Kooivogels hebben het bij de vogelvrienden best naar hun zin LEUSDENSE VERENIGINGEN IN HET ZONNETJE UONDERDAO 17 APRIL 1975 LEUSDER KRANT Overzicht van een deel der tentoongestelde vogels van de Vogelvriende f1973) en de door de deelnemers te winnen bekers. der leden houdt zich bezig met kanaries, een vogelsoort die in het begin van de 15e eeuw als huisvriend naar Europa kwam. Er bestaat tegenwoordig een bij zonder grote variatie in deze vogels. Ze worden op zang, op postuur en op kleur gekweekt. In Leusden is de laatste be zigheid favoriet. Er bestaan twee hoofd soorten van kleur. De vetstof, meestal witte, gele, oranje en schimmelkleuren en de gepigmenteerde, met groen als uitgangskleur. Het vogelbestand bij de Vogel vrienden bestaat voor circa 60% uit kanaries en omvat verder o.m. zebra- vinken (de mussen van het Verre Oosten), edelzangers en mozambique- sijsjes, maar kwartels en parkieten ko men steeds meer in de belangstelling. De vogelsport is niet alleen een hobby voor de heei des huizes. Bijna in alle gevallen hebben ook de vrouwen en kinderen een even groot plezier in deze liefhebberij. Dat moet ook wel, want vooral in de broedtijd is hulp van gezinsleden nodig, als vader aan het werk is. Tijdens va- canties zorgen collega's voor een goede gang van zaken. Kweken van vogels Op drie manieren kun je in het bezit komen van (meer) vogels. Je kunt ze ko pen, maar dan bij voorkeur op een ver trouwdadres, je kunt ze ruilen en je kunt ze zelf kweken. Dit laatste vooral is een zeer interessant aspect van de vogel hobby. U moet in dit verhaal van ons geen handleiding voor het kweken van vogels verwachten. Dat is specialis tenwerk, dat je vrij eenvoudig kunt leren als je lid wordt van een vogelvereniging. Uit het gesprek, dat wij over de Vogel vrienden hadden met de heren Drost en van Drost is ons echter wel wat duidelijk geworden en dat kleine beetje willen wij U ook niet onthouden. Voor het broeden gebruikt men speciale broedkooien. Men zoekt een geschikt koppeltje vogels uit en zet die dan samen in het broed- hok. Hoe die mensen de vogeljongens en -meisjes van elkaar kunnen onder scheiden is voor ons nog een raadsel, maar het kén en dat blijkt enige tijd Ia- Chr. van Dorst (Asschattervveg IJl, Leusden-Centrum) secretaris. Penning meester is L.H. v.d. Brug en M. Louw is ringencommissie. Tenslotte zit ook M J. Berg in het bestuur, maar voor hem hadden de Vogelvrienden geen baantje meer, totdat het commissariaat van ma terialen werd uitgevonden. De club heeft leden in Leusden. Achterveld, Stoutcnburg en in Amers foort en de jaarlijkse contributie be draagt 30,De jeugdleden hebben de keuze uit 18,per jaar of 1,50 per maand. De bondscontributie is hier bij inbegrepen. Als U belangstelling mocht hebben voor het doen en laten van de Vogelvrienden, moet U eens contact opnemen met secretaris Chr. van Dorst of en dat is eveneens gratis komt U eens op de vergadering, die op 21 april a.s. wordt gehouden in de sp' tzaal „de Meent". Daar komt Ir. S^renkelink uit Soesterberg ook voor U een interessante lezing houden over alle soort parkieten. Er bestaat nog altijd een oud plan bij de Vogelvrienden, om in bejaardentehuizen een mooie volière te plaatsen. Misschien komt er binnen kort wat van, als de partijen het over be paalde punten eens kunnen worden. Het idee is anders niet slecht. LEUSDENSE POST- DUIVENHÓUDERSCLUB KOMT GOED VAN DE GROND Op 24 september 1974 werd in een van de vergaderzaaltjes van het sport complex aan de Meent in Groenhouten de „Postduivenhoudersvereniging Leus den" opgericht en kennelijk was daar behoefte aan, want de club groeide in middels als kool. Misschien herinnert U zich nog, hoe P.V. Leusden het eerste le venslicht zag. Op zich een wat wonder lijk verhaal. De heer A.H. Beverwijk uit Leusden zal al vele jaren in de duivensport. Voor het bedrijven van die hobby ben je aangewezen op een duivenclub. Dat is nu eenmaal zo. al was het alleen maar om het nuttige met het aangename te kunnen verenigen. Zo'n club bestond in Leusden niet, maar wel in Amersfoort, waar wij zo maar uit het ter wel uit de resultaten in het broedhok. Kanaries zijn na een jaar al geschikt voor de kweek en wie meer haast heeft, probeert het met zebra-vinken, want daarmee gaat het na 6 7 maanden al best. Een legsel bestaat gewoonlijk uit 4 5 eitjes (bij kwartels kom je op je ge mak op wel viermaal zoveel!). Het broedseizoen duurt van het voorjaar tot aan de langste dag en gewoonlijk krijgt men in die tijd tweemaal een nestje jonge vogels. Het lukt natuurlijk niet al tijd, maar de kans zit er in, dat je op de ze manier van 2 tot zo'n 10 12 vogels komt. Het keuren van de vogels op ten toonstellingen is weer een andere, maar voor de liefhebbers toch zeer belangrijke zaak. Dit geschiedt door officieel er kende bondskeurmeesters. De bekijken de vogels van kop tot teen, pardon van snavel tot staart. Factoren van belang zijn de conditie van de vogel, de bevede- ring en het postuur, de grootte, de teke ning en de kleur, het kopje en de staart en bij zangvogels natuurlijk ook de kwa liteit van de zang. De meest-ideale vogel, die evenwel nog niet bestaat, kan bij zo'n keuring 100 punten voor zijn baas verdienen. Met rond de 90 punten zit je echter al bijzonder goed en op de laatstgehouden keuring, tijdens de tentoonstelling van de Vogelvrienden in „de Til' op 10 en 11 november 1974 werd dat resultaat nogal eens vermeld op het keuringsbewijs. Een goudbruine kanarie van de heer J.M. Drost werd toen algemeen kam pioen en tevens winnaar van de A-klasse gepigmenteerd. Voor de heer LJJ. Berg haalde een strogele kanarie het vetstof kampioenschap A en secretaris Chr. van Dorst won met een kwartel het derby kampioenschap en de titel bij de tropi sche vogels. Stellen-kampioen werden twee oranjeroodbronze kanaries van de heer C.G. Prins en algemeen kampioen in de B-klasse werd een kwartel van de heer J.J.T.H. Berg. Ex-voorzitter J.G. van Velzen won de titel in het beste gemid delde. Vogelvrienden In 1975 De belangstelling voor de Vogel vrienden is nog steeds groeiende. Er zijn momenteel 38 leden, waaronder een paar juniores, jongelui onder de 18 jaar. De heer J.M. Drost is thans voorzitter en blote hoofd al weten van het bestaan van Pro Patria, de Ordonnans en de Reis duif. Er zullen best nog meer verenigingen zijn, maar daar gaat het nu niet om. De heer Beverwijk moest dus voor zijn sport telkens weer naar Amersfoort. Dat lijkt aardig, maar het wordt toch knap vervelend op den duur. Je kunt eigenlijk vooruit wel weten, dat de zaterdagse pendel naar de Keistad geen blijvertje zou zijn. Dat was het ook niet en Bever wijk zette zijn boeltje op de transferlijst en stopte met de duivensport. Doch niet voor goed, zoals zou blijken. Hij was natuurlijk niet de enige Leus- denaar, die zat met dit probleem en op een goede dag in '72 ontmoette hij zijn dorpsgenoot A. Bomers. Het gesprek kwam als vanzelf op hun gemeenschap pelijke liefhebberij en in de kortste ke ren werd besloten na te gaan, of er kansen waren voor een duivenhouders- club in Leusden. Wel. die waren er en met 14 gelijkgestemde zielen kwam de club tot stand. Het bestuur werd gevormd door de heren H.A. Beverwijk (voorzitter), G. Hoefakker (penningmeester) en G. Vrijhoef werd secretaris (Asschatterweg 69, Leusden-Centrum). Er waren evenwel nog meer goede baantjes te ver delen en A.H. van Zoeren werd vluchtpenningmeester, H. van Haar werd rekenaar en de heer A. Bomers nam, bescheiden als hij is, genoegen met de functie van commissaris. Wedvluchten Deze laatste drie bemoeien zich in hoofdzaak met alles rond de wed vluchten, die van april tot en met sep tember worden gehouden. Bijna elke za terdag worden de ingekorfde duiven ge lost in diverse binnen- en buitenlandse plaatsen. In grote trekken heb je drie soorten van wedvluchten. Over korte af standen, tot ca. 300 kilometer de z.g. vitesse-vluchten, de halve-fondvluchten van 300 tot 500 km. en de meerdaagse fondvluchten van meer dan 500 km. Be kende losplaatsen zijn o.a. Roosendaal. Duffel, Bordeaux, Lyon, Orléans en zelfs Barcelona. Voor de duivenliefhebbers is natuur lijk niet alleen het laten vliegen van hun vogels de grootste aardigheid. Veel meer telt daarbij het „poulen", het wedden bij Vogelvrienden-voorzitter J. M. Drost, zeer tevreden met zijn kampioens^ LEUSDEN-CENTRUM Jaarlijks vallen miljoenen vogels ten offer aan de braadpan van ontelbare Zuid-Europcse vogelvangers, als ze tegen het voorjaar na de overwintering in Afrika terugvlie gen naar hun broedplaatsen in Europa. Vooral Italië en Spanje hebben hierin een kwalijke reputatie, maar vergeet daarbij Zuid-Frankrijk niet. Ook daar weten ze van wanten. In het licht van deze, uit de realiteit ontleende, onthutsende woorden is het houden van vogels in kooien en volières niet zo'n moeilijk te verteren begrip als het wel lijkt. Als U hierover een andere gedachte heeft, is dat natuurlijk Uw goed recht, maar mogen wij dan ook de mening weergeven van vele tien duizenden andere vogelvrienden, voor wie het houden van vogels hun liefste bezigheid is. Zij stellen, dat hun vogels door de over het algemeen veel betere verzorging, dan in de natuur mogelijk is. een (veel) lan gere levensduur hebben. Bovendien we ten in kooien en volières geboren vogels niet anders en hebben zij het, blijkens hun houding en zang (bij mannelijke vo gels) best naar hun zin. Een ontsnapte kooivogel zou zich trouwens in de vrije natuur slechts zelden langer dan enkele dagen in leven kunnen houden. Wat U er ook van denkt, het blijft een feit, dat zeer vele mensen een ontzettend plezier evenals goudvinken, die met name in fruitstreken vaak enorme schade aanrichten. Over het algemeen mogen tropische vogels wel worden gehouden zonder moeilijkheden met de wet te krijgen en daarvan bestaat een dusdani- eerste bestuur zaten de heren J.G. van Velzen (voorzitter), G. Groenendijk (se cretaris) en penningmeester A. v.d. Berg. De vereniging groeide tot een ledenbe stand, dat schommelde tussen de 30 en 35 liefhebbers. Elk jaar werd een De bijzonder mooie volière van de heer A. v. d. Berg, Wiggeruslaan 10, Leus den-C de vluchten. Dit is niet alleen een kwes tie van wie het eerst zijn duiven op de klep heeft, is de winnaar. Er wordt ter dege rekening gehouden met de juiste afstand, want niet iedereen zit bijvoor beeld even ver van Barcelona af. Voor Hoefakker, de penningmeester (Schut- tershoeflaan), geldt van Roosendaal als exacte afstand 92.411 meter en voor zijn college Schimmel (Asschaterweg) is dat 95.404 meter. De mooiste uren voor een duivenlief- hebber zijn die van het wachten op de thuiskomst van de duiven. Met een ther- moskan vol hete koffie (koude pils gaat ook uitstekend!) en een pakje sigaretten wordt de wachttijd doorgebracht. Mees tal zit men wel te vroeg op de uitkijk post, ook al weet je bijna zeker, dat de duiven er nog niet kunnen zijn. Hoewel, dat maakt het juist zo spannend, je weet maar nooit of vrouwe Fortuna die keer meegevlogen heeft. Als duiven binnen komen worden ze gelokt. De codering gaat in de duivenklok en met het uur werk ga je naar de club, waar onder grote spanning uitgezien wordt naar de resultaten van de overige leden. De eerste wedvlucht van dit jaar gaat vanuit Roosendaal op 26 april a.s. Later volgen dan de grotere afstanden. Dat zijn leuke dingen voor de mensen. Voor de duiven valt het vaak niet mee. Soms worden het complete rampvluchten. Een fikse stormwind tegen kan vervelend zijn. De duiven komen dan wat later binnen, maar dat geldt voor iedereen. Erger kan het vooral op lange-afstands- vlucnten worden, want het risico groeit met de afstand mee. Talloze obstakels als hoogspanningskabels, radarposten, onverwachte hagelbuien en vooral in Zuid-Europa roofvogels en jagers, zor gen soms voor een ware slachting onder de duiven en het beroerdste daarbij is, dat juist de beste vliegers op de grootste afstand worden ingezet. Allerlei verha len doen hieromtrent de ronde en je loopt natuurlijk risico met je duiven. Als het goed tegenzit kom je er gemakke lijker vanaf, dan een schipper, die zijn vrouw overboord gooit. Je kunt er beter niet aan denken, want het is niet de be doeling. Krijgen, kopen, kweken Hoe begin je met de duivensport en hoe kom je aan je eerste vogels? De ge makkelijkste manier is ze te kopen. Dat kan bij iemand, die al langer duiven houdt en wat te veel heeft van het goede. Of je gaat naar Barneveld, waar elke woensdag pluimveemarkt gehouden wordt. Zelfs voor kijkers is het daar de moeite waard. Een goedkoper begin, hoewel de kans van slagen geringer is, is wachten tot je duiven krijgt. Dat kan wel langer duren en meestal is voor nop de kwaliteit niet best. Je kunt echter geluk hebben en dan zit je goed. De echte liefhebbers kweken duiven. Dat is niet eens zo moeilijk, als je maar weet, hoe of dat moet. Kijk, ook daarvoor is het nuttig om lid te worden van een duivenhoudersclub. Je kunt van alles leren en medewerking heb je zo. Het kweekseizoen begint rond half fe bruari. Een duif en een doffer, waarvan met de grootstmogelijke zekerheid ver wacht kan worden, dat die kunnen zor gen voor een prima nageslacht, worden bij elkaar gebracht. En meestal klikt het wel. Doorgaans legt een duif per broed sel twee eitjes. Het gaat vrij vlot bij duiven en na een week of vijf beginnen de jonge vogels uit het nest te komen. Met een goede verzorging kunnen tus sen de drie en vier maanden de duin zover gevorderd zijn, dat er mee gal gen kan worden. Eerst natuurlijk k« vluchten en na verloop van tijd de lacg re. Er wordt wel eens gezegd, i duivenhouders vroeg of laat het moeüi krijgen met hun buren. Daar ben echter zelfbij en met wat goede wil beide kanten valt ook dat geweldig e« Een grote fout van beginnen duivenvrienden is, het aanhouden van veel duiven. Een koppel daarvan kanp jaar wel 8 tot 10 jongen krijgen, die i verloop van tijd ook weer voor jongt zorgen. En als U weet, dat duiven wel 15 jaar oud kunnen worden, begrij U, dat alles bij elkaar lekker aan ca tellen. Tweemaal per dag de duiven vrijhei van beweging geven is voldoende. Morgens vroeg is heel geschikt, w door de dan nog zuivere lucht. Deun de keer kan achter in de middag zijil hangt op die tijden geen wasgoed buit! en nnk op andere wijze hebben de ban met deze regeling geen overlast duiven, die dan niet de hele t schijnbaar doelloos rondvliegen tai omgeving maar bevuilen. Je moet i eventuele ergernis van anderen kunst begrijpen en trachten die te voorkom Andere moeilijkheden Het pad van duivenhouders gaat ei enkel over rozen. Het begint al bij b| aanvragen van een vergunning voor a plaatsen van een hok. Dat kan nied maar en daar zijn zelfs de dubej houders het over eens. Ja, waar blijf als iedereen op zijn manier maar hol ken bouwt. Wanneer aan bepaaj voorwaarden is voldaan, is in Leitó niet te klagen over gebrek aan meden? king van de zijde van de gemeentelij overheid. Een heel mooi voorbeeld ij een goedgekeurd duivenhok is te zien! de heer Pouw aan de Heggenrankt nummer 26. Ook de omstandighedenl het gezin zijn in duivenliefhebbers gen dan wel nog niet altijd ideaal.E mooiste situatie heb je, als de vrouw dj huizes voldoende begrip heeft voor a doen en laten van haar man in en reu zijn sport en hem behulpzaam is. Hal een hobby met veel werk. Er is sal voldoende voer en water nodig es 1 hokken moeten op tijd worM schoongemaakt. Als er jonge doss zijn, vragen die om extra zorg. Ma dankbaar is het wel, want duiven za vaak zeer aanhankelijk. Gelukkig isj onderlinge verstandhouding in de Lea dense duivenhouderskringen uitstekaj XDat moet ook wel, want heel schieten de vacanties er bij in. Je ra gewoon niet lang van huis. Voor eend of voor een weekend gaat het nog. Dj nemen, net als bij de artsen, de colled waar. Maar langer weg van huis en tol dat kan gewoonweg niet. Er bestaan zeer vele soorten dohat zelfs als wij ons alleen maar bd houden met de post- of reisduiven,» ben wij nog meer dan keus genoeg. Bj bestuur van de Leusdense p» dulvenverenlging wist ons nog te helpt aan een tip, voor het geval wij ooit a eens plannen zonden koesteren om M aan duivensport te doen. Een hele bal keuze, zoniet de allerbeste, zouden j en U! dan doen uit de volgeed rassen: Jansen, Arendonk, De® Matthijs, Horemans, Jaques Toornltf I de gebroeders Demaer. Geluk er st I PI volière-keuring gehouden en ook ieder najaar organiseerde men een ten toonstelling van door de leden ge kweekte vogels. De clubleden kwamen eens in de maand bij elkaar om gegevens en erva ringen uit te wisselen en vaak kwam op zo'n avond een deskundige een lezing houden. Van Blijhof verhuisde men eerst naar het Ros Beyaert en onlangs werd domicili gekozen in een bijzaal van de sportzaal in Groenhouten. De Leusdense vereniging is aangeslo ten bij de Algemene Nederlandse Bond voor Kanarieteelt en Vogelbescherming, opgericht op 20 april 1919. De bond heeft een klDeurig gedrukt maandblad tot „leringhe ende vermaeck" voor alle vogelhouders en kwekers. Er komt toch blijkbaar meer voor kijken, dan je op het eerste moment zou verwachten. Het internationale overkoepelende orgaan is de Confederation Ornithologique Mondiale. De meeste leden houden hun vogels binnenshuis, bijvoorbeeld op zolder. Het plaatsen van een buitenvolière, waarin voor vogels de vrije natuur het meest wordt benaderd, is namelijk geen eenvoudige zaak. Hierover is een ver gunning van B en W vereist. Zonder zo'n papiertje zou het hek gauw van de dam zijn, dat wel, maar wat meer medewer king en vooral begrip bij het verlenen van een vergunning, zou toch wel ge wenst zijn. De Vogelvrienden is voor de gemeente toch al een goedkope vereni ging. Men vraagt geen accomodatie en ook geen subsidie en bovendien is men niemand tot last. En dat heb je niet zo veel meer vandaag. Mannen het mooist Net als bij mensen zijn ook bij vogels de mannen het mooist. Wij laten de waar heid van deze bewering voor rekening van de vogelvrienden. Bij de vogels klop te het in ieder geval wel. Het merendeel Goed voorbeeld van een uitstekend duivenhok. Met vergunning gebouwd door de heer Bomers, Heggerrank in Leusden-C. beleven in het houden van vogels. Een èndere vraag is, of je vogels mag houden. Dat is geregeld bij de inmiddels wel zeer verouderde, maar desondanks nog van kracht zijnde Vogelwet 1936. En deze wet zegt wat je mag doen en wat je moet laten. Een wel vreemde bepaling in de wet zegt, dat je bepaalde vogels wel mag houden, maar niet mag vangen of zelfs maar vervoeren. Je kunt natuurlijk wel een kooi open zetten en net zo lang wachten, tot de bewuste vogel er uit eigen wil in komt, maar dat gebeurt ook weer niet iedere dag. Toch is dit een grapje, dat het altijd nog doet. Putters, sijsjes, merels en groenlingen zijn bijvoorbeeld „verboden" vogels, ge verscheidenheid, dat iedere hobby-ist wel aan zijn trekken komt. Vogelvrienden De Leusdense vogelvereniging „de Vogelvrienden" werd opgericht op 15 januari 1968 in het clubgebouw van de speeltuinvereniging „Blijhof'. De vraag, waarom de vereniging zo nodig in Leus den moest komen, is vrij simpel te be antwoorden. Een aantal hier wonende vogelvrienden was lid van gelijkgerichte verenigingen in Amersfoort of elders. Anderen zouden zich wel willen vereni gen, maar niet in een club buiten hun woonplaats. Bij de oprichting vonden 15 aanhangers van beide stromingen elkaar en zo kwam de club hier tot stand. In het Blauwkrans H63-1394477 (rechts) en blauwband H63-1394488. Statiefoto van blauwkrans H63-1394477.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1975 | | pagina 18