MILIIÏl JOURNAAL eusden geen groeikern (meer) waar gehakt wordt vallen spaanders s. BRIEVEN VAN LEZERS 0 .11 Ij ILIEVLEKKEN ïdergang van de New Town of aanzet tot een fijne woonplaats? derde nota over de ruimtelijke ordening 0" ^omitér^ilieuzorgi Neusden DONDERDAG 25 MAART 1976 „j zucht van verlichting zullen vele inwoners van onze gemeente hebben „Jeenoraen van de Verstedelijkingsnota. Daarom in dit Milieu-Journaal een [•beschouwing over de konsekwenties van deze duidelijke afremming van de j van Leusden. We beginnen met een chronologisch overzicht van de irtenissen voor het verschijnen van de nota. &st voor opdringend rsfoort In dfc jaren '60 ontstond in het nalige Hamersveld een •mende zorg over het opdringen Ie grote stad i.e. Amersfoort. De dat Amersfoort een annexatie van nsche gemeente Hamersveld _nnen afdwingen om een .idingsmogelijkheid voor de ,nste woningbouw te krijgen, moet •raf bezien als zeer reëel louwd worden. Daarover kunnen •woners van de voormalige jnte Hoogland meepraten. De ,fie die de toenmalige vroede van Hamersveld kennelijk jgen was, dat men door zelf veel igen te bouwen en zo een bijdrage eren aan het lenigen van de ignood in de regio, het igrijkste argument voor annexatie mersfoort kon ontnemen, •am overleg tot stand tussen de iten Amersfoort, Soest, •land, Hoevelaken en Leusden, dat fteerde in de „Structuurstudie '65", orpen door Jhr. Ir. de Ranitz. Dat den een duidelijk eigen idee had een sterke verstedelijking op haar idgebied, bleek uit de toelichting op legin 1967 verschenen ictuurplan Hamersveld". Daarin it dat tijdens de totstandkoming van M,Structuurstudie '65" Ir. de Ranitz 7» mis waar enkele afwijkende Kantvormen had overwogen, maar dat de werkgroep voor het :tuurplan „is teruggekeerd tot de i welke door de gemeente Leusden rd geprefereerd". Die vorm was ikwekkend: een ruimte voor 100 inwoners. [eveer gelijktijdig met het indkomen van het Structuurplan heen de Tweede Nota Ruimtelijke lening. Daarin werd Amersfoort met jevmg als een van de elf kernen loemd die, volgens het geschetste van verdeling van de beschikbare ite in Nederland, zouden kunnen •oeien tot Va-Va miljoen inwoners, isden werd in dit plan niet met name (oernd, maar er komen in de Nota iwijzingen voor dat in de omgeving Hamersveld (thans len-Centrum) plaats gemaakt :st worden voor ongeveer 45.000 ners. ,969 werd een herzien ictuurplan Hamersveld" jesteld. prognoses over de te verwachten 'ikkeling van het inwoneraantal ;en wel erg royaal geweest te zijn. plan voorzag nu in ruimte voor inwoners. Een jaar later :t .en echter het „Streekplan ïchtse Vallei en Eemland", waarin d gesproken over 40.000 inwoners "amersveld, waarbij duidelijk werd gesteld, dat het totaal aantal inwoners van Leusden (en wel het huidige Centrum en Zuid) in 1985 moest liggen in de buurt van 25.000 en voor Centrum in de buurt van 22.000. Daarna zou moeten worden bezien of de behoefte aan woningen in dit gebied nog zo groot zou zijn. Een aanzienlijk voorzichtiger opstelling dan die van de gemeente Leusden! Op eenHoor de gemeente gehouden hoorzitting in oktober 1971 werd uitvoerig gediskussieerd over de sekundaire provinciale weg S10. OPRICHTING KNALGROEN De plannen voor deze weg, die de landgoederen „De Boom" en „Lockhorst" sterk zou aantasten, werd de aanleiding tot de oprichting van het „Komite voor Natuurbehoud en Autobeperking Leusden" (KNALgroen). Voortgekomen uit de kringen van de echte natuurliefhebbers groeide dit komite uit tot een groepje mensen dat de ruimtelijke ordening van Leusden en omgeving nader ging bestuderen Toen ontstond ook de diskussie over Leusden-wel-of-geen-groeikern KNALgroen en met haar andere kritische inwoners van Leusden wezen op de bovengeschetste geschiedems, waaruit bleek dat Leusden zelf zo graag wilde groeien en nog sneller dan hogere overheden als noodzakelijk zagen, terwijl het gemeentebestuur juist op de hogere overheid wees, die haar een taak tot snel groeien zou hebben gegeven. Het enige, maar wat zwakke, houvast voor deze opvatting kreeg zij pas in de Nota Volkshuisvesting van minister Udink (1972), waarin Leusden voor het eerst genoemd werd als een gemeente, die snel moest groeien, echter ook tot maximaal 40.000 inwoners. GEHEIM PLAN Inmiddels kwamen er verontrustende berichten van agrariërs van over het Valleikanaal, waaruit bleek dat het gemeentebestuur in het geheim een plan tot stadsuitbreiding ten oosten van hef Valleikangal vpqrbefeidde. T^en deze plannen - waarmee werd afgeweken van de oorspronkelijk voorgenomen volgorde waarin Leusden het omringende platteland zou gaan bebouwen - in september 1973 officieel aan de burgerij werden gepresenteerd, stak er een storm van protesten op, waarin een deel van de agrarische bevolking die een noodgedwongen bedrijfsverplaatsing of -sluiting zag dreigen, en KNALgroen een katalyserende funktie hadden. Toen pas realiseerden velen zich wat stadsuitbreiding nog meer kon betekenen dan alleen het beschikbaar komen van woningen: een definitieve verdwijning van een landschap, waarop agrariërs van oudsher een stempel hadden gedrukt en dat een grote natuurhistorische waarde bezat. De massaliteit van het protest heeft ongetwijfeld de doorslag gegeven bij het besluit van het gemeentebestuur in november 1973 om de plannen in te trekken. Van toen af ontstond de inspraakprocedure via de werkgroep Bestemmingsplannen van het CML. Ofschoon tussen leden van de werkgroep en het gemeentebestuur een kontroverse bleef bestaan over het na te streven aantal inwoners in 1985 (hooguit 25.000 voor Centrum en Zuid, zich daarbij beroepend op het vigerende streekplan en 28.500 volgens het gemeentebestuur, dat in haar nota van uitgangspunten en doelstellingen Leusden nog steeds als een groeikern beschouwt), overheerste de laatste tijd van beide zijden toch de positieve instelling om in goed onderling overleg oot een uitbreiding eventueel de definitieve afronding van Centrum als instelling om in goed onderling overleg tot een uitbreidingsplan voor Centrum te komen, dat aan zoveel mogelijk wensen tegemoet komt ten aanzien van woningbehoefte, verkeers- en vervoersfaciliteiten en woonmilieu. De positieve samenwerking kulmineerde onlangs in nieuwe plannen. Die zijn er op gericht om Leusden-Centrum in zuidelijke richting te laten uitgroeien, en wel m zodanige vorm dat deze uitbreiding eventueel de definitieve afronding van Centrum als woonkern kan zijn. deel 2: verstedelijkingsnota deel 2a. beleidsvoornemens over spreiding, verstedelijking en mobiliteit ckwi II I 1 Nu ligt dan de Verstedelijkingsnota op tafel. Voor de bespreking ervan ligt het scenario klaar. Het gaat hier nl. om een zogenaamde planologische kernbeslissing. uniek landschap gered Wat zijn nu de konsekwenties van de geschetste ontwikkeling? In de eerste plaats is het gebied ten oosten van het Valleikanaal definitief gered voor verstedelijking. De vreugde daarover kan gelijk zijn voor de agrariërs die hun bedrijven kunnen voortzetten en voor iedere inwoner van Leusden die wandelend, fietsend of desnoods autorijdend (maar alstublieft niet met te grote snelheid!) door dit fraaie kleinschalige landschap trekt. En dan hoef je echt nog geen kenner te zijn van alle plantjes en diertjes die wel of niet zeldzaam en wel of niet karakteristiek voor de Vallei zijn. Aangezien voor de tweede fase nog niets defintief vastligt, is er nu ook alle gelegenheid om zich rustig te bezinnen op de veiligstelling van de Schoolsteegbosjes, waarmee een uniek stukje natuurgebied dat ooit nog eens bestemd leek voor moeders met kinderwagens, voetballende kinderen en vrijende paartjes, gered wordt. Een geweldig winstpunt voor iedereen die de verarming van het ons omringende milieu met lede ogen aanziet. Het gemeentebestuur wacht inmiddels geen geringe taak. Voorzover er rekemng gehouden was met een groeikernschap voor Leusden, zal men nu rekening moeten houden met het feit dat de overheidsgelden niet al te rijkelijk zullen toevloeien De gemeente verspeelt in ieder geval de lokatiesubsidie, een subsidie die gedoeld is voor een snelle aanpassing van de welzijnsvoorzieningen aan een iterke bevolkingsgroei. Volgens de Verstedelijkingsnota moet Leusden nu langzaam groeien in verband met de kwetsbaarheid van het omringende milieu. Er zullen dus ook minder gelden beschikbaar komen wegens buitengewoon bevolkingsverloop. Omdat Leusden toch een taak zal houden in het lenigen van de huidige woningnood in de regio, is er meer dan ooit reden om primair de aandacht te richten op de woningwetbouw, opdat er althans enige korrektie komt op de scheefgetrokken verhouding tussen woningen in de vrije sektor, de premiesektor en de woningwetsektor. Als de tweede fase gerealiseerd zal zijn en er misschien alleen nog wat ruimte is voor enige natuurlijke bevolkingsaanwas moet Leusden niet het stempel hebben van de eksklusieve woonplaats voor de happy few. Ten aanzien van de vervoersvoorzieningen heeft de gemeente wellicht dezelfde zorg als wij. Naarmate een woonplaats kleiner is, is het voor een vervoersbedrijf minder aantrekkelijk om voor een frekwente dienstregeling te zorgen Het lijkt ons meer dan ooit noodzakelijk om enerzijds te blljf'eiiVi^meren op het belang van adekwaèt openbaar vervoer en vooral van een snelbusverbinding met Amersfoort, en anderzijds te wijzen op de grote betekenis van werkgelegenheid in Leusden zelf, om daarmee zowel de verplaatsingsbehoefte te verminderen als de leefbaarheid van de woonplaats te vergroten. Ook zou er meer aandacht besteed moeten worden aan een aantrekkelijke fietsverbinding met Amersfoort (bijvoorbeeld ook langs het „Pon-lijntje"). Hopelijk is er nu ook voldoende aanleiding om heilloze plannen voor vierstrookswegen door Centrum te laten varen. GOEDE KANS VOOR FIJNE WOONPLAATS Wat kan er nu uit het huidige Leusden-Centrum groeien7 Volgens ons niet een grote stad die zich zo nodig als „New Town" moet manifesteren. Wel zijn er nu nog alle kansen om er een echt fijne woonplaats van te maken en dan denken wij aan een plaats waar volledig geleefd kan worden en niet aan een slaapstad. Alhoewel het merendeel van Leusdens inwoners zijn brood nog wel buiten de gemeente zal moeten verdienen, blijven wij er van overtuigd dat er door een feu hebben die rotjongens weer takken [erukt. Niet de mijne hoor, die doen it niet Weet u wie elke dag met plastic, uitlaatgas, fosfaat en weet ik wat allemaal nog meer, vervuilt? Wij misschien? Weet u wie altijd zijn schouders ophaalt als er gevraagd wordt zelf iets aan het milieu te doen? Wij misschien? Weet u met z'n hoevelen u bent? 15 miljoen misschien? Er zijn nogsteeds mensen die denken dat werkgroep milieu-educatie een akhegroep is met spandoeken en zo! Suf Woensdag 10 maart kwart voor negen, jj de stoplichten aan de Groene Zoom njdt een bruine auto over de linkerbaan Joor het rode ücht. Ke, zal ik uw kenteken in de krant letten? olievlekken is een vaste Rubriek, in deze rubriek vragen wu uw aandacht voor die vlekken op ons milieu die zo dichtbu zun en vaak heel eenvoudig te voorkomen ziet u vlekken ®-ot ze aan ons edaktie-adres. ïh-JLCU*. nogmaals: houtskeletbouw in leusden b. kosten mogelijkheden van houttoepassing zichtbaar te maken is men dus aangewezen op buitenlands materiaal, in dit geval een film. De diaserie van het houtvoorlichtingsinstituut (H.V.I.) was bedoeld als technische informatie, vooral op die punten die te maken hebben met de woonkwaliteit. Het getoonde materiaal leek ons voor een eerste kennismaking toch wel voldoende en niet te technisch. De stichting H.S.B. Leusden i.o. heeft echter geen enkele binding met het H.V.I. Los van dit alles staat de aanwezigheid van enkele uitgenodigde architekten, waaronder de heer Verhoeven. De heer Verhoeven staat bekend als een architekt die veel hout in zijn ontwerpen toepast. Ontwerpen in de houtskeletbouw zijn echter door de heer Verhoeven (nog) niet gerealiseerd. Er vanuit gaande dat de nabeschouwing vai* een bepaald gebeuren iets heel anders is dan de organisatie daarvan, zijn wij toch niet geheel ontevreden over deze eerste reaktie van de heer Nord in het Milieu-Journaal. Omdat er naar onze mening toch enkele onjuistheden en onduidelijkheden in voorkomen geven wij hierbij over de volgende punten een toelichting. A. Voorlichting. B Kosten C. Uitvoering. a. voorlichting Houtskeletbouw in Nederland is vrijwel onbekend. Een gebrek aan goed Nederlands voorlichtingsmateriaal ligt dus voor de hand Om de Grondkosten en bouwkosten zijn beide enkele onderdelen van de totale stichtmgskosten. Verschil in grondkosten per plaats heeft geen invloed op de bouwkosten, wel op de stichtmgskosten In de Leusder Krant van 22-l-'76 worden stichtmgskosten van 120 - 150.000 genoemd. Op de voorlichtingsavond is gesproken over stichtmgskosten van 120 - 125.000,-. Peildatum 1 januari 1976. Duidelijk dus niet voor het gesuggereerde dubbeltje op de eerste rang. De voordelen van houtskeletbouw zijn eigenlijk als volgt samen te vatten: Gezien de afwijkende methode van bouwen zijn zowel inwendig als uitwendig ruimere mogelijkheden in variatie van indeling en rangschikking mogelijk zonder kostenverhoging. Het willekeurig plaatsen van lichte scheidingswanden op houten vloeren is geen probleem. Het ter plaatse aanbrengen van sparingen in houten vloeren en wanden is eenvoudiger dan dezelfde bewerkingen in beton en steen. Als vaststaand kan daarom aangenomen worden dat middels de kombinatie houtskeletbouw, ruimere inspraak, indelmgsmogelijkheden en iets luxere afwerking een produkt verkregen kan worden dat, gezien de extra's, meer dan gelijkwaardig is aan traditionele bouw. De grootte van de besparing is natuurlijk sterk afhankelijk van de ingebrachte individuele woonwensen in afwerking. Onderhoudstechnisch zijn de woningen zodanig uit te voeren dat daarover geen problemen hoeven te ontstaan. Verzekeringstechnisch zijn de woningen in brede kring geaccepteerd zodat vrees voor veel hogere premies niet gerechtvaardigd is. c. UITVOERING Tijdens de uitvoering zullen de met houtskeletbouw samenhangende specifieke eisen en detailleringen nauwgezet begeleid dienen te worden. Ten aanzien van geluidsoverlast in het algemeen (zowel in de woning als van woning naar woning) dient opgemerkt te worden dat deze beslist niet alleen op te vangen is door het kweken van massa. De materiaalkeuze in vloerbedekking en wandbekleding is hierin o.a. zeer bepalend Luchtgeluid in zowel ruimten met hardere materialen (beton, metselwerk), als in ruimten met minder harde materialen (b.v. tvveezijdig goede planning van de uitbreiding, in kombinatie met het aantrekken van werkgelegenheid, het relatieve aandeel van Leusdenaren die binnen de gemeentegrenzen werkt op de totale werkende bevolking, belangrijk kan toenemen. Tot de leefbaarheid zal verder moeten worden bijgedragen door voldoende winkels, eventueel een scholengemeenschap en adekwate voorzieningen in de sociale en rekreatieve sektor. De burgerij van Leusden heeft nu de kans om via de asepektgroepen van de werkgroep Bestemmingsplannen CML overal deze zaken mee te praten en er werkelijk iets van te maken. Voor ons allemaal in Leusden ligt er een uitdaging. Wij kunnen iets bereiken waar velen ons in, pakweg, 1990 om zullen benijden: een fijne woonplaats omringd door een fraaie natuur Dan zullen wij hier echter ook het bordje „vol" moeten plaatsen. Niet omdat wij anderen niet gunnen wat wij zelf wel hebben, maar omdat niemand op den duur nog iets van waarde heeft als al die anderen ook hun huis binnen Leusdens grenzen vinden Aktiekomité KNALgroen, Wim Veen, sekretaris. plaatmateriaal met steen- of glaswol) wordt gelijkwaardig geabsorbeerd, mits beide goed uitgevoerd zijn. Kontaktgeluid (b.v. boren) in de hardere woningscheidende wanden of vloeren (beton) plant zich veel sterker voort dan m minder harde wanden of vloeren Zijn deze hardere wanden en vloeren ook nog onderling verbonden (zoals nog bijna overal toegepast) dan is de ellende kompleet De overlast kan dan zeer groot worden Houten vloeren in de eigen woning zullen echter meestal gaan kraken, betonvloeren doen dat niet. Doel van deze opsomming is niet om aan te tonen dat het één veel beter is dan het andere. Wel om aan te tonen dat met verschillende materialen, op de juiste wijze toegepast, gelijkwaardige resultaten te behalen zijn. Met de heer Nord en de ongeveer 150 voorlopige leden zijn wij echter van mening dat het systeem houtskeletbouw uit het goede hout gesneden kan zijn en worden. Namens het voorlopig bestuur HSB Leusden Ernst H. Krelage. Morgenster 6, Leusden-C tel. 42797. Wij menen dat de diskussie over houtskeletbouw hiermede moet worden gesloten. Een verdere gedachtenwissehng zou o.i. een te technisch karakter krijgen. Mocht er in de toekomst aanleiding toe zijn de houtskeletbouw vanuit milieu-oogpunt nogmaals aan de orde te stellen, dan kan dat altijd (Redaktie) het bestaat uit burgers van Leusden, mensen aan wie de leefbaarheid van eigen woonplaats ter harte gaat. Dat doen ze door lid te worden van een van de WERKGROEPEN: BESTEMMINGSPLANNEN MILIEU-EDUCATIE MILIEU-ZORG VOORLICHTING WAT DOEN DEZE WERKGROEPEN? t WERKGROEP BESTEMMINGSPLANNEN: geeft het gemeentebestuur weldoordachte adviezen over alle aspek- ten die te maken hebben met de uitbreiding van Leusden-C. (wegen, woningen, winkels, werkgelegenheid enz. enz.). y WERKGROEP MILIEU-EDUCATIE: probeert samen met de scholen de kinderen milieu-bewust op te voeden (o.a. door lesbrieven, bosexcursies en dergelijke) y WERKGROEP MILIEU-ZORG: de werkzaamheden omvatten voornamelijk de „dagelijkse" milieu zaken (huisvuil, schone straten, water enz. enz.). k WERKGROEP VOORLICHTING: geeft eenmaal per maand het Milieu-Journaal uit. DAARIN KAN IEDERE LEUSDENAAR AL ZIJN OPMERKINGEN OVER HET MILIEU SPUIEN. Verder komen in dit blad de andere werkgroepen aan het woord over hun werk. De gemeente verleent in ruime mate medewerking op velerlei gebied. ZET U ZICH OOK IN VOOR DEZE GOEDE ZAAK NIET ALLEEN IN uw EIGEN BELANG, MAAR ZEKER IN HET BE LANG VAN uw KINDEREN. HELP MEE! DENK MEE! GEEF U OP VOOR EEN WERKGROEP! telefoon: 033-42036 Wiesje Engelen 033-41247 toestel 116 heer Polak. VOOR IEDEREEN IS WERK AAN DE WINKEL! Gespaard landschap in Lapeers.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1976 | | pagina 13