Vier dagen Kerstmis ien kerstboom met een dubbele ster De levende kribbe De schriftgeleerde Kinderverhaal i s woensdag24december 1975 KERST 1975 jMMMMmtMMMmKÊmMBÊMMMMiumtaiMMm K n. f S Het leken wel stukjes vloeipapier, wit, zacht vlokkig papier, dat uit de grauwe lucht naar beneden dwar relde. Eerst verdwenen de vlokken zodra ze een takje of straatsteen raakten. Even later bleven ze lig gen. „Hoera, het sneeuwt! Kijk eens er ligt al een heleboel. Mam waar is de slee?" riep Carry. „En als het gaat vriezen kunnen we schaatsen", juichte zijn tweeling zusje Mary! Zover was het niet direkt, want voor het ijs sterk is, duurt wel even. Maar het was Kerstvakantie. Hoe ra! Sleeën en baantje glijden. Wat een feest! Op het plein midden in het dorp stond een grote kerst boom. Vol lichtjes en bovenin prijkte een prachtige ster. ,Als wij een kerstboom krijgen, dan wil ik die ster boven in de boom zetten", zei Carry. „Waarom jij," vroeg Mary. „Ik kan het net zo goed. Je moet heus niet denken, dat jij alles beter kunt omdat je een jongen bent. Verbeeld je maar niks. Poeh." ,Ach kind, ik zie jou al op dat wiebelende laddertje Je gilt al bij het idee alleen Hierbij, bij deze woordenwisse ling, bleef het voorlopig. Op een avond, vader was een beetje vroe ger thuis, mochten ze mee een kerstboom kopen. Nou, dat wilde de tweeling wel. Vooral, toen ze hoor den, dat ze met de slee zouden gaan. Heen mochten zij er allebei opzitten, terug moest de boom op de slee. Heerlijk was dat, samen op de slee In het donker, met een kring van licht van de lantaarnpalen in de sneeuw. Het kraakt zo leuk. Lekker ingepakt, laarzen aan, warme wan ten. vader groot en sterk voor de slee. Op de markt, waar in een hoek de kerstbomen lagen, zochten ze een mooie uit. Niet de allergrootste, maar ook lang niet de kleinste Hè. Het was al weer bijna Kerstmis. Op het plein voor de kerk waren tim merlieden weer bezig, net als an dere jaren het houten podium en de kerststal op te bouwen. Mieke had het ook gezien. Zij zou dit jaar voor het eerst meedoen in het spel, of eigenlijk waren het meer levende taferelen, die een zo goed mogelijke uitbeelding willen geven van de geboorte van Christus in de stal van Bethlehem. Ze had het al tijd prachtig gevonden om naar te kijken Het was zo helemaal echt, Maria en Jozef en er waren engelen en haar vader was meestal één van de schaapherders. Die schapen er bij. dat was ook zo leuk en de ezel, ieder jaar dezelfde want zoveel ezels waren er niet in het dorp Er waren niet eens erg veel inwoners, maar toch was hun levende kribbe altijd zo mooi, dat mensen tot ver uit de omtrek kwamen kijken in plaats van naar de grote steden zoals Gent en Brugge te gaan. Tot nu toe had de oudere zus van Mieke steeds de rol van Maria ge speeld, maar die was nu getrouwd en verhuisd, dus dat ging niet meer. Ze wist ook niet wie de anderen wa ren, die dit jaar mee zouden spelen. Ze had gehoord, dat Harm Smeeds ook mee zou doen. En dat was me een plaaggeest Die zat altijd vol grappen. Nou, en het was toch al zo n toer om stil naast de kribbe te zitten. Zal hij haar aan het lachen maken? Ze zou proberen, besloot Mieke, iemand anders te vinden, dan kon zij altijd nog met de engel tjes meedoen, dat viel niet zo op. Ondertussen gingen de voorbe reidingen door De costuums wer den nagekeken en opgeknapt De kribbe werd gemaakt. Er was al voor stro gezorgd De avond waarop het groepje dat meedeed, vergaderde, was aangebroken. Toen bleek, dat iedereen Mieke ei genlijk het meest geschikt vond voor de rol van Maria Ze was hele- K 1 m wat rook dat lekker. Hij werd op de slee gebonden. Mary trok de slee samen met pa en Carry liep achter en hield de boom daar vast. Maar hij bekogelde tegelijkertijd zijn zus en zijn vader met sneeuw ballen. Met gloeiende wangen en tintelende neuzen kwamen ze thuis. „Wat een mooie boom", zei moeder. „Hé, kijk nou eens, hij heeft een dubbele top Kijk maar!" En inderdaad, de top van de boom, die boven een kransje tak ken uitstak splitste zich in tweeén en zo staken twee takjes parmantig omhoog. „Een tweelingboom!" riep Carry. „We moeten ze maar bij elkaar bin den, anders kan er geen ster op", vond moeder. „Of afknippen", dacht vader. „Dat is eigenlijk jammer, het is heel leuk zo. zo'n tweelingboom", zei Mary. „Nee", zei moeder, „want dan gaan jullie nog kibbelen, waar de ster mag staan en wie het mag doen" „Laten we dan een piek ne men", vond Carry „Nee", dat wilde moeder niet. „In een kerstboom hoort een ster". „Of twee", vulde vader aan. „Nee, een dubbele en dan maken we die zelf van alumi niumfolie of van stevig zilverkar ton." Ja. ja, dat vonden ze allemaal een goed idee. Even later waren ze bezig met een passer om in een cirkel de plaats van de punten pre cies te kunnen bepalen. „Hoeveel punten?" vroeg vader. „Vijf', ant- woorde moeder. „Dat is traditie, de vijfpuntige ster van Bethlehem heeft sinds de geboorte van Chris tus de plaats ingenomen van de zespuntige Davidsster. Die ster symboliseert lichaam, hoofd, ar men en benen. En eigenlijk horen de zilveren slingers van de ster uit naar beneden te vallen, als sym bool van de lichtstralen." En zo gebeurde het. i 1 1 «f Si Si S I Zij kenden elke letter van de Wet en ieder woord van Israels profeten en in de synagogen neergezeten verklaarden zij de schriften nauwgezet. Zij wisten, hoe van oudsher was beloofd, dat eenmaal de Verlosser zou verschijnen en alle nood en zonde doen verdwijnen Ze kenden al die teksten uit hun hoofd Ze wisten 't wóór en hóe der profetie; in Bethlehem zou Hij worden geboren, door God tot Vorst des Vredes uitverkoren; het fundament van hun theologie. En toen de Wijzen uit het verre land de nieuw geboren Koning kwamen zoeken, vertelden zij hun uit de heilige boeken en duidden hun de richting met hun hand. Daarna gingen ze alleen weer naar bed en bestudeerden verder de profeten en in de synagogen neergezeten predikten zij de profetie en Wet Herders en vreemdelingen zagen 't Kind, de Vredevorst, gewonden in de doeken. De theologen doken in hun boeken om daar het antwoord op de vraag te zoeken dat slechts degeen, die knielt in ootmoed, vindt. Sdat slechts degeen, die knielt in ootmoed, vinot. maal het type met haar lange blonde haren. De drie Wijzen waren het er nog niet over eens. wie van hen de Moorse Koning Melchior zou zijn. Maar dat moesten Kasper, Balthasar en hij zelf maar uitmaken. „Ik wil wel Melchior zijn, in plaats van Jozef" riep Harm. „Als je er dan maar niet een soort zwarte Piet van maakt", riep één van de anderen. „Nee," beloofde Harm, „Ik zal het allemaal heel plechtig spelen". Hij liep met grote passen heen en weer, om te laten zien, dat het hem ernst was. Ondertussen gaf hij Mieke een knipoog. Mieke bloosde een beetje. Toch wel een aardige jongen, dacht ze. Ze vond het al een hele geruststel ling, dat hij niet als Jozef steeds in haar nabijheid zou zijn. Nadat ze de kerstliederen, over koningen en herders hadden gerepeteerd, die ze aan het eind zouden zingen, ging iedereen naar huis. „Ik heb die zwarte koning gekozen", lachte Harm, terwijl hij met Mieke mee naar huis liep, „omdat ik me achter zo'n vermomming een beetje beter op mijn gemak voel." „Nou, ik dacht dat jij anders geen last had van verlegenheid," gie chelde Mieke. „Plankenkoorts, dat heeft iedereen wel een beetje Zelfs de grootste akteurs zijn zenuw achtig voor ze moeten optreden. En je kunt het geloven of niet, maar het zingen vind ik nog moeilijker." Mieke zuchtte eens diep „Ja, nu je het zegtEn zij dacht, een ander heeft het dus ook. En daarom zag zij er nu veel minder tegenop. „Zwemmen", hoorde zij zeggen. „Hé. loop je te dromen? We gaan vanmiddag met een heel stel uit de klas naar de overdekte. Ga je ook mee?" vroeg Harm „Ja leuk", lachte Mieke Toen ze thuis eerst nog haar costuum opstreek, stond ze te neunën en ze was verbaasd, dat ze zich zo blij en opgelucht voelde. Het wordt vast en zeker een vrolijke kerst. door Gerton van Wageningen Velen zullen het dit jaar wel zó ervaren: Kerstmis duurt vier dagen. Donderdag vrij, vrijdag vrij. zaterdag vrij en zondag vrij (politieagen ten, treinpersoneel, journalisten, artsen, winkelpersoneel en nog een paar categorieën uit de „continubedrijven" natuurlijk uitgezonderd). Maar voor de overigen kunnen die vier aaneengesloten vrije dagen een voorproefje zijn van wat John Ward Pearson, een Amerikaan, bepleit in zijn boek De achtdaagse week - The eight day week. Een achtdaagse week - dat klinkt op het eerste gehoor als een grote stap terug ten opzichte van wat we nu gewend zijn. Wij, dat wil zeggen: de meesten van ons, denken tegenwoordig in termen van vijfdaagse weken. Maar dan bedoelen we: vijf werkdagen. En er is hier en daar zelfs al sprake van een vierdaagse werkweek; er zijn b.v. in Amerika momen teel zo'n 200.000 mensen die nog maar vier dagen per week werken. Maar ze moeten dan op die werkdagen wel tien uur werken; daarna zijn ze vrij ófwel van vrijdag tot en met zondag ófwel van zaterdag tot en met maandag. Invloed op woon werkverkeer Maar Pearson bedoelt met de ti tel van zijn boek dan ook niet een achtdaagse werkweek. De term be tekent bij hem: een week waarin vier dagen wordt gewerkt en waarin men de volgende vier dagen vrij is. Ook bij hem zou een werkdag tien uren moeten tellen Hij betoogt dat je op die manier per jaar niet meer werkuren maakt dan bij een vijfdaagse week van acht werkuren per dag en dat klopt; vijfmaal acht is evenveel als vier maal tien. Maar in de week van Pearson werkt niet iedereen op dezelfde da gen. Hij verdeelt de beroepsbevol king in acht groepen, acht ploegen, zouden we kunnen zeggen. Ploeg nummer één werkt op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag, nummer twee op dinsdag, woens dag, donderdag en vrijdag, de derde begint op woensdag en ein digt op zaterdag - enzovoort. Het resultaat daarvan is, dat op elk willekeurig moment elke ploeg in de weer is met zes andere tegelijk en maar met één ploeg niet (name lijk die, waarvan de vier vrije dagen precies samenvallen met de vier dagen van die ene werkende ploeg). Nu komt er organisatorisch nogal het een en ander bij kijken om de zaak rond te krijgen, dat geeft Pear son zelf ook toe. Maar volgens hem zijn er ook grote voordelen aan het systeem verbonden. Eén daarvan is een grote verbe tering in de dagelijkse vervoer- misère in de grote steden; de drukte van het woon-werk-verkeer zou met ongeveer de helft worden te ruggebracht, zo berekent hij. Verder wordt het industriële ma chinepark continu gebruikt - er is immers geen sprake van „leegloop" - en bovendien krijgen de deelnemers aan dit systeem meer tijd voor recreatie en voor wat met een Franse term éducation permanente heet: de voortdurende bijscholing die we allemaal nodig hebben om de snelle, vooral tech nologische ontwikkelingen in de maatschappij bij te houden. Niet altijd mogelijk Nu is het idee van Pearson na tuurlijk vooral interessant voor de grote massa van wat ik maar met een onvriendelijk klinkend woord loonslaven zal noemen. Zo'n acht daagse week, waarvan gedurende vier dagen slechts hoeft te worden gewerkt kan voor die mensen, met het nodige passen en meten, wor den ingevoerd. Maar hoe moet dat dan b.v. met een leraar aan een middelbare school, met een jonge advocaat met maar één secretaresse, met een zelfstandig journalist die op vaste dagen radiocauserieën moet houden, met een kleine winkelier met maar één of twee man perso neel. met een veehouder die het melken van zijn koeien geen vier dagen kan overslaan? En ook: met de grote baas van een omvangrijk bedrijf? Die zal, als hij enig gevoel voor verantwoordelijkheid (lees: hart voor zijn zaak) heeft, die zaak niet telkens vier dagen achtereen in de steek kunnen laten - en zelfs niet eens willen laten. Het antwoord dat Pearson op dit soort vragen geeft komt eigenlijk hierop neer: de beoefenaar van een vrij beroep is ook nu al niet altijd vrij wanneer andere mensen het wel zijn; die moet het dus na invoering van de achtdaagse week ook maar zelf zien uit te zoeken. Aardig ge zegd, maar hoe loopt het in de prak tijk? En dan nog een belangrijke vraag, vooral te stellen namens de genen die hechten aan wat zij als goddelijke voorschriften zien. Het plan van Pearson zal waarschijnlijk - als het ooit bij de Verenigde Naties zou worden ingediend - te maken krijgen met hetzelfde soort verzet dat indertijd is aangetekend tegen de hervorming van de kalender. Religieuze bezwaren Die hervorming werd voorgesteld in een plan om elk kwartaal van het jaar een gelijk aantal dagen te ge ven, namelijk 91leder kwartaal zou dan beginnen op een zondag en eindigen op een zaterdag; en het zou bestaan uit maanden van res pectievelijk 3130 en 30 dagen En omdat vier maal 91 gelijk is aan 364, zou er aan het eind van het jaar een ongedateerde („blanco") oudejaarsdag worden ingelast, dus tussen de laatste zaterdag van het oude en de eerste zondag van het nieuwe jaar. In schrikkeljaren zou eenzelfde blanco dag worden toegevoegd aan de maand juni; die dag zou dan volgen op zaterdag de dertigste juni en voorafgaan aan zondag de eer ste juli en zelf geen datum hebben Zuiver kalender-technisch zat dat plan ideaal in elkaar. We zou den verlost zijn van het verschijn sel. dat bijvoobeeld de vijftiende ok tober ieder jaar weer op een andere weekdag zou vallen, de administra tie van salarissen zou aanzienlijk kunnen worden vereenvoudigd (we verdienen nu in maart per dag min der dan in februari) en zo is er nog een aantal voordelen te noemen - maar de wereld wilde er niet aan. Oorzaak, het verzet van reli gieuze kant Miljarden mensen op aarde zijn gelovig en willen vast houden aan de zevendaagse week, die ze beschouwen als een godde lijk gebod, inclusief de voorge schreven rustdag. Maar dat zevendaagse ritme (tamelijk nauwkeurig gedirigeerd door de schijngestalten van het hemellichaam maan!) wordt ver stoord door plannen zoals die van Pearson en van de vroegere kalen derhervormers Grote groepen van mensen willen dat niet. Daarom moeten we de „vier vrije dagen van Kerstmis '75" maar blijven zien als een buitenkansje.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1975 | | pagina 47