E ENQUETE VAN HET ;OMITE MILEUZORG LEUSDEN VERSCHILLENDE 'ERKGROEPEN (M BEKENDHEID CML AAROM DEZE ENQUETE? WAT VOOR VRAGEN ZIJN ER GESTELD? ENKELE CIJFERS I Het Milieu-Journaal verschijnt eens in de maand Redaktie: Werkgroep Voorlichting C.M L F.dith Öoerma. Wiesje Inge- len, Fennic Kassner. I rik Jjn Tui- ninga. Marijke Walta S. Polak O O IAVE VAN HET COMITÉ MILIEUZORG LEUSDEN KONTAKTADRES: C.M.L., GEMEENTEHUIS LEUSDEN. TEL. 1247, OF. DORDOGNE 18. DONDERDAG 4 DECEMBER 1975 ïerkgroep Voorlichting zat al enige tijd met het gevoel dat het CML niet of relijks bij de bevolking van de gemeente Leusden aansprak of zelfs bekend En een comité dat geen voeling heeft met de bevolking heeft weinig reden van lan. om hebben we getracht door middel van een aantal eenvoudige vragen bter te komen hoe de bewoners van Achterveld, Stoutenburg, Leusden en niet rgeten het buitengebied, over het CML denken. de bevolking over het CML denkt vindt u in hoofdlijnen terug op deze pagina iet Milieujournaal. ENQUÊTE ZELF r de enquête die we nu bijna drie fen geleden gehouden hebben zijn tg tevreden. Allereerst zijn we erg lat zoveel mensen op onze vragen jen willen antwoorden Slechts hier par kregen we te horen: ,,Nee, daar w niet aan mee, dat interesseert me r en dan ging de deur weer dicht, ■tal bleef de deur open, dikwijls jen we binnen genood. JHzijn we er gelukkig mee dat een ^■al mensen een belangrijk deel van Hvnjdag, zaterdag of zelfs maandag willen opofferen aan deze :te. Zonder hen was de enquête ;elijk geweest. Daarvoor allemaal zeer bedankt! onze opzet. „Een zo ;eurig mogelijke, anonieme roef" is natuurlijk maar ten dele igd, omdat we een weekend n genomen. Toch konden we lijk anders: we zouden moeilijk êteurs en enquêtrices hebben ten vinden en bovendien zijn de grootste kernen van de gemeente :he „slaap-dorpen" en eigenlijk in het weekend bewoond, om. een weekend, zo willekeurig ilijk! We meenden niet alle uitkomsten tot in den treure te moeten behandelen. Immers: veel mensen hebben ons verteld dat de stukken in het Milieujournaal dan misschien wel aardig waren, maar ze vonden ze véél te lang en dus lazen ze maar niet. Daarom beperken we ons tot enkele hoofdzaken. We hebben voor u uitgekozen: de bekendheid van het comité als geheelde bekendheid van de verschillende werkgroepen; worden de werkgroepen (en daarmee ook het CML?) gewaardeerd, en tenslotte een paar veel voorkomende of belangrijke suggesties over en voor het Comité. De volledige uitkomsten van de enquête gaan natuurlijk niet de vuilnisbak iri. Zij zijn zowel voor de gehele gemeente als voor de verschillende kernen, wijken en buitengebied in te zien bij de werkgroep Voorlichting (maak een telefonische afspraak, tel. 1219). Wanneer er erg veel belangstelling is kan eventueel overwogen worden om de uitkomsten van de enquête te vermenigvuldigen en tegen kostprijs ter beschikking te stellen. :rzijn op dit moment vier werkgroepen "nel CML. We hebben getracht na te gaan in hoeverre deze werkgroepen Wcend zijn Sommige werkgroepen Hpen niet direkt als deel van het CML Mcend te zijn. Uit de cijfers blijkt dit ■Bname voor de groep ffrtemmingsplannen Driekwart van de plfervraagden ^ent deze werkgroep, EslllPr maar dat is duidelijk meer dan het aantal mensen dat het CML kent (ruim 60 procent). Verder wordt een aantal andere burger-groeperingen opgevat als een onderdeel van het CML. Daarbij wordt Knalgroen het meest genoemd Laten we het hier nog maar eens duidelijk stellenKnalgroen is een aktiegroep en géén onderdeel van het CML! WERK GROEP BESTEM MINGS PLANNEN Dan de werkgroepen zelf. Zoals gezegd, de werkgroep bestemmingsplannen is bekender dan het CML zelf. Met 76 scoort deze werkgroep verreweg het hoogste. Dan interesseerde ons: weten de mensen eigenlijk wat de werkgroepen doen? De beantwoording van deze vraag bracht veelal meer moeilijkheden met zich mee. AKTIVITEITEN Van degenen die de werkgroep bestemmingsplannen kenden, weet ;r een kwart niet wat de werkgroep doet; 5 procent weet vaag wat de werkgroep doet; een kwart meent dat de werkgroep de inspraak voor de 2e fase „doet"; bijna tien procent meent dat de groep bestemmingsplannen maakt of de nieuwe tweede fase ontwerpt. Tenslotte is er nog ongeveer eén vijfde van de ondervraagden die geheel andere aktiviteiten opgeven. Twee van deze andere aktiviteiten willen we hier noemen: De handtekeningenaktie in 1973 tegen de „oude tweede fase" (voor de duidelijkheid: dit was een Knalgroen-aktiviteit); bestemming oude boerderijen die m de nieuwe wijken behouden blijven (ook een niet-CML aktiviteit). Daarnaast blijken sommige aspekten van het totale werkterrein van deze werkgroep sterk naar voren te komen, zoals de kritische beschouwing van de gemeentelijke stukken ter voorbereiding van de tweede fase; het oude en het nieuwe groen in de nieuwe wijken, het behoud van de Schoolsteegbosjes, en de leefbaarheid m het algemeen. Zelfs de 3e fase-^prdt genoemd. Hiervan hebben we maar aangenomen dat het een telfoutje was, zover is het zelfs bij de gemeente immers nog niet! WAARDERING Tenslotte wilden we graag weten of het werk van de werkgroepen gewaardeerd wordt. Daarbij konden we vaststellen dat ruim de helft van alle ondervraagden wel wat zag in de werkgroep Bestemmingsplannen. Daarbij moet worden opgemerkt dat deze vraag aan iedereen gesteld is. Oók aan degenen die het CML (of één of meer van de werkgroepen) niet kenden Zij kregen eerst een korte uiteenzetting over het doen en laten van het CML en van de verschillende werkgroepen. Bij de vraag waaruit de waardering voor de werkgroep Bestemmingsplannen moest blijken, kwamen zowel positieve als negatieve opmerkingen aan de dag. Tegenover opmerkingen als: „milieu-aspekten van bestemmingsplannen kritisch bezien" en „harmonische uitgroei Leusden", staan uitspraken als: „oeverloos gezwam" en „mensen op onkosten jagen". WERKGROEP MILIEU EDUCATIE - - - - - -V V „Wat een moeilijk woord", zeiden een heleboel mensen. Toch is deze werkgroep niet onbekend. In totaal bleek bijna één derde van de ondervraagden de werkgroep te kennen. Wat deze kleine groep mensen doet, is niet algemeen bekend. Slechts 10 procent van alle ondervraagden weet goed aan te geven wat de werkgroep milieu-educatie doet. Toch kunnen we wel konkluderen dat het „werk" voor de scholen, via de kinderen die er mee in kontakt komen (alléén de twee hoogste klassen van de basisscholen), een deel van de ouders bereikt. Overigens denkt een belangrijk deel van de ondervraagden dat Milieu educatie voorlichting geeft over milieu in het algemeen En dat is echt niet zo! Erkenning van het werk ondervindt de werkgroep in het algemeen wel. Ongeveer 40% van de ondervraagden heeft waardering voor de doelstellingen. Dit wordt onderstreept door een opmerking als: „Bij de jeugd moet je beginnen". In negatieve zin komen opmerkingen voor als: „Het is juist de jeugd die zo'n troep maakt, zij vernielen alleen maar, laat ze een voorbeeld nemen aan ons ouderen!". Samengevat krijgen we, vooral uit de algemene opmerkingen, de indruk dat de werkgroep dan wel een moeilijke naam heeft maar zeker voort moet gaan! Toen wc de resultaten van de enquete gingen bekijken viel het meteen op: veel mensen hadden van de werkgroep Milieuzorg gehoord (in totaal 42,6 Waarom7 hebben we ons toen afgevraagd. Het antwoord lag voor de hand; de naam wekt verwarring. Een comité Milieuzorg en een werkgroep Milieuzorg die deel uitmaakt van dat comité, dat is teveel. Dus menen wij, kies een andere naam. Desnoods de oude term „Milieubewaking", al klinkt dat misschien weinig sympathiek. Dat eigenlijk maar erg weinig mensen deze werkgroep werkelijk kenden, bleek uit de vraag over de werkzaamheden. Nauwelijks iemand wist dat deze groep min of meer in staat van oprichting verkeert, en slechts 7% kon aangeven waar het werkterrein van de werkgroep ongeveer zou gaan liggen. Dat betekent overigens niet dat men geen waarde wil toekennen aan een groep die zich wil bezighouden met de „dagelijkse aspekten van het ons omringende milieu" en voor een belangrijk deel mikt op volwassenen. De helft van alle ondervraagden ziet er wel wat in. Al was het alleen maar omdat: „op scholen voorlichten heeft nauwelijks zin, je moet de ouders aanpakken, want zij zijn de opvoeders!" De vele suggesties die werden gedaan zijn inmiddels al doorgegeven naar deze werkgroep die op 20 november j.l. een bijeenkomst hield om haar uitgangspunten en doelen te bepalen. WERK GROEP VOOR LICHTING En dan de werkgroep Voorlichting. Bijna één derde van alle ondervraagden wist dat deze werkgroep bestaat. Maar, in een aantal gevallen werd de werkgroep Voorlichting als een gemeentelijke instelling gezien (en verward met INFO). De werkgroep Voorlichting is echter helemaal geen gemeentelijke instelling en wil dat ook zeker niet worden! Wat de werkgroep Voorlichting doet weten maar weinigen. De vragen die we stelden over dit Milieu-Journaal doen uitkomen dat minder dan de helft van de ondervraagden het Milieu-Journaal kent. Veel minder (slechts 7%) weten wat de werkgroep Voorlichting doet We moeten dan ook konkluderen dat de werkgroep er niet in slaagt dat duidelijk te maken in haar uitgave. Dat blijkt dan ook bij de waardering. Ofschoon zeer velen van mening zijn dat een werkgroep Voorlichting erg belangrijk is (net geen 60% van alle ondervraagden'), barst de „kritiek" even hard los. Enkele punten slechts: Het Milieu-Journaal is niet voldoende herkenbaar, het bevat te moeilijke Als we de cijfers bekijken dan mogen we toch wel zeggen dat het Comité Milieuzorg Leusden in de gemeente bekend is. Ongeveer tweederde van de ondervraagden kent het CML. Daarbij valt het op dat bij degenen die sinds 1973 of al langer in de gemeente wonen, de bekendheid stukken groter is dan bij de nieuwkomers van de laatste twee jaar. Wij menen daaruit de konklusie te moeten trekken dat het CML er voor moet zorgen zich duidelijk aan de nieuwe inwoners van de gemeente te presenteren. Enkele suggesties hiervoor zullen we doorgeven (Voorlichting, Coördinatie team7). Tijdens de rondgang van onze enquêtrices en enquêteurs bleek dat in vrij veel gevallen niet duidelijk was dat CML hetzelfde is als Comité Milieuzorg Leusden. De afkorting was een eigen leven gaan leiden. Ook daarom is in dit nummer de uitleg wat het CML-embleem voorstelt Verder wordt in veel gevallen als opmerking, het CML aangezien als gemeentelijke dienst/commissie o.i.d. Niets is minder waar. Evenmin heeft het CML iets te maken met de door velen verfoeide Milieuheffing! Waardering vindt het CML over het algemeen genomen toch wel bij onze bevol king. Velen vinden het belangrijk dat er een dergelijke burgercomité bestaat, we vinden dan ook opmerkingen als „doorgaan" bijgeschreven op formulieren. Niet iedereen denkt er zo over, getuige opmerkingen als: „het kost een hoop geld", en „het is alleen maar gemorrel in de marge". :ec stukken, het bevat altijd van die lange stukken, de stijl is onprettig, enz. De kindertekeningen worden erg positief ervaren. In veel gevallen wordt het Milieu-Journaal, waarvan het 8ste nummer nu voor u ligt, gezien als een gewoon stuk van de Leusder Krant. Dat is het niet, de gehele verantwoording voor het Milieu-Journaal ligt bij de werkgroep Voorlichting. De werkgroep moet dan ook wel konkluderen dat er het nodige aan het Milieu-Journaal én aan de voorlichting moet veranderen. Met de suggesties gedaan op de enquêteformulieren moet dat ook kunnen lukkenEén troost voor de werkgroep: een deel van de geënqueteerden „beloofde" om nu eens op het Milieu-Journaal te letten en het te lezen! We hebben tijdens de enquête 14 vragen gesteld In het kort luiden deze: 1. Wie beantwoordt de enquête? 2 Wanneer bent u in de gemeente Leusden komen wonen? 3. Wist u dat er sinds 2 jaar een Comité Milieuzorg Leusden bestaat7 4. Kunt u één of meer werkgroepen van het CML noemen? 5. Heeft u wel eens gehoord van de werkgroepen Bestemmingsplannen, Milieu educatie, Milieuzorg of Voorlichting7 (Deze vraag werd gesteld wanneer vraag 3 ontkennend en vraag 4 niet beantwoord werd) 6. Weet u wat de werkgroep Bestemmingsplannen doet? 7. Weet u wat de werkgroep Milieu-educatie doet? 8. Weet u wat de werkgroep Milieuzorg doet? 9. Kent u het Milieu-Journaal? 10. Leest u het Milieu-Journaal wel eens? 11. Weet u wat de werkgroep Voorlichting doet? 12. Welke werkgroep(en) spreekt/spreken u (het meest) aan? 13. Welke aktiviteiten verwacht u zelf van het CML; wat voor soort aktiviteiten ontbreken er volgens u? 14. Zou u zelf aktief mee willen werken in het CML? Totaal aantal ondervraagden: 421. Waarvan 186 mannen 184 vrouwen en 51 „gezamenlijk". Over dit totaal van 421 geënquêteerden kende 61,5% het CML. Voor mannen en vrouwen was er slechts 0.1% verschil' Wat betreft het jaar waarin de ondervraagde in de gemeente is komen wonen en de bekendheid met het CML# kwamen de volgende uitkomsten uit de bus in 1972 of al eerder: hiervan kent 69,7% het CML in 1973 hiervan kent 70,4% het CML in 1974 hiervan kent 50,6% het CML in 1975 hiervan kent 30,4% het CML Over de bekendheid van de werkgroepen: Bestemmingsplannen Milieu-educatie Milieuzorg Voorlichting Andere groepen Geen enkele groep 43,9°/ ZELF GENOEMD 7,4% 4,0% 3,6% 2,6% 10,7% VAN GEHOORD 68,6% 24.0% 39,0% 26,6% n.v.t. 16,4% TOTAAL 76,0% 28,0% 42,6% 29,2% 16.4% vervolg op pagina 3 Esther Evers, klas 3, Basisschool „De Bongerd".

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1975 | | pagina 9