefd, ten einde het ontstaan van al te een zijdig samengestelde wijken te voorkomen. De identificatie van de bewoners met hun woonomgeving dient bevorderd te worden door de nieuwe bewoners mede invloed te geven op de vormgeving van bepaalde aspecten van de nieuwe woon omgeving. De directe omgeving van de wo ning moet als geheel en in zijn onderdelen te herkennen zijn en daarbij mogelijkheden bieden tot identificatie door de bewoner. Ver der zoekt elk individu naar moge lijkheden zichzelf herkenbaar te maken. Behalve voor zijn woning bestaat deze behoefte ook ten aan zien van de directe omgeving. Dit wordt mogelijk door de bewo ners het pleintje, hofje, speelter rein e.d. zelf te laten invullen, hetgeen bovendien kan leiden tot de uiteindelijk gewenste variatie in de uiterlijke verschijningsvorm van de woonomgeving. De bouw van eigentijdse en experi mentele woonvormen dient zoveel mo gelijk te worden bevorderd. Bij de inrichting van de woonomge ving dient ook rekening te worden ge houden met de eisen en wensen van hulp en/of bescherming behoevenden De bouwwerken en de omgeving moeten toegankelijk zijn voor personen, die slechts met moeite of in het geheel niet kunnen lopen, voor kinderen, voor moeders met kinderwagens, bejaarden enz. Bij de bebouwing van nieuwe gebieden dient te worden gestreefd naat zoveel mogelijk behoud van waardevolle ele menten. Tot de waardevolle elementen be horen bijvoorbeeld de verspreid staande historisch waardevolle en architectonisch fraaie boerde rijen. Gestreefd dient te worden naar vol doende mogelijkheden voor spel en recreatie ten behoeve van de verschil lende leeftijdsgroepen; dit in zo groot mogelijke verscheidenheid en op ver antwoorde wijze (afstand, verkeers veiligheid enz.). De inrichting en ligging van nieu we woonbuurten moeten maximaal uitnodigend zijn voor zowel kin deren als ouderen om de woning te verlaten en gebruik te maken van de publieke ruimten (speel pleintjes, park, wandelgebieden enz.), waardoor de mogelijkheden voor sociale contacten worden ver groot. Aan de mogelijkheid tot vestiging van ambachtelijke en dienstverlenende be drijfjes en beroepen binnen de stede - lijke gebieden, voorzover deze niet sto rend zijn voor het woonmilieu, dient aandacht te worden besteed. De aanwezigheid van andere dan uitsluitend woonactiviteiten ver levendigt het karakter van de woon omgeving. Als voorbeelden kunnen worden genoemd: schoen- en rij wielhersteller, kapper, therapeu ten, div. artsenpraktijken. VOORZIENINGEN Het hoofdcentrum van Leusden dient een multifunctioneel karakter te heb ben. Aan de integratie van functies moet grote aandacht worden besteed. Het centrum moet de plaats zijn voor nutsbedrijven, gemeentedien sten, winkels (food- en non-food), horeca, gezondheidszorg, sociaal- culturele activiteiten, kantoren, en zeker ook wonen. Ook een scholengemeenschap kan bijdragen tot verlevendiging van het centrumkarakter. Er dient voldoende basis- en kleu teronderwijs aanwezig te zijn op aan vaardbare afstand van de woning. Er dient te worden zorggedragen voor een zo min mogelijk gevaar opleverende route (wandel- en fiets) van school naar huis. Naast de voorzieningen voor de li chamelijke opvoeding in schoolver band, welke ook buiten schooltijd moe ten kunnen worden benut, zullen er verspreid over Leusden-centrum eni ge goed bereikbare sportgelegenheden gecreeerd moeten worden. Er dient gestreefd te worden naar voorzieningen voor gezondheidszorg, sociale dienstverlening, sociaal- cul turele en religieuze doeleinden. Gestreefd dient te worden naar een ruimtelijke en organisatori sche samenwerking tussen de ver schillende activiteiten Een punt van nadere studie zou kunnen zijn het komen tot een zo genaamd combinatiegebouw. Ini tiatieven in deze richting dienen van gemeentewege gestimul* te worden. Aan de recreatieve aspecten bic: (zowel als buiten de woonomgevingi alle aandacht te worden besteed. Binnen de woonomgeving dient het recreatieve aspect aanwe^ zijn bijvoorbeeld in de vorm grotere groenstructuren, v,at» partijen (vissen, varen, et avontuurlijke speelgelegenhede; enz. WERKEN (Var den' Schi ovei 29 i ver] heei dag bela de bee Iev< ben J E io 1 bon Ros tie mei Lei bee lak fee opg mu da a ter t me da! nie toe Er dient naar te worden gestreefd, het aantal arbeidsplaatsen tenmit een omvang zal hebben die de tg bedraagt van de Leusdense beroe, bevolking. Verwacht moet worden dat het tal arbeidsplaatsen in plaatselijk n zorgende bedrijven en instellingen het einde van de tweede fase eeno vang zal hebben ter grootte van j van de plaatselijk woonachtige roepsbevolking. Bij handhaving van het huidige relatieve aandeel van aantal arbeidsplaatsen in lokaal r wende bedrijven en instellingen van de beroepsbevolking) bedraagt! aantal arbeidsplaatsen reeds 45% i de beroepsbevolking. Met een betn kelijk geringe inspanning moet mogelijk zijn het aantal arbeidsplu sen op een niveau van 50% van det roepsbevolking te brengen. Dit wil t zeggen, dat ook de helft van de pit selijke beroepsbevolking in hun w, plaats werkt. i Er moet namelijk altijd met for* sisme rekening worden gehouden,! omvangrijk de werkgelegenheid ook Er dient gestreefd te worden m een aantrekkelijke omgeving in de werkgelegenheidsgebieden Door een ruime opzet met ovenj||p gend lage bebouwing dient een verdolf uitbouw van het parkachtige werkgeel genheidsgebied te worden nagestre^H met het doel een visueel aantrekken gebied te krijgen en solitaire bestig^lljj gen in fraaie natuurgebieden van hoger orde elders in Nederland te voortl men. Er moet gestreefd worden naar ea LEI spbedige realisatie van het evenwi^e kit tussen wonen en werken. üng- L Deze doelstelling is te verwen® ve lijken door het voeren van i-Astma actief gronduitgiftebeleid. het be vele 1 VERKEER EN VERVOER Op Interlokaal verkeer via de bebojuesvi de kom moet worden voorkomen, jje d Binnen het totale verkeers- en vtkeer i voersplan dienen fiets- en voetgaaDe h gersroutes zo min mogelijk door wijmeme wegen te worden gekruist. veren In het algemeen zijn speciale vot'stuur gangers- en fietstracé's geweusihj a Met name het centrum van Le.taris den moet via een dergelijk trayoon bereikbaar zijn. Hetzelfde rmOok worden nagestreefd voor s.G.ï overige voorzieningen. gezet De Hiërarchie van het wegenpatrco in dient tot uiting te worden gebrachlvoorz de visuele uitvoering van de wecpoliti waardoor aanpassing van het wegcsnoer drag bij de weggebruiker wordt teteed werkstelligd. Gij, c! De functie van de weg komt hooi} Vei zakelijk tot uiting door de volgelijke de visuele aspecten: breedte, veiQotuli harding, tracering, beplanting,ssrersl of geen vrijliggende fiets- en wat Eéi delpaden, enz. punte Door de uitvoering van deze visi, ele aspecten aan te passen aano"™ functie van de diverse wegen b de rijsnelheid beinbloed worwHlt ten gunste van de wensen ter plai-Vli se Hoe dieper het gemotonsee; 1 de verkeer de woonomgeving bil I - mem dringt des te lager dient4 mi rijsnelheid te zijn. II Het gemotoriseerde verkeer dial in de directe woonomgeving onde; geschikt te zijn aan devoetgani In de woonwijken en in het centra dienen voldoende parkeervoorzien aanwezig te zijn. Deze dienen zo o opvallend en effectief mogelijk ge: eerd te worden. De auto is voor het merendeel y de mensen nog steeds een bela rijk vervoermiddel Volledige u banning van de auto uit de wooi j wijk moet dan. ook vooralsnog a'-<|e J onmogelijk worden beschouwd Wel moet er worden getracht c Vao invloed van de geparkeerde aa'verj tot een minimum te beperken. Bij geo voorbeeld door: parkeren op eigflft] erf te stimuleren, carports, ganfpjg ges, verdiepte door groen gemas Leu keerde parkeerterreinen, enz q In bet openbaar vervoer behoort Ame, relatie Leusden- Amersfoort raai'sie maal ontwikkeld te worden. bes Voor Leusden-centrum zal Amer jiag foort een belangrijke cent rumfuk te j tie blijven vervullen. Ook een hui] groot deel van het woon- werkver püc keer zal zich via Amersfoort al Zjc| spelen, mede omdat AmersfoorTeii beschikt over zeer goede en fre mo quente treinverbindingen met hui rest van Nederland en een knoop- gga punt is van veel interlokale bus pjj< verbindingen. wij Aangezien een belangrijk deel yz'L de beroepsbevolking buiten Leus den werkzaam is zal het wood-J werkverkeer relatief sterk zij*! ontwikkeld. Daarom is een g«f| en frequente verbinding per open-| baar vervoer met Amersfoort noodzakelijk. Leusden-centrum dient op voldoend*! wijze verbonden te zijn met Amers-lj foort en de overige delen van Neder land door middel van een passend gennet. Momenteel is Leusden-centrus ontsloten via Heiligenbergerwei Hamersveldseweg, Maanweg. Lockhorsterweg en Zwartewef Deze ontsluitingen worden alg* meen als zeer onvoldoende beoor deeld. Het is daarom zaak dit Leusden-centrum op korte termlp een goede ontsluiting krijgt c? Rijksweg 28.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1974 | | pagina 4