HILIlïlJ JOURNAAL
^ngst voor hoogbouw
n Leusden
daarom eigenlijk?
over
eendjes gesproken
van het
coördinatietearri
I
0
ieperkte hoogbouw draagt bij tot herkenbaarheid van het centrum
Hoogtepunten
Angst
S'
(omitér^ilieuzorqi
■neusden
B
U doet toch óók mee?ï
')i
Laatste nieuws 2e fasee„
WOENSDAG 14 JANUARI 1976
e gemeenteraad maakt zich zorgen...
wel over de „hoogbouw" in de
✓eede fase. Je vraagt je af of er geen
iken in dat bestemmingsplan zijn die
éér zorgen baren. Maar nee, men kib-
;lt over goothoogten van 17 meter en
ndl dat dan hoog! Wat is hoog?
Mi peuter vindt een tafel hoog, omdat
'j dan met bij de schaar kan Een Leus
maar vindt de silo van de fa. v. d. Berg
iiog. ofschoon die makkelijk twee keer
de hal van het World Trade Centre in
ew York kan, en dat gebouw is hoog!
)fschoon als je erover heen vliegt...)
:n springplank van 3 meter in het
wembad, een kast die je niet af kunt
loffen, een raam dat je niet tot boven
in toe kunt lappen, een verkeersd-
impel van 25 cm waar je met 50 km/h
verheen wilt rijden: allemaal „hoog".
wen en ze qua vormgeving weinig of
niet te verzorgen onze buitenwijken
ontsieren. Daar denken we aan als we
onze neus optrekken en menen dat die
gebouwen in Leusden niet thuis horen.
Terecht.
Maar is „hoog" wel zo hoog en daar
naast ook zo lelijk? Zowel in binnen- als
buitenland zijn veel voorbeelden aan te
wijzen waarbij hogere gebouwen zo
aantrekkelijk zijn, dat ze zich heel ge
makkelijk voegen in kleinschalige bin
nensteden of in landschappen. De
vormgeving ook wel architektuur ge
noemd, is daarbij van wezenlijk belang.
De situering van die hoogbouw is even
eens wezenlijk.
Een ieder ziet in, dat het bijzonder on
plezierig is, als alle 124 overburen je
kunnen zien zonnebaden in je tuin, iets
en woning met twee verdiepingen heet
laagbouw", maar je zult in geval van
'rand maar van die tweede verdieping
aar beneden moeten springen! Hoog.
'latgebouwen in drie of vier lagen wor-
len „middelhoge" gebouwen genoemd.
4en hoefde in zulke flats geen liften te
louwen (liftgrens was daarbij 11 me
er), dus zijn ze in onze steden veel ge
naakt. Niet hoog, dus.
loogbouw begint daarboven (6 tot 22
'erdiepingen). Bijna al onze grote ste
len hebben gebouwen, die voorname-
ijk door er meer achter elkaar te bou-
-
dat m onze Nederlandse steden her
haaldelijk voorkomt.
Als men de stadsgezichten bekijkt,
voordat er na de 2e wereldoorlog
nieuwe uitbreidingen zijn gebouwd,
dan is in de meeste gevallen te herken
nen om welke stad het gaat, aan de
vorm van torens, kerkgebouwen, stad
huizen. dus de „grote" gebouwen. Die
„herkenbaarheid" was voor de bewo
ners erg belangrijk, ze voelden er zich
thuis. Als men nu een stad nadert is die
herkenbaarheid afwezig; het zijn de
schermen hoogbouw die het beeld weg
vagen. Er rondrijdend, verdwaalt men.
Maar met alleen bij uitbreidingen met
hoogbouw, ook laagbouw heeft het
zelfde effekt. Zelfs in Leusden moet je
nu stoplichten tellen of kaarten ophan
gen, anders kan een vreemde je huis niet
vinden. Ook de kinderen hebben geen
aanknopingspunt en ineens is er dan:
aan de rechterhand een graansilo of
links een rijtje bomen. In een Ameri
kaans blad stond een getekend grapje:
Een dame in een wijk vol eensgezins
huizen, die sprekend op elkaar lijken,
vraagt aan een agent. „Ik ben mevrouw
Jansen, kunt u me ook zeggen waar ik
woon7" Een typisch probleem van onze
tijd met z'n grote getallen, z'n eentonig
heid.
Leusden is niet bepaald een dorp met
een heldere struktuur. D^ diverge
woonwijken hangen als los zand aan el
kaar. De stedebouwkundigen hebben
dat nu ingezien en derhalve de konklu-
sie getrokken dat een duidelijk, herken
baar hart weer een bindingselement kan
vormen. Een centrum van het dorp, niet
meer een grote kerk, maar een ander
aksent, vanuit de verte zichtbaar, waar
zich een stuk werken, ontspannen,
openbaar leven afspeelt. Een hart met
een eigen vorm, waar je je thuis voelt,
datje herkent met een menselijke schaal
(kleinschalig). Dat sluit hoogbouw niet
uit, dat houdt het zelfs in. In hoogte
langzaam afnemend naar de
laagbouw-wijkjes erom heen kan het
centrum een verbindingselement zijn
tussen de nu los van elkaar gesitueerde
wijken. Je hoeft dus niet te zoeken, het
is duidelijk zichtbaar Je bent in Leus
den en niet in Purmerend of Zoetermeer
of Nieuwegein.
Tenslotte is er de mogelijkheid gescha
pen een spanningsveld te kreëren tussen
het wat dichter op elkaar gebouwde,
knusse, beschutte centrum met wat
nauwere straatjes, pleintjes, hogere be
bouwing en de laagbouwwijken met
groenvlakken en grotere tussenruimte.
Heeft u zich wel eens afgevraagd
waarom dorpjes, met een brink, een
kerk, wat winkeltjes en nauwe straatjes
en de daaromheen gegroepeerde, ver
der uit elkaar gelegen boerenhofsteden,
zo gezellig en knus zijn? (Vgl. bijvoor
beeld Honthorst in, Gelderland!)
9 'Kil
j* 9VQ
De autochtone bevolking van Leusden
(Hamersveld) heeft zich verzet tegen de
nieuwbouw en de nieuwkomers. Ze za
gen hun agrarische milieu verdwijnen,
er betonblokken en stadsmensen voor
in de plaats komen en ze hadden gelijk.
Desalteniettemin zijn de nieuwkomers
er toch gekomen; ze zijn neergestreken
in het landelijke rustieke en rustige
Leusden.
Op hun beurt vrezen ze aantasting van
hun milieu door de komst van ander
soortige bewoners en stedelijke bebou
wing. Op zichzelf begrijpelijk maar so
ciaal gezien niet juist. Een intensief cen
trum met een konsentratie van funkties
zoals wonen, werken, ontspannen,
overheid, levert niet alleen een grotere
betrokkenheid bij de woonplek, het
voorkomt ook verdere aantasting van
het landelijke gebied doordat de funk
ties, welke ook in ekonomisch opzicht
voor Leusden van belang zijn, meer
bouwgrond behoeven. Het milieu in de
woonwijken wordt daarbij in 't geheel
met aangetast.
Veel hangt af van het kunstenaarschap
van stedebouwers en architecten. In
Leusden ligt een unieke kans van het
centrum het bindmiddel te maken waar
het zo'n behoefte aan heeft Of die kans
gegrepen en begrepen wordt, laat daar
de gemeenteraad zich zorgen over ma
ken: die zijn terecht.
Middels het CML hebben Leusdenaren
zich kunnen bemoeien met de plannen
voor de 2e fase; deze plannen hebben
hierdoor een mate van volwassenheid
gekregen die zeer positief te waarderen
Het is nu aan het gemeentebestuur een
duidelijk beleid daarop te enten.
Rob Nord.
HET
bestaat uit burgers van Leusden,
mensen aan wie de leefbaarheid van eigen woonplaats ter harte gaat.
Dat doen ze door lid te worden van een van de WERKGROEPEN:
BESTEMMINGSPLANNEN
MILIEU-EDUCATIE
MILIEU-ZORG
VOORLICHTING
WAT DOEN DEZE WERKGROEPEN?
t WERKGROEP BESTEMMINGSPLANNEN:
geeft het gemeentebestuur weldoordachte adviezen over alle aspek-
ten die te maken hebben met de uitbreiding van Leusden-C. (wegen,
woningen, winkels, werkgelegenheid enz. enz.).
WERKGROEP MILIEU-EDUCATIE:
probeert samen met de scholen de kinderen milieu-bewust op te
voeden (o.a. door lesbrieven, bosexcursies en dergelijke)
y WERKGROEP MILIEU-ZORG:
de werkzaamheden omvatten voornamelijk de „dagelijkse" milieu
zaken (huisvuil, schone straten, water enz. enz.).
t WERKGROEP VOORLICHTING:
geeft eenmaal per maand het Milieu-Journaal uit.
DAARIN KAN IEDERE LEUSDENAAR AL ZIJN OPMERKINGEN
OVER HET MILIEU SPUIEN.
Verder komen in dit blad de andere werkgroepen aan het woord over hun
werk.
De gemeente verleent in ruime mate medewerking op velerlei gebied.
ZET U ZICH OOK IN VOOR DEZE GOEDE ZAAK
NIET ALLEEN IN UW EIGEN BELANG, MAAR ZEKER IN HET BE
LANG VAN UW KINDEREN.
HELP MEE!
DENK MEE!
GEEF U OP VOOR EEN WERKGROEP!
telefoon:
03496-1219 Edith Boerma
03496-1247 toestel 116 heer Polak.
VOOR IEDEREEN IS WERK AAN DE WINKEL!
J >OOOOOOOOOOOOOQOQOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOO
„Schattig die eendjes?
meneer schei uit Vetgemeste veelvraten
zijn het. Die stumpers kunnen er ook
niets aan doen. Op maandag is het het
ergst. Hele broden, nog in de
verpakking, krijgen ze. En maar
proppen Ik heb wel eens over ganzen
gelezen. Daar wordt een trechtertje bij
in hun snavel gestoken. En daar wordt
dan het voedsel ingestampt. Dan zetten
de levers uit. Nou, daar lijkt het op.
U had het hier na de feestdagen eens
moeten zien. Stapels Oud brood.
Genoeg voor een jaar lang wentelteefjes
toe. Een plastic zakjes, papiertjes,
doosjes. Troep. Want dat eten ze
natuurlijk niet op. Dat ligt daar maar te
verwaaien. Kijk, daar plakt weer wat
tegen mijn voordeur. En die beesten
raken zo laveloos vol. Als er een auto
aankomt, kunnen ze nauwelijks
wegwaggelen. Laat staan wegvbegen.
En er komen er steeds meer bij. In de
natuur zullen ze nog wel eens
afgeschoten worden. Maar ik begrijp
best dat je hier niet met geweertjes kan
gaan staan zwaaien.
Kijk, ik ben nog van voor de
hongerwinter. Dus het doet me pijn
wanneer ik eten moet weggooien. Maar
ik doe het liever dan dat ik die arme
diertjes broodindigestie bezorg of de
ratten voer, want die komen er ook op
af. Ik koop trouwens nooit te veel.
En weet u wat ik nou zo jammer vind?
Gezellig met mijn kleinkinderen de
eendjes voeren is er niet meer bij. Nee,
het zijn de vuilnisbakken van Leusdens
overvloed Daar ga je toch niks
ingooien? Ik lust ook geen eend meer.
Wandelende King Corn verpakking.
Bah".
Marijke Walta.
i 1 v>* .1 -
s, v,-
4 va-
- v 'r: v -
;r v
- Vf -
v,
Vv'ï. v
-a.- 4
v.'
-rt&i I
lim
trio
Ge
and
ire
Uil
isa
nd,
>or
ooi
itei
Dl!
mi
mi
riji
in
tar
re<
?ef
•er
n f
Or
nt<
s
él
ie
iL
12
•r
Leusden groeit. Waarschijnlijk tot een
inwonertal van 28.500 zo rond 1985,
hetgeen betekent, dat er circa 3.000
woningen moeten worden gebouwd.
Het gebied waar deze woningen zullen
worden gebouwd is het gebied ten
zuiden van de bestaande bebouwing
van de kern Leusden-centrum en wel
tussen de Bavoortseweg en het
Valleikanaal. Door deze uitbreiding
zullen de mensen in de huidige kern
Leusden-centrum wellicht in hun
belangen worden getroffen. Immers het
is hun woongebied, woonmili^u,
uitzicht enz. waarover het hier gaat. Het
is daarom van het grootste belang, dat
die mensen de gelegenheid wordt
geboden om van deze plannen,
bestemmingsplan genoemd, kennis te
nemen.
Tot nu toe is daarbij een dankbaar
gebruik gemaakt van het uit de
bevolking ontstane Comité Milieuzorg
Leusden. Met name de werkgroep
bestemmingsplannen heeft op dit punt
veel en goed werk gedaan.
De stand van zaken op dit moment is
echter, dat nu moet worden bepaald,
waar precies de woningen, wegen,
groenpartijen e.d. zullen komen. Het
lijkt gewenst, dat daarom op dit
moment andermaal een beroep op de
bevolking wordt gedaan van deze
gelegenheid tot inspraak gebruik te
maken.
Het is begrijpelijk, dat niet alle mensen
op alle punten even geïnteresseerd zijn
en bovendien is het zo, dat als alle
geïnteresseerden te zamen in één groep
alle zaken zouden moeten behandelen,
deze groep ongetwijfeld tijd te kort zal
komen om al die zaken tijdig af te
handelen.
In verband hiermede is het de
bedoeling, al naar gelang de interesse
om voor de verschillende onderwerpen
allerlei afzonderlijke groepen in te
stellen, welke, ter onderscheiding van
andere groepen, aspectgroepen zullen
worden genoemd. Onderwerpen voor
deze aspectgroepen zouden kunnen zijn
een of meer van de volgende zaken
wonen: waaronder gerekend de 1
woonvorm, uiterlijk, samenstelling, kJ
woonomgeving en woningdichtheid,
werken: omvang W
werkgelegenheidsterrein, aard der X
vestigingen en situering; H
verkeer: de wegaanleg, uitvoenng vani
wegen, de status van een weg, I
ontsluiting en openbaar vervoer;
openbaar groen: waaronder singels en
waterpartijen, voetpaden, de aard en 3
het toelaatbare gebruik van het groen
enz.;
voorzieningen: aantal winkels,
oppervlakte en brancheverdeling,
aantal en soorten scholen, andere
gemeenschapsvoorzieningen, zoals
buurthuis, kinderboerderij,
sportvelden, speelveldjes, trefpunt enz.
Met het vorenstaande is gepoogd aan te
tonen, dat er thans vele punten zijn
waarbij de bevolking kan worden
betrokken en waaromtrent een
meningsuiting wordt gewenst. Het is
daarom nu het moment om voor uw
belangen op te komen. Indien u echter
deze gelegenheid voorbij laat gaan, dan
loopt u het risico te zijner tijd
geconfronteerd te worden met
bouwplannen waarvan u geen kennis
heeft kunnen nemen. Laat het niet zo
ver komen, want dan bent u duidelijk te
laat.
Bij deze wordt er dan ook een beroep
gedaan op een ieder om zich aan te
melden voor deelname aan deze
inspraak: Een telefoontje is reeds
voldoende. U kunt zich daarvoor
wenden tot de heer Merts, p/a
gemeentehuis te Leusden, telefobn
03496-1247, toestel 222.
Wij rekenen erop, dat de reacties velt
zullen zijn.
(Aan CML'ers, verenigingen enz. is ee»(
brief van gelijke strekking gezonden.
Heeft u die niet ontvangen? Geen ramp.,
nu weet u het ook.)
Het coördinatieteam CM1
Nog even een herhaling van de laatste
aktiviteiten met betrekking tot de 2e
fase plannen. Op 15 oktober 1975 werd
het programma van eisen voor de 2e
fase door de gemeenteraad aanvaard.
Op 8 december daarna werden de
bestemmingsplankaart, de toelichting
en de voorschriften behandeld in een
gecombineerde vergadering van de
raadscommissies Ruimtelijke Ordening
en Financiën.
Op 18 december 1975 stemde de
gemeenteraad in beginsel in met het
ontwerp-bestemmingsplan 2e fase,
zodat nu met de verdere uitwerking kan
worden begonnen. Tussentijds werden
de plannen op 10 december 1975 ook
behandeld door de werkgroep
bestemmingsplannen van het CML. De
bestemmingsplankaart is nagenoeg
gelijk aan het zogenaamde
voorkeursmodel uit de gespreksnota (u
weet wel, het inmiddels beroemde gele
boek).
Het ontwerp-bestemmningsplan is
eigenlijk niet meer dan een juridische
vertaling van de deelnota's e.d Thans
wordt verder gewerkt aan de wettelijk
voorgeschreven juridische procedure
om tot de vaststelling te komen van het
definitieve bestemmingsplan 2e fase.
HET EERSTE DEELPLAN
Tegelijk met de verdere procedure voor
het bestemmingsplan 2e fase is gestart
met de uitwerking van het eerste
deelplan; het gedeelte dus dat als eerste1,
zal worden gebouwd. Voor dit eerste
deelplan bestaan reeds ideeën w'at ^0|
betreft de stedebouwkundige
hoofdstructuur en het nti
woningbouwprogramma Deze ideeétjij;
zijn vermeld in een boekje: het
zogenaamde Draaiboek le deelplan j
Een concept van dit draaiboek is ^g-
aangeboden aan de gemeenteraad en
aan de werkgroep bestemmingsplansL
van het CML. Zowel dit draaiboek ai10®
het ontwerp-bestemmingsplan 2e tax031
zijn inmiddels tijdens de op 13 en
januari j.l gehouden zijl
informatie-avonden aan de Leusdensis
bevolking getoond zodat een ied^r vai
daarop kon inspreken. l0g
Het draaiboek le deelplan zal nu jjel
behandeld kunnen worden door de
werkgroep bestemmingsplannen van -
het CML waarbij rekening kan worde™
gehouden met de tijdens de
informatie-avonden naar voren re*
gebrachte opmerkingen. tai
Tenslotte is het nog het vermelden in
waard, dat overwogen wordt om van^y^J
toelichting op het bestemmingsplan va
fase en van het draaiboek le deelplö
een populair herschreven versie te lak j
verschijnen, opdat zoveel mogelijk
mensen van deze plannen kennis
kunnen nemen.
Coordinatietea'