Het onderwijs in Leusden „Het zou verkeerd zijn om de kinderen te stimuleren tot prestaties Dm de prestaties zelf" Nieuwjaars-receptie Antilopen Venema, hoofd Gereformeerde school „MODERNISERING VAN HET ONDERWIJS MAG GEEN AFZETTEN ZIJN TEGEN WAT VROEGER GEDAAN IS" OMDERDAG 8 JANUARI 1976 LEUSDER KRANT - INTERVIEW gesprekken met hoofden der scholen LEUSDEN/CENTRUM - Achter de Isint Ansfridusstichting te Leusden- 1 centrum staat de Gereformeerde School, iraarvao de heer L. Venema hoofd is. I .;Deze school is opgericht op initia- [tief van ouders, behorend tot de Ge- I reformeerde Kerk Vrijgemaakt, die Ide Vereniging voor Gereformeerd On- Iderwijs te Leusden stichtten. Nu kunt u vragen, waarom passen deze ouders zich niet in in de Protes- Itants Christelijke scholen, die er in I Leusden aanwezig zijn? De heer Venema geeft hierop het I volgende antwoord. gt,Omdat het leven één is. Het leven van alle dag staat niet los van de kerk Gods Woord bepaalt het Wat ons wordt onderwezen in de kerk, passen wij ook toe in het onderwijs. Daar de nieuwe theologie geen waarborg geeft, dat Gods Woord voor onfeilbaar wordt gehouden, gein- spireerd door de Heilige Geest er daar in het algemeen onderwijs de in vloed van deze theologie merkbaar is, passen wij niet in de bestaande Chris telijke scholen. In de opvoeding van onze kinderen, zoals de Here dat wil mogen wij geen compromis sluiten". jDe heer Venema bedoelt dit niet als een oordeel over personen |„lk heb óók onderwijzers op Protes tants Christelijke scholen ontmoet, die goede Bijbellessen gaven Het gaat om de geaardheid van het hele onderwijs, want de ouders hebben bij de doop van hun kinderen beloofd hen te zullen onderwijzen en doen on derwijzen in de leer van de Bijbel. Dat is de kern, waar alles om draait". Het karakter van zijn school wordt door de heer Venema aldus beschre- ,,Deze school is geen kerkelijke of kerkistische school. Dit is wél een school, die voortkomt uit de kerk De schoolvereniging bestaat immers uit leden van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt. Maar ook kinderen uit andere kerkgenootschappen gaan hier op school, omdat hun ouders uitgaan van het onfeilbare Woord van God, zoals de kerk dat naspreekt in de ,,drie formulieren van enigheid" De kerk is uiteraard wèl belangrijk. De ouders moeten de ernst accep teren van deze signatuur. Zij moe ten achter het onderwijs staan. Daar om wordt dat met de ouders dóórge sproken, zodat zij doelbewust hun keu ze kunnen doen. Want dit standpunt komt niet alleen uit in het zingen van een psalm of in het vertellen -.an de Bijbelse geschie denis, maar het doortrekt alles Het doortrekt de geschiedenis, de aard rijkskunde, de biologie, de natuurkunde Ook is de didaktische begeleiding anders Dit betekent niet, dat wij ons qua didaktiek volkomen geisoleerd op stellen. Er wordt goede nota genomen, van alles wat er, ook buiten onze kring verschijnt, en het goede passen we zeker, als het mogelijk is, in ons onderwijs in". ,,Kunt u nader toelichten wat u*on- der die andere didaktische begelei ding verstaat?" „Eén van de dingen, die voorop staan in ons onderwijs is, dat wij zo veel mogelijk individueel willen wer ken Niet vanwege het kind, maar om dat de Here elk kind gemaakt heeft, zoals het in Zijn wijsheid goed was. Wij mogen ons vanwege het zwakke kind niet afzetten tegen het sterke ijver het meest naar voren. Beter willen zijn dan een ander, lijkt soms ijver. We moeten leren, dat de één de ander nodig heeft. Dat de eén hoogstens anders is dan de ander. Daar ligt óók in, dat men nooit één kind kan prijzen om zijn gaven. (Lucas 14), We hebben alleen gedaan, wat de Here van ons vroeg. Nederigheid is. erg moeilijk Als je getrouw bent aan de Here, moet je nederig zijn. Het is alles van Hem en tot Hem Dat is één van de moei lijkste dingen, die je moet leren. Getrouw leren zijn is óók moeilijk. Als je afhankelijk bent van God, heb je geen praatjes meer". „Mag je een kind, naar uw mening helemaal niet prijzen „Waardering is noodzaak. Een kind moet weten wat het kan en wat het niet kan. Je moet eerlijk en reeel zijn. Irreeel is: Jan is slecht, en uit medelijden moet hij dan maar een vol doende hebben. Maar ook is het ir reeel om het kind, als het getrouw heeft gewerkt, steeds een onvoldoende te geven. We hebben de klassen in dneen ver deeld. De middengroep is „de klas". Daar beneden zijn de leerlingen, die Ook omgekeerd niet. Zoals de kin deren zijn, zo is het goed We wil len een kind niet persé veranderen. Als het kind van nature draaierig is, dan moet ik hem niet persé perma nent recht laten zitten. Dat wil ech ter niet zeggen, dat ik alles maar zijn loop laat gaan WIJ ZIJN FOUT, ALS HET KIND ONS IRRITEERT Wij zijn fout, als het kind ons ir riteert. We moeten het kind accep teren, zoals het kind is. We moeten eikaars zwakte verdra gen. Het kind moet ook óns kunnen verdragen. De Bijbel leert, dat je met de zwakke rekening houdt, en dat je de zwakke met dubbele eer bekleedt Doordat wij er zó tegenover staan, dat ieder kind zijn eigen gaven heeft gekregen, moet elk kind Gods gaven zó ontwikkelen, dat die gaven optimaal voor het Koninkrijk Gods gebruikt kun nen worden. Als je meer talenten hebt, zul je daar méér mee moeten doen. (Gelij kenis van de talenten, Mattheus 25)". „Kunt u ook nader preciseren hoe u die optimale ontwikkeling der ta lenten bedoelt?" „Dit optimale ontwikkelen is niet in materiele zin bedoeld, om zo hoog mo gelijk geplaatst te worden bij het ver volgonderwijs. GETROUW ZIJN AAN DE OP DRACHT, DIE DE HERE GEEFT Dit komt voort uit het getrouw moeten zijn aan de opdracht, die de Here aan elk kind geeft. Deze getrouwheid is te onderscheiden van ijver. IJver kan ge- moeilijker leren Daarboven de begaaf den. In deze drie groepen waarderen we: onvoldoende^ voldoende en goed. Een zwakke leerling, die getrouw zijn werk doet, kèn goed zijn Op zijn niveau. Een intelligente leerling kan onvol doende staan, omdat hij niet datgene heeft gedaan, wat hij möest en kón doen. We moeten een begaafde leerling ook leren werken. Hij moet zijn gaven ge bruiken. De zwakke leerling moet zijn beperkte gaven goed gebruiken, en dan is het goed. WERKEN MET DE NIVEUA'S A, B EN C In de klassen werken wij met de niveau's A. B eq C. B. is de gewone „klas". Die krijgt'een gemeenschap pelijke taak, en die taak wordt ge meenschappelijk uitgelegd. De moei lijk lerende kinderen krijgen afzon derlijk werk De begaafde leerling kri jgt materiaal in handen, waarmee hij zélf verder kan. Hij moet zélf ontdekken, waardoor hij zijn denkvermogen akti- veert. De „klas" krijgt hoogstens voor twee dagen een taak Deminder goed leren de kinderen krijgen enkele opgaven De begaafde leerling zal zelfstandig moeten leren werken. Hij moet doen wat hij kan zijn taak is onbeperkt. Geheel individueel onderwijs is het mooiste, maar het is natuurlijk on mogelijk dit te"realiseren Als elk kind afzonderlijk instruktie zou krij gen, zou dat per les neerkomen op één minuut uitleg van reken- of taal werk. „Moderniseren van het onderwijs mag geen afzetten zijn tegen wat vroe ger gedaan is. Ik heb groot respekt voor bijvoorbeeld Jan Ligthart, die met beperkte middelen zo veel heeft gepresteerd In het oude zat veel goeds. Het zou heel erg zijn gis wij door de goede neonverlichting in onze klassen de schemeruurtjes van onze oude school zouden vergeten Vroeger waren de onderwijzers ner gens geweest, maar als ze vertelden, kon je ze op de voet volgen in de Sahara. Tegenwoordig kun je alles vin den in het documentatiecentrum. Er zijn veel mogelijkheden voor geschie denis, aardrijkskunde enzovoorts met onze dia's en stempels. Maar het zou jammer zijn, dat daardoor een verza kelijking zou optreden, en de feiten en feitjes, die we nu niet meer in zo gro ten getale aanleren, na allerlei tech nische mogelijkheden door een ach terdeur weer binnenkwamen Wij moeten ons bezinnen opdat de vertelling niet verdwijnt. Het onderwijs moet geen verzame ling van feitelijkheden zijn Het onder wijs moet levend blijven. Dat is óók in het nü staan. De krant kuq je naar het gymnasium. Nee, er komt méér voor kijken. Het ene kind kan het andere helpen in bepaalde vak ken, en omgekeerd". ;,U zet hiermee vanuit uw zienswijze een vraagteken bij de prestatieslag van tegenwoordig HET ZOU VERKEERD ZIJN OM DE KINDEREN TE STIMULEREN TOT GROTERE PRESTATIES OM DE PRESTATIES ZELF „Het zou verkeerd zijn om de kin deren te stimuleren tot grotere pres taties om de prestaties zelf. Eerzucht zit in een ieder van ons Ieder wil wel graag een tien Ieder wil wel graag een bungalow. Ieder wil wel graag een grote auto Als waardering, becijfering, het ge volg heeft, dat een kind gaat pronken met zichzelf, dan mist het het juiste doel. Het rapport zou op die manier een pasfoto worden: dat ben ik nouMet zo'n rapport zou je zó de grens over kunnen „Ziet u nostalgisch om naar de „oude" vormen van het onderwijs?" I LUISTEREN i Wij houden ons aan het vijfde gebod en wat de catechismus daar over zegt. Gezag is niet overheersend. Het rech te gezag is dienend Gehoorzaam aan het gezag is niet slaafs navolgen, maar uit respekt handelen. Respekt niet voor de persoon, maar voor het gezag. Het gezag is gegeven door God. Wij zijn door God boven de kinderen ge steld De kinderen zullen ook met onze zwakheden rekening moeten houden. Bij gezag wordt vaak gedacht aan iets dominants. Het gezag wordt goed beoefend, als de onderwijzer erkent, dat hij iets verkeerds heeft gedaan, wanneer dat zo is. Je hebt het gezag van God gekregen, en je bent er klein in". „Mogen we nog even, tot besluit terugkomen op de didaktiek en het individualiseren Welke leermiddelen gebruikt u hiervoor „Onze didaktiek gaat uit van, een algemeen stramien, het boekje, met mm takjes vanuit weidingsmogelijkheden, P? is een belangrijk leermiddel, en vanuit de krant is het mogelijk, dat er een band wordt gelegd met vroeger, en dat de leerlingen gericht worden op de toekomst Het onderwijs moet niet alleen op gaan in mondiale problemen, maar moet óók voortkomen uit de direkte omgeving van bet kind Als je niet over een hert hebt ver teld, moet je niet over een olifant praten Éérst komt de boterbloem in de weide, en dan pas de orchidee in het Amazonegebied HE MOET EERST ^RfcNXUIS Van (ie leerlingen moet niet ge- vraagd worden ov?r zaken te praten, die hun helemaal onbekend zijn. De leerling moet eerst leren luisteren, moet eerst weten waar het om gaat De taak van de onderwijzer is door vettellen de leerlingen informatie te verschaffen Daarna mag de leerling zélf iets gaan onderzoeken. Dan pas kun je ko men tot een klassegesprek Je kunt wèl met de leerlingen pra ten over gymnastiek Dat is hun we reldje. Daar weten ze iets vanaf. Maar wil je het hebben over Canada, dan moe ten ze daarover eerst iets gelezen hebben Eerder kunnen ze daar niet over méé-praten NatuurWjk«és het wèl zo, dat niet alleen dé meester hét weet. Er zijn kinderen, óie tien keer in Spanje zijn •geweest Ik ben er nog nooit ge weest Als je méé wilt praten over het milieu, zeg ik „Lees dat en dat éérst maar eens". De onderwijzer is dan ook geen be geleider. maar is in de eerste plaats leider, iemand die gezag heeft, en boven de kinderen staat Het gezag staat bij ons hóóg aange schreven. Het gezag is gegrond op de Bijbel (Romeinen 13). zodat iedere leerling de stof op zijn eigen wijze kan verwerken. Je hebt kinderen, die moeten de stof in de hand hebben. Die moeten met concreet materiaal werken. An dere kinderen houden juist van het abstrakt gestelde Het is een sparre- boom met een dikke stam, met aller lei takken daaraan. Sommige kinde ren leren langs een omweg. Het individualiseren moet niet op gaan in „zwemmen". Het individualise ren krijgt zijn stevigheid door instruk tie- en oefenlessen Die ïnstruktie- lessen bevatten de stof van een bepaald onderdeel van de leerstof Het zijn meestal technische problemen. Die instruktiestof wordt klassikaal gegeven, en wordt geleerd door vóór- en na-doen. Daarop wordt de stof geoefend tij dens de oefenlessen, waarvoor speci ale stencils gebruikt worden. Verder worden veel spelletjes ge bruikt om de kinderen zelf te laten zoeken naar een oplossing Het spel letje biedt de mogelijkheid tot varia tie, waardoor niet gevraagd wordt naar één oplossing er. We krijgen een leermiddelendepot in de centrale hal, waar de kinderen" alles kunnen vinden, gebruiken én weer opbergen". Bij de rondgang door de school, die ja voorlopig nog bestaat uit drie nood- lokalen op het terrein van de Ansfri- dusstichting toont de heer Venema en- j kele van de door de leerkrachten en?e' ouders gemaakte speel- en leermid delen. De hartewens van de heer Venema voor het nieuwe jaar: de realisering van een eigen nieuw schoolgebouw in Leusden. ;r ANCO MALI GEKOZEN VOOR INDIVIDUA LISEREND ONDERWIJS Daarom hebben wij gekozen voor het individualiserend onderwijs. De ene groep mag niet boven een andere groep bevoorrecht worden. De aandacht voor begaafde of zwakke leer lingen mag niet zo groot zijn, dat de andere leerlingen tekort zouden komen. Ook krijg je te maken met de be langrijkheid van de vakken Als je maar kunt rekenen, en goed bent in taal.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1976 | | pagina 9