lierwoede bijenkenners en -liefhebbers vertellen illes over de wondere wereld van de bij |0p kamp in Arnhemj Lderdag u juli 1974 LEUSDER KRANT 's maandagse wasdag had uitgekozen voor zijn reinigingsvlucht! Nü waarschuw ik alle buren tegen die tijd .Buurvrouwen, denkt om uw was de reinigingsvlucht is in aantocht!" In verband met het afhalen van de honing na de heidedracht wordt door de imker de laatste honing eruit gehaald en wordt in een centrifuge uit de raampjes geslingerd. Dezelfde ramen gaan dan weer leeg de kast in. De im ker geeft de bijen dan 10 tot 15 kilo gram opgeloste suiker in een periode dekt. Door het glas heen kunnen we de bijen in hun werkzaamheden bestude ren De koningin is door de heer Biel met een schildplaatje gemerkt Wij zien duidelijk hoe ze haar achterlijf in een cel drukt en een eitje legt Ook zien we de cellen, waarin larfjes zitten en waarin de werkbijen voedsel aandragen Aan de bovenkant van het raam zijn licht gekleurde cellen luchtdicht dicht gemetseld Daarin wordt de honing voor de winter opgeslagen. De cellen voor de honing zijn in een ronde vorm rond het raam geplaatst. Beneden zien we andere cellen, die een donkerder kleur hebben en ook zijn dichtgemetseld, maar poreus zijn dichtgemetseld. Daar zitten de larven met hun voedsel in. Bij het vlieggat van de observatie- kast is het een drukte van belang. Con tinu wordt er af en aan gevlogen De vliegbijen hebben overwegend oranje klompjes aan de poten Sommige heb ben bruine klompjes, maar die zijn in de minderheid. Veel bijen gaan met hun klompjes de kast binnen. Er zijn ook bijen, die de nectar afgeven bij Een volle korf wordt door ae nei en Hoefakker en Biel getoond van 2 a 3 weken De imker kan de suiker in een voederbak laten vloeien Maar de imker kan de vloeibare suiker ook in een litersblik, met gaatjesin het deksel, doen. Dan zuigen de bijen de op geloste suiker er zelf wel uit. ,,Op heidehoning," aldus de heer Biel, overwinteren de bijen minder goed. Suikerwater is dan eigenlijk veel beter En de heren Biel en Hoefakker be ëindigen ons gesprek met te zeggen ..Werkelijk mevrouw De Knijff, het is de mooiste sport die er is." Dan mogen we in de observatiekast van de heer Biel kijken Fotograaf Janus Visser is net ter plekke geko men en kan zijn plaatjes schieten. De observatiekast bestaat uit één raam met aan beide kanten cellen. Er is een glasplaat voor, die met een houten deur weer kan worden afge- I i i ACHTERVELD - Onze klas is drie dagen naar Arnhem op kamp I geweest. Ik zit op de St. Jozef school te Achterveld, 's Maan- I dags de zesde gingen we weg 's Middags om twee uur. We I gingen naar Jeugdherberg ,,Alte- veen" Van buiten leek die niets I gezellig maar van binnen was het wel gezellig. De kamers waren I boven We sliepen met z'n zessen op een zaal Het waren heel leuke I zaaltjes Toen we onze koffers J hadden uitgepakt, gingen we de I buurt verkennen. We zijn toen in het bos geweest. We hebben toen eerst een stuk gelopen van een J route die we 's avonds zouden lo- I pen Na het eten - dat was om zes uur - hebben we een poos bingo gedaan op een zolderkamer. Om negen uur gingen we de route j lopen Ons groepje ging een keer I verkeerd, maar dat we onder de j waterval zijn doorgelopen. We I hadden natte voeten Toen we na het verkeerd lopen weer terug gingen kwamen we een ander j groepje tegen We zijn toen met I hun verder gegaan Na een poosje kwamen we weer een ander groepje tegen Van dat groepje I huilde er één. want ze was bang Iin het donkere bos. Een ander meisje begon toen ook te huilen. We hadden weer een poosje gelo- pen toen we weer een ander I I het vlieggat aan een bij, die binnen dienst heeft Als de heer Biel een bij zijn nectar op het aanvliegplankje doet laten vallen, zien we even later een bij, die binnendienst heeft, de koste lijke nectar van de vliegplank ophalen. Het is een verrukkelijk schouwspel. Ik zou er uren naar kunnen blijven kijken. En als je maar langzaam be weegt, is er nooit één bii. die ie las tig zal vallen of die zal steken. De heer Biel laat er verschillende op zijn hand komen en er gebeurt niets. Een wondere wereld, waar ik de verdere dag met een zekere nostalgie aan terugdenk. ANCO MALI 1 i groepje tegenkwamen. Er waren maar twee groepjes die verder gingen. Ieder meisje werd haast I bang op vier of vijf na. We werden door de meester opge haald. De eerste nacht sliepen we allemaal slecht. Dinsdag gin- I gen we naar de sluis op de fiets, het was smoorheet Daarna zijn j we naar Kasteel Doorwerth ge weest. Daar is een museum met I allerlei dingen uit de oorlog Om half twaalf gingen we naar het i golfslagbad. Dat was hartstikke J leuk, vooral als het golfde. Om I twee uur gingen we naar de ,,Wes- ter Bouwing", ledereen haast ging in de botsautootjes behalve J ik, Margret, Margreeten Jeanet- I te""Gerda van Beekhoven heeft haar voet in de botsautootjes ge- j stoten en is waarschijnlijk ge- J kneusd. 's Avonds hebben we ge- I voetbald en een lange spannende film gezien, s Woensdags zijn we naar de dierentuin geweest. ..Bur- J ger Zoo", daar was het heel leuk I Er waren veel jonge dieren. Daarna zijn we naar het open- i luchtmuseum geweest Ook wel j leuk maar toen regende het Ger- I da, die zat in een wagentje, en die heb ik een poosje geduwd, i s Middags om half drie gingen we weer weg Allemaal erg lui. I Maar het was toch reuze leuk. Marleen Kleinveld, Leerlinge van de Sint-Jozefschool Achterveld l I ment kreeg hij zijn eerste zwerm en zijn eerste kast. Het is de gewoonte van imkers onder elkaar, dat wanneer een nieuwe imker zich aandient, deze een zwerm krijgt van een andere im ker (of van een vereniging). Als jonge leden lid worden van een bijenvereni- ging krijgen ze een zwerm van een oudere imker. De heer Biel vertelde, dat hij in Leusden was begonnen met het bestu deren en houden van bijen. Zijn vader had eerder bijen gehouden. Toen ze eens op bezoek gingen bij de heer Krol, die op een boerderij wou gaan wonen en wat schapen en varkens wilde gaan houden, besloten ze samen om bijen te gaan houden. Ze kochten twee kasten en twee korven. De heer Biel kocht toen een zwerm bijen Hij werd lid van de bijenvereniging in Bunschoten om een bijenkursus te kunnen volgen. Een bijenvereniging moet namelijk een bepaald aantal leden hebben om een kursus te organiseren. Er is een kur- sus voor beginner^ en een kursus voor gevorderden. De heer Biel: ,,Deze kursus bestond uit twaalf lessen. Acht theorie- en vier praktijklessen De praktijkles sen worden bij een bijenkenner aan huis gevolgd Er werd verteld wat er in de praktijk van de imker ge beurde." Het ging om het maken van een zo genaamde kunstzwerm. De natuurlijke gang van een bijen volk is, dat een deel vertrekt, als de kast te vol is geworden. De oude ko ningin vertrekt met de helft van het bijenvolk Als een volk zwermrijp gaat wor den bouwen de werkbijen koninginne cellen. Dit zijn langwerpige cellen, wel drie keer zo groot als de normale cellen De koningin legt in die cellen een aantal eitjes, variërend van drie tot twintig. De uit die eitjes geboren lar ven krijgen eiwitrijker voedsel dan de andere larven. De nectar wordt ver mengd met een gedeelte stuifmeel. De verhouding van die twee ligt voor de koninginnelarven anders, eiwitrijker De ontwikkeling van een ei tot konin gin is 15 dagen, van ei tot werkbij 21 dagen, en van ei tot dar 24 dagen. Na 9 dagen hebben de werkbijen zo veel voedsel in de cel aangedragen, dat de hoeveelheid voldoende is om de larf tot ontwikkeling te doen komen. Dan wordt die cel door de werkbijen gesloten Dat is eigenlijk hetzelfde prin cipe als het zich verpoppen van een rups om zich in de cocon te ontwikke len tot een vlinder. Als de imker niet ingrijpt, loopt de eerste koningin uit, en de tweede ko ningin wacht met uitkomen tot de eer ste koningin met een zwerm is uit gevlogen. Dit herhaalt zich nog twee tot drie dagen. Dit kan zich zo vaak herhalen, dat het volk instmktief aan voelt, dat het te veel verzwakt. Dan bijten de werkbijen de cellen van de koninginnen kapot, en vernietigen de koninginnen, die in de cellen zitten. Om dit laatste te voorkomen haalt de imker zelf alle overige doppen der koninginnecellen weg om het volk dus sterk te houden en het niet onnodig te verzwakken. Het volk, dat overblijft, mag niet meer gaan uitzwermen. ,,Hoe bepaalt u dat moment?" De heer Hoefakker: ,,Je kunt het horen. Op de 13e dag na het leggen van de eieren moeten de koninginnen uit komen. Degene, die is uitgekomen fluit, de andere koninginnen kwaken als kik kers In een nazwerm heb je soms twee of drie koninginnen lopen Dan is er een paniektoestand in de kast. De bijen bruisen er bijkans uit De imker kan de kunstzwerm in zijn eigen methode inpassen en de grootte ervan zelf bepalen De imker verplaatst een gedeelte van het volk, met het broedsel dat in de raampjes hangt, naar een andere kast, met alle daarop aanwezige bijen, en mét de eieren en de larven dus. Hij voorkomt hiermede het zwermen, en kan zelf bepalen op welk moment hij een nieuwe zwerm wil laten vormen. De heren Biel en Hoefakker bij de observatiekast aan de Koningin Juliana- laan te Leusden-zuid. tie, en ja noor, vrijwel de gehele zwerm liet zich in de korf vallen. En kele bijen bleven nog wat rond de tak vliegen, waaraan de zwerm had ge hangen. maar al gauw werd het beeld duidelijk, dat alle bijen zich naar de korf begaven. De korf werd in de schaduw opge steld, en al spoedig oriënteerden de bijen, die op de plaat waren uitge stoten, zich op de korf en het bewegen in de richting van de korf werd hevig als het oprukken van enorme legers. Dit keer was de koningin meegeko men en de bijenzwerm kreeg een eigen kast toegewezen Enkele dagen later zat ik met de echtparen Biel en Hoefakker op het terras van huize Bel Ik liet me eersL vei tellen wie er al zo tot de ïmkerstand^in Leusöen be horen, en dat werd een aardig lijstje, dat misschien zelfs nog aangevuld kan worden met de namen van imkers, van wie men eenvoudig het bestaan niet afwist. Imkers in Leusden de heren M. Biel, G Hoefakker, W. Donselaar, H. Oorthuis, Gert Lagerwey. C. van Loe- nen, W Blootenburg, allen in Leusden- Centrum, G. van Eist in Stoutenburg en nog twee imkers; één op de hoek van de Hessenweg en de Emelaarseweg en één in Achterveld, van wie men de nampn nipt kende Ik vroeg de heren hoe ze ertoe ge komen waren zich met bijen te gaan bezig houden. De heer Hoefakker ver telde, dat hij zich voor de bijen was gaan interesseren, toen hij in Ben schop bij IJsselstein woonde. Daar waren veel boomgaarden, en daar wa ren fruitkwekers, die zelf bijen hiel den. De heer Hoefakker ging daar regel matig kijken en op een bepaald mo zijn ook werkelijk zelf groter dan de werkbijen Het is de sport van de imker om op timaal gebruik te maken van zijn bijen. Momenteel staan de lindebomen en de klaver in bloei. De heer Hqefakker,die aan de Schutterhoeflaan woont, zegt dat het momenteel dagelijks een ware op mars is naar de lindebomen van ,,Don Bosco". Het is een sport, om in de zomer ook wat honing van de bijen te winnen. ,,Een bij, die op de klaver vliegt," aldus imker Hoefakker, ,,is doelvast. Die zal niet eerder op de lindebloesem overgaan, dan dat alle klaver is uitgebloeid." Het blijkt, dat één bij 84 bloemen moet bezoeken om 2 van die kleine klompjes aan zijn poten te krijgen. Om één halve kilogram nectar te halen moeten 70 000 bijen één vlucht maken of 25.000 bijen, die 3 keer op een dag een vlucht maken. De koningin blijkt in de zomerdag 2500 eitjes te leggen. Per jaar legt ze 150.000 eitjes Een werkbij leeft in het hoofdseizoen: 6 weken. Hij werkt 3 weken in de kast en hij doet 3 weken vliegwerk. In de winter leven de bijen ongeveer 6 maan den. Een goed bijenvolk bestaat uit 60.000 tot 70 000 bijen. Om 1 kilogram was te produceren zijn 11 kilogram honing en 1 kilogram stuifmeel nodig. De hoofddrachtbron van een bijenvolk is fruitbloesem en koolzaad in de maanden april en mei. Klaver en linde in de maanden juni en juli. Hei in de maand augustus. Ne- vendrachtbronnen zijn, om er een paar te noemen, bijvoorbeeld wilgen, acacia, paardenbloemen, frambozen. Drachtbronnen zijn voedselbronnen, zijn belangrijke plaatsen met veel bloeiende bloemen en bloesem, plaat sen waar veel nectar te halen is. De heer Biel: ,,lk heb drie van mijn volkeren naar Amersfoort ge bracht. Die breng ik niet eerder dan dat het zeker is, dat de jonge koningin is uitgekomen. Een maand na het ma ken van je kunstzwerm is de jonge ko ningin aan de leg. Vóór 20 mei moe ten de kunstzwermen gevormd zijn, dat wil zeggen voor mijn geval, in verband met de bloeiende linden, waar ik mijn volkeren naar toe heb ge bracht Voor iemand, die geen linden heeft, ligt die datum weer anders Het is óok weer anders, als je niet met je bijen hoeft te reizen." De heer Hoefakker; ,,Don Bosco" heelt zo veel lindebomen dat het van mijn korven naar ,,Don Bosco" toe één niet aflatende stroom van bijen is die aan en af vliegt. Het zoemen dat u hoort, is het geluid van de vleugels Vertel mevrouw De Knijff nu eens dat verhaal van onze buurvrouw, moe digt mevrouw Hoefakker haar echtge noot aan ,,'s Winters blijven de bijen in de korf. Ze doen niets, ze eten wel Maar in het voorjaar, bij 9 tot 10 graden C buitentemperatuur, komen de bijen los. Dan gaan ze vliegen. En ik zal u vertellen waarom. Hun ontlasting spa ren ze 's winters op Zo'n heel volk gaat zich dan ledigen Dat is de rei nigingsvlucht Zes jaar geleden gebeurde het, dat onze buurvrouw een flinke was buiten had hangen in het prille voorjaarszon netje. Toen ze de was binnen kwam halen, was hij van onder tot boven besproeid met bruine spikkels Onze buurvrouw dacht, dat er een boer aan het gieren was geweest. Een ander, die ze er bij haalde, zocht de oorzaak in een vliegtuig, dat olie had verloren. Ik ben, toen ik het hoorde, bij mijn buurvrouw te biecht gegaan, en heb haar verteld, dat mijn bijenvolk juist haai LEUSDEN - Bent u ook al een zwerm ito tegengekomen in Leusden? Tien »eo één, dat u gekonstateerd hebt de afgelopen dagen, dat de bijen lfgen en zich in zwermen verplaat- 0 Dat is dan met verwonderlijk, ml het is er de tijd voor. Het is mis- tueo een beetje laat, dit voorjaar andere jaren gebeurt het vaak al in eii wanneer de temperatuur gunstig '.t maar het uitzwermen was deze ek dan toch op volle gang gekomen, fachtmeester G. Hoefakker had loofd me te zullen waarschuwen, als j ergens een bijenzwerm zou signa- en. De heer Hoefakker is in zijn vrije d een enthousiast imker, en hij weet eraard veel van het bedrijvige leven n de bijen af. Toen ik dan ook een telefoontje feg van hem, dat er in de hoge men aan de Schutterhoeflaan te Leus- j/Zuid een grote zwerm bijen hing, ig ik ijlings naar hem toe. Hij was mddels in gezelschap van de heer Biel uit Leusden/Zuid, eveneens 1 verwoed bijenkenner en -liefhebber, del een enorme stok in de hand, iraan vastgebonden een ijzeren hooi- kgreep, waarop een gevlochten enkorf was geprikt, bedteeg de heer efakker een hoge ladder, die werd iteund door de heer Biel. Met veel ooeuvreren slaagde de heer Hoef- er erin de stok met korf onder de erm geplaatst te krijgen, en toen ibeerde hij met één forse stoot en de takken de zwerm in de korf laten vallen. Maar een dikke tak in de weg. Een gedeelte bijen d plaats in de korf, een gedeelte tn bleef aan de tak hangen Voor- titig daalde de heer Hoefakker de Ier af )e bijen in de korf gedroegen zich rustig, en dat kon volgens de beide mkenners een teken zijn, dat de ingin in de korf was meegekomen. *as nu zaak om die koningin op te ken en inderdaad teconstateren.dat koningin in de korf zat. Ze duwden rustige bewegingen de bijen hier daar op zij Géén koningin. Ze itlen de korf leeg op een plaat, it ze een beter overzicht over het nvolk kregen, maar ze ontdekten loningin niet waren zonder koningin ech- rustig, en dat duidde er vol de beide heren op, dat de zwerm was, en niet lang onder was Bijen, die lange tijd onder zijn, en hongerig worden, zich gaan voelen, gedragen zich en kunnen bij benadering door agressief zijn nu de zwerm mét de koningin te De heer Biel klom als een akrobaat, geen nsiko ne- inaar voorzichtig takken probe- op hun dragend vermogen, de boom hij bij de dikke tak gekomen was, verhinderd, dat de gehele zwerm keer al in de korf gevallen Hoefakker, met de imker- besteeg opnieuw dehogedubbe- die dit keer door zijn zoon- vastgehouden, en kwam al met de lange stok met de precies onder de dikke tak te- de heer Biel stond. Op teken gaf de heer Biel trap tegen de tak in kwes- is een nieuwe zwerm gesignaleerd heren Biel en Hoefakker trachten zwerm in een korf te plaatsen, el zij omringd worden door bijen, en zij niet gestoken. De bijenzwerm gaat zich in de korf settelen. Enkele bijen vliegen nog rond, maar zullen zich tenslotte bij het overige volk voegen ken daar naar toe kan brengen, met kast en al ,,Wilt u nu iets vertellen over de eigenschappen der bijen, hun plaats in hun eigen maatschappij en hun taak verdeling?" De heer Biel: ,,Een bij oriënteert zich op een bepaalde plaats De bijen zitten in de korf, en vliegen naar die korf toe Wordt de korf verplaatst, dan vliegen ze naar de plaats toe, waar de korf het laatst heeft gestaan. De bijen zijn niet hokvast, maar plaatsvast. De bijen hebben een aktieradius van 3 kilometer. Als je een zwerm wilt verplaatsen, moet je ze minimaal 6 kilometer ver wegbrengen Anders ko men de vliegbijen terug naar de oude plaats. De vliegbijen halen stuifmeel, nec tar en water Ze yerwerken per jaar 50 kilogram per kast per volk. Dit wordt gebruikt als voedsel voor de jonge larven De heer Hoefakker: ,,ln het bijenvolk zijn alle taken verdeeld. Als een bij wordt geboren, krijgt hij éérst een taak in de kast Bijvoorbeeld, het schoon maken van de raten, het voeren van de larven, het verwarmen van het broed sel. het verzorgen van de koningin, het overnemen van de nectar van de vliegbijen, die de nectar aanbrengen; het indikken van de nectar De nectar, die binnenkomt, bestaat voor viervijfde deel uit water. Het water wordt verdampt: dat vindt plaats door middel van de bij in de raat Er zijn 3 soorten bijen: 1. de ko ningin. die de eieren moet leggen; 2. de werkbij, die alle werkzaamheden verricht; 3. de dar, die alleen maar de jonge koninginnen bevrucht. De darren hebben grotere cellen. Ze Het inpassen wil zeggen, dat de imker, die bijvoorbeeld in Amersfoort een groep lindebomen weet, zijn vol-

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1974 | | pagina 5