„Architectuur houdt niet op bij de voordeur"
JAN DEN HARTOG:
s.B'ïiriFrr
II»
„Ik houd niet van liefdeloze
mensen en niet van liefde
loze architectuur"
Bouwers in
Leusden (1)
».»ÏW?
„Ik zoek de ruimte. Ik heb
ruimte om me heen nodig en
ik zoek die ook voor de mensen
voor wie ik bouw"
c''M-
DOOR ANCO MALI
Lees verder op
pagina 15
DONDERDAG 11 APRIL 1974
leusder krant
11
LEUSDEN - Vandaag starten wij met een nieuwe reportage-serie.
Hebben wij in het verleden ruime aandacht geschonken aan de theolo
gen en de biologen, die in Leusden wonen en/of werken, met ingang
van vandaag gaan we van start met een serie over „Bouwers in Leus
den". En met die bouwers bedoelen we architecten, stedebouwkundi
gen. bouwkundige adviseurs, tekenaars etc. Mensen dus, die een
belangrijke steen bijdragen tot de vormgeving van ons woonmilieu.
De ruimtelijke ordening van Nederland is erg belangrijk De ruimte
die we hebben, moeten we zo goed mogelijk gebruiken, ook voor ons
wonen. Er is wat dat betreft architectonisch gezien al heel wat veran
derd in de afgelopen jaren.
Er zijn nieuwe woonvormen ontwikkeld en nieuwe ideeen krijgen steeds
meer voorstanders. De gemeente Leusden loopt wat dat betreft beslist
niet achterop Doordat Leusden een groeigemeente is, is er ruime
gelegenheid tot experimenteren met nieuwe woonvormen, die aantrek
kelijk zijn zowel voor de omgeving in haar totaliteit zowel als voor de
bewoners. In de vandaag te starten serie over de bouwers in Leusden
zullen al deze aspekten aan de orde komen. Er zal (uiteraard) niet
alleen worden gesproken over wat er in Leusden gebeurt, maar ook de
ontwikkelingen in Nederland en daarbuiten zullen er bij worden betrok
ken.
Wij laten 'm deze serie de bouwers van vandaag en morgen aan het
woord. Leusdenaren, die in meer of mindere mate bijdragen aan het
woonbeeld van morgen. Het lijkt ons voor onze lezers interessant te
lezen, hoe deze mensen over het wonen in deze moderne tijd denken.
Kortom: we laten u een kijkje nemen in de „keuken" van de bouw
wereld, een blik op de mensen achter hetbouw-objekt. We starten met
de bekende Leusdense architect Jan den Hartog. Ook deze serie wordt
geschreven door onze medewerkster Anco Mali.
redaktie
LEUSDEN - Vandaag willen wij een
i serie interviews voor u beginnen met
Leusdense architecten, ontwerpers en
bouwers. Met iedereen, die in de bouw
wereld zijn steentje bijdraagt, en die
mede gezicht geeft aan de wereld van
baksteen, beton, hout en metaal - met
hier en daar nog enig groen -waarin wij
West-Europeanen plegen te leven.
Met wie kunnen we in Leusden beter
beginnen dan met architect Jan den
Hartog, wonend aan de Van Harden-
broek van Lockhorstlaan 15 te Leus-
den-zuid. De figuur, die als Prins
Carnaval triomftochten door Leusden
heeft gemaakt, en die één van die
karakteristieke mensen is, aan wie
L je niet zo maar voorbij gaat Een
1 mens, die je intrigeert, omdat hij
ruim leeft, zich niet anders voordoet
dan hij is, en bij wie het bohemien-
zijn geen pose is. Een - ik zou haast
zeggen - schilderachtige figuur, die
een architectenbureau met een aantal
medewerkers en een gezin met zes
zoons runt. Bij wie 's nachts om twee
uur vaak het licht nog brandt, omdat
hij aan het werk is
Dat is zijn hele leven zo geweest:
altijd heeft hij hard gewerkt, en dan
niet op afgepaste uren van 9 tot 12
en van 2 tot 5 uur, maar zo'n volle
i willekeurige uren per etmaal. Het
dossier met zijn diploma's, actes en
getuigschriften is een bezienswaardig
heid op zichzelf. Een fenomenale ge
tuigenis van de kundigheden, die hij
zich verwierf op de zeer lange weg,
die hij zou gaan afleggen om het
diploma van architect H B O. (Hoger
Bouwkunst Onderricht) te behalen aan
de Academie van Bouwkunst op het
Waterlooplein te Amsterdam Een ïn-
Voorbeeld van een bungalow
jn Leusden-zuid met typische Den
Hartog-kenmerken: zeer aparte
dakdoorbreking, dakkapellen met
zijlichten, de drie afgesneden
Pijpen en de speciale goot
Een bizonder fraaie esthetische
oplossing van een ultra-modern
garagebedrijf
ter Het staat stevig en solide op de
grond, zonder poespas. De gevelindeling
is duidelijk en functioneel. Aan de
noordgevel van het huis springt direct
de grote"raampartij in het oog, die
doorloopt tot aan het dak, en die de
beide tekenkamers op de begane grond
en de verdieping rijkelijk van licht
voorziet.
De voorgevel, aan de straatzijde, is
gesloten van karakter. Het enige speel
se element hier zijn drie afgesneden
stukken rioolbuis, die als wandversie
ring en ventilatiemogelijkheid fungeren
(en die hij vaak in zijn werk toepast),
en het vriendelijke aanzien van de toe
gangsdeur, die uit twee helften bestaat,
een boven- en een onderdeur
Het gehele huis wordt doorstroomd
door warmte, licht en lucht Het huis
bezit ruimte Ruimte, die nodig is om
te leven, ruimte, die nodig is om te
werken, ruimte, die nodig is om te
circuleren. Want gecirculeerd moet er
kunnen worden in dit huis, waar dage
lijks zo'n maximaal zestien mensen
bijeen zijn. Zowel horizontaal als ver
tikaal: de open wenteltrap in de hal
vervult zijn natuurlijke rol in deze
circulatie.
Alle openheid van het huis is gericht
naar de tuinzijde en naar het zwembad
achter het huis. De woon-, werk-, en
slaapruimte
slaapruimten in het huis zijn praktisch
en leven elk hun eigen leven Met toch
als centraal punt de eetkamer met
keuken en grote open bar, van waaruit
het gezin en zijn welkome gasten wor
den gelaafd en gespijzigd
Hij werd op 13 maart 1922 geboren
in Stolwijk, tussen Gouda en Schoon
hoven, welke plaats hij bestempelt als
het eind van de wereld. ..Je liep er dood
tegen een vliet." „Ik kom uit een
hardwerkend gezin, één der spillen
van de maatschappij, zoals ik ze pleeg
te noemen.' Zijn vader was in die
tijd boerendaggelder, en werkte lang
en hard voor een karig loon. Twee
jaar ging Jan, de oudste van vijf kin
deren, naar de lagere school in Stol
wijk In januari 1930 verhuisde het
gezin naar Giessen-Nieuwkerk, nu
Giessenburg „Ik had een fijne on
bezorgde jeugd, met een heleboel vrien
den, die ik vandaag aan de dag nog
ontmoet. En ik had altijd vrienden, aan
wie ik me omhoog kon trekken Hij
bezocht de school met den Bijbel, en
behaalde zéér goede cijfers voor ge
schiedenis, aardrijkskunde, kerk- en
bijbelse geschiedenis, z'n lievelings
vakken
teressante evolutie van ambachtsleer
ling tot bekwaam architect, lid van een
Monumentencommissie te Amersfoort,
en lid van de Werkgroep Boerderijen
te Leusden.
Het huis. dat hij sinds 1966 te Leus
den bewoont is door hem ontworpen, en
je vindt er iets in terug van zijn karak-
In 1930 werd zijn vader timmerman
bij zijn oom in de zaak. Maar de
crisistijd brak aan, en weldra had de
oom zelf niet meer te eten. Het gezin
Den hartog vertrok naar Utrecht, waar
Jans vader bij een fouragehandelaar
ging werken Jan herinnert zich met
een glimlach hoe hij gras ging maaien
met zijn vader op fort Vechten, en hoe
heerlijk stil het daar was. „Geen kip
te zien," zegt men wel eens. „Wel,
een koppel kippen, waarvan de haan
mij meters lang door de lucht nazat,"
vertelt hij. „Zet u dat maar niet in de
krant, want dan krijg ik dat van alle
kanten te horen!"
In Utrecht verhuisden ze in 1934 van
de Wittevrouwenwijk naar de Rivieren
wijk. Daardoor moest hij ook van
school veranderen, en hij kwam te
recht op de Hervormde school aan de
Jutfaseweg, de school waar de bekende
schrijver van kinderboeken, W. G.
van der Hulst,.hoofdonderwijzer was
De onderwijzer van de zevende klas,
meester Coevoet, legde de basis voor
Jan den Hartogs verdere leven Aan deze
man, deze pedagoog, denkt hij met dank
baarheid terug
Jan gaf zichzelf op als leerling van
de Ambachtsschool Ouders, psycholo
gen en beroepskeuze-adviseurs be
moeiden zich in die tijd daar niet mee
Jan zegt „Als ik het over zou moeten
doen zou ik óf dokter óf weer archi-
tekt worden."
Van 1936 tot 1938 bezocht hij de Am
bachtsschool te Utrecht. Het was een
enorme school met 800 leerlingen.
Hij moest een half uur lopen naar school,
en bleef tussen de middag in de kantine
om er zijn boterhammen te eten en te
dammen. Die Ambachtsschool had altijd
een driejarige kursus gehad, maar door
de bezuinigingsmaatregelen in de crisis
tijd bleven daar maar twee jaar van
over. Jan was weer één van de beste
leerlingen. Van die periode vertelt hij
enkele verhalen Eerstens van de toen
malige direkteur, de heer P den Breeje,
die zo veel persoonlijkheid en autori
teit bezat, dat je, indien hij voor die 800
jongens stond en over de schare heen
keek, een speld kon horen vallen En die
man deed geen vlieg kwaad, hij kéék
alleen maar, maar dan wel dwars door
je heen.
Dan van zijn praktijkleraar, de heer
Rutgers, een rasechte Amsterdammer
tot op de dag van heden Een geweldig
fijne leraar, die zijn vrije tijd offerde
om Jan privé-les te geven na zijn
Ambachtsschooljaren. Met deze leraar
heeft hij nog steeds kontakt
Met 16 jaar ging hij „de bouw in".
„Ik heb getimmerd tot mijn 28ste jaar,
met tussenpozen voor mezelf werkend
Er brak na zijn Ambachtsschool-
opleiding een vermoeiende tijd voor
hem aan. Overdag werkte hij, en drie
avonden in de week volgde hij een aan
vullende avondkursus, die de Ambachts
school gaf in timmeren en tekenen.
Daarna kreeg hij een opleiding voor het
toelatingsexamen M T.S. (Middelbaar
Technische School), en deed hiervoor
examen In hoofdzaak voor de aan
tekening O Pr.O. (Overwegend Prak
tisch Onderwijs), want met dat diploma
kon hij een studie beginnen om inde toe
komst vaa. toen een nijverheidsakte te
halen. Hij ging daarna naar het U .L N O.
(Uitgebreid Lager Nijverheids Onder
wijs) om voor aspirant-bouwkundig op
zichter te studeren. De Tweede Wereld
oorlog was inmiddels uitgebroken, en
van november 1942 tot mei 1945 werd
hij door de Duitsers ingelijfd bij de
Arbeidsinsatz en werd in Keulen te
werk gesteld „Op een bepaald mo
ment piepte ik 'm, en samen met een
Duitse soldaat, die genoeg had van de
oorlog, heb ik een tijdje inde omgeving
van Keulen rondgezworven.
Na de oorlog heeft Jan den Hartog
vijf jaar bij de Leidse Onderwijsinstel
lingen gestudeerd, eerst voor aspirant
bouwkundig opzichter, daarna voor
bouwkundig opzichter In 1946 deed hij
examen gezel timmerman. In 1947 deed
hij het examen voor bouwkundig opzich
ter B.N A. (Bond van Nederlandse Ar-
chitekten). In 1948 behaalde hij in één
winter het Middenstandsdiploma, want
van boekhouden had hij voordien nog
nooit iets geleerd In 1949 deed hij het
examen meester timmerman. Dat er
een periode kwam, dat hij duidelijk
Detail eigen woonhuis Een van
de sterke zijden van Den Haryog
is zijn behandeling van het
metselwerk Ook zijn duidelijk te
zien de grote overstekken, die hij
in de regel aan zijn huizen geeft
ter bescherming van de con
structie
overwerkt was, kon niet uitblijven!
Hij meldde zich voor de kursus
aannemer, die werd gegeven in de
M T.S. te Utrecht, kwam in de tweede
klas terecht met kerels als Van Bek-
kum uit Hooglanderveen, Kroon uit
Nijkerk, Hendnksen uit Woudenberg,
Uiland uit Soest - om in deze om
geving te blijven -, die vandaag aan
de dag goede aannemersbedrijven heb
ben. Met aannemer Van Bekkum werkt
hij nog steeds samen; onder andere
heeft hij met hem het dorpshuis in
Hooglanderveen gebouwd, meer dan
100 woningen in Schothorst, 25 wonin
gen in Hoevelaken enzovoorts
Nadat hij het diploma van de aan-
nemerskursus had behaald, ging hij
over op de leergang Nb (Nijverheids-
akte leraar timmeren), deed examen,
slaagde niet, stevende gelijk door naai
de leergang N III (leraar tekenen) en
zag dit duidelijk als springplank voor
de studie voor architekt, hetgeen hem
ook is gelukt
En al die examens, bijvoorbeeld
gezel, meester, Nb duurden een hele
week, NIII zelfs elf dagen. Daar wer
den de vakanties voor opgeofferd. „En
je deed het nog graag ook, want je wist
niet beter," zo vertelt hij. Jan laat
mij een papier zien, waarop hij voor
46 vakken een cijfer kreeg' Het dui
zelde me. alleen al bij het gezicht van
die cijferlijst!
In 1949 ontwierp en bouwde hij zijn
eerste architectonische objekt: het
troephuis „De Vonk" voor de pad-
vindersgroep „Rambonnet" te Zeist.
In zijn plakboek staat „Het is een
houten gebouw met een betonnen fun
dering. Het is door mij ontworpen en
geheel alleen gemaakt met behulp van
padvinders Gedeeltelijk van oud hout
In die tijd voerde hij ook verbouwingen,
meubels enzovoorts uit. Eén keuken
tafel en een schrijfbureau zijn nu nog
in zijn bezit. Hij timmerde bij zijn
moeder onder het balkon („Dat vond ze
gezellig, zei ze") en ontwikkelde zich
tot een soort aannemer, een eigen
baasje.
In 1951 ging hij pas echt tekenen op
het architektenbureau P. van der Wart.
Ruim anderhalf jaar werkte hij bij deze
eerste baas. Van der Wart „deed hem
over" aan de firma Krap, die een op
dracht had voor woningbouw in Aus
tralië. De firma Krap ontwierp de wo
ningen en maakte deze in Holland zover
mogelijk gereed om ze dan naar Aus
tralië te transporteren Het scheelde
niet veel of Jan was in die dagen naar
Australië vertrokken.
Inmiddels was hij óok getrouwd, en
zijn vrouw kreeg achter elkaar drie kin
deren, allemaal jongens.
In 1952 - hij was 31 jaar - ging hij
naar de Academie van Bouwkunst te
Amsterdam, waar in die jaren archi
tekt J. Snellebrand direkteur was. Hier
ontving hij tenslotte zijn vorming als
architekt. Architekt Snellebrand was
een fijn mens, die Jan den Hartog zeer
goed opving. Ir. A. J. van der Steur was
zijn eerste architectuurdocent. Nü pas
was hij gearriveeerd in de wereld waar
hij thuis hoorde het konstruktieve en
kunstzinnige milieu van de architec
tuur Veel moest hij hier aanleren, veel
moest hij hier ook afleren.
Ikzelf hoorde eens een stuk kritiek
van een Delfts ingenieur, docent aan
de Academie, over een andere student,
die evenals Jan den Hartog uit de prak
tijk was voortgekomen. -Meneer X inoet
nog leren, dat woningen bouwen iets
anders is dan konijnenhokken timme
ren -
Maar de invloed van andere architek-
ten als zijn vroegere bazen Zuiderhoek,
Tuinenburg Muys en zijn docenten Aldo
van Eyk, Dick Slebos, Westerhuis, Rit-
ter, Zevenhuizen, noem maar op. vorm
de Jan den Hartog. „Vooral van Zuider
hoek, Aldo van Eyck en Dick Slebos heb
ik geweldig veel geleerd. In het V B.O.
(Voorbereidend Bouwkunst Onderricht)
vormden wij enorm goede groepen, die
elkaar met kritiek niet ontzagen, maar
die een geweldige steun aan elkaar had
den." De toekomstige Rijksbouwmees
ter, Prof Quist uit Eindhoven, was één
van Jans medestudenten in zijn groep,
toen al een heel begaafde vent, die tij
dens zijn studie H.B.O. (Hoger Bouw
kunst Onderricht) Pnx de Rome
winnaar is geweest.
„Ik slaagde voor het V B O examen
in 1957, en kreeg, waar ik erg ge
lukkig mee was, de aantekening H.B.O
Van 1955 tot 1960 werkte hij als chef
de bureau bij architect D Zuiderhoek
te Baarn aan woningbouw, winkelcentra,
bejaardentehuizen, kerken etc.
„In de jaren 1957, 1958 en 1959
studeerde ik in H B O. verband protes
tantse kerkbouw bij architect P Zan-
stra. Dat was een héél moeilijke stu
die. Wij hadden kontakten met dominees
als ds. Overbos, ds. Barnard, ds.
Blankenstein, organist Frits Mertens
en anderen Wij wilden in Amsterdam
een Protestantse bouwkring vormen
als tegenhanger van de Rooms-Katho-
lieke leergang in 's-Hertogenbosch
Maar op een gegeven moment zag ik
die kerkbouw gewoon niet meer zit
ten, en trok me vóór de inlevering
van het eindprojekt terug uit deze stu
diekring om een paar maanden daarna
terecht te komen in een andere groep
H B O.-ers, die ook tussen de wal en
het schip waren geraakt. Allemaal
Haagse kerels met onder andere Ab
Peetoom, een vriend van mij, die ik
een geweldig restauratie-architect
vind, getuige zijn werkzaamheden in
Heusden en elders
Als docent bij deze studiegroep ga
ven we de voorkeur aan architect
Zuiderhoek Ja, ook wij hadden in die
tijd een beetje inspraak Wel moest
ik daarvoor naar de huidige direkteur
Dick Slebos om te vragen of het was
toegestaan, omdat Zuiderhoek mijn
vroegere baas was geweest Zuider
hoek is een enorm goed docent. Hij
haalde het hoogste uit de studenten,
oindat hij zelf geloofde in hun ont
werpen. Met het ontwerp voor een raad
huis in Gorkum als eindprojekt heb ik
in 1961 mijn H.B.O. diploma behaald.
Ik werkte toen reeds als zelfstandig
architect en was inmiddels 39 jaar
geworden. Toen ik het diploma V.B.O.
in bezit had, schatte ik, dat ik nog
zo'n vijf jaar nodig zou hebben om
zelf te beginnen Na 2% jaar was ik
zelfstandig"
En dan komen we nu toe aan Den
Hartogs werk als zelfstandig archi
tect In 1960 begon hij een architec
tenbureau in een flat aan de Einstein-
straat in Amersfoort. Hij zat er erg
krap, met veel te veel mensen in een
veel te kleine ruimte, maar hij was
zelfstandig
Jan den Hartog rukt nu overal dos
siers, mappen, plakboeken en vakbladen
vandaan Al het werk is keurig sys
tematisch bijgehouden in dossiers met
krantenknipsels en foto's. Hij blijkt een
zéér zorgvuldig mens te zijn met een
gave voor een geordend en vlot han
teerbaar archief. Hij is ook een verwoed
spaarder, en knipt en scheurt alles uit
wat hem op de één of andere manier
intrigeert
Enkele van Den Hartogs uitspraken
zijn
„Ik houd niet van liefdeloze mensen,
en niet van liefdeloze architectuur"
„Ik zoek de ruimte Ik heb ruimte om
me heen nodig, en ik zoek die ook voor
de mensen, voor wie ik bouw".
„Architectuur houdt niet op bij de
voordeur. Dat behoort als eeD draad
door alles heen te lopen tot in het
kleinste detail".
HOEVELAKEN - Eiberlaan,
vriendelijke woonhuizen, met het
spel waarvan Jan den Hartog zelf
zijn conceptie op planologisch
gebied mocht geven Op de
maquette is de speelsheid van het
geheel duidelijk zichtbaar
m
m»l «"«l
wvvv 9