„Waar kunst met een grote K en
kunst met een kleine k in
elkaar overgaan, is niet te zeggen"
Hallo, hier Alexander Pola
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
V/oensdag 24 december 1975
HILVERSUM - De Alexander Pola van radio en
tv is in ons land genoegzaam bekend.
„O, u bedoelt die kleine? Die met dat kalende
hoofd? Ja, die ken ik wel," heb ik ooit eens in de
trein de vriendelijke tv-persoonlijkheid horen
identificeren.
Op weg naar de NCRV-studio, in guur novem
berweer, overdenk ik de te stellen vragen, die zich
in mijn hoofd chronologisch warm lopen.
Van twee kanten komen de weilanden op mijn
voorruit afstevenen, om dan weer in de diepte
weg te vallen. Tijdens de autorit doemt heel even
de schim van Pola voor mij op: kleine gestalte,
een zware bril op z'n neus torsend.
Bij Hilversum 1200 meter veer ik op: mijn ge
dachten gaan naar de NCRV-kantine, waar op dit
moment Alexander Pola wacht.
Wanneer ik mij bij de portier van het NCRV-
komplex legitimeer, wijst hij mij door een lange
gang, een trapje naar beneden en een „rechtsaf"
naar de kantine.
„U kent mij toch? We hoeven toch geen bloem
of zo op te steken?" herinner ik mij de beschei
den opmerking van Alexander Pola tijdens het
telefoongesprekje voor het maken van een af
spraak.
Na een vluchtige blik door de volle kantine tref
ik hem alleen aan, zittend aan een tafeltje bij het
raam. Inderdaad, klein van postuur, ietwat kalend
en een zwaar montuur met dikke glazen op z'n
neus torsend! Zou de man uit de trein gelijk heb
ben?
Pola verorbert juist in alle rust een schijfje to
maat. U komt van? Wilt u wat drinken? Wat on
wennig beginnen we het gesprek. Alexander Po
la, omdat hij niet direkt is geïnteresseerd in een
interview en ik, omdat ik niet zo gauw weet welke
vraag ik zal lanceren.
In het illustere vijftal dat iedere veertien dagen
de komische aspekten, die vóórai een Neder
landse samenleving biedt, pretentieloos voor het
voetlicht haalt, is de persoon Alexander Pola
geen buitengewoon opvallende verschijning.
Onder geen enkel beding zou hij dat ook preten
deren; Pola is gewoon het vijfde lid van de „for
mule", die in 1976 het tienjarig bestaan viert.
Een jubileum - mijlpaal, van welke aanduiding u
houdt - met een wrange bijsmaak. Immers, het
Farce Majeureteam heeft te kennen gegeven er
volgend jaar definitief een punt achter te willen
zetten.
Even voorstellen: Fred Benavente, een stevig
manspersoon met penetrerende baritonstem;
Henk van der Horst: „Als de dag van toen
Jan Fillekers, een licht in de duisternis; Ted de
Braak: „Mijn oren zijn mijn sukses!"; Alexander
Pola: „Zij zijn groot en ik is klein."
Muzikale omlijsting: Harry Bannink.
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Si
Na tien jaar Farce Majeure is het
welletjes.
Pola: „Ja, dan is het wel afgelo
pen, denken weeen mens wil
ook wel eens wat anders doen. Aan
de formule wordt in principe vast
gehouden, maar er zijn in de loop
der jaren wel steeds dingen veran
derd.
Zonder tam tam!
Veranderingen worden niet altijd
opgemerkt door de tv-kritici. Zij wil
len bij de start van een nieuw sei
zoen weten wat er gaat veranderen!
Dit jaar viel het een kritikus op dat
we niet meer ,,Het is uit het leven
gegrepen" deden; we zijn daar al
twee jaar mee gestopt!"
Farce Majeure: een tussendoor
tje?
Pola. ,,Met Farce Majeure zijn we
véértien dagen bezig, een week
met schrijven en praten en een
week met filmen. In de eerste week
worden de kranten doorgenomen,
de onderwerpen uitgezocht en be
sloten welke onderwerpen we ne
men. Als we de kranten gaan door
nemen stellen we: hoe behandelen
we zo'n onderwerp, aan welke kant
staan we, hoe denken we erover, of
er ook een vormgeving voor te be
denken valtVaak is dat ook niet
zo, en dan valt het af."
In één van de novemberuitzen-
dingen zong Alexander Pola een
lied op de anti-zionisme-resolutie in
de UNO. Erg mooi, zeg ik.
Pola: ,,Ja, dat heb ik van meer
dere kanten te horen gekregen. We
staan volledig achter wat we doen;
er komt nooit iets op het scherm, of
we zijn het er allemaal over eens.
Ik hou me persoonlijk veel met dit
onderwerp bezig, ja.
Ik ben m'n hele leven zionist ge
weest het Jood-zijn is een deel
van je leven
Ran Fillekers en Pola zijn de
tekstaandragers (o a de liedjes)
van Farce Majeure.
Pola: ,,De vier liedjes die er inzit
ten worden elke vrijdag van de eer
ste week met muziek opgenomen.
De week daarop zoeken we play
backen bij de film. Voor de play
backs zoeken we plekjes uit, waar
het waait, regent, stormt
geen vervelen, ik werk er nog altijd
met veel plezier aan. Na tien jaar
gaan we wel iets anders doen; er
komt zeker weer een nieuw pro
gramma op het scherm.
Of we dat weer met z'n vijven
verwachtingen wil scheppen.
Pola heeft een dagtaak aan
Farce Majeure: ,,Dat geldt voor alle
vijfen mensen die iéts weten
van het vak. verbazen zich nog dat
je iedere veertien dagen zo'n pro
gramma op het scherm kan bren
gen!
De volksmond noemt Farce Ma
jeure een devote satire. Veelvuldig
valt het woord „christelijk".
Pola stelt zich daar sceptisch
tegenover ..Iets specifieks „chris
telijks" kan ik er niet aan vinden,
voor zover ik dat beoordelen kan
Lief9 Alleen voor mensen die niet
goed luisteren."
Een vergelijking met Hadimassa
kan daarom niet worden getrokken
Pola „Hadimassa werkte veel
meer met trend dan met feiten
Dan raak je op een gegeven mo
ment uitgekeken, konkludeer ik
„Ja", zegt Alexander Pola, „terwijl
de feiten blijven, vandaar dat wij er
nog steeds zijn. geloof ik.
Toch zijn we zeer bewust niet al
tijd vreselijk hard Het is wel zo in
Nederland, als je ergens tegen te
keer gaat, dat het publiek zich aan
de zijde schaart wéér je tegen te
keer gaat."
Nederland is een bemoeizuchtig
volkje' impliceer ik.
Pola: „Ook dat."
Intussen hebben Jan Fillekers en
Henk van der Horst zich aan ons
tafeltje gezet. Jan Fillekers maakt
direkt een afwerende beweging met
zijn hand, hij wil van geen interview
weten. Henk van der Horst is min
der afwerend.
Waar gaat zo'n kar nou heen9
informeer ik.
Pola: „We kiezen iets uit dat ver
band houdt met de aktualiteit. Vaak
worden we ook gevraagd. Laat ik
het zo zeggen: tijdens de Hoekse
en Kabeljauwse twisten hadden we
de donderdag daarop zeker bij de
sprong van Jan van Schaffelaar in
Barneveld gestaan." (Henk van der
Horst draagt bij: „Op het moment
dattie gaat springen, zou Fred zeg
gen. Hij hoopt altijd op iets spekta-
kulairs tijdens de opnamen."
Bij de opnamen blijkt heel wat te
worden afgelachen.
De samenwerking? doen, dat weet ik niet. maar we la-
Pola: „Die is uitstekend Die ten de tv in ieder geval niet een half
moet wel uitmuntend zijn an- uur zwart." Over een nieuw pro-
ders had je zo'n programma nooit gramma bewaart Pola een ernstig
kunnen volhouden. Het is ook nooit stilzwijgen, ook. omdat hij geen