fr. J. C. Brons: ,Je hebt, als je jong bent, de neiging om je erg te wtificeren met alles wat je doet" |Bouwers in Leusden 13l aardig ingeraakt" Over projektleiding: „Ik geloof dat ik 's nachts geen oog dicht doe" k ben er voor mijn gevoel Venrolg zie pagina fcRDAG 4 JULI 1974 terrein een eerste vereiste. Er was ik heb daar met veel genoegen in rond gestudeerd. Eén van de aardige dingen was, dat ik in het gemeente-archief een kaart kon opdiepen van waarnemingen van 1870 van de man, die de eerste opzet van het toenmalige begin van de duin- waterwinning heeft voorgesteld. Dat waren waarnemingen van vóór die win ning, en aangezien men die vroegere toestand wilde herstellen, begrijpt udat dat een mooie vondst was! Na studie en veel boringen in de duinen bleek, dat er een relatie te beredeneren, en zelfs te berekenen was, tussen de mate van doorlatendheid van de ondergrond en de gedaante van het richtbare duinterrein. Dat zit 'm hierin, dat grondwater afstroomt vol gens hellende grondwaterspiegels, het zij naar zee, hetzij naar die plekken, die in de ondergrond doorlatender zijn dan andere plaatsen. Door nu te stellen, dat de wind het zand weg kan blazen, tot het te voch tig is, valt te concluderen, dat de diep ste gedeelten van de duinen, de duin pannen dus, een aanwijzing geven voor de vorm of de vroegere vorm van de grondwaterspiegel. Dze hypothese bleek goed te kloppen. Ik vond het een hele ontdekking om te kunnen berekenen dat bijvoorbeeld de duinen bij Leiden gemiddeld geno men hoger moesten zijn dan nabij Den Haag, vanwege de op N.A.P. liggende dichte kleilaag in de vroegere delta van de Oude Rijn bij Leiden en Katwijk. Omgekeerd volgde uit deze theorie, dat de laagste plekken in de duinen aan wijzingen vormden voor de grootste doorlatendheid van de ondergrond. En dat kwam dan goed van pas, want wie water in de duinen wil brengen, doet dat vanzelf graag op de laagste plekken, die dan ook het best geschikt bleken voor voeding van het diepere grondwater. In de tijd van die man uit 1870 - zijn naam ben ik vergeten - stelde men, dat het grondwater blijkbaar de duinen in hoogte volgde. Wij konkludeerden, dat het net andersom was, en dat de waarvan de hellingen bepaald werden door de hoedanigheid van de onder grond. De filosofische les overigens was er één van oorzaak en gevolg, en de mogelijkheden deze om te draaien Ook in het dagelijks leven kom je dat tegen! In die tijd kwam ik er ook achter, dat dat, wat ik meende uitgevonden te hebben, reeds uitgevonden was. Ik las namelijk een artikel uit 1916 van prof. Dubois, die op gelijke wijze een be paalde duinformatie op Schouwen-Dui- veland beschreef Na de eerste schok, vond ik het eigenlijk wel leuk, maar het brengt je meteen de nodige be scheidenheid bij Ir. Brons was inmiddels, eind 1952, in het huwelijk getreden, en ging sa men met zijn vrouw begin 1953 tot hal verwege 1956 naar Nieuw-Guinea. Hij Hij is een man, die au fond een vat vol tegenstrijdigheden is. Hij staat rustig in een stand op de Hiswa- tentoonstelling in Amsterdam, met foto's van de verpesting van het IJs- selmeer. En bouwt méé aan een elek trische centrale van reusachtige af metingen, die met hemelhoge schoor stenen de horizon beheerst tot in wijde omtrek. Een ongrijpbaar man, met wie je een geweldig kontakt hebt, terwijl hij niets over zichzelf - eigenlijk - wil vertel len, en alleen af en toe een flard daar van loslaat. En die flarden dan moeten als een legpuzzel in elkaar worden ge past. Ik kom erachter, dat hij in Delft weg- en waterbouwkunde heeft gestu deerd, en dat dat een studie is, die vele mogelijkheden overlaat om te merij, op een ingenieursburo ,,Als je gestudeerd hebt in Delft," zegt hij, ,,word je opgeleid voor vele funkties. Ik ben afgestudeerd bij prof. Begeman op de vakken Waterkracht en irrigatie, in 1952. Die waterkracht was een tikje buitenlands georiënteerd. Tenslotte werd het geen irrigatie, en maar een heel klein beetje water kracht." Hij trekt een gezicht, alsof hij meent zich hiervoor te moeten ex cuseren. ,,Een korte periode heb ik bij het Duinwaterleidingbedrijf in Den Haag meegemaakt. Ik was daar tijdelijk ad- junkt-ingenieur en kon enige tijd mee werken aan het Lek-duin-plan. Dat plan was zéér interessant: het hield in om het water uit de Lek in de duinen benoorden Den Haag te brengen, om de slinkende zoetwatervoorraad in de duinen aan te vullen Nü moet ik me schrap zetten, want er volgt een vrij ingewikkelde uiteen zetting- ,,Dat zoete water drijft als een soort ondergrondse ijsberg, maar dan van water, op het zwaardere zoute water, dat er onder zit. Het heeft de vorm van een soort lens, met een ge bogen onderkant. Uitgezocht moest worden op welke plaatsen in de duinen het rivierwater het beste gei'nfiltreerd kon worden Daarvoor is uiteraard kennis van zo'n laat een grandioze foto zien van drie- aan-één met een schitterend uitzicht naar het Australische gedeelte van Nieuw-Guinea toe. Het wekt bij mij een gevoel van heimwee op. Een verdwenen wereld, die niet meer bereikbaar is, en die voor allen, die er geweest zijn, een onzichtbare band van wederzijds begrijpen weeft. In 1956 kwam hij als één van de laatsten terug door het Suezkanaal. Hij ging toen eenentwintig maanden in mi litaire dienst. Was één van de oudste rekruten van het peleton, had in drie weken een rekrutenhiel, kon toen vier weken nauwelijks lopen, en mocht dien tengevolge de vuile was van het pele ton sorteren, wat een gemakkelijke job was. Dit werd in die tijd beloond met f 10,- kostwinnersvergoeding per dag. In 1958 kwam hij uit dienst, ,,en in datzelfde jaar werd onze oudste ge boren" In 1958 ook kwam hij bij Dwars, Heederik enVerhey terecht. ,,Ik herinner mij, dat ze vroegen wat ik wilde doen. In Nieuw-Guinea was ik al van plan om bij een of ander inge nieursburo te gaan werken. Bij Dwars, Heederik en Verhey kon ik zonder plichtplegingen aan het werk gaan." Hij had me van tevoren al gezegd, dat die zestien jaren in drie perioden waren te verdelen. ,,De eerste vier a vijf jaar deed ik konstruktiewerk op de konstruktie-af- deling Ik ging rekenen Bij Dwars, Heederik en Verhey gingen toen alle jonge ingenieurs rekenen. Dat deed ik met veel plezier Op een zolderkamertje ben ik daarmee enige jaren druk geweest. De meeste ingenieurs beschouwden dat als een doorgangsperiode. Toen ik begon mocht ik kiezen tussen hoogspanningslijnen of zuiveringen. Ik koos het laatste, en heb in die tijd aan tientallen rioolwaterzuiveringsinstallaties mee gewerkt. Ik herinner me hoe ik in het begin heb lopen tobben met mijn eerste echte betonvloer met een trap gat erin. Je begon te beseffen, dat het ernst werd, en dat zo'n vloer goed of slecht zou zijn, naar gelang je het zelf goed of niet goed zou doen." Hij vertelt hoe je in het begin maar weinig kunt. Hoe je pas, als je aan de slag gaat, eigenlijk pas het tweede jaar echt meeloopt. Mechanika, wis kunde, konstrueren, het speelde een grote achtergrondsrol. ,,Ik ben ervoor mijn gevoel aardig in geraakt." Over veel afdelingen verspreid wer ken er zo'n zestig a zeventig inge nieurs bij Dwars, Heederik en Ver hey. ,,Door min of meer toevallige ont wikkelingen, waar ik na verloop van tijd erg blij mee was, werd ik betrok ken bij de ontwikkeling van de radio telescopen. Dat werd mijn tweede pe riode, van tweeëneenhalf tot drie jaar. Ons bureau kreeg van de Stichting Radiostraling van Zon en Melkweg de opdracht om de konstruktie van radio telescopen te ontwikkelen, waarmee men in staat zou zijn om radiostra ling van miljarden lichtjaren ver staan de bronnen in het heelal waar te nemen. Zo iets blijkt uiteindelijk een kwes tie van definities te zijn. Vormvast heid, vormverandering, dit alles in verhouding tot de grootte van de te ontvangen golflengte van de radio-stra ling opende een geheel nieuwe wereld van konstruktieve eisen met mogelijk heden en onmogelijkheden. Na veel studie bleken wij in staat om met formules van een halve meter lang, die na een computer in Leusden werden vertaald in ontelbare cijfer reeksen, de gedragingen van een radio telescoop redelijk te kunnen voorspel len. Men moet zich voorstellen dat bij een willekeurige stand van een paraboloide van 25 meter diameter de vormafwij king nabij de rand niet méér mocht zijn dan circa 5 millimeter Ik heb bij de keuze van de buis- profielen voor de ringligger, die op een vierpuntsoplegging in hoge mate be palend was voor de totale struktuur, Aanleg van een waterleiding in het oerwoud van Nieuw-Guinea. min of meer met een zesde zintuig een wat zwaardere buis gekozen dan strikt uit de berekeningen volgde. De idee was toen, dat dat beetje staal méér met zo'n slechte investering was. De grote kosten zaten in het maken, en niet in de staalaanschaf. Alhoewel al les ook zichzelf weer moest dragen. Dat dit een gelukkige greep was, bleek la ter toen de synthese-radio-telescoop óók voor kleinere golflengten dan de 21 centimeterstraling van waterstof bruikbaar bleek. Het raakte de grenzen, het plafond van je eigen kunnen. Je komt bij begrip pen als struktuurfilosofie. Hoe houdt zo'n radio-telescoop zich overeind? Je moet de zekerheid vinden, waarmee je een dergelijke konstruktie op zijn plaats houdt, en dan nog zó, dat je die kon struktie tegen de aardrotatie in, een half etmaal op het juiste doel gericht houdt. Hoe maak je de ideale vorm? Wij hebben verschillende prototypes ontwikkeld. Het vierde type is het ge worden in Westerbork. Het kon tenslot te een samenstelling worden van twaalf radio-telescopen, in één rechte lijn ge plaatst. De opzet was om een zodanige, laten we zeggen, ooggrootte - ander halve kilometer - te krijgen, dat bij grote richtnauwkeurigheid het ontle dend vermogen optimaal groot wordt. Men moet dit bezien in verhouding tot het menselijk oog. Dat kan zeer scherp zien, omdat het zeer groot is in ver houding tot de te ontvangen golflengte, die van het licht. De radio-straling is circa 100.000 maal zo groot in golflengte, als die van het licht. Dus moet een radio-teles coop eigenlijk 100.000 maal zo groot zijn als een oog om even scherp te kunnen zien in zijn licht", dat van de radio-straling. Maar zo'n instrument is niet te bouwen. De serie telescopen te Westerbork vormt, met elkaar, toch zo'n groot oog, omdat men de signalen via com puters zodanig opslaat en verwerkt, dat ze, gesynthetiseerd, tezamen een beeld geven, in diagram-vorm, van het totaal van de waarneming In de vroe gere vlek, die eerdere radio-telesco pen waarnamen, kon deze telescoop- serie allerlei details waarnemen. ,,Hoe kon je een zuivere paraboloide in staal en gaas maken?" ,,Ik heb het als een voorrecht beschouwd, dat ik daarmee bezig mocht zijn. Die radio telescopen hebben we tot en met het besteksgereedmaken ,,in elkaar ge zet". Collega's hebben daarna de uit voering helpen verzorgen." De laatste acht jaar belandde ir. Brons met toenemende intensiteit in de projekt-leiding-sfeer, met de na druk op elektrische centrales. ,,Ik kwam toen als nieuweling in dat vak. Ik had eerder de onderbouw van de elektrische centrale in Nijmegen uitge rekend, de centrale Gelderland-Zuid, 2 x 125 megawatt. 1 megawatt is 1.000.000 watt. Wij maken de gehele bouwkunde voor onze opdrachtgevers. Ik moest voor dat object plus minus een halve hectare voorzien van een betonnen onderbouw Ik moest bunkers bouwen, kolentunnels, konstrukties voor kolentransportban- den Bij al dit soort centrales heb je veel aanrakingspunten met allerlei an dere disciplines. In de desbetreffende teams wordt een grote hoeveelheid werk verzet. Van tevoren moet alles al kloppen op papier! Het is zinvol geweest om in het kon- strukteursschap bezig te zijn geweest De konstruktiemensen van toen zijn mijn coaches geweest Nu kan ik het voor anderen zijn en krijg ik het hele object te coördineren Ik weet wat er in de ene of de andere sektor wordt geploeterd en gedaan Ik heb zelf veel aandacht besteed aan de konstruktie als zodanig met al zijn aspekten. Onze kunst als ingenieur is feitelijk om de zaken in een abstrakt - nog niet bestaand - stadium op papier te krijgen en uit spraken te doen hoe de konstruktie zich zal gedragen. Omstreeks 1960 kreeg ik veel te ma ken met schoorstenen. Bij elke elek trische centrale wordt een schoorsteen gebouwd. Dat opende voor mij geheel nieuwe perspektieven. In Nijmegen moesten twee schoor stenen van 125 meter worden neerge zet Het aardige, althans het technisch aardige, van een schoorsteen is, dat het een volstrekt zelfstandig object is, van fundatie tot top, en zich eigenlijk vrij gemakkelijk laat berekenen. De moeilijkheid is alleen, dat de echte werkelijkheid, bijvoorbeeld de wind vang, de dóórbuiging, en de stijfheid ingewikkelder is dan alles uit reken- voorschriften blijkt We hebben toen Kantoorgebouw in Velsen op het ter rein van de elektrische centrale te Velsen Jg serie van twaalf radiotelescopen pesterbork Als ik hem opbel om een afspraak een interview te maken, reageert logal aarzelend. Hij is er niet zo ^an overtuigd, dat er van zijn doen weergegeven. Ik voel me wel mijn beroepseer aangetast, en hem tenslotte over te halen tot een 'ek. Hij, ir. J. C. Brons, Acacia- 10 in Leusden-Centrum, staat er !isch tegenover. En ik blijk inder- niet te weten wat ik me op de heb gehaald! is een zéér beminlijk mens, niet van. En hij is een fasci- man met een grote genuanceerd- jvan denken. Hij heeft zulke grote ulen bij de kop, dat je er stil ordt, zélf wil hij er eigenlijk 'lijks iets over kwijt Hij weet !el, dat hij tezelfdertijd weet, hoe onze kennis is, en hoe onbe- de mogelijkheden zijn. Hij wil de niet op zich laden, dat ik van denk. dat hij dagelijks met de ■ft ingewikkelde problemen bezig is "fcn is de stress, waaronder hij dagelijks moet leven en werken,opzijn gezicht af te lezen. Ik kan me best werp voor de krant vindt, dat hij zich voorstellen, dat hij het geen onder werp voor de krant vindt, dat hij zich nauwelijks in de serie Bouwers in Leusden" belicht ziet, en dat hij als enige vakantie-ontspanning eindeloos zeilen op het IJsselmeer en de Friese watervlakten zichzelf in het vooruit zicht stelt. Een man, die gedurende een heel jaar met grote verantwoor delijkheden volgens strikte tijdsche ma's is belast, ziet er tegen op om in zijn vrije vakantieweken zo'm dikke 3000 kilometer naar het zuiden van Europa en terug in zijn auto af te leg gen Vergezeld van een bedrijvige fami lie, die van alles wil, terwijl hij juist niets wil. Als ik dit schrijf weet ik eigenlijk al van tevoren, dat hij bij het lezen ervan een beden^'jk ge zicht zal trekken, omdat hij ..et over dreven vindt. Als ik een tweede avond de familie Brons bezoek, zijn hij en zijn vrouw bezig op het gazon de tent in te pakken. Hij torst een zware zak met tentspullen op de schouders: de heer des huizes gaat tóch richting Zuid-Europa. Een foto van ir. J. C. Brons zelf

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1974 | | pagina 9