Mil JEt J JOURNAAL W Huisje, boompje, beestje J Over de plantsoenen in Leusden en wat daarmee samenhangt Commentaar heer Visser Vervolg pag.1 Interview met CML-voorzitter Wagenaar Vervolg pag.1 Plan-Wagenaar in beeld Knalgroen 'f'" CML i s 0 C Wat is artikel 61? 19 december 1974 Hoe worden plantsoenen ontworpen? Nadat we ons dit hadden afgevraagd, zijn we op weg gegaan naar het ge meentehuis. Daar heeft de heer van de Kamp van de afdeling plantsoenen enthousiast vele vragen beantwoord. Wat zijn plantsoenen? Wat verstaat men eigenlijk onder plantsoenen? Behalve parken, zoals Princenhof, openbaar groen in woon wijken vallen ook wegbermen, sloten en vijvers onder het beheer van de gemeente. In totaal bedraagt dit open baar groen in onze gemeente zo'n 50 hectare, exclusief de wegbermen. Hieraan worden jaarlijks ongeveer 8 hectare toegevoegd. Bovendien verschaft het onderhoud en de aanleg van al dit groen een dag taak aan 24 mensen. Waarom zijn er eigenlijk plantsoenen? In de eerste plaats bieden bomen en struiken de mensen beschutting, een vergroting van hun privacy, kortom men voelt zich gewoon prettiger tus sen groene bladeren dan tussen louter steen en beton. Verder zal het nie mand onbekend zijn, dat bomen zuur stof produceren en door hun blader kroon min of meer geluidverstrooiend werken Een heel belangrijke eigen schap van beplanting is het vermogen om stof en vuil uit de lucht te filteren. Deze eigenschap is mogelijk wel een van de belangrijkste. Hoe groter de boom of struik des te effectiever deze filterende werking plaatsvindt. Een andere eigenschap is het nivelleren van temperatuur-uitersten. Extreem hoge en extreem lage temperaturen worden afgezwakt. Daarom is het vooral in een grote stad van belang veel bomen te planten. Op de laatste, maar zeker niet op de onbelangrijkste plaats, heb ben we ook nog het plezier en het nut van de vogels, die altijd om en in de bomen leven. Gelukkig beseffen we steeds meer, dat in een nieuwe wijk de plantsoenaanleg van even groot belang is als de nieuw te bouwen huizen Maar hoe komen we nu van een kaal stuk nieuwbouw wijk tot een harmonieus begroeid woongebied? Dit gaat in deze ge meente als volgt: door externe (d.w.z. niet tot de gemeente Leusden be horende) tuinarchitecten wordt in veel gevallen een schetsplan ont worpen. Hierin is globaal aangegeven de situering van gras, bomen en hees ters. Met dit schetsplan voor ogen zoekt de afdeling plantsoenen uit, Groenaanleg m Leusden/Foto's Janus Visser. welke soorten bomen en struiken wor den gebruikt. Tevens wordt de ruimte lijke indeling van het groen verder gedetailleerd. Hebben de bewoners van zo'n wijk nu zelf nog iets te vertellen over de be planting in hun woongebied? BIJ de eerste uitwerking van het schetsplan vindt geen inspraak van-uit de bevolking plaats. Dit kan ook moeilijk, omdat de groenplannen al klaar moeten zijn wanneer de huizen nog gebouwd worden en de bewoners dus nog niet bekend zijn. Dit wil nog niet zeggen dat in een later stadium eventuele wensen vanuit de bevolking niet alsnog verwezenlijkt zouden kun nen worden. In plan Rozendaal zijn verschillende pleintjes opnieuw aan gelegd volgens ontwerpen van de be woners, nadat deze pleintjes door de gemeente al op een andere wijze waren aangelegd, volgens een ontwerp van de tuinarchitect. De extra kosten die deze manier van werken met zich meebrengt worden gedragen door de Groenstichting van de wijk Rozendaal en de bewoners zelf. De laatst klaargekomen pleintjes zijn rechtstreeks volgens een ontwerp van de bewoners aangelegd. De speel- gelegenheden worden in overleg met de bewoners ontworpen en aangelegd. De grote verschillen in groenaanleg in de diverse wijken hangen samen met de verschillen in ideeën van de tuin architecten, die de schetsplannen voor die wijken hebben ontworpen. Zo zien we bijvoorbeeld dat de wijk Rozenboom een duidelijk gekulti- veerd (ordelijk en aangeharkt) karak ter heeft, wat een sterk kontrast vormt met de wijk Rozendaal aan de andere kant van de Torenakkerweg. In de laatstgenoemde wijk is het de be doeling, dat er een bosachtig geheel ontstaat. In Alandsbeek vindt men langs de wandelroutes ook dit bosachtige karakter, maar in de woonstraten heeft men weer een strakkere, meer gekultiveerde opzet, net als in de woonstraten in de Wetering. De verschillen in aanleg worden nog benadrukt door de keuze van de ge plante bomen en struiken. In de wijken met een min of meer gekulti veerde begroeiing wordt door de af deling plantsoenen vrij veel gebruik gemaakt van gekweekte, soms uitheemse soorten. In de wijken met een bosachtige beplanting wordt daar entegen gebruik gemaakt van veel inheemse soorten Dit geeft meteen antwoord op de veelgehoorde vraag, waarom in deze stukken zo weinig groenblijvende beplanting voorkomt. Dit soort beplanting komt in ons kli maat oorspronkelijk weinig voor. Bovendien voelen bijvoorbeeld dennen en sparren zich niet erg happy op de vaak natte grondsoorten in de Gelderse Vallei. Er zijn wel pogingen gedaan om naaldhout te planten door ■de gemeente en de Heide-Maatschap- pij, maar de resultaten zijn steeds erg pover gebleven. Het op den duur verkrijgen van een evenwichtige begroeiing in zo'n bos plantsoen is minder eenvoudig dan men denkt. 'Gewoon laten verwilde ren' is de meest gehoorde opvatting. Toen er dan ook in werd gewied zag men vele verbaasde gezichten. In het oudste deel van plan Rozendaal heeft men zelfs gezegd dit wieden niet te willen en is het daar nagelaten. Opval lend is nu, dat het tweede gedeelte, dat later is aangeplant en waar wèl van tijd tot tijd is gewied, harder is ge groeid dan het eerste deel. De eerste jaren is ook bij verwildering nog een menselijke hand nodig! Deze winter zullen verschillende struiken in het plan Rozendaal worden gekapt. Deze struiken behoren tot de z.g. pioniervegetatie. Hieronder verstaat men een aantal, deels snelgroeiende soorten, zoals Robinia, els, vlier en esdoorn, die beschutting bieden aan de andere aangeplante soorten en soms stikstof in de grond brengen. Na 4-5 jaar worden deze soorten gekapt en worden de overgebleven bomen, zoals eik, berk, es, beuk, iep enz. geacht het verder zelfstandig te kunnen bolwerken. Geregeld snoeien blijft nodig. Momenteel werkt de af deling plantsoenen in enkele nieuwe wijken met een pioniervegetatie van alleen elzen. Deze elzen maken de helft van de aanplant uit. Ze worden na 4-5 jaar weer gerooid. Bij de reeds bestaande wijken is hier en daar de oorspronkelijke begroeiing blijven bestaan. Soms geeft dit moeilijk heden, doordat de grondwaterspiegel bij de bouw van woningen vaak wordt verlaagd, maar er zijn ook redelijke suksessen mee geboekt. Op deze manier hopen we ook dat er bij dé toekomstige bestemmingsplan nen op een zorgvuldige manier mét de aanwezige begroeiing zal worden omgesprongen! Bij de aanleg van gekultiveerde plant soenen gaat de afdeling plantsoenen groepsgewijs wat meer doen aan vaste planten, zoals salvia's, chrysanten, achillea, coreopsis enz. Rozen worden steeds minder gebruikt, omdat ze ge voelig zijn voor ziekten en daardoor vaak teleurstellen. Lage struikjes, al of niet met bessen zullen nog dankbare bodembedekkers blijven en bloem bollen zullen de invalswegen sieren. Hiervoor zijn langs de Asschatterweg gemengde krokussen en langs de Noorderinslag narcissen geplant. Wanneer er moet worden gespoten tegen onkruid, omdat wieden soms onmogelijk is, dan wordt gebruik ge maakt van het middel 'simazin', dat volgens deskundigen van de Planten- ziektekundige Dienst geen schadelijke resten overlaat in de grond. In wijken die zijn gebouwd op voormalige wei landen kunnen wel eens hardnekkige onkruidexplosies optreden. Vaak zijn deze onkruid-uitbarstingen alleen met bespuiting te bestrijden. Een ander probleem waar we hier in Leusden nogal eens mee te kampen hebben, is de wateroverlast. Op de natste plaatsen, zoals in de Wetering zal een oppervlakkige drainage door de gemeente aange bracht worden. Vaak wordt de water overlast veroorzaakt door een water- ondoorlatende laag op grotere diepte. Alles bij elkaar komen we met ons openbaar groen niet gek uit de verf. Zeker als we dit vergelijken met andere gemeenten. Tot besluit nog een pluim op de hoeden van de in woners van Leusden: er wordt hier gelukkig vrij weinig vernield aan ons gemeenschappelijk groen. Wel wordt er helaas veelvuldig gefietst over wan delpaden en gazons. Enlaat uw honden hun behoefte niet doen op grasvelden, maar tussen de struiken! E.B. Tekst overbodig/Foto Kriboo. onderwerp ter diskussie brengen. Op deze wjjze kan de betrokken werk groep er veel beter achter komen of zij inderdaad de opvattingen van de bevolking goed heeft verwerkt in haar visie. Ook kan ik me voorstellen dat op een dergelijke bijeenkomst vanuit het C.M.L. aan de coördinatiegroep of aan de werkgroepen suggesties worden gedaan, opdrachten worden gegeven en dergelijke. Een dergelijke bijeenkomst met een heel algemeen karakter kan naar mijn mening erg inspirerend werken wan neer doel, taakstelling enzovoort goed bekend zijn. N. Nu zijn er twee mogelijkheden om het door U voorgestelde comité- nieuwe stijl te laten werken. Het C.M.L. kan op vrijweillige basis wer ken, zoals dat nu het geval is; het is ook mogelijk om het comité als com missie volgens artikel 61 van de ge meentewet te laten werken. Wat wilt U eigenlijk? W. Als voorzitter van het C.M.L. kan ik hier geen duidelijk antwoord op geven. Wel wil ik U myn persoonlijke mening geven. We weten sinds de ver gadering in de Mof dat de heer Visser, mede-initiatiefnemer tot de oprichting van het comité en indertijd door de stafgroep belast met een studie over de toekomstige vorm van het C.M.L., sterk voelt voor een openbare com missie volgens artikel 61. Deze com missie zou volgens hem 10 a 15 per sonen moeten tellen. Een dergelijke commissie biedt een aantal duidelijke voordelen, maar ook een aantal nadelen. Deze zijn door de heer Visser indertijd uiteengezet. Ik zelf vind dat de nieuwe vorm ge- start'moet worden op basis van vrij willigheid. Bovendien meen ik dat voor een slagvaardig optreden in eerste instantie zes a zeven mensen voldoende zijn. Ik meen dat - wan neer we nü een artikel 61 commissie instellen - de bevolking zich evenmin in het C.M.L. vertegenwoordigd voelt als dat nu het geval is. Ik zal me aktief bezighouden met het comité en ik pretendeer dat ik in de gemeenteraad een zodanige medewer king en begrip ten aanzien van het C.M.L. kan bereiken, dat dit in de nieuwe stijl èn op vrijwillige basis toch sterk gaat gelijken op een artikel 61 commissie. Enerzijds bereik ik dan dat het comité een geheel zelfstandige groep blijft, anderzijds heeft dit als voordeel dat de raad zich vrijblijvend ten aanzien van het comité kan opstellen. Zonodig kan het C.M.L. altijd nog een artikel 61 commissie worden. Dat kan het geval zjjn wanneer volkomen duidelijk is dat het comité geen verlengstuk van de gemeenteraad, geen verlengstuk van het gemeentelijk apparaat of een surrogaat-gemeenteraad is. Waar zowel de heer Visser als ik het duidelijk over eens zijn is dat het co mité losstaand van de gemeente niets bereikt. Dan wordt het een aktiegroep en dan moet nog maar afgewacht worden of er iets wordt bereikt of niet. N. Bedoelt U daarmee dat aktiegroe- pen geen of nauwelijks nut hebben en weinig of niets bereiken? W. Nee, zeker niet. Aktiegroepen hebben wél nut. Knalgroen heeft dat duidelijk bewezen. Bovendien be schikt Knalgroen over enthousiaste en deskundige medewerkers, die met hun rapporten de voorpagina van de Leus der Krant weten te halen Persoonlijk heb ik bijvoorbeeld ook weinig moeite met de laatste nota van Knalgroen, 'Vervoer en Verkeer'. N. Doet de gemeente eigenlijk wel iets met de informatie die uit het C.M.L. komt? Bijvoorbeeld: wat doet ze met allerlei kanttekeningen die de werkgroep bestemmingsplannen maakt tijdens de behandeling van no ta's. W. Er wordt wel degelijk rekening gehouden met het C.M.L. Vaak komt in gesprekken over verschillende on derwerpen de vraag op, en zeker als het over plan- of stadsontwikkeling gaat- hoe lichten we het C.M.L. in, of beter gezegd: hoe passen we het C.M.L. in de procedure in. Het is echt niet waar dat er met het C.M.L. geen rekening gehouden zou worden. N. Iets heel anders. Ik vind dat on voldoende aandacht aan het milieu geschonken wordt. Met name de werkgroep bestemmingsplannen is al een jaar bezig met allerlei nota's als voorbereiding voor de uiteindelijke voorstellen voor de nieuwe tweede fase. Al die tijd heeft zij zich slechts in beperkte mate met het milieu be ziggehouden. Pas 2 december kwam eindelijk de kluif aan de orde die het lekkerste moet zijn: de deelnota Na tuur en Landschap. W. Inderdaad, het milieu en daarmee samenhangende zaken moet wel de hoofdmoot zijn. Maar de rest van de zaken die een belangrijke rol spelen bij de totstandkoming van een be stemmingsplan mogen niet verwaar loosd worden. Alleen is het erg moeilijk om in alle aspekten deskundig te zijn of deskun digen te hebben m de werkgroep. Ik ben met U eens dat dit wel eens kan lèiden tot zinloze diskussies. N. Wat vindt U eigenlijk van de ver schillende werkgroepen die nu binnen het kader van het C.M.L. bestaan? W. Om U de waarheid te zeggen, eigenlijk weet ik onvoldoende wat ze doen. Er zou veel duidelijker moeten zijn wat de werkgroepen doen. Zo'n coördinatiegroep moet dan ook, ik heb het al gezegd, een afschrift krijgen van de besluiten. In de nieuwe struk- tuur zoals ik die zie, is het veel beter mogelijk om goed op de hoogte te zijn van de werkzaamheden van de ver schillende werkgroepen. N. Moeten alle werkgroepen in prin cipe openbaar werken? W. Natuurlijk, dat is een eerste ver eiste. N. Hoe staat U tegenover samenwer king op plaatselijk en regionaal ni veau Ik denk hierbij aan Knalgroen, de Milieu werkgroep Gelderse Vallei en de Vereniging Vrienden van Eemland. W. Wil je je daarmee bezighouden, dan moet je er in gaan zitten en dat kost tijd. Je moet echter wel kontakt houden met dergelijke verwante groe peringen. N. Wat me verder interesseert: wat zijn de kosten die de gemeente tot nu toe voor het C.M.L. heeft moeten maken? W. Die zijn niet groot. Eigenlijk zijn dat alleen kosten voor een Milieujour naal en wat administratieve zaken. De deelnota's zijn in ieder geval niet de grote kosten. Die moeten toch wor den voorbereid, ook zonder een C.M.L. Alleen de oplaag van de deel nota's is groter dan normaal, maar dat zijn vrij geringe kosten. N. Zijn die deelnota's tegen een rede lijke prijs beschikbaar? W. Ja, kortgeleden is de prijs vastge steld op twee gulden per deelnota. N. Tot besluit het volgende. Vat U nu eens in één zin samen wat U op korte termijn wilt doen aan het C.M.L. W. Er komt spoedig een stafbespre king, om te bezien hoe er zo mogelijk tot een werkend C.M.L. in een nieuwe vorm kan worden gekomen, daarna moet er een algemene vergadering van het gehele comité komen over de toe komstige vorm en taak; en nadat een en ander duidelijk besproken is, zal door mij verslag worden gedaan aan het college en de gemeenteraad om te vernemen of zij zich kan verenigen met de voorgestane werkwijze N. Ik zal er één zin van maken. publiciteits media GEMEENTELIJKE OVERHEID gemeenteraad b8\v geneent. diensten T 1 1! no rapp i. zoördinotk- groep LEUSDENS BEVOLKING publiciteit roppor togi Zowel in het interview met de heer Wagenaar, als in het commentaar van de heer Visser, wordt gesproken over artikel 61. Hieronder vilgt een weergave van dit artikel, aangevuld met twee bijbehorende artikelen. Artikel 61. 1. De raad kan commissies instellen a. met het oog op de behartiging van bepaalde belangen; b. met het oog op de behartiging van de belangen van eei deel van de gemeen te hetwelk daarvoor hetzij door zijn ligging, hetzij door zjn karakter in aanmer king komt. 2. Hij regelt de bevoegdheden en de samenstelling. Artikel 62. Eerste lid niet van toepassing. De instelling van vaste commissies van advies en bijstand ian burgemeester en wethouders en de regeling van haar bevoegdheden en sairenstelling geschieden door de raad op voorstel van burgemeester en wethouden. Artikel 63. 1. De raad kan aan een commissie als bedoeld in artikel 61 bevoegd heden van de raad en van burgemeester en wethouders toekennen, met uitzon dering van(vier in de wet nader omschreven bevoegdheden). 2. Bevoegdheden van burgemeester en wethouders kunren niet dah op voor stel van dit college worden toegekend. 3. Indien de in de aanhef van het eerste lid bedoelde bevoegdheden zijn toege kend aan een commissie, als bedoeld in artikel 61eerste lid, onder a, wordt tenminste één lid der commissie gekozen uit de leden var de gemeenteraad. door medeweten, door meedenken, door meepraten, door meedoen en, naar mijn gevoel in een wat later stadi um wanneer de gemeenteraad en het C.M.L. elkaar volledig gevonden heb ben, kunnen ook bepaalde nader te omschrijven bevoegdheden worden overgedragen. Als ook de wjjkverenigingen in een bepaalde werkgroep zouden kunnen worden ondergebracht dan zouden zeker bij een functionele decentralisa tie in een later stadium bepaalde taken kunnen worden overgedragen door de gemeenteraad. Daardoor wordt een spreiding van bestuursver- antwoordelijkheid bereikt en we be reiken tevens dat er een democrati sche controle mogelijk is, wat lang niet altijd kan worden gezegd van sommige publiekrechtelijke bestuurs vormen zoals stichtingen enz. Er valt nog veel meer over deze zaak te zeg gen, maar naar mijn inzicht moeten we af van een al te vrijblijvende op stelling van de gemeenteraad. Dat betekent dat wanneer het fout gaat met het C.M.L. de algehele verant woordelijkheid van de laad voor het C.M.L., terzijde kan worden gescho ven. Daar zijn de problemen waar het C.M.L. voor staat en in de toekomst nog voor komt te staan echter veel en veel te groot voor. Ik heb geen enkele behoefte mijn ei gen mening op dit 'punt' door te drukken'; ik laat alleen een duidelijke waarschuwing horen. In enkele ge meenten is men al tot een conceptie volgens artikel 61 gekomen; ook hier speelde mee het feit dat de gemeente raad te ver van deze problematiek was verwijderd. Ik ga mee, althans voorlopig, met elke vorm waarbij de gemeenteraad tóch een duidelijker verantwoordelijkheid krijgt te dragen t.a.v. het wel en wee van het C.M.L., al beschouw ik dit persoonlijk duidelijk als een eerste begin. Als de door ons gekozen^ur-u^i gersr de gemeenteraad, willen besef fen.dat zij in het C.M.L. een prachtig 'instrument' hebben gekregen om de afstand tussen burgers en bestuurders te overbruggen of zelfs maar te ver kleinen, dan zijn we op de goede weg. Ik meen dat de gemeenteraad dit ook zo ziet, nu komt het erop aan deze opvatting te effektueren. We zyn op weg, een weg die nog lang is, maar toch hebben we niet zoveel tijd meer. De door ons gekozen verte genwoordigers moeten weten (en ik neem aan dat zij dit weten) dat ons milieu een zó kostbare zaak is, dat ook op de plaats waar wij gesteld zijn, hoe klein ook iri het grote geheel, wij tot taak hebben alles te doen wat een ramp kan voorkomen. De Amersfoort- se Courant van 29 november j.l. schrijft in een hoofdartikel dat indien onze productiviteit slechts 3% per jaar blijft groeien, we in het jaar 2000 een hoeveelheid grondstoffen nodig heb ben die gelijk is aan het gewicht van de gehele aardbol. En zoveel is er niet! Daarom moet ons werk - ook in Leusden - voortgaan, aan de basis en in de gemeenteraad. We zullen het samen moeten doen, het gaat niet om ons alleen, maar ook en vooral om onze kinderen. Samen over leven was ons uit gangspunt, laten we doorgaan. Aan wethouder Wagenaar thans het woord en de daad. J.R. Visser. Voor- en nadelen van een commissie volgens artikel 61 van de gemeente wet. Voordelen Continuïteit. Wanneer de commissie een maal is samengesteld, kunnen de leden van de commissie zich moeilijk aan hun taak onttrekken. Dé commis sie blijft dus functioneren, daarmee kan de continuïteit gehandhaafd wor den. Beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de taken die de raad heeft overge dragen aan de commissie. Financiële armslag. De gemeenteraad zal bereid zijn om gelden te voteren om het werk van de commissie moge lijk te maken en de besluiten ten uit voer te brengen. Invloedverruiming, met name in de randgebieden van de haar opgedragen taak. Geldelijke vergoeding mogelijk van het werk van de commissieleden. Nadelen Verlies van zelfstandigheid, vergeleken met een 'vrij' C.M.L. Mogelijk verlies van kontakt met de burgerij. De commissie kan niet zon der meer stellen dat zij spreekt na mens de gehele bevolking. Verlies van de mogelijkheid eenzijdige standpunten naar voren te brengen. Dat kan een aktiegroep of een zelf standig milieu-comité wel. Samenstelling van de commissie wordt door de gemeenteraad bepaald. Het is moeilijk aan te nemen dat politieke oogmerken geen rol zouden spelen bij de samenstelling.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1974 | | pagina 12