u. >e hazelaar moet ipnieuw beginnen iouterige presentatie ran een goed produkt .E OVERSTAPJE Het Milieu-Journaal verschijnt eens in de maand. Redaktie: Werkgroep Voorlichting CML: Wiesje Engelen, Fennie Kassner, Marijke Walta, Erik Jan Tuininga, Ben Otten, Rob Nord, S. Polak. |VE VAN HET. COMITÉ MILIEUZORG LEUSDEN. KONTAKTADRES: C.M.L., GEMEENTEHUIS LEUSDEN. TEL. 1247, OF: ARDENNEN 66. [de eerste verschijnselen van de lente wil betrappen moet er vroeg ffin Liefst vanaf begin januari en eerder. Hij is dan dikwijls Lelijk van het toeval. Het eerste ir van de houtduif, het eerste van de koolmees, dat duurt [naar heel even. SEINTJES y schnjver dezes op 3 januari ^e toren van Oud-Leusden de 2 roep op van een boomklever: ien halve seconde lang en daarna j niet meer. Het zijn maar kleine F. Toch geven ze je telkens even pie dat het eerste van alle Jnen misschien al is begonnen. Het In de startseintjes betekenen van leer vroeg voorjaar, s vaak, zoals nu achteraf ook is LAAR houvast heeft de wandelaar aan MHheiende katjes van de hazelaar. In te winters zijn het inderdaad iwbare tijdmeters. Maar een 'inge koude-inval leert dat we zelfs op deze, zeker met kouwelijke struik, met al te vast kunnen rekenen. Een pittige vorstperiode kan zijn bloei op staande voet blokkeren of mogelijk geheel annuleren. De hazelaar is een onvervalst wild en inheems houtgewas; geen import dus zoals de zgn. toverhazelaar of Hamamelis die er nog vroeger bij is maar om zijn vreemde herkomst als vaderlandse lenteboodschapper niet in aanmerking komt. Evenmin als het befaamde sneeuwklokje dat hier wel verwildert en daarom tot de inlandse flora wordt gerekend, maar op zijn minst een verdacht verleden heeft We houden het dus veiligheidshalve op de hazelaar, de enige onvervalste. Niet zo algemeen als de overbekende els (die ook al van die hangende katjes draagt) maar evenals deze prompt te vinden in de voedselrijke houtwallen van de Vallei. Toch hoeven we hem zo ver niet te zoeken. In Leusden is de struik op vele plaatsen aangeplant. Langs de Alpendreef bijvoorbeeld, al weer in gezelschap van de els. Sinds 12 januari stonden daar al vele exemplaren in bloei. Twee volle weken lang. Tot precies gebeurde waar de liefhebbers van de schaatssport al dagenlang verlangend naar hadden uitgezien: de inval van een wintertje dat gedurende de eerste dagen een bijna ouderwets karakter droeg. Zo'n pittig temperatuurtje zou wel eens funest kunnen zijn voor de vruchtbeginsels; als die bevriezen komen er immers geen hazelnoten. De vraag in hoeverre ze de vorst hebben overleefd kan alleen maar beantwoord worden door de vrouwelijke katjes die voortijdig OACn/AJHMOüO een stamperkatje. hebben gebloeid in het oog te blijven houden. Geen gemakkelijk werkje, zoals straks zal blijken. Vóór de bloei zijn de katjes heel wat minder kwetsbaar. Daarom heeft de hazelaar er iets op gevonden dat eigenlijk voor de hand ligt: lang niet alle struiken bloeien tegelijk. Het zijn de treuzelaars die na de vorst zorgen voor een tweede bloeiperiode. KATJES HERKENNEN Er zijn altijd wat bomen met katjes die op die van hazelaar lijken De zwarte els bijvoorbeeld, maar die bloeit altijd later. Minder algemeen is de grijze els die er zeker net zo vroeg bij is als de hazelaar. Alle drie hebben ze hangende, rupsvormige meeldraadkatjes. Die van de hazelaar zijn éénkleurig; ze hebben een fijne, geelgroene tint, de elzekatjes zijn paarsbruin gevlekt. Maar er is een veel gemakkelijker middel om ze van elkaar te onderscheiden; de volwassen elzen zijn dadelijk te herkennen aan de overjarige elzeproppen, waarmee de bomen vaak zijn volgeladen. Het zijn natuurlijk de meeldraadkatjes die de (ééncellige) stuifmeelkorrels voortbrengen. Eén tikje tegen zo'n „rupsje" veroorzaakt een geel wolkje van deze mannelijke voortplantingscellen. Elk van deze miljoenen stuifmeelkorreltjes blijkt meeldraadkatjes. DONDERDAG 26 FEBRUARI 1976 onder een microscoop aan weerskanten voorzien te zijn van een luchtblaasje. Bewijs dat ze het tijdens de bestuiving moeten hebben van de wind, niet van insekten. Slechts een uiterst klein deel bereikt zijn doel; en altijd bij toeval. Vandaar die overvloed. NA 10 NUMMERS MILIEU-JOURNAAL: EDITH BOERMA GAAT NAAR WERKGROEP MILIEU-EDUCATIE Ze was er vanaf het eerste C.M.L.-uur bij! Het C.M.L. is in oktober 1973 opgericht. Binnen een paar weken formeerde ze de werkgroep Voorlichting en op 14 maart 1974 kwam het eerste Milieu-Journaal onder haar supervisie uit. Tien nummers, waar ze met enthousiasme haar tijd en creativiteit aan gaf, zijn nu uitgekomen. Na haar overstapje ziet de werkgroep Voorlichting er uit als een geknotte wilg. De werkgroep Milieu-Educatie heeft de gesnoeide takken deskundig geplant. Er komen vast en zeker weer katjes aan en daarvan houden wij u dan weer op de hoogte. Wiesje Engelen. RODE PENSEELTJES Dit doel is een stamperbloempje dat we bij de hazelaar soms met grote moeite kunnei vinden. Niet alleen omdat mannelijke en vrouwelijke bloemen van dezelfde boom met gelijk bloeien maar vooral omdat de stamperkatjes moeilijk herkenbaar zijn. Dezelfde jonge loten waaraan ook de meeldraadkatjes hangen, zijn bezet met een aantal knoppen, die vrijwel precies op elkaar lijken. De meeste zijn gewone zijkiioppen, waaruit zich straks de zijtakken zullen ontwikkelen. Maar een of meer van deze knoppen blukën stampérkatjès té die' diii 'de 1 'J vrouwelijke bloemen bevatten In het bloeistadium zijn ze alleen van gewone knoppen te onderscheiden aan een aantal zeer korte karmijnrode draadjes aan de top die samen een soort van penseeltje vormen. Met het blote oog zijn ze nog juist te zien Het zijn de kleverige stempeltjes van de vrouwelijke bloempjes, ze steken boven de knop uit; in de knop zitten de vruchtbeginsels opgesloten. De draadjes moeten elk een stuifmeelkorrel opvangen, één maar er slechts die ene zal het lukken ver genoeg tot m het vruchtbeginsel door te dringen om zich daar te verenigen met het eitje. Pas hierna kan het vruchtbeginsel uitgroeien tot vrucht, de hazelnoot, die in september rijp wordt. Omdat er méér bloempjes in zo'n stamper-,.katje" zitten vinden we later ook meerdere hazelnoten in een soort kluwen bijeen, omsloten door enkele schutbladen Nogmaals- het zijn maar kleine dingen de roep van een boomklever, de bloei van een hazelaar. Maar, afgezien van hun diepere betekenis, hoeveel lentes telt een méHfienleven? J. Overmaat -- I Vooro onsbei organisatoren van de chtingsavond over tkeletbouw alswel voorlichters en hebben zich danig verbaasd ||de enorme opkomst van ienaren. De heer Van Diest van (out Voorlichtings Instituut lateerde dan ook terecht dat wel erg ontevreden over het in den aanwezige woningbestand t zijn. verwachtingspatroon van de fezigen lag wellicht toch anders dan "gamsatoren zich hadden jesteld. De avond verliep voor dan ook nogal teleurstellend: het de Leusder krant aangekondigde bleek niet aanwezig. ^opgesteld moet worden dat [keletbouw in woonkwaliteit t niet hoeft onder te doen voor de Jkende elementen- en stapelbouw, zoals die merendeels in Leusden te zien is. Tevens zijn er voordelen in de sfeer van ^^cht, bouwsnelheid en __Jnte-isolatie, wat van invloed is op de prijs. Er zijn ook pertinente nadelen jn de zin van geluidsisolatie en vhoud. Vragen, waarop door het lout Voorlichtings Instituut (HVI) 'Idoende antwoord werd gegeven. reerst dient men te weten, dat het leen orgaan is, dat in het leven werd epen door houthandelaren en ^^lerfabnkanten. In diezelfde zin, |zijn er voolichtingsinstituten voor staal, fteen, dakpannen, om er maar fele te noemen. Vandaar het meer ^agandistische aspekt van deze ld. r,3anisatoren hadden kunnen f n, dat de belangrijkste gronden top mensen de voorlichtingsavond 'en komen bezoeken zijn: nagaan *;verre MEER woonwensen voor 8eld gerealiseerd kunnen t:n-°Jwel (voor velen) het verhaal pet dubbeltje en de eerste rang. Wat zien en te horen kreeg was veel Hek, waar velen niets van rPen, ook al door het veelvuldig uk van vaktaal. Daarnaast toonde men gebrekkige vormgeving, veelal verontschuldigend getoond bij gebrek aan beter. De grote mogelijkheden, die met het bouwen in hout te realiseren zijn, het aantonen van moderne en betere woonkwaliteit, ontbraken, ofschoon wel gesuggereerd was, dat hier aandacht aan besteed zou worden. Nota bene was de architekt Jan Verhoeven aanwezig die desgevraagd ongetwijfeld wat van de mogelijkheden die men bij het bouwen in hout heeft, aan de hand van eigen werk en suggesties, had kunnen verduidelijken. Grotere woonkwaliteit is met hout inderdaad te bereiken, maar dan moet in een andere vormentaal gedacht worden dan het traditionele rijtjeshuis. Verhoeven is de man, die daar een nieuw licht over had kunnen doen schijnen. Zijn aanwezigheid was overbodig, want ingewijden kennen het getoonde materiaal al vele jaren. HET KOSTENASPEKT Werd aan het esthetische aspekt weinig aandacht besteed, ook het financiële aspekt kwam onvoldoende uit de verf. Wil men daarover goed informeren, dan dient een duidelijke vergelijking gemaakt te worden tussen gelijksoortige eenheden. Ook in de Leusder krant is men daar duidelijk in tekort geschoten. Het vergelijken van de bouwmarkt in Canada en Nederland is op z'n zachtst gezegd vreemd. Canada en de Skandinavische landen hebben altijd in hout gebouwd omdat hout daar gekapt en verwerkt wordt. In Nederland komen daar handels- en transportkosten bij. Zoals men in Canada in „hout" denkt, denken de Nederlanders veelal in „baksteen", uiteraard in kombinatie met andere bouwmaterialen, zoals hout. Kostenvergelijkingen zijn dus alleen interessant, als het gaat om gelijksoortige woningen met verschillende materialen gebouwd in dezelfde omgeving. Zelfs in Nederland zijn er kostenverschillen per plaats. De in de Leusder krant van 5 februari getoonde houtskeletbouw-woningen in Lelystad werden gebouwd op lappen grond van 250 m2 met een grondprijs van 45,- a 50,- per m2 In Leusden zou men voor de grond alleen al het dubbele moeten neertellen, zeg f 10.000,- of meer. Het leuke plaatje zegt niets over indeling of inhoud van het huis. Gebleken is, dat voor woningen met eenzelfde inhoud in Lelystad echter gebouwd met traditionele bouwmaterialen eenzelfde prijs moet worden betaald. Het bouwen van rijenhuizen en betonelementen, bleek daar zelfs nog goedkoper. Maar, waar praat je dan over9 Bouwen in een rij met dezelfde elementen is altijd goedkoper dan een klein aantal huizen met daarin verwerkt de bijzondere wensen van de bewoners. Zoals overal: hogere kwaliteit kost meer geld. Wel dient gezegd te worden, dat bijzondere vormen in houtbouw goedkoper te realiseren zijn, dan in bijvoorbeeld baksteen. WAAROM NIET MEER IN HOUT? Het antwoord is eenvoudig: een architekt kan kiezen uit veel materialen, waarvan hout er slechts één is. Zoals hiervoor al terloops geschreven is, wordt in de Nederlandse bouw tamelijk veel hout gebruikt tesamen met andere materialen. Denkt u maar aan balklagen, ramen, deuren, kapkonstrukties. Ook is hout veelvuldig als bekledingsmateriaal te zien. Historisch gezien heeft hout echter een slechte naam vanwege zijn brandgevaarlijkheid. In bouwverordeningen is het maken van woningscheldende wanden van steen vaak een vereiste. Slechts de laatste jaren is men erin geslaagd hout op meer duurzame wijze te inpregneren, d.w.z van stoffen voorzien die vlamdovend zijn Intussen werd bij de brandweereisen meer gelet op de brand vertraging (dat betekent dat men de mens de gelegenheid moet geven binnen een bepaalde tijd een brandend perceel te verlaten) dan op brandwenng. Woningscheidende wanden van steen blijven echter veiliger. Overigens is het bouwen in baksteen relatief nog steeds goedkoop, daarnaast is baksteen ook een voor het oog aantrekkelijk materiaal, omdat het - evenals hout - een natuurprodukt is. Stenen vloeren worden vaak geprefabriceerd en zijn dus ook met te duur. Ze vereisen weinig ruimte, (zijn vaak niet zo dik), hebben goede akoestische eigenschappen en tenslotte kan men er willekeurig scheidingswanden op plaatsen. Ze zijn daarom flexibeler dan bij houtskeletbouw, waarbij wanden evenwijdig aan de balklaag op een balk geplaatst moeten worden. Zelfs is het mogelijk aantrekkelijke woningen in een volledig betonsysteem te bouwen, waarbij het onderhoud minimaal is. Het uitsluitend belichten van voordelen van een bouwsysteem is oneigenlijke informatie. Voor de verkoper van hout is het geven van zulke informatie begrijpelijk. De koper dient de uiteenlopende facetten voor zichzelf af te wegen. Misschien helpt het hierna volgende lijstje. 1. Warmte-isolatie. Uit het systeem volgt het gebruik van isolatiematerialen: glas- of steenwol, kunststofschuim, enz. Levert een prima warmte-isolatie. 2. Geluidsisolatie. Luchtgeluid (zoals: praten, muziek) is redelijk met glaswoldekens te isoleren. Kontaktgeluid (zoals: lopen, kloppen, pianospelen) is daarentegen veel moeilijker te isoleren, vanwege het ontbreken van massa. Speciale voorzieningen moeten worden getroffen. 3. Monotonie. Een rij huizen van baksteen of hout, kan erg monotoon zijn; dat is overal te zien. Door het gevarieerd spelen met de bouwvorm, uitstulpingen, varianten m raamindehng, wisselende hoogten, is tamelijk eenvoudig in houtskeletbouw interessante architektuur te realiseren. Dat betekent echter kostenverhogingen. Dat geldt ook voor het gebruik van bijzondere houtsoorten en variaties in het aanbrengen van gevelbetimmenngen. 4. Snelheid. Indien met gelijke elementen gebouwd wordt, is houtskeletbouw een snelle bouwmethode. Verwerken van hout op de bouwplaats heeft als nadeel indringend vocht (het regent in ons landje nogal eens), waardoor het hout zwelt. Kost veel aandacht en daar komt in de praktijk niet altijd voldoende van terecht. 5. Duurzaamheid. Om verstikking van het hout te voorkomen, dienen maatregelen genomen te worden voor ventilatie. Ter voorkoming van rottingsverschijnselen wordt het hout veelal geïmpregneerd. Buitenshuis moet meer aandacht worden besteed aan de konservering door het toepassen van verfsystemen, die - naar gelang de kwaliteit van het hout - meer of minder onderhoud vereisen. Ook is het mogelijk duurdere hardhoutsoorten toe te passen, die men dan kan laten „vergrijzen": het hout krijgt dan een grijze kleur, de struktuur blijft echter gehandhaafd. KONKLUSIE In dit kader is het niet mogelijk dieper op dit thema in te gaan. Er bestaat overigens een flinke hoeveelheid vakliteratuur over, waar geïnteresseerden in kunnen grasduinen. Het initiatief om met behulp van houtskeletbouw woningen in Leusden te gaan bouwen, waardoor een nieuw type woningen op de markt komt is zeker toe te juichen. Dit artikel wil een bijdrage zijn de keuze van dit type woningen wat meer te funderen, zodat men later met voor onplezierige verrassingen komt te staan. Als de woningen voldoen aan gemeentelijke verordeningen, veiligheidseisen en welstandseisen kunnen ze net zo min geweigerd worden als woningbouw in andere materialen. Rob Nord

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1976 | | pagina 13