verslagen van de C.M.L.-werkgroepen -g stop de kindermoord M Ilfc stop de ermoord! stop de kindermoord! stop de kindermoord! WERK GROEP BESTEM MINGS PLANNEN I Jkind: aktieve pressiegroep Het Milieu-Journaal verschijnt eens in de maand. Redaktie: Werkgroep Voorlichting C.M.L.: Wiesje Engelen, Fennie Kassner, Rob Nord, Ben Otten, Ellen Otten, S. Polak, Rob Serruijs, Erik Jan Tuininga, Marijke Walta. UITGAVE VAN HET COMITÉ MILIEUZORG LEUSDEN. KONTAKTADRES: C.M.L., GEMEENTEHUIS LEUSDEN. TEL.41247, OF: ARDENNEN 66. Op 31 maart jl. vergaderde de Werkgroep Bestemmingsplannen over het voorontwerp van het streekplan Utrecht-Oost. Wat is een streekplan? Een soort bestemmingsplan in het groot. Een provinciaal plan voor de ruimtelijke inrichting van de hele provincie, of een deel ervan In dit geval Utrecht-Oost. Onder dit gebied vallen: Het Eemland, De Utrechtse heuvelrug, de Gelders/Utrechtse vallei en de overgangsgebieden van de Heuvelrug naar de hiervoor genoemde gebieden. Een streekplan bestaat uit: 1) Een beschrijving van de meest gewenste ontwikkeling. 2) Een kaart waarin de hoofdlijnen voor zover mogelijk in beeld zijn gebracht. 3) Een toelichting waarin de motivatie van de keuze staat. Een streekplan heeft geen eeuwigheidswaarde, het wordt na ongeveer 10 jaar herzien. Waartoe dient een streekplan? Het ordent de ruimte. Naarmate er meer mensen in een gebied wonen, valt er meer te ordenen. Meer variëteiten mens betekent meer gevarieerde belangen. Die belangen botsen en zijn ook vaak onverenigbaar. Het streekplan dat de Kamer van Koophandel te Amersfoort in zijn hoofd bleek te hebben, zag er geheel anders uit dan dat van de afgevaardigde van de organisatie van agrariërs uit Utrecht-Oost. Meer kantoor versus meer koe. Het is aan de Provinciale Staten dit alles tot een goed einde te brengen. Zij stellen uiteindelijk een streekplan vast. In het uitoefenen van de belangenstrijd is voorzien door 6 alternatieven aan te bieden. Hoe moeilijk is dit alles. Toch slaagde de Werkgroep Bestemmingsplannen er schitterend in de weerspannige inhoud van het Voorontwerp in het hoofd te krijgen. Iedereen was er nu eens ditmaal! Iedereen had zich goed voorbereid, en dat was te merken! De keerzijde van de medaille was, dat het niveau der conversatie ondergetekende af en toe boven de pet steeg. De vergadering behandelde achtereenvolgens: Natuur, landschap en milieuhygiëne. Land- en bosbouw. Bevolking, wonen, werken en voorzieningen. Openluchtrecreatie. Verkeer en vervoer. Het een en ander resulteerde in een vragenlijst die op 5 april aan enkele leden van Gedeputeerde Staten werd aangeboden. De vragen waren gedeeltelijk van algemene aard en gedeeltelijk toegespitst op de situatie in Leusden. Nadat G.S. deze vragen beantwoord heeft, zult u over vraag en antwoord in het Milieujournaal nader ingelicht worden. DE ALTERNATIEVEN Op 5 april lichtte G.S. in Amersfoort het Voorontwerp nader toe. De opkomst was overweldigend. Hetgeen de voorzitter de vergadering deed openen met de woorden: „Of de Ruimtelijke Ordening nu zo verdacht of zo populair is, dat weet ik met, maar u bent in elk geval van harte welkom." Een realist, deze meneer Van der Sluis. En nu de alternatieven. Het zijn er dus 6 en ze vallen uiteen in twee groepen. Alternatief 1-2-3, relatie geringe verstedelijking. Alternatief 4-5-6, relatie sterke verstedelijking. Bij 1-2-3 vermeerdert in Utrecht-Oost het inwonertal uitsluitend d.m.v. de natuurlijke groei. Bij 4-5-6 komen er boven die groei nog ongeveer 40.000 migranten bij. In het vorige Milieujournaal heb ik u hierover verkeerd ingelicht. Bij een relatief sterke verstedelijking komen er in Leusden ongeveer 6000 extra bij. Alternatief 1 en 4 legt de nadruk op natuur en landschap. Alternatief 2 en 5 op landbouw. Alternatief 3 en 6 op recreatie. Achtereenvolgens worden dus verschillende groepen inwoners over de bol geaaid, maar nooit allemaal tegelijk. Dan zou het oppervlak van Utrecht-Oost immers moeten uitdijen tot geheel Nederland. En nu is dat alternatieve natuurlijk allemaal reuze leuk en aardig. (Ik durf tegenwoordig nog geen boterham met pindakaas aan te bieden zonder een alternatief.) Maar wat is het waard? C.M.L. KIEST VOOR MILIEU De provincie heeft zich al voorzichtig uitgesproken voor alternatief 5, met over de èchoudërtthet instemmend geknik van grote broer het Rijk. Terwijl de kleintjes, de gemeentebesturen, vaak ook nog staan te trappelen om uitbreiding en dus alternatief 5 wel zien zitten. Waar praten we dan over? Wel, de werkgroep van het CML praat over alternatief 2. Op de vergadering van de Werkgroep Bestemmingsplannen van 12 april jl. kwam de werkgroep tot de keuze: Relatief geringe verstedelijking met de nadruk op landbouw. De meeste leden van de werkgroep stemden volmondig in, anderen onder zachte drang van de voorzitter. Mogelijk maakt de keus het effect op u van: mug prikt olifant. Een lid van de Werkgroep zei dan ook dat hij niet wenste „over te komen als een stel prikkebenen". Maar, als een Werkgroep van het Comité Milieuzorg Leusden hier niet voor kan kiezen, waar blijven we dan? Over de onderliggende gedachte was iedereen het van harte eens. Het landschap met het nog in redelijke mate aanwezig zijnde natuurschoon gaat er volledig aan, wanneer Utrecht-Oost zijn grenzen ongebreideld openstelt. De heer Spaans opperde, met instemming, de mogelijkheid Almere en Zuidelijk Flevoland als verblijfplaats bij de prognoses te betrekken. Overigens was de werkgroep zich ervan bewust dat het moeilijk is om, wanneer je prettig woont/de deur voor anderen dicht te slaan. Maar men moet ook aan de toekomst denken. De natuurlijke groei zal al zwaar gaan drukken op het landschap, komt daar nog de overdruk van migratie bij dan woont straks niemand hier meer naar genoegen. UITGEMOLKEN BOEREN De keuze voor landbouw is natuurlijk niet zo vreemd in een gemeente als Leusden. De boeren vormen momenteel de meest uitgemolken groep in onze samenleving. Op de voorlichtingsavond van de Provincie kreeg de vragensteller van de boerenorganisatie als enige een hartelijk applaus van het aanwezige publiek. Positieve discriminatie! Uit hetgeen de heer Verbeek, agrariër, in de loop van enige vergaderingen heeft verteld, blijkt dat Leusden nog wel het een en ander goed te maken heeft t.a.v. de boerenbevolking. Eerst pakken ze de naam af. Hamers veld. Dan de grond. Voor 4,- per m2. Dan het grondwater. Door proefboringen van het waterleidingbedrijf in Amersfoort vallen op het erf de putten droog. En intussen moet er schaalvergroting plaats vinden van het Ministerie van Landbouw. Met alle ruimte, enge bouwwerken en methodes van dien. Voor de centen. 30% van de boereni onder het bestaansminimum. En eveneens intussen wil het CRM schaalverkleining. Met zijn allen in landschapspark in de armoe schilderachtig zitten te wezen. De doelstelling van het CRM is natuurlijk uitstekend, maar de boerJ mogen er niet de dupe van worden, dus kost het geld. En daar is men toti heden niet scheutig mee Boven het hoofd van de boer vindt grote wedstrijd touwtrekken plaats Tussen het CRM met zijn op de toekomst gerichte visie en het ministerie van Landbouw in de houdgreep van de EEG. De volgende vergadering van de Werkgroep Bestemmingsplannen wordt in de Leusder Krant bekend gemaakt. D E V E (I P e e s V 8 d I t Ml» t Geen nieuws van de andere werkgroepen. Volgende vergaderingen: Werkgroep Milieuzorg: 11 mei, 20 0 uur Zwartw.veg ,14 bn'; Werkgroep Milieu-educatie: 27 ani iÖ.ÓO uur, Eséoornhof 1. 1 STOP DE KINDERMOORD! St STOP DE KINDERMOORD! STOP DE KINDERMOORD! Over de Noorderinslag raast een brullende motorfiets langs. Daar zit een mens op, een jonge man nog, die door bezorgde ouders is grootgebracht. Ook zijn eerste kreet, zijn eerste lachje, zijn eerste stapjes veroorzaakten vreugde en trots bij zijn ouders. Als hij als kleine jongen ziek was, werd de dokter ontboden. En hoe vaak zei zijn moeder niet: „Kijk uit met oversteken, pas goed op, hoor". Want hij is een uniek wezen, het dierbaarste moet worden beschermd. Nu is hij man geworden en rijdt bulderend op zijn motorfiets voorbij. Hij kent geen zorg voor uniek leven, voor het dierbaarste van een ander mens. Het is godgeklaagd. fl Steeds opnieuw vraagt het verkeer slachtoffers. Ook binnen Leusden eist het verkeer zijn wrede tol. Soms hoor je de bewering: „Ach, vroeger de pest en nu het verkeer. Het is nou eenmaal het risico van déze tijd". Alleen mensen die zelf een kind, een vader, een geliefde hebben verloren, die zullen dat nooit zeggen. Die hebben aan den lijve ondervonden hoe onaanvaardbaar zo'n verlies is, misschien wel door de onnatuurlijkheid van zo'n dood. „Het was niet nodig geweest. Eén moment later op die kruising of als die automobilist dan was hij er nu nog Iemand voorgoed verliezen door het verkeer is onnavoelbaar wreed. Troostwoorden zijn niet te vinden. Alle weggebruikers slaan zich soms voor de kop. Hoe kon ik zó stom zijn!! Gelukkig liep het goed af. Maar als het niet goed afloopt betekent dat voor zo'n mens, die d^- fatale gevolgen beseft, misschien wel net zo'n ramp als voor het slachtoffer zelf. Als je altijd je best doet om voorzichtig te zijn, stapvoets door woonwijken rijdt en je veroorzaakt door een stomme fout een ongeluk, dan is dat triest voor beide partijen. Wat zo onbegrijpelijk is, dat zijn de mensen die zich niets van de ander aantrekken. Die proberen aan het eind van de straat al 100 km te rijden, die gierend optrekken en remmen, die bij voorkeur op de onoverzichtelijkste plaatsen inhalen. En die dol zijn op hun kinderen Jaarlijks worden ten gevolge van verkeersongevallen 5000 tot 6000 kinderen blijvend invalide. De revalidatie van deze kinderen kost gemiddeld 100.000,- per jaar per kind!!! STOP DE KINDERMOORD! LEUSDEN 1975 230 aanrijdingen 7 doden 11 zwaar gewonden 28 licht gewonden 65 gevallen zware schade 139* gevallen lichte schade STOP DE KINDERMOORD! In 1972 was voor een aantal mensen de maat vol: 3000 doden en 70.000 gewonden per jaar in het verkeer en haast niemand die dat gek vond. Daarom ontstond STOP DE KINDERMOORD. Om vooral dè overheid, maar ook mensen zoals u aan het denken te zetten. Want vindt u het zo vanzelfsprekend dat het verkeer woonwijken en het platteland op steeds grotere schaal onleefbaar maakt? Dat er jaarlijks zo'n 500 kinderen gedood worden? Dat nieuwe woonwijken gebouwd worden waar veel en vooral snelle auto's in passen? En dat je het woon- en speelgenot in je wijk dan wel op je buik kunt schrijven? Daarom besloten de mensen van STOP DE KINDERMOORD om zich niet af te sluiten voor de onvoorstelbare hoeveelheden leed die we met elkaar veroorzaken, maar er iets aan te doen d.m.v. akties, manifestaties, tentoonstellingen en hearings. De mensen van STOP DE KINDERMOORD zijn geen autohaters, maar wel zijn zij van mening dat de allesoverheersende plaats die de auto tot nu toe steeds heeft ingenomen moet worden teruggedrongen. En dat wil zeggen: niet trachten de mens aan te passen aan het verkeer, maar het verkeer aanpassen aan de mens. DOELSTELLING De Stichting „Pressiegroep Stop de Kindermoord" heeft ten doel (je samenleving dusdanig te doen inrichten, dat de veiligheid van de jeugdige verkeersdeelnemers gewaarborgd is, alsmede al hetgeen daarmede in de ruimste zin verband houdt (artikel 2 van de statuten). Stop de Kindermoord tracht dit te bereiken door: 1. Contacten te onderhouden met plaatselijk, zelfstandig werkende groepen door middel van a. het uitwisselen van adviezen, tips, enz. b. het toezenden van een bulletin, waarin opgenomen verslagen van plaatselijke en landelijke akties; nieuwe ideeën of plannen; artikelen over het overheidsbeleid en dergelijke. c. regionale of landelijke bijeenkomsten. 2. Voorlichting door het meedoen aan, of het organiseren van manifestaties, tentoonstellingen, discussie bijeenkomsten. Publiciteit (pers, radio en t.v.). Verspreiding van folders, brochures 3. Kontakten te onderhouden met de overheden. a. Met de gemeentelijke of provinciale overheid gebeurt dit door, of via de plaatselijke groepen. b. Met de landelijke overheid door het reageren op nota's, hoorzittingen enz. En door persoonlijk kontakt met Tweede-Kamerleden. NATIONALE WOONERFDAG Een van de eerstvolgende manifestaties die Stop de Kindermoord op haar programma heeft staan is het houden van een „Nationale Woonerfdag". Onder een woonerf wordt verstaaneen straat of straten, waarin de (oorspronkelijke) erffunktie en daardoor de sociale funktie zoveel mogelijk worden hersteld en versterkt. Bij de inrichting van woonerven staat de „verkeersleefbaarheid" voorop. Het is duidelijk dat de verkeersveiligheid hiervan een belangrijk element vormt. De inrichting van een woonerf zal de automobilist ertoe brengen zeer omzichtig te rijden. Automobilisten zullen dan ook niet plotseling gekonfronteerd worden met spelende kinderen die impulsief de rijbaan oprennen. We noemen enkele punten waaraan een woonerf herkenbaar moet zijn: - het woonerf moet als zodanig herkenbaar zijn, vooral bij de overgang tussen woonerf en buitengebied; - er moeten voorzieningen zijn die de snelheid van motorvoertuigen beperken; - de inrichting van een woonerf moet het spelen en verblijven bevorderen en vefaangenamen; - het woonerf moet desondanks toegankelijk zijn vöor bepaalde voertuigen, zoals brandweer-, politie-, ambulance-auto's, bestel- en vuilniswagens. Om dit te bereiken worden voorzieningen aangebracht als bomen en paaltjes midden op de weg, I molgoten, bloembakken en fietsrekkii speelmateriaal en straatmei'bilair. drempels, gevarieerde verharding, versmallingen en verschuivingen va; het rijgedeelte (waardoor een moei te rijden trace ontstaat). In een woon zullen bijzondere verkeersregels gelden. Vermoedelijk begin mei, op zijn wekelijkse perskonferentie na het kabinetsberaad op vrijdagavond, zal minister-president drs. J. den Uyl b« nieuwe „Woonerfbord" en speciale verkeersregels aankondigen, die opa woonerf zullen gelden. Deze regels zullen, samen met de inrichting, de veiligheid en leefbaarheid op een woonerf waarborgen voor de bewoners, bejaarden, kinderen, fiet* en automobilisten. DOE ER WAT AAN Wilt u na het lezen van dit alles de goei' zaak van Stop de Kindermoord steunfl I geef u dan op als donateur voor minimaal 10,- per jaar (meer mag natuurlijk ook). Dit bedrag kunt u storten op gironummer 3028836 t n* 3 Stop de Kindermoord te Amsterdam i krijgt dan tevens het twee-maandelijk bulletin toegestuurd. Ellen Ottet I

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1976 | | pagina 10