MILIEU JOURNAAL
onkruidbestrijding in Leusden
A
P
11
o
s:
(omitér^ilieuzorqi
■r-eusden
0
E
PIETER PADMOS: DOORZIEN EN DOORVRAGEN
WANDELEN
LANGS
HET
VALLEIKANAAL
DONDERDAG 17 JUNI 1976
v Park Princenhof: waterpartij met oeverbeplanting,
Onkruid zijn die planten die groeien
op een plaats waar deze groei door de
grondgebruiker ongewenst wordt
geacht. Of anders gezegd „onkruid zijn
planten die op de verkeerde plaats
groeien."
Het addertje in deze definitie zit in de
term „de verkeerde plaats". Want in de
omschrijving van wat een verkeerde
plaats is, schuilt vaak de
aanvaardbaarheid van
onkruidbestrijding met chemische
middelen. Dezelfde soort plant kan
onder de ene omstandigheid wel, onder
een andere niet als onkruid beschouwd
worden.
Steeds meer leidinggevende en
uitvoerende organen worden
tegenwoordig met de vraag
gekonfronteerd, in hoeverre het heden
ten dage nog verantwoord is, herbiciden
(onkruidbestrijdingsmiddelen) te
gebruiken in openbare plantsoenen en
parken. Tevens ontbreken vaak de
arbeidskrachten of het is uitermate
kostbaar het onkruid mechanisch te
verwijderen.
Dan rijst tenslotte de vraag, of het wel
zo noodzakelijk is het onkruid te
verwijderen.
Mede door het baanbrekende werk
op dit gebied verricht door de heer P.
Zonderwijk, hoofd van de afdeling
Onkruidkunde en Onkruidbestrijding
van de Plantenziektenkundige Diénst in
Wa'geningen, zijn de opvattingen in
Nederland over wat onkruid is vrij
ingrijpend veranderd.
Onlangs nog werd door de
Rijksuniversiteit van Utrecht aan de
heer Zonderwijk een eredoctoraat
verleend voor zijn verdiensten op dit
gebied. Regelmatig onderhoudt de
plantsoenendienst van de gemeente
Leusden kontakt met de heer
Zonderwijk over de nieuwe
ontwikkelingen op het gebied van de
onkruidbestrijding.
Het resultaat hiervan is, dat ook in
Leusden het gebruik van
onkruidbestrijdingsmiddelen in
vergelijking met een aantal jaren
geleden aanmerkelijk is gedaald. Over
deze veranderde inzichten en het beleid
dat de plantsoenendienst nu voert,
hadden wij een gesprek met de heer
Roggekamp, chef openbare werken, en
de heer Van der Kamp, hoofd van de
plantsoenendienst.
WERKWIJZE
PLANTSOENENDIENST
Ter inleiding volgt hier eerst een kort
overzicht van de werkwijze zoals de
plantsoenendienst van Leusden deze
toepast.
Het in Leusden aanwezige openbare
groen kan in 3 verschillende
kategorieën worden ingedeeld.
1. verspreid liggende vaak kleine
groenstroken, dikwijls grenzend aan
partikuliere tuinen en voornamelijk
beplant met gecultiveerde materialen
(b.v. rozen).
2 Geheel of grotendeels uit natuurlijke
bomen oi struiken bestaande
beplanting.
3. Een park van 3 ha geheel bestaande
uit een natuurlijke beplanting met
kruidenlaag (park Prinsenhof).
Deze drie verschillende beplantingen
worden door de plantsoenendienst op
verschillende wijze onderhouden.
Voor de onder 1 genoemde beplanting
is een intensief zomeronderhoud 1
noodzakelijk. Onkruid past niet in een
dergelijke beplanting. Het zijn met
name deze plantsoenen die jaarlijks met
Simazin worden behandeld om de
ergste onkruidgroei tegen te gaan.
De onder 2 genoemde beplan ung wordt
alleen de eerste 3 a 4 jaar onkruidvrij
gehouden met Simazin om
overwoekering van de jonge aanplant
tegen te gaan.
De beplanting van het park (3) werd de
eerste 2 a 3 jaar redelijk schoon
gehouden. Nu laat men de spontaan
gevormde kruidenlaag ongestoord
opgroeien en kan de natuur haar gang
gaan.
WAAROM ONKRUIDBESTRIJDING
Wel, antwoordde de heer Roggekamp,
in de plantsoenen in de meuwe wijken
wordt grotendeels een beplanting
toegepast van bomen, struiken en
inheemse planten. Tussen deze pas
aangebrachte beplantingen ontwikkelt
zich dan een vegetatie van
voornamelijk gras, meideen zuring. Het
gevaar ontstaat dan, dat deze spontane
vegetatie de eerste tijd na aanleg van
het plantsoen zo'n overwicht krijgt op
de jonge planten dat deze daardoor
ernstig in hun groei belemmerd worden.
Omdat het noodzakelijk is dat de
beplanting zich optimaal kan
ontwikkelen, teneinde de bewoners van
de wijk zo snel mogelijk een „groene"
omgeving te bieden, heeft de
plantsoenendienst besloten om de
eerste 2 a 3 jaar een lichte mate van
onkruidbestrijding toe te passen.
Daarna zal de beplanting zich dan
dermate gesloten hebben dat door
gebrek aan licht op de bodem onkruid
zich niet meer overdadig zal
ontwikkelen.
Maar waarom past u dan chemische
onkruidbestrijding toe. U zou toch ook
b.v. door het strooien van houthaksel
het onkruid op een veel natuurlijkere
wijze kunnen bestrijden?
Op het ogenblik is het zo, dat de
onkruidbestrijding gedeeltelijk
chemisch en gedeeltelijk met
handkracht gebeurt. Soms wordt er nog
wel in de plantsoenen met gemengde
beplanting mechanische
onkruidbestrijding toegepast, maar dan
alleen in het le jaar. Daarna zijn de
struiken al dermate groot, dat men er
niet gemakkelijk meer met een machine
tussendoor kan lopen. Bovendien
worden er dan te veel wortels
beschadigd en het gevaar bestaat, dat bij
mechanische onkruidbestrijding, de
stniktuur van de grond wordt
bedorven. Onkruidbestrijding met de
schoffel is een zeer arbeidsintensieve
methode. Als men het onkruid dan goed
de baas wil blijven moet de beplanting 5
a 6 maal per jaar geschoffeld worden.
Dit blijkt in de praktijk met het
aanwezige personeelsbestand niet
haalbaar. We bewandelen nu de
middenweg en passen een chemische
onkruidbestrijding toe met het middel
Simazin, en wanneer dit bijtijds wordt
uitgevoerd b.v. in februari, maart,
kunnen we volstaan met 2 a 3 maal
schoffelen per jaar.
Met het strooien van houtsnippers
hebben we een proef genomen. De
paden in het park Prinsenhof zijn
bedekt met houtsnippers. Daarbij is
echter gebleken dat dit geen effekt heeft
op de groei van kweekgrassen. En is het
houthaksel eenmaal gestrooid, dan is
het onmogelijk de toch nog opkomende
kweekgrassen door schoffelen te
verwijderen. Dit moet dan met de hand
gebeuren en dat is dermate
arbeidsintensief, dat het niet haalbaar
U gebruikt dus het bestrijdingsmiddel
Simazin. Wat is dat voor een middel en
hoe werkt het?
Simazin is een
onkruidbestrijdingsmiddel dat is
goedgekeurd door de
Plantenziektekundige dienst in
Wageningen. SimaÉicbiiioet met de
regen de grond indringen om door de
worteltjes van kiemende of zeer kleine
onkruiden te worden opgenomen.
Hierna wordt het in de plant vervoerd
naar de bladeren, waar het zijn werking
uitoefent. In de bladeren wordt het
middel afgebroken tot een
onschadelijke stof, waarbij het groen
vernietigd wordt. Aangezien een plant
zonder bladgroen niet kan leven zal ze
afsterven. De afbraak in de grond
geschiedt door micro-organismen.
Hoopt Simazin zich op in de grond?
Nauwelijks. Om dit te onderzoeken zijn
er namelijk proeven genomen. Deze
proeven hebben aangetoond dat een
jaar na toediening nog slechts een zeer
klein gedeelte in de grond aanwezig is.
Welke methode past u toe bij
wegbermen en sloten?
Vroeger d.w.z. een jaar of vijf, zes
geleden werden de slootkanten
bespoten met een chemisch
bestrijdingsmiddel. Tegenwoordig
komt daar geen middel meer aan te pas
en gebeurt alles met handkracht. Ook
de behandeling van de wegbermen
heeft in vergelijking tot een aantal jaren
geleden een ingrijpende verandering
ondergaan. Als u nu langs de
Noorderinslag rijdt zult u een welig
groeiende en bloeiende beplanting
aantreffen. Wij grijpen daar nauwelijks
meer in en laten de natuur haar gang
gaan, zodat er na een aantal jaren weer
een grote diversiteit aan authentieke
bermplanten ontstaat. Tot voor een
aantal jaren was het gebruikelijk om het
gras vaak te maaien en zelfs middelen te
gebruiken om de groei te remmen.
Tegenwoordig hebben wij een
maaischema opgesteld, dat er op is
gericht om de kruidenvegetatie in stand
te houden. We trachten de struktuur
van de bodem weer te herstellen zoals
die vroeger was d.w.z. schraal en
zanderig. Hierdoor hopen wij dan in de
toekomst weer de rijk begroeide
bermen terug te krijgen zoals ze nu nog
alleen te vinden zijn in de Verkade
albums van Jac. Thijsse.
Rozenperken verlangen een zeer
intensieve verzorging. Is het niet
mogelijk deze zeer gecultiveerde
beplanting te vervangen door een soort
die wat minder verzorging vraagt?
Daar hebben wij wel eens over gedacht.
Maar u moet niet vergeten dat deze
rozenperken meestal worden aangelegd
op vrij smalle stroken grond die toch
altijd een gecultiveerde beplanting
vragen. Bovendien zijn de bewoners
vaak erg gewend aan de fraaie
beplanting.Wel onderzoeken we of het
mogelijk is een goede onderbeplanting
te vinden die de hele bodem kan gaan
bedekken.
In de zomer is de begroeiing langs de
Noorderinslag dicht en vol en vangt
zodoende ook wat van het lawaai van
het voorbijrijdende verkeer op. In de
winter biedt het echter nogal een kale
aanblik. Is het niet mogelijk een aantal
groenblijvende planten t plaatsen?
Mogelijk is het wel. Maar het is een
nogal kostbare zaak. Bovendien is dit
soort uitheemse beplanting niet zo sterk
en slaat nogal moeilijk aan. En m de
meuwe lijn die wij volgen gaan we er
juist van uit, zoveel mogelijk te werken
met inheemse beplantingen en die zijn
bladverliezend.
OPROEP VOOR BIOLOGEN
Tot slot nog een oproep aan de biologen
in Leusden, door de gemeentelijke
Plantsoenendienst.
De recentelijk ingezonden brief van een
groep biologen in de Amersfoortse
Courant is mede aanleiding voor ons
geweest om opnieuw kontakt te zoeken
met de heer Zonderwijk van de
Plantenziektekundige Dienst in
Wageningen. Wij willen zo graag op de
hoogte blijven van nieuwe
ontwikkelingen met name op het gebied
van de onkrüidbestrijding. Daarom ook
zouden wij graag in kontakt komen met
biologen uit Leusden die b.v. een
inventarisatie zouden willen opmaken
van planten die door de nieuwe aanpak
weer zijn teruggekeerd in de bermen en
plantsoenen.
Het zou aanbeveling verdienen een
werkgroep op te richten die hierover
een regelmatig kontakt met de
Plantsoenendienst onderhoudt.
U kunt zich hiervoor aanmelden bij de
heer Merts, secretaris van het
Coördinatieteam van het Comité
Milieuzorg Leusden. Tel.: 43578.
Ellen Otten.
HET
bestaat uit burgers van Leusden,
mensen aan wie de leefbaarheid van eigen woonplaats ter harte gaat.
Dat doen ze door lid te worden van een van de WERKGROEPEN:
BESTEMMINGSPLANNEN
MILIEU-EDUCATIE
MILIEU-ZORG
VOORLICHTING
WAT DOEN DEZE WERKGROEPEN?
k WERKGROEP BESTEMMINGSPLANNEN:
geeft het gemeentebestuur weldoordachte adviezen over alle aspek-
ten die te maken hebben met de uitbreiding van Leusden-C. (wegen,
wonirgen, winkels, werkgelegenheid enz. enz.).
WERKGROEP MILIEU-EDUCATIE:
probeert samen met de scholen de kinderen milieu-bewust op te
voeden (o.a. door lesbrieven, bosexcursies en dergelijke)
y WERKGROEP MILIEU-ZORG:
de werkzaamheden omvatten voornamelijk de „dagelijkse" milieu
zaken (huisvuil, schone straten, water enz. enz.).
y WERKGROEP VOORLICHTING:
geeft eenmaal per maand het Milieu-Journaal uit.
DAARIN KAN IEDERE LEUSDENAAR AL ZIJN OPMERKINGEN
OVER HET MILIEU SPUIEN.
Verder komen in dit blad de andere werkgroepen aan het woord over hun
werk.
De gemeente verleent in mime mate medewerking op velerlei gebied.
ZET U ZICH OOK IN VOOR DEZE GOEDE ZAAK
NIET ALLEEN IN UW LIGEN BELANG, MAAR ZEKER IN HET BE
LANG VAN UW KINDEREN.
HELP MEE!
DENK MEE!
GEEF U OP VOOR EEN WERKGROEP!
telefoon:
033-42036 Wiesje Engelen
033-41247 toestel 116 heer Hermans
VOOR IEDEREEN IS WERK AAN DE WINKEL!
De heer Padmos woont sinds 1969 in
Leusden-Z. en beschouwt zich daardoor
als bijna autochtone bewoner van deze
rustieke nederzetting.
Hij werkt als fysioloog bij T.N O en
houdt zich daar bezig met het visuele
systeem ofte wel het zien. Buiten het
diepe denken hierover, brengt hij
desgewenst zijn gedachten ook in
praktijk bijv. wanneer er advies
gevraagd wordt inzake de verlichting
van landingsbanen.
Via de deelname aan een D-66
werkgroepje kreeg hij belangstelling
voor Ruimtelijke Ordening, belandde in
Knalgroen en vandaar als
afgevaardigde in de Werkgroep
Bestemmingsplannen. In de
Knalgroen-periode sloeg hij, gesteund
door vele anderen, een forse brug
tussen boeren en burgers en hield
daardoor de brug over het Valleikanaal
en de geplande uitbreiding tegen.
Binnen de vergadering functioneert de
heer Padmos als doorvrager.
Dit doorvragen, waarschijnlijk een
vrucht der studie van doorzien, wordt
hem bijv na middernacht, niet altijd
door alle leden van de Werkgroep in
dank afgenomen. Het werpt nochtans
de beste resultaten af.
Helaas verlaat hij in september deze
gemeente. De familie gaat naar
Amersfoort. Met ironie hanteert hij de
moeilijke woorden „exponent van de
re-urbanisatie". Na enig doorvragen
van onze kant, blijken m zijn
toekomstige tuin 17 Leusdense
nieuwbouwtuintjes te kunnen. Hij
verlaat ook de Werkgroep
Bestemmingsplannen, vandaar dat wij
zijn visie over verleden, heden en
toekomst van het C.M.L. hier
weergeven:
Verleden! De voorbereidingen van de
2e faseplannen hebben toch een nuttig
effect gehad, ondanks sommige
berichten.
1. Het tegenspel vanuit de bevolking
werkte inspirerend op de
ambtenaren, die nu niet uitsluitend
het idee hadden voor B. en W. en
enige externe adviseurs te werken,
maar voor de gehele bevolking.
2. De meningsvorming van de
werkgroepsleden was erg groot.
Men ontving zeer veel informatie en
ook de verschillende achtergronder
van de leden begunstigde dit proces
3. De hele procedure van de
werkgroep resulteerde ook in een
betere meningsvorming van de
raadsleden.
4. De werkgroep Bestemmingsplannen
heeft nooit de pretentie gehad de
bevolking te vertegenwoordigen. Zij
diende wel als klankbord en gaf de
bevolking in elk geval de
mogelijkheid mee te denken. De
klankbordfunctie is er misschien te
weinig uitgekomen, hoewel zij toch
ook resulteerde in
voorlichtingsavonden.
Omdat de Werkgroep, zich dicht bij o«_
bron bevindend, meer „begrip" kreeg
voor de andere kant van de problemen,
stootte zij soms ook de wat radicalere
burgers af
Heden! Inspreken is een moeilijk
proces. Je moet steeds allerlei belangen
afwegen Het enige wat je kunt hopen is
dat de echte grote miskleunen
voorkomen kunnen worden. Fouten op
een kleiner niveau kunnen niet
voorkomen worden. Daarbij is er vaak
veel opwinding over dingen die niet
gaan, maar het eenvoudige handwerk
ontbreekt te veel. („Eenvoudig
handwerk7" M W. „Leesbare stukjes
schrijven bijv "P P.,.0"M.W Als het
een en ander wat minder loopt, kan je
niet zonder meer zondebokken
aanwijzen. (Schaamrood M.W.). Het
elan is momenteel wat minder, de grote
lijnen liggen vast en die zijn over het
algemeen het interessantst Althans
voor een aantal leden van de
Werkgroep in zijn oorspronkelijke
samenstelling. Het invullen van de
vlakken binnen de grote lijnen is juist
weer bijzonder interessant voor de
toekomstige bewoners. Zij zijn er
onmiddellijk bij betrokken en dienen
zoveel mogelijk inspraak te krijgen.
Toekomst! Een belangrijk aspect dat in
de toekomst nog aan de orde komt is de
inrichting van het hoofdcentrum.
Een ander aspect (credo M.W.) wat
vanaf nu tot aan het bereikte doel aan
de orde moet komen is een goede
verbinding met Amersfoort, middels
plezierige fietspaden en een frequente
busverbinding. Het Pon-lijntje ligt er al.
komt vlak bij het station uit en zou dus
een prima fietspad opleveren. Wanneer
het openbaar vervoer wat beter
geregeld werd, zouden ook al die wegen
niet zo verbreed hoeven worden.
Leusden dient nu eenmaal zijn wegen
aan te passen aan het
woon-werkverkeer.
Dit woon-werkverkeer wordt ook
verminderd door het aantrekken van
werkgelegenheid voor Leusdense
burgers. Tot nu toe streeft men naar
werkgelegenheid voor de helft van het
inwonerstal. 1A» werkt hier al in de
verzorgende sector. Komt hier nu nog
V< bij vanuit de stuwende sector dan is
dit waarschijnlijk toch te weinig, omdal
niet alle arbeidsplaatsen bezet worder
door bewoners uit Leusden. Het
aantrekken van werkgelegenheid en
nieuwe bewoners zouden gelijkop
moeten gaan.
Afsluitend hoopt de heer Padmos dat
het C.M.L. altijd gevoed kan blijven
worden door aktiegroepen, zoals
Knalgroen en een vruchtbare
voedingsbodem voor de inspraak van
de Leusdense bevolking zal blijven.
Wij hopen van harte dat Knalgroen in
staat is een volgende doorvrager aan de
Werkgroep Bestemmingsplannen te
leveren. Niemand is onmisbaar, maar
de een wat misbaarder dan de ander.
M.W.
WERKGROEP
MILIEU
EDUCATIE
Een vrqag van de Werkgroep
Milieu-Educatie: hoe vaak wandelde u
al langs het Valleikanaal? Nooit?
Wandel er eens langs.
We starten bij de Midden weg. Duur van
de wandeling: ongeveer 1 uur.
1 Hier is nog een armzalig restant te
zien van een elzen-houtwal. Deze
omgaf vroeger de percelen akkers en
weilanden. Gaf beschutting tegen felle
wind en/of koude en onderdak aan
vogels en kleine zoogdieren.
2. Zoals u wellicht weet bezit Leusden
een gescheiden rioleringssysteem; het
rioolwater gaat naar Amersfoort via een
persleiding en een zuiverings-installatie
in de Eem. Het hemelwater komt in
sloten en vijvers. Bij een teveel gaat het
overtollige hemelwater o.a. via deze
sloot en een overlaat rechtstreeks in de
Eem. Laat dit voor u een aansporing zijn
geen vervuild water in de afvoerputten
te storten. Vogels en waterdieren zullen
u er dankbaar voor zijn.
Om de wilgen slingeren zich onze
inlandse „lianen", de hop.
In de berm zijn minstens 13 soorten
planten te vinden, herderstasje, zuring,
weegbree, klaver, witte dovenetel,
kamille, kleefkruid, varkensgras, raket,
boterbloem, hondsdraf, distel, muur.
Kent u ze allemaal? Ontzettend knap!
Kunt u met bij de werkgroep
Milieu-Educatie komen7?
3. Gaat u hier, even voorbij het eilandje,
eens rustig zitten en bekijk het leven in
de heldere7? sloot. Ziet u die kikkers en
misschien een schuwe salamander?
Denkt u er om dat dit beschermde
dieren zijn. In het weiland staat de
blauwe reiger die in Randenbroek in
Amersfoort broedt en hier voedsel
vergaart.
4. Links de overlaat en rechts het
opgaande lover van de dijk, een restant
van een vroegere verdedigingslinie. In
de bomen nestelen o.a. kraaien, eksters
en duiven. Hoort u het verschil tussen
houtduif en tortelduif? De eerste zegt
Roek koe koe koe koe, de tweede Roe
koe koe. Let er maar eens op. Tussen de
bramen op de grond nestelen allerlei
zangvogels veilig voor onze talrijke
katten, die een geweldig respect voor de
doornen hebben. Laat de jeugd in het
broedseizoen het er wat kalmer aan
doen, de vogels zullen u met jubeltonen
er voor danken.
In de Brandnetels kunnen nachtegalen
nestelen. Verder treffen we hier ook
Vogelwikke en Paardestaart aan.
Voor de brug links en rechts een veld
vol Fluitekruid. Veel insecten komen
hier op af om zich te goed te komen
doen aan de honmg van deze bloemen
5. Over de brug het zgn. Kerkepad
rechtsaf. n
6. Hier hebt u een weids overzicht over
een prachtig half-open
coulissenlandschap. De vogels van het
dijkgeboomte fourageren hier.
7. Moeten hier nu heus de
hockey-velden komen?
8. De Modderbeek: Een van de vele
beken van de Gelderse Vallei, die allen
afwateren in het half natuurlijke kanaal.
Een afwateringskanaal is een rustig
kanaal in tegenstelling tot een
scheepvaartkanaal.
9 De eenden broeden hier langs de
kant, misschien treft u het en ziet u
moeder meerkoet met kroost. Sinds
enige jaren is het kanaal schoner dan
voorheen en in het hengelseizoen kunt
u er de liefhebbers aantreffen die er ook
nog iets levends uitvissen. Laat de
kinderen wel oppassen met aas: Ook
eenden lusten die deegbolletjes met alle
ellendige gevolgen vandien.
10. Hier broeden talrijke kieviten, met
een kijker kunt u ook grutto's
ontdekken. Bij een wild gekrijs zijn
kraaien of eksters op roof uit, die nu
door woedende ouderparen worden
verjaagd. Soms kunt u het treffen en
voeren kieviten duikvluchten uit op een
traag overvliegende reiger. In het
voorjaar zijn de dieren met jongen erg
agressief.
11 Hier staat een groepje essen.
12. Schut nr. 4. Het verval van het
kanaal is ong. 5 meter. De
stroomsnelheid wordt geregeld door
een 5-tal schutten. (Jaloezieènsysteem).
Dit is schut nr. 4 „Asschat"; het is
tevens de grootste.
13. Hier ligt nog een verdedigingswerk,
waar u o.a. paardestaarten kunt vinden.
Wij wensen u een prettige wandeling.
JlIl
250 m
Wandelroute