Ta was Leusbroek (1890-1900) keïï1
Science fiction
en de strip
Flash Gordon en
piloot Storm
Met Mark Stevens
de ruimte in
OP BEZOEK BIJ DOMINEE
VAN DER GIESEN
Aardlicht
Supernova,
drie romans
in één band
Midzomereeuw,
nieuwe omslagen
voor de Born-
SF-reeks
In de macht
van morgen
Wat is S.F.?
nuuuoi uo 1» <4
LEUSDER KRANT
a
TOEKOMST EN TECHNIEK
IN DE LITERATUUR
VAN VANDAAG
De in 1909 in New Rochelle
(VS) geboren Alex Raymond is
de geestelijke vader van de nu
inmiddels beroemd geworden
science fiction-strip: Flash Gor
don. Voor de Flash Gordon-ver-
halen haalde Raymond inspiratie
bij Jules Verne, die hij bewonder
de. Omstreeks 1933 werd Ray
mond gevraagd met deze strip
te beginnen en sindsdien is Flash
Gordon één van de meest gelezen
strips ter wereld geworden, en
kele malen verfilmd. Raymond
zelf kwam in 1956 bij een dode
lijk verkeersongeluk om het le
ven, maar zijn schitterende werk
is blijven leven, ook in onze tijd,
waarin juist de strip weer een
ongekende bloei doormaakt. Dat
is misschien ook één van de re
denen (naast een hommage aan
Alex Raymond), dat de uitgeverij
Bruna te Utrecht voor Nederland
de uitgave op zich nam voor een
collectie complete stripverhalen
van Flash Gordon, zoals die in
Amerika verschenen. Sinds 1972
verschenen bij Bruna maarliefst
vier delen, die vooral bij de
rasechte strip- en essef-enthou-
siastelingen het water over de
tanden doet lopen.
De Nederlandse uitgave ziet er
zeer verzorgd uit. De vertaling
is van Ef Leonard, terwijl de
tekst werd ingetekend door Jan
van Woensel. Het nu gepubliceer
de werk (vier delen) wordt door
insiders beschouwd als het beste
van Alex Raymond, die met onder
meer Flash Gordon een geheel
nieuwe periode inluidde van de
strip Zijn werk heeft nadien
veel navolging gevonden, maar hij
is echter nooit geëvenaard.
Voor de Essef-liefhebbers die
tevens verzot zijn op strips, is
de Flash Gordon-serie beslist
een must! Voor zo'n zeven gulden
per deel krijgt men in één keer
de komplete uitgave, zoals die in
1968 in Amerika verscheen. Aan
bevolen.
PILOOT STORM,
ONZE NEDERLANDSE
FLASH GORDON
Ook Nederland is in de loop
der jaren niet achtergebleven
wat betreft de fantastische strip
Henk Sprenger kreeg bekendheid
door zijn creatie Piloot Storm,
die in verschillende dagbladen
allerlei spannende avonturen in
het heelal beleefde Sprenger te
kent enigszons in de stijl van Ray
mond. zij het met wat minder
fantasie dan Raymond deed. Bij
de uitgeverij Skarabee bv te La
ren (NH) verscheen niet zo lang
geleden het vierde deel van Pi
loot Storm. In de hiërarchie van
de Nederlandse strip is Piloot
Storm een unicum het is de
langstlopende strip in dit land.
Daarnaast is Sprengers werk
zeer geliefd in bijvoorbeeld
Frankrijk en Zwitserland.
Deze gebundelde heruitgave
van Skarabee is eveneens het
bezitten ten volle waard en niet
alleen uit historish oogpunt. De
getekende avonturen (overigens
met tekst onder de tekeningen,
inplaats van erin verwerkt), zijn
spannend en hebben humor. Hoe
wel de verhalen al enige tijd
geleden zijn geschreven, valt de
gedateerdheid wel mee. In onze
moderne tijd komen verschillen
de dingen wel ongeloofwaardig
over, maar een kniesoor, die
daar naar kijkt.
Schaduwen op Aries, de
nacht van Abaddon, en: De
dag van Aldebaran, door Fe
lix Thijssen. Deel 5 en 6
van de Mark Stevens-serie,
uitgegeven door uitgeverij
De Fontein te De Bilt in
haar speciale SF-reeks.
Prijs f5,90.
In deze rubriek hebben we
kortgeleden het eerste deel be
sproken van Felix Thijssen's ,,De
dreigende zon", waarin ruimte-
verkenner Mark Stevens op zoek
gaat in het heelal om de oplos
sing te vinden voor de moeilijk
heden van de aarde, die door de
zon met de ondergang wordt be
dreigd. Inmiddels zijn er tot nu
toe zes delen verschenen, waarin
Thijssen deze enerverende
speurtocht door het heelal be
schrijft en ik ben van mening,
dat Thijssen hiermee voor de
Nederlandse essef-schrijvers
baanbrekend werk heeft verricht.
Hij heeft in ieder geval bewezen,
dat het ook in Nederland mogelijk
is om met succes een geheel
Nederlandse essef-serie te in
troduceren. De Nederlandse uit
gevers, althans de meeste, heb
ben het euvel, dat zij zich teveel
foto d
Leusden Zuid - Omdat de drie kleine
meisjes (waaronder Martje en Marie
Apeldoorn) ook op de foto mochten,
werden de grote donkere hoeden opge
zet, terwijl Joost Burghout zijn def
tige pet heeft opgezet. Alle kinderen
dragen klompen met een leertjeerover
heen. Iedere zaterdag werden deklom
pen met witsel geschuurd.
foto E
Leusden Zuid - Op de kruising van twee
prachtige dennenlanen werden, met hun
gepoetste nieuwe velo's, geportret
teerd de deftige kinderen van de fami
lie Hogendorp en de Beaufort.
foto F
Leusden Zuid - De jongste de Beau
fort als koetsier houdt zijn „paard
Joost met het lint vast en met een
zweepje in bedwang. Zijn zuster, in
statiekledij is een wandelende palfre
nierster.
(door J. M. Schouten)
Foto A
Leusden Zuid - De Pastorie der Ne-
derduitsch Hervormde Gemeente was
omgeven door veel groen. De dominee -
hi) was van 1892 tot en met 1897 pre
dikant alhier - hield ervan om een wan
deling te maken door de mooie Pas-
torietuin. Zijn vrouw toont de statige
klederdracht en het jongste kind -
gedragen door een gaste - mag niet
ontbreken op het familieportret.
foto B
Leusden Zuid - Achter de Pastorie en
onder het loof der bomen heeft de
jongste Giesen meer aandacht voor de
lichtgrauwe ezel dan voor de portret-
tenmaker.
foto C
Leusden Zuid - Een mooi gezellig en
rustig hoekje achter de Pastorie. De
dienstboden hebben de mooiste jur
ken aangetrokken, maar blijven be
scheiden, op de achtergrond, door het
opengeschoven kijken totdat de por-
trettenmaker zijn plaatje heeft ge
schoten.
blindstaren op de buitenlandse
essef (ook daarvan is de kwa
liteit erg wisselend) en de Neder
landse essef-schrijvers verge
ten. Die zijn, eerlijk gezegd, wat
in een verdomhoekje terecht ge
komen, waar ze de laatste jaren
slechts aarzelend uit tevoor
schijn zijn gekomen
Bij het lezen van de avonturen
van Mark Stevens, een geheel
Nederlandse aangelegenheid ove
rigens, valt mij op, dat Thijssen
bij ieder nieuw deel in de si
tuatie is meegegroeid en steeds
volwassener essef aflevert. Het
gevolg is - naar rnijn mening -
dat de boeken van Thijssen met de
buitenlandse essef best kan wed
ijveren. Ik heb tenminste met erg
veel genoegen „Schaduwen op
Aries", „De Nacht van Abaddon'
en „De dag van Aldebaran' ge
lezen. Dat ik daarin niet alleen
sta, bewijst wel het feit, dat
verschillende delen uit de serie
op dit moment in herdruk zijn
en - in ieder geval niet meer
door de uitgever - leverbaar zijn
Overigens is de uitgave van de
Mark Stevens-serie voor uitge
ver Fontein blijkbaar aanleiding
geweest om een zelfstandige es-
sef-serie te starten In die serie
verscheen kortgeleden de roman
„Aardlicht", een klassiek werk
van de essef-pionier en voor
speller Arthur C. Clarke. Een
uitstekend initiatief, want echte
Essef-lezers zullen wel nooit ge
noeg krijgen van het genre, waar
ze voor vallen.
Aardlicht, door Arthur C.
Clarke. 1955. Uitgegeven
door de uitgeverij Fontein
te De Bilt. Vertaling Felix
Thijssen. Prijs f7,90.
Arthur C. Clarke is voor mij
de man, die als één van de wei
nigen heeft getoond een voor
uitziende blik te hebben. Zijn
essef-ideeën zijn in de loop der
jaren niet alleen klassieke voor
beelden van sciene fiction ge
worden, maar enkele ervan wer
den tevens gerealiseerd. Het zijn
daardoor profetiën geworden op
strikt wetenschappelijke basis.
Reeds in 1945 stelde hij voor
kommunikatie-satellieten te ont
wikkelen. Die zijn er nu. „We
staan op de drempel van een
belangrijke doorbraak indekom-
munikatie tussen planeten. Meer
dan ooit is nu een observatorium
op de maan noodzakelijk gewor
den," zei onlangs de Russische
astronoom professor Ludwig
Mirzoyan. In het door Clark in
1955 geschreven essef-boek be
schrijft deze reeds zo'n obser
vatorium op de maan en hoe die
een sleutelpositie gaat innemen
in de. gigantische strijd, die int-
brandt tussen aarde en planeten.
Het is opvallend met hoeveel
accuratesse Clarke reeds in 1955
beschrijft, hoe de maan bewoond
zal worden en wie de beschrij
vingen van het maanlandschap
leest, zal verbaasd staan overde
juistheid, waarmee Clarke dit
barre landschap schildert Na
tuurlijk zullen ei verschillen zijn
met wat de maanlandingen na
dien hebben uitgewezen maar
Clarke is één van de weinige
schrijvers, die van de maan dat
gene hebben gemaakt wat onze
satelliet in werkelijkheid is een
dode planeet, met veel kraters.
Een pokdalige maan
Het verhaal op zich is op sim
pele wijze uitgewerkt tot een
spannende aangelegenheid De
strijd tussen de aarde en zijn
kolonies onstaat eigenlijk door
dat de aarde weigert belangrijke
grondstoffen en mineralen van de
aarde te leveren aan de kolonies
op Venus en Mars. Hoewel de
strijd - als puntje bij paaltje
komt - beperkt blijft tot één be
palende schermutseling op het
maanoppervlak - is de dreiging,
zoals Clarke die afschildert, in
de toekomst niet denkbeeldig, zo
dra de maan zal zijn gekoloni
seerd als in Clarke's boek.
Ondanks het feit dat „Aard
licht" bijna twintig jaar geleden
werd geschreven, heeft het boek
niets aan actuele waarde ver
loren. En dat alleen al is knap
voor een essef-schrijver.
Supernova, drie boeken in
één band van Asimov, Bal
lard en Heinlein. Uitgegeven
door Meulenhoff-Nederland
te Amsterdam in haar spe
ciale Essef-reeks. Nummer
68.
Hoewel verschillende ijverige
essef-verzamelaars er mis
schien niet over te spreken zul
len zijn, is de uitgeverij Meu-
lenhoff Nederland te Amsterdam
nog niet zo lang geleden afge
weken van het bij haar essef-
serie gangbare formaat. Ver
schillende super-dikke delen van
de essef-reeks hebben een af
wijkend (groter) formaat gekre
gen, zodat verschillende boeken
kasten herzien zullen moeten
worden om het geheel op effeci-
ente wijze op te kunnen bergen.
Persoonlijk ben ik niet zo erg
gelukkig met dit formaat, temeer
niet omdat het paper-back uitga
ven zijn, die door hun dikte, gauw
de neiging vertonen uit elkaar te
vallen. Essef-fans bergen hun
boeken liefst op om het later nog
allemaal eens door te nemen.
Het zou beter geweest zijn, indien
Meulenhoff de extra dikke en ver
grote delen in een aparte serie
zou hebben ondergebracht, liefst
ingebonden. Dit spreekt meer
aan, omdat in grote lijnen deze
vergrote delen merendeel heruit
gaven zijn van reeds eerder door
Meulenhoff in afzonderlijke deel
tjes in haar essef-reeks uitge
brachte essef-romans.
Naast de verzamelde werken
van Jack Vance (de vierberoem-
de boeken over de planeet Tschai)
verscheen kortgeleden een omni
bus onder de titel „Supernova"
In dit boek drie verschillende
romans van de vooraanstaande
sf-schnjvers Van Isaac Asimov
werd „De stalen holen" opgeno
men (oorspronkelijk nr 2 uit de
SF-reeks), van Ballard „De
brandende aarde" (nr 6) en van
Heinlein: Verdwaald tussen de
sterren (oorspronkelijk nr 1 van
de reeks).
Het is een goed idee om deze
boeken opnieuw in Nederland uit
te brengen, omdat de meeste
deeltjes uit de eerste periode van
de reeks al enige tijd zijn uit
verkocht en slechts nog bij
verzamelaars en op tweede hands'
boekenmarkt te vinden zijn. Door
deze heruitgave krijgen ook SF-
enthousiastelingen die toen nog
niet van het bestaan van science
fiction afwisten, de kans om ook
kennis van deze romans te nemen.
Asimov heeft in „De stalen ho
len" één van zijn favoriete on
derwerpen, de wereld van de ro
bot", tot een uitstekend verhaal
verwerkt, terwijl Ballard geen
nadere aanduiding behoeft: zijn
apocalyptische verhalen zijn bij
iedereen bekend. De brandende
Aarde is daar een goed voor
beeld van. Robert Heinlein
tenslotte heeft zich ook enige
faam weten te verwerven met zijn
romans. „Verdwaald tussen de
sterren" is misschien niet z'n
beste boek, maar is een plaats
tussen Ballard en Asimov best
waard.
Midzomereeuw, door Ja
mes Blish. Uitgegeven door
de uitgeversmaatschappij
Born te Amsterdam in haar
speciale SF-reeks nr. 53.
1972. Vertaling H. J. Ool-
bekkink.
De uitgeversmaatschappij Bom
te Amsterdam heeft haar essef-
reeks een ander uiterlijk gege
ven. „Gelet op de opmerkelijke
stijgende belangstelling voor
science fiction hebben wij beslo
ten onze serie van een geheel
nieuw, ons inzifs, zeer aantrek
kelijk omslag te voorzien,"
schrijft de uitgever m een bege
leidende brief. „Wij hopen, dat
met het weglaten van de wellicht
wat nadrukkelijk „geheimzinni
ge" plaatsjes de uitgaven het
volwassen aanzien te geven dat de
serie toekomt. Wijziging van het
omslag vloeide voort uit een
klein onderzoek onder de le
zers."
„Midzomereeuw" van James
Blish is het eerste deeltje dat er
aan moet geloven en een goud
kleurig omslag kreeg waarop al
lerlei motieven in zwart zijn ge
drukt en de titel in het midden in
blauw en wit een plaats kreeg. Ik
kan niet zeggen, dat ik er erg on
dersteboven van ben Ik ben met
de uitgever van mening, dat de
science fiction een volwassen as-
pekt van de moderne literatuur is
en moet zijn, maar ik betwijfel
of dat door het simpel veranderen
van een omslag wordt geaccen
tueerd.
Ik voor mij (maar dat is een
kwestie van smaak) geef toch de
voorkeur aan wat meer figura
tieve omslagen, die duidelijk la
ten uitkomen wat de inhoud van
het boek is. Het is misschien
dat wat aan de omslagen tot nu
toe heeft ontbroken- duidelijke
informatie over de inhoud Er
zijn maar weinig sf-reeksen, die
er in geslaagd zijn om niet alleen
de door Born zo verafschuwde
geheimzinnigheid te vermijden,
maar tevens ook duidelijkheid
aan de omslag hebben gegeven.
Ik ben voorstander van een recht-
toe-rechtaan politiek. De poten
tiële koper van essef zal het voor
mijn gevoel beslist niet zoeken
in „volwassen" omslagen, die
allerminst aan essef doen denken.
Maar goed, de omslag is niet
altijd bepalend voor de aankoop
van een boek, ook al speelt dat
wel een belangrijke rol. Ook de
naam van de schrijver is in
veel gevallen bepalend. Het gaat
tenslotte om de inhoud. James
Blish schreef in 1972 zijn „Mid
zomereeuw", met als onderti
tel: In gevecht met de vogels.
Het niet zo erg dikke boek (158
bladzijden, typografisch erg ruim
opgezet) geeft het verhaal weer
van een radio-astronoom, die
door een samenspel van noodlot
en toeval in een verre toekomst
terecht komt. Alleen zijn brein,
zijn geest, niet zijn lichaam komt
terecht in een voorlopig voor hem
onbegrijpelijke wereld. Zijn
brein wordt vermengd met die
van een computer, een uit een
vorige eeuw overgebleven men
selijk brein: de Qvant.
Via dat brein komt hij in aan
raking met de mensen van die
tijd. Die mensen dreigen over
heerst te worden door de vogels,
die zich - door mutatie? - blijk
baar hebben ontwikkeld en nu de
heerschappij van de mens over
dreigen te nemen. James Blish
is er in geslaagd om een fascine
rend verhaal te schrijven met be
hulp van buitenzintuigelijke
waarneming en mystieke erva
ringen.De lezer zal zo nu en dan
moeite hebben om zich te ver
plaatsen in de wereld, die Blish
heeft geschapen, maar door de
bizarre fantasie, geplaatst ineen
pseudo-wetenschappelijke ach
tergrond, waarin breinverplaat
singen normale zaak zijn, wordt
de lezer meegevoerd in een soort
„trip" in de toekomst. Voer voor
vogels
In de macht van morgen, door
Fritz Leiber. Uitgegeven door
Born te Amsterdam in haar
SF-reeks nr 54. Vertaald door
H. J. Oolbekkink. Oorspron
kelijke uitgave 1961. Onder
scheiden met de Hugo Award.
Fritz Leiber's „In de macht
van morgen" is een merkwaar
dig boek. Volgens Leiber wordt al
eeuwenlang een verwoede oorlog
gevoerd op onze wereld, die toch
al niet te klagen heeft over ge
brek aan wapengekletter. Maar
de oorlog, die Leiber bedoelt is
een veel suotieier oorlog, zij
het dat er minder subtiele wa
pens, als atoombommen e.d. ge
bruikt worden om de strijd te
kunnen beslechten. De oorlog
waarvan sprake is, is de „oorlog
der veranderingen". Twee le
gers, gerecruteerd uit de mens
heid vanaf haar begin tot in de
verre toekomst, bestrijden el
kaar op leven en dood met als
enig „doel": het veranderen van
de geschiedenis en daarmee van
het aanzien van de wereld. Het
is een oorlog van tijdreizigers,
ook al weet niemand hoe die oor
log is begonnen, wat het uitein
delijke doel is en wie de uitein
delijke machthebbers zijn, die de
oorlog levend houden en de op
drachten geven. Inderdaad: een
schijnbaar dwaze oorlog dus.
Leiber verstaat de kunst om
die dwaasheid als vanzelfspre
kend over te laten komen, even
als dat het geval is met alle an
dere bizarre, vreemde zaken, die
bij een kosmische oorlog om de
hoek komen kijken
Leiber won met „Inde macht
van morgen" de zo felbegeerde
Huga Award, de onderscheiding,
die elk jaar wordt uitgereikt
aan de schrijver van het beste
science fiction-boek van dat jaar
De mengeling van heden, verle
den en toekomst maakt het niet
makkelijk om alles uit elkaar te
houden, ook al zijn de hoofdfi
guren duidelijk genoeg en her
kenbaar uitgetekend. In eerste
instantie begin je te denken aan
een verhaal van een op hol ge
slagen SF-schrijver, maar die
indruk veranderd tijdens het le
zen. Het is gewoon een knap in
elkaar gezet boek met nog een
boodschap ook.
In „In de macht van morgen",
worden de lezers opnieuw op een
grote waarheid gedrukt: het le
ven is betrekkelijk en niets is
onmogelijk. Bij Fritz Leiber in
ieder geval niet.
Wat is science fiction?
Een studie van de geschie
denis, de herkomst en ach-
gronden van de science fic-
Sam. J. Lundwaal. Vertaald
en bewerkt door Werner Fla-
men, die zelf het Neder
landse hoofdstuk schreef.
Uitgave: Meulenhoff, Neder
land te Amsterdam in haar
Essef-reeks nr. 69.
Wat is science fiction? Zo'n
vraag is erg gemakkelijk gesteld,
maar haar beantwoorden is wel
wat moeilijker. Eigenlijk is tot nu
toe niemand met een goede de
finitie op de proppen gekomen en
dat is wellicht te wijten aan het
feit, dat de science fiction zoveel
stijlen, genres en onderwerpen
vertegenwoordigt, dat een om
schrijving bijna niet te geven is
zonder één of ander onderdeel van
de essef tekort te doen. Er zijn
nog erg veel mensen, die hoog
hartig neerkijken op de science
fiction literatuur (Ron Kaal in
Vrij Nederland bijvoorbeeld).
Dat zijn mensen die blijkbaar van
mening zijn, dat de enige lite
ratuur datgene is wat slechte
door een zeer beperkt elitair
groepje wordt gelezen (gedichten
bijvoorbeeld). Zodra de massa
zich er mee gaat bemoeien is
het geen literatuur meer, maar
goedkope lektuur. Het zij zo.
Het is altijd moeilijk om dat
soort mensen van hun ongelijk te
overtuigen, zeker als ze er dan
ook nog de politiek er bij gaan
slepen en de essef bijvoorbeeld
gaan betitelen als „rechts" o(
„links" naar gelang het in hun
straatje te pas komt.
Menig beroemde essef-schnj-
ver heeft beter literair werk af
geleverd dan sommige heden
daagse schrijvers, die pseudo-
modistisch de recensenten over
bluffen en daarmee meteen tot
„ontdekkingen" en dat soort fe
nomenen worden betiteld Na
tuurlijk is essef ook het loutere
avonturenverhaal. Het is ook de
ietwat speculatieve koffiedik-kij-
kenj, het is ook het inpassen
van de huidige maatschappij in
een toekomstige, het is fantasie,
soms handig verspekt met halve
en hele waarheden, al dan niet op
wetenschap gebaseerd. Maar in
de meeste gevallen is science
fiction méér dan elk afzonderlijk
aspekt alléén. Science fiction is
voor mij een zeer belangrijk on
derdeel van de literatuur, waarin
verder wordt gekeken dan de be
nauwende, achter ons liggende
perioden of het verwarrende, sno
bistische heden van de roman
schrijvers.
Science fiction is een kunst
en nog niet eens zo'n gemakke
lijke Je kunt natuurlijk gemak
kelijk allerlei nonsens achterel
kaar zetten en het tot science
fiction betitelen, maar het is het
niet Ik zie hedendaagse schrij
vers en recensenten, die zomin-
achtend neerkijken op wat zij
dan „voer voor de massa" noe
men, nog niet zo gauw een science
fiction-verhaal schrijven van de
klasse van een Ballard, Asimov,
Hoyle, Clarke of welke beroemde
science fiction-schnjverdanook
Ik ben bang, dat zij daarvoor echt
de fantasie zullen missen
Daarom is „Wat is science
fictionvan Sam J. Lundwall
niet alleen een handig naslag
en studieboek voor de SF-aan-
hangers, maar zeer zeker ook
voor de tegenstanders, die eigen
lijk jarenlang er voor hebben
gezorgd, dat de science fictionin
Nederland het stiefkind van de
literatuur bleef.
Zeer aanbevolen voor iedereen
die méér van science fiction wil
weten en voor al die anderen die
er eigenlijk méér van zouden
moeten weten om er wat gefun-
deerder over te kunnen praten
We hopen er binnenkort wat uit
gebreider op terug te kunnen
komen.
Bert Vos