ailor: „Traffic Jam",
oortreffelijke LP
Tim Hardin's
negende LP
Grandioos
Fungus-debuut
Georgie Fame is terug
DRAAITAFEL
IT'S ONLY ROCK 'N ROLL
EN DAT IS HET
Leo Sayer, „Just a boy":
fijn om naar te luisteren
Mountain Line
Seth Gaaikema's
verdwazingen
OP DE
I)AG 13 DECEMBER 1974
iDdelijk heeft de internationale po-
ie nu óók een eigen zeemansgroep.
yoor kort waren het steeds maar
sen als Freddy, die vooral in het
is het ruige zeeleven aan wal be-
?eD, maar een nieuwe ster flonkert
ian het muzikale firmanent. Het is
popgroep „Sailor", uit Frankrijk
lso' imstig, die in korte tijd half Euro-
met aanstekelijke nummers ver-
Nummers, die weliswaar over
de zeemansleven gingen, maar aan de
?re kant waren gedoopt in een uit-
iende pop-saus, instrumentaal op
lez< r hoog peil en ook vocaal om niet
s'a ,ersmaden.
ben juo single „Traffic Jam" doet het
an8 d, en wie de moeite heeft genomen
ook de achterkant van deze single
jraaien, „Harbour" zal een perfect
V( ije instrumentaal hebben kunnen be-
03 jieren. Een instrumentaal hoog-
adje, dat overigens niet op de kort-
eden verschenen elpee is te be-
ee sieren.
Sailor" dus, een groep die muzi-
pde l wat mij betreft wel iets te zeggen
boa It. Een nieuw geluid, goed in het
Gr oor liggende melodieën, uitstekend
:ou eleid
iet begon allemaal in het Panjse
rba i ,.L Matelot" Dat café was indie
een belangrijke ontmoetingsplaats
Jo|: schilders, schrijvers, muzikanten
erder iedereen die van een vrolijke
ir hield. Muzikanten van allerlei
rschillende nationaliteiten vormden
constant van bezetting wisselende
..Les Fils De Faux" (genoemd
L ir de eigenaar van het café). In 1939
kor rd voor deze groep de naam „Sailor"
Licht en op dat moment waren er
osen in te vinden als- Michel Mi
slet
;pe
nke
chaud, Wilbur „Gazoots" Mahoney,
Dicky Doringo en Franz Weber.
Toen kwam de Tweede Wereldoorlog
en Monsieur Fax, die inde ondergrond
se zat, werd gepakt en ter dood ver
oordeeld. De Nazi's besloten hem de
nacht voor de executie vast te klinken
voor zijn café om hem zo diep mogelijk
te vernederen Dat werd zijn redding,
want hij werd bevrijd door een Ameri
kaanse marinedeserteur. Toen Mr. Fax
naar zijn naam vroeg zei hij „just call
me Sailor"
In 1946 werd het café weer her
opend en de muzikanten stroomden
weer toe en werkten weer onder de naam
Sailor. Dat ging zo door tot 1971, want
toen brandde Le Matelot af en dus was
het weer gedaan met Sailor
Twee jaar later ontmoette Steve Mor
ris (zoon van uitgeverij Edwin H. Mor
ris) Phil Pickette (Phil was één van
de laatste mensen uit de groep Sailor),
en samen besloten ze de rest van de
groep op te snorren. Dat is uiteindelijk
ook gelukt. Sailor bestaat nu uit-
Georg Kajanus: (Leadzang en 12-snaren
gitaar), Phil Pickette. (bas, Nickelode
on, piano en zang); Henry Marsh: (ac
cordeon, Nickelodeon, piano en zang);
Grant Serpell (drums, percussie en
zang)
Ze treden meestal op in zeemans-
kleding en de meeste nummers die ze
tot nu toe schreven, handelen over het
leven van de zeeman, behalve hun eerste
single „Traffic Jam", een verhaal over
hoe de wereld op dit moment een groot
verkeersknelpunt aan het worden is,
terwijl het allemaal begon met een paar
onschuldige T-Fordjes
Uitgebracht door de platenmaatschap
pij CBS te Haarlem op het Epic-
label nr. 80337. In uitstekend stereo.
.Sometimes I see my life like a best
ling book. Heros and hoodscontra-
3(1 goods".
ede
oor
yrd
Zl]
be
De auteur van deze poëtische, als
radiogolf doordringende regel is de
Oregon, U.S.A. als rechtstreekse
gyjstammeling van John Wesley Harding
boren Tim Hardin. Zijn ervaringen
pijn, plezier, haat en liefde - komen
reeds tien jaar op een dergelijke
mier in woorden tot ons, dat „uniek"
ft geheel ten onrechte met betrekking
zijn teksten gebruikt wordt. „Zelf
Ipelok ik nauwelijks aan het feit dat ik
isten schrijf, die liedjes zijn er
ian ?oon al. Ik open alleen maar mijn
rsenen en pik de golven op om ze
dei rvolgens in woorden en muziek om
da zetten",
t is
iod Tim Hardin, de nooit aflatende, tel-
3s weer grimmig opduikende schaduw
wo#3 de Amerikaanse popkuituur, is
beuf'-anderd. Sinds kort heeft hij besloten
te leven, te werken en te denken
Engeland. Het proces dat uiteindelijk
rfde tot deze beslissing is een kom-
exe. Tim is welhaast sofistisch in zijn
en' larneming van gevoelens om over zijn
rpretaties over muziek nog maar te
lesinjgen. Het bikkelharde Amerikaanse
we iienleven heeft hem gemaakt tot een
elooflijk naief persoon wanneer hij
moet konkluderen. „Mijn hele
zijn 'en in The States is niets anders
oti veest dan een pot, geopend, vol jam
st< i in de zon gesitueerd. Alle „bijen"
nerven er om heen en namen hun
•ara irtie in grote hoeveelheden totdat op
oeflfo goed moment alles op was. Nu ik
Engeland ben, voel ik pas, dat ik
ngeven wordt door mensen die reso-
de deksel terugplaatsten op de pot
nier het uitstoten van de vreugdekreet:
snoeg!". Ik kan nu schrijven, muziek
en en denken zonder bang te hoeven
Het resultaat van deze „geeste
vrijheid" is de begin 1974 uitge
leide LP „Nine", zijn tiende album
acht jaar.
Tim begon als een van de betere
te blues zangers in het Greenwich
ge s Night Owl Cafe in 1964 nadat
een mislukte poging had ondernomen
acteur te worden in New York. Op het
ent dat in de Amerikaanse scene
Ik" nummer 1 stond en iedereen
er belang bij had (inklusief Bob
n) acoustisch te werk ging op gi-
speelde en zong Hardin de van
tzy structuren doorspekte elektri-
be blues. Dat alleen al bleek vol-
sode om hem tot legende te maken,
voordat zijn eerste album werd
tgebracht. Want dit produkt met de
ergetelijke track „Don't make pro
ses kwam pas in 1966 Bovenal
iter genoot Hardin een reputatie
als tekstschrijver: „If I were a car
penter" (Bobby Darin), „Reason to
believe" (Rod Stewart), „Misty Roses"
en „Lady from Baltimore" en al die
andere songs die vooral in 1967 en 1968
de jukeboxen deden springen.
Op dit moment is die Amerikaanse
periode voor goed voorbij Hardin in
Engeland; „Nine" verhaalt er meer
over want ook dit album werd ge-
scheven vanuit Tim's eigen ervaringen.
Hij voelt zich opperbest bij de ge
dachte, dat het „schaduwwerk" nu
eindelijk plaats gemaakt heeft voor
de erkenning van de oorzaak de tekst
schrijver, komponist, zanger en gita
rist in één!
Van de tien songs op deze LP zijn
er „slechts" zes van hemzelf. „Shiloh
Town" (ook op single uitgebracht begin
dit jaar), „Never too far", Look our
love over'„Person to person" (samen
met Andy Brown), „Blues on my ceiling
en „While you're on your way". Deze
zes zijn dan ook de rustigste en de
meest doordachte ten aanzien van de
arrangementen. De overige nummers
hebben een nogal forse begeleiding
gekregen met arrangementen, die me
niet allemaal even bekoorden. In haar
totaliteit is deze negende LP van Tim
Hardin toch een typische Hardin-elpee,
die vooral voor de liefhebbers (fans)
waardevol genoeg is om toe te voegen
aan hun reeds bestaande Tim Hardin-
discotheek van acht elpee's (en single).
Uitgebracht door de platenmaat
schappij Phonogram te Amsterdam op
het Philipslabel nr 6370 105. In uit
stekend stereo.
Eén van Engelands beste blue-
grass-groepen, „Mountain Line"
werd kortgeleden ook in Neder
land op elpee uitgebracht. Het is
de elpee, kortweg „Mountain
Line" getiteld, waarop de groep
verschillende staaltjes van zijn
muzikale kunnen ten beste geeft.
Verdeeld in twee genres, op kant
1 de bluegrass-nummers, op kant
2 verschillende andere country-
folk-interpretaties uit eigen land:
Groot-Brittannië. De gebroeders
Barry en Patrick Mathe, Mike
Hughes, Jim Brookes en Richard
Killik vormen samen „Mountain
Line" en in eigen land hebben
ze al een goede naam opgebouwd
door hun talrijke optredens. Hoe
wel Bluegrass-muziek(oorspron
kelijk afkomstig uit Kentucky in
de VS) een typisch Amerikaanse
muzieksoort is, wil dat nog niet
zeggen, dat het vertolken ervan is
voorbehouden aan de Amerikanen
zoals Bill Munroe met z'n Blue-
grass Boys.
Mountain Line weet wat ze
speelt en het plezier spettert
vanuit de zwarte schijf via de
speakers de huiskamer in De
groep speelt homogeen, dat wil
zeggen dat ze een enorme een
heid vormen in hun vertolkingen.
Dat blijkt overduidelijk uit deze
elpee. Niet alleen de typische folk
en country-aanhangers zullende-
ze langspeelplaat weten te waar
deren. Ook anderen zullen er met
plezier naar luisteren, want het
is puur muziek zonder franje.
Acoustische muziek als het goed
is, ook al kun je dat op een plaat
moeilijker controleren dan tij
dens een zaaloptreden.
De groep „Mountain Line",
met zowel Bluegrass en eigen
country-songs hebben een elpee
gemaakt, die de pan uitspringt
en dat mag best eens extra ge
zegd worden. De plaat is uitge
bracht door de platenmaatschap
pij BASF te Arnhem ophetXTRA
label, nr. 1140 en werd gepro
duceerd door John Whitehead met
Barry Hammond aan de knoppen.
speelwerk niet Het klinkt nog steeds
best.
De Stones-,,clan", Keith Richards,
Mick Taylor, Charlie Watts, Bill Wy-
man en niet te vergeten Mick Jagger,
wordt op de piano ondersteund door
Billy Preston, Nicky Hopkins en Ian
Stewart, gerenommeerde namen in de
muziekwereld. Kwaliteit gegaran
deerd Behalve het harde rock-werk
zijn ook enkele rustige nummers op
genomen, „Till the next goodbye" bij
voorbeeld en „Time waits for no one"
De nieuwste platencreatie van de
Stones bewijst weer eens, dat de groep
niet klein te krijgen is Integendeel
zelfs.
De plaat is uitgebracht door Negram
in Heemstede. En het nummer is COC
59 103.
Kortgeleden bracht Seth Gaai-
kema een one-man-show op de
televisie onder de titel: „Seth's
verdwazingen". Vanditprogram-
ma bracht de platenmaatschap
pij Phonogram te Amsterdam
een langspeelplaat uit.
Ik heb de one-man-show op TV
gezien en was er niet direkt ka
pot van Gaaikema maakte een
wat vermoeide indruk en zijn
teksten waren soms wat warre-
lig, wat gemaakt amusant. Geen
hoogstaand kabaret, maar toch
met enkele fikse uitschieters,
zoals het woordspelletje „De au
to-preek", waarmee Seth Gaai
kema opnieuw zijn talent voor
woordgrapjes en woordspelingen
onderstreepte. Ook „de sex-
verdwazingen", met een vogel
parodie is leuk, maar toch ont
trek ik me niet aan de indruk,
dat Gaaikema zijn show wat te
vlug in elkaar heeft gezet Hij
ratelt de teksten er ook wat te
snel achter elkaar uit en dat
komt de evenwichtigheid van het
totaal niet ten goede
Bij het nog eens besluisteren
LEUSDER KRANT
van de plaat vallen veel van die
tekortkomingen niet al teveel
op. Dat is een voordeel boven de
televisie. Voor de liefhebbers
van cabaret is deze nieuwe elpee
van Seth Gaaikema best de moei
te van het hebben waard.
Op Philips nr. 6413 049 - in
stereo.
Seth Gaaikema.
De groep Fungus
Fred Piek, Sido Martens, Kees Maat
en Koos Pakvis, samen vormen zij
de groep Fungus. De elpee „Fungus",
waarmee de groep op de platenmarkt
debuteert is een welkome afwisseling
van de huidige „popscene". Sterker
nog: wat mij betreft mag de plaat
uitgeroepen worden tot „plaat van het
jaar". De groep heeft een hele plaat
volgesmeed met ijzersterke en eigen
tijds gearrangeerde folknummers;
op kant één staan uitsluitend Neder
landstalige nummers (waaronder
„Kaap'ren Varen"), op kant twee
Britse.
Kant éen begint, zoals al genoemd,
met „Kaap'ren Varen" Over dit
nummer hoeft weinig gezegd te worden,
want iedere radio-bezitter zal deze
plaat al wel eens gehoord hebben Of
hij nu luistergeld betaalt of niet, dat
maakt niets uit
„Madlot/Schoenmaker" is een in
strumentaal nummer. Een lekker dans
wijsje; melodieus en een fijn sfeertje
oproepend. Het komt van Terschelling.
„De Ruiter" is een lied, dat af
komstig is uit de streek Walden in
Friesland. Op een fijne manier ge
arrangeerd door Fungus. Uit Over
ijssel komt „Rijke Boer". Op dit
nummer wordt weer eens duidelijk,
dat Fungus, moderne instrumenten als
orgel, elektrische gitaar, weet te ver
weven met „antieke" instrumenten.
Sido Martens, de lange Fries uit de
groep, schreef het instrumentale
nummer „Langbonken/Mieghimmels".
Een wervelend nummer, dat goed in
het gehoor ligt
„Garrenkwak" is een Volendams
lied en het gaat over een garnalen-
vissersboot. De accordeon en de bas
gitaar, die in dit nummer onder meer
gebruikt worden, laten de kundigheid
en virtuositeit van de Fungus-leden
horen.
„Farewell to Tarwathie" opent kant
twee; een Schotse ballade. Het is een
nummer dat een wat weemoedig gevoel
in je oproept Tot nu toe heb ik de
zang niet vermeld. Geheel ten onrechte
overigens, want de zang is bijzonder
harmonieus.
Kant twee herbergt nog vijf num
mers. Om die na te lopen lijkt me
eigenlijk een beetje overbodig, om
dat je konstant blijft vervallen in
kwalificaties als. bijzonder fraai,
uiterst leuk, geraffineerd spel, te gek
goed.
De kwaliteit van de plaat staat op
té hoog peil, om dat op papier te
trachten uit te drukken. Eén opmer
king wil ik nog maken: als er ooit
een plaat geweest is, die de moeite
van het beluisteren waard was, dan
is het deze wel.
Louis Debij, die op de elpee drumt
heeft besloten zich definitief bij Fun
gus te voegen. De groep trad tot nu
toe op zonder drummer. De kwali
teiten van Debij in aanmerking
genomen, zal het de groep zeer ten
goede komen.
Negram is de gelukkige platenmaat
schappij, die Fungus onder contract
heeft en zij heeft de plaat uitgebracht
onder nummer Negram 102.
J. v.d. H.
THE ROLLING STONES
De nieuwe elpee van The Rolling
Stones is uit. Eigenlijk moet dit al
voldoende zijn om iedereen naar de
platenwinkels te doen rennen. „It's
only rock 'n roll" heet'ie.
Als je de plaat opzet is al snel
duidelijk, dat het Rolling Stones-geluid
nooit verloren gaat. Opmerkelijk is, dat
de Stones dat op elke plaat weer ge
heel nieuw ingekleed hebben
Het op single uitgebrachte „It's only
rock'n roll" ontbreekt op dit lang-
Georgie Fame is terug. Terug in
zijn ware gedaante als dè Georgie Fame
van de Blue Flames, waarmee hij zijn
eerste grote hit maakte „Yeh, yeh".
In de zestiger jaren waren Georgie eD
The Blue FlamesdèattraktieindeLon-
dense Flamingo Club met hun R B
en prima jazz. Zes jaar lang speeldeD
zij daar elke avond. Daarna volgde er
een periode, dat Georgie Fame ging op
treden met Alan Price en bigbands,
zoals die van Harry South en die vaD
Count Basie, trok met een nieuwe band
„Shorty" door de States en scoorde
samen met Alan Price de hit „Ro-
setta".
Het publiek bleek echter de Blue Fa-
mes niet te kunnen vergeten. Begin dit
jaar stelde Chris Blackwell aan Georgie
voor om een LP op te nemen, met
Blue Flame-achtig repertoire. Na enig
nadenken van Fame's kant gebeurde dat.
Glyn Johns produceerde en Georgie
speelde de stukken eraf Het resultaat
is eigenlijk hetgeen zijn fans van hem
verwachten en zelfs nog meer dan dat.
Met een kombinatie van oude Blue Fla
mes en daaraan toegevoegd namen als
Elton Dean, Alan Skidmore en Brian
Bennet, treedt Georgie Fame nu weer op
Onlangs debuteerde de nieuwe Flames
„live" in Delft met een concert, dat
rechtstreeks door Hilversum III werd
uitgezonden.
Kortgeleden verscheen zijn nieuwe
LP „Georgie Fame", uitgebracht door
de platenmaatschappij Ariola Eurodisc-
Benelux b.v. te Haarlem op het bekende
Island-label. Op deze LP uiteraard het
nummer, waarvan ook een single werd
uitgebracht „Everlovin' woman" van
J J Cale
Een van z'n beste nummers opdeLP
vind ik persoonlijk „Country Morning",
een country-achtige song, een stukje
uitstekende swing, terwijl „Everlovin'
woman", ook uitgebracht op single,
ook niet te versmaden is. Ozone"
is wat mij betreft ook een van de
uitschieters, een stukje pure rock.
Tenslotte noem ik nog „Donut man".
Resumerend kan ik vaststellen, dat deze
nieuwe LP van Georgie Fame vol af
wisseling is, waarin de Fame van vroe
ger zo nu en dan behoorlijk weer de
kop opsteekt, ook al is ook Georgie
Fame door de jaren heen geëvolueerd
zoals de muziek om hem heen
Uiteraard door Ariola-Eurodisc Be
nelux b.v. te Haarlem op het bekende
Island-label, nr 88335 IT. In stereo,
uiteraard. Op de foto: Georgie Fame.
Na „Silverbird" is het onlangs op
het Chrysalis-label uitgebrachte al
bum van Leo Sayer een dokument
dat definitief met bet verleden van de
artiest wil afrekenen. Zelden is een
bepaalde gedachtengang zo stringent
doorgevoerd als bij het projekt „Just
a boy", 't Begint al bij de hoes. De
voorkant toont de tekening van een
zanger die op het puntje van een rots
probeert te staan. Een ster schiet door
het heelal. Daarmee wordt aangege
ven het uiterlijke zelfvertrouwen (de
ster) en de innerlijke vrees (de rots).
De toekomst, hoe zorgvuldig ook aan de
voorbereiding werd gewerkt, blijft on
zeker. De achterkant van de boes
toont nog een keer de verschillende
images die in de loop der tijd schier
onverbrekelijk behoorden tot de artiest
die Leo Sayer heet.
Al die clowneske variëteiten zijn voor
bij en hebben plaats gemaakt voor
niet meer en niet minder Leo Sayer
zoals hij is; een voorbeeldig para
doxaal voorbeeld van de schizofreni-
teit, de interne contradicto's, roerin
gen en frustraties van een artiest die
het allerhoogste bereikte.
Leo Sayer heeft afscheid genomen
van zijn verleden en heeft door „Just
a boy" een begin gemaakt aan een
nieuwe episode in zijn bliksemsnelle
karrière. Natuurlijk stoelt een en ander
in de kern nog steeds op hetzelfde uit
gangspunt: kwalitatief uitstekende songs
(op dit album voornamelijk afkomstig
van Dave Courtney, het muzikale brein
van de Sayer - Adam Faith - Court -
naytrits), de fundamentele eerlijkheid
van Leo's benadering en de bloedzui-
vere beheersing van zijn stem.
„Wij hebben songs geschreven die
meer avontuurlijk en futur stisch voor
ons waren, maar geloof me, het blijft
iets dat nog moet groeien. Ik denk wel
dat het bewijst dat we allen de kom-
plete sound zoals die op b.v. „Sil
verbird" te horen is, verbeterd heb
ben.
We luisteren nu om de gehele idee
alsnog te perfectioneren want ik ben
nog steeds niet geheel happy met het
resultaat".
Leo's uittreden uit wat hij zelf
noemde het „neon en plastic-gedoe"
(„ik verpakte mezelf te veel en dit
was een absolute tijdverspilling"),
heeft hem in ieder geval bevrijd van
een steeds ernstiger komplex: „Ik pro
beer het nu op een natuurlijke wijze
en dat doet me veel meer plezier. Wat
de toekomst zal brengen weet ïk niet
en dat is prima zo. Het zal meer ex
perimenten toelaten zonder daarbij ge
bruik te maken van welke imago dan
ook
„Just a boy" bevat in ieder geval nog
de nodige doses ironische, Shoreham-
on-sea (waar hij werd geboren) - hu
mor. Dat alleen al is het beluisteren
waard
„Just a boy" is - wat mij betreft-
één van de betere elpees van de
laatste tijd. Wie Leo Sayer vrijdag
avond 6 december in het programma van
Mies Bouwman heeft gezien, zal ook tot
de ontdekking zijn gekomen, dat zijn
zaaloptreden beslist niet slecht is -
zo niet afwijkt van het geijkte patroon.
De „kleine" Sayer is een persoonlijk
heid, die zijn clowns-periode (gelukkig)
nog niet vergeten is en dat tijdens zijn
optreden ook duidelijk laat blijken.
Zonder uitzonderingen zijn de liedjes
op „Just a boy" fijn om naar te
luisteren - om nóg eens naar te luis
teren. En dat laatste is niet voor elke
elpee van toepassing.
Rest mij nog te vermelden, dat Sayer
zelf alle teksten schreef en dat deze
teksten apart zijn bijgesloten via een
songbook, waarbij Leo Sayer zelf de
fijne tekeningen maakte.
Uitgebracht door de platenmaat
schappij Phonogram te Amsterdam op
het Chrysalis-lebel nr. 6307 539.
In goed stereo.