Kinderen eten te veel
en te „onnatuurlijk"
Onze gulden daalt
snel in waarde
Dobbertje en Drommeltje
Fietsen door het stroomgebied
van De Reest een belevenis
Voor de kinderen
LEUSDER KRANT - ALGEMENE INFORMATIE
DONDERDAG 19 AUGUSTUS 1976
UTRECHT (ANP) - De gezondheidstoestand van de Nederlandse jeugd is niet
alarmerend slecht, Maar er zijn bepaalde aanwijzingen die bezorgdheid teweeg
moeten brengen.
De arts F. Wafelbakker, hoofd van de afdeling jeugdgezondheidszorg van het
ministerie van volksgezondheid, zegt dit iD zijn jaarverslag over 1975. Een van
de ontwikkelingen waarover hij zich ongerust maakt is het toenemend aantal te
zware kinderen. Vetzucht is ee
zware kinderen. Vetzucht is een groeiend probleem, dat op een schrijnende
tegenstelling wijst tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, aldus dokter
Wafelbakker
Sinds 1959 worden er onder auspi
ciën van de voedingsraad driejaarlijkse
peilingen verricht naar de voedings
toestand en voedingsgewoonten van
achtjarige schoolkinderen Aan het laat
ste onderzoek (schooljaar 1973/1974)
heeft een groot aantal artsen meege
werkt. De resultaten leidden tot d
schatting, dat ruim vijftien procent
van de achtjarigen dik en dat rond
vijf procent te dik is. Ten opzichte
van 1964 komt dat neer op een ver
dubbeling
De heer Wafelbakker noemt caries
(tandwolf) een nog steeds onderschat
probleem Verder heeft of krijgt de
jeugd volgens hem onnatuurlijke voe
dingsgewoonten. een overmatige sui-
kerconsrmptie, er worden steeds meer
irisdranken genuttigd en er worden
ook teveel sterk voorbereide spijzen
met weinig vezelstoffen gebruikt. Ve
zelstoffen, die onder meer voorkomen
in bruinbrood en groenten, zijn van
belang voor een goede stofwisseling
Tenslotte is er bij een steeds groeiend
deel van de jeugd al sprake van een
overmatig alcoholgebruik
Er zijn in Nederland 146 school-
artsendiensten. Daarvan maken er 34
deel uit van een gemeentelijke ge
zondheidsdienst, terwijl er 102 lunctio-
neren als distnctsdienst In totaal
staan ongeveer drie miljoen leerlin
gen onder schoolgeneeskundig toezicht
500.000 bij het kleuteronderwijs, 1,45
miljoen bij het basisonderwijs, 1 mil
joen bij het voortgezet en beroeps
onderwijs en ongeveer 77.000 bij het
buitengewoon onderwijs
Van de kleuters werd in het verslag
jaar gemiddeld 38 procent volledig
onderzocht Voor de basisscholen was
dat percentage 40, voor het voortge
zet onderwijs 20 en bij het buitenge
woon onderwijs 42.
In 1974 werd rond twaalf procent
van de onderzochte leerlingen verwe
zen naar (in overgrote meerderheid)de
huisarts of naar de psycholoog, de
jeugdpsychiatrische dienst, de logope
dist of naar bijzondere schoolgymnas-
tiek
In zijn jaarverslag besteedt de he
Wafelbakker ook aandacht aan de
schoolverlaters Voor hen houdt iedere
vorm van openbare gezondheidszorg op.
Maar een betrekkelijk klein deel van
de werkende jongeren komt terecht in
bedrijven die zo groot zijn dat er
een gedrijfsgeneeskundige dienst is.
Alle werkende jongeren en de grote
groep werkloze jongeren vallen uit de
boot. Voor zover ze nog parttime op
leidingen volgen zou volgens de heer
Wafelbakker een vorm van jeugdge
zondheidszorg via de school mogelijk
zijn Het lijkt hem waarschijnlijk, dat
deze groep jongeren meer behoefte
heeft aan een niet verplichte vorm van
jeugdwelzijnszorg dan aan een voort
zetting van het zogenaamde periodiek
systematisch onderzoek.
Hij gaat ook in op het proefschrift
van H. W. A Nijenhuis (1975) waaruit
blijkt dat sommige bedrijven 50 pro
cent van de jongeren die zich aanmel
den niet goedkeuren, terwijl dat bij
andere maar 0,5 procent is. De heer
Wafelbakker vindt, dat de sterk uit
eenlopende afkeuringspercentages zo
wel voor de bedrijfsgeneeskunde als
voor de jeugdgezondheidszorg in Ne
derland aanleiding moeten zijn voor
verder speurwerk.
Verschillende schoolartsen houden
zich in hun eigen rayon ook bezig met
onderzoekingen Zo worden in Wymbrit-
seradeel (Hornstra) al sinds 1962 de
rookgewoonten bijgehouden. Opvallend
is, dat in al die jaren de jongens niet
minder en de meisjes wel meer zijn
gaan roken. Van de 15-jarige jongens
rookt 20 tot 30 procent meer dan tien
sigaretten per week, terwijl het roken
bij de meisjes sinds 1970 zo sterk is
toegenomen, dat ze de jongens in 1974
- in alle leeftijdsgroepen - al zijn
voorbijgestreefd van de 15-jarige
meisjes rookte toen 37 procent en van de
16-jangen 64 procent meer dan tien
sigaretten per week
In Gorssel (Bakker) is sinds 1968
een onderzoek gaande naar het voor
komen van migraine bij de school
jeugd (hoofdpijnaanvallen met misse
lijkheid of braken en overgevoeligheid
voor licht of lawaai) Gemiddeld één
procent van de schoolbevolking blijkt
last te hebben van migraine-aanvallen
(iets meer meisjes dan jongens). In
meer dan de helft van de gevallen
openbaart de migraine zich al voor
het zevende jaar en in bijna zes pro
cent pas na het twaalfde jaar. Tachtig
procent van de betrokken kinderen
heeft minstens eenmaal per maand een
aanval. Bij 65 procent van hen komt
migraine ook bij andere leden van hun
familie voor.
Veel Nederlandse toeristen zullen dit jaar niet naar Zwitserland gaan. Steeds
meer in trek komen daarentegen Engeland en Schotland. De wijziging in de vakan
tiebeweging is bepaald geen wonder wanneer wij even kijken naar het lijstje met de
aan- en verkoopprijzen van vreemde geldsoorten. Het Britse pond sterling is in
enkele jaren tijd teruggevallen van plm. acht gulden tot een niveau beneden vijf
gulden en als het zo doorgaat zitten wij voor Kerstmis beneden de vier en een halve
gulden. De Zwitserse franc daarentegen wordt nu al voor 1,15 aangeboden en was
nog niet lang geleden maai 0,80.
Om deze reden is het Schotse Hoogland nu meer in trek dan de Mont Blanc. Ook
de Westduitse DM stijgt langzamerhand in waarde. Die is ver beneden de gulden te
koop geweest terwijl er nu al ongeveer 1,08 voor moet worden neergeteld.
Tijdens de dollarcrisis kochten wij een dollar voor om en nabij een rijksdaalder. Nu
vraagt de bank daarvoor 2,80. Stap voor stap gaat de waarde van ons be
taalmiddel t.o.v. een reeks andere z.g. rijke landen achteruit. In feite betekent dit
dat de gulden op de internationale geld- en kapitaalmarkt minder gewild is en dat
men liever zijn centen in eeir andere waarde-eenheid belegt.
WAT ZIJN DE OORZAKEN?
Hoe komt het nu dat een munt in dis
krediet raakt? Om dat te kunnen beoor
delen kunnen wij 't beste naar het pond
sterling kijken. Daarvoor geldt dat 't al
jaren in diskridiet is. Een van de belang
rijkste oorzaken is wel dat de Britse
handel en industrie in het totale wereld
beeld enorm zijn teruggelopen. Dat
komt omdat een reeks van landen zich
hoe langer hoe meer distantieert van het
Britse Gemenebest. Uit hoofde van de
vroegere koloniale verhoudingen koch
ten landen als Australië, Canada, India
en een aantal Afrikaanse staten hun in
te voeren goederen bij voorkeur in het
Verenigd Koninkrijk. Die band is uit po
litieke overwegingen verslapt, want het
Britse wereldrijk is uiteen gevallen
Maar ook de economische binding met
Engeland is aan een sloopproces onder
hevig.
De praktijk heeft geleerd dat de
Westduitsers, de Japanners en vele an
dere volken bereid zijn betere
produkten te leveren dan de Engelsen
tegen lagere prijzen. Zij organiseerden
hun industrie beter en de onderdanen in
veel staten, ook in Frankrijk zijn bereid
harder te werken dan de Britten. Een
factor van niet geringe betekenis is ge
weest dat de goede gang van zaken in
het Ver. Koninkrijk in de afgelopen
jaren teveel verstoord is door stakingen,
die tot gevolg hadden dat leveranties
naar het buitenland niet op tijd werden
i uitgevoerd. Daarnaast is een ander pro
ces gaande, dat verband houdt met het
voorgaande. De Britse munt is jaren een
symbool van degelijkheid geweest. Op
de waarde van het pond kon men ver
trouwen.
Tal van staten lieten hun hele finan
ciële verkeer over Londen lopen en
deden derhalve zaken in ponden. Hun
geldstelsel was min of meer met het
pond verbonden en men kon erop ver
trouwen dat dit betrouwbaar en zonder
waardeverlies verliep. Dat vertrouwen
is verdwenen. Dit heeft tot gevolg dat
een aantal staten in de Arabische wereld
met name. maar ook in Afrika in plaats
van in ponden in dollars of Zw. francs
gaat handelen omdat die munten voor
de toekomst meer waardevastheid in
vergelijking met andere landen bieden
dan het pond sterling. Men vlucht dus
uit de ponden in andere muntsoorten.
Daarom komt er zoveel aanbod van En
gels geld dat de waarde enorm daalt.
Extra vrees voor nieuwe looneisen in
Engeland met name voor de mijnwer
kers, verhaasten dit proces.
Hoe dobbert nu de gulden te midden
van dit alles. In 1975 hadden wij een
overschot van circa 4 miljard gulden op
de lopende rekening van de betalingsba
lans Dit ondanks het feit dat onze in
dustrie een exportvermindering moest
noteren van circa 4 procent. Het is dui
delijk dat onze verkoop van aardgas dit
overschot veroorzaakte. Niet alleen
stuwen wij via pijpleidingen miljarden
kubieke meters gas tot ver over de
grenzen maar wij krijgen er ook steeds
meer geld voor. Want het gas concur
reert als energiebron met de olie. Dank
zij de organisatie van olie-exporterende
landen wordt de prijs van de olie en dus
ook van het gas, steeds hoger.
Wij zouden met onze gasopbrengst
ook de gulden tot een van de sterkste
munten van de wereld kunnen maken
wanneer dit geld niet grotendeels via de
staatskas zou worden aangewend voor
collectieve doeleinden. Het wordt in
feite gebruikt om al onze sociale voor
zieningen te financieren. Zouden wij zo
verstandig zijn om dit geld te gebruiken
om ons produktieapparaat te ver
nieuwen dan zou dit onze concurrentie
kracht t.o.v. het buitenland vergroten
en ons tot een bolwerk maken van soli
diteit. Wij zouden een soort tweede
Zwitserland kunnen worden.
Het tegendeel is waar. Buiten de gas
opbrengst worden onze overheidsbe
stedingen zo enorm opgevoerd dat wij
per saldo nog miljarden tekort komen.
Er komen door deze gedragslijn zo
enorm veel guldens in omloop dat ons
nationaal betaalmiddel ook nog wordt
gewantrouwd. Verder is men hier te
lande deels van mening dat met de
aardgaskosten de loonkosten ook
mogen stijgen. Hoge loonkosten in
voorlopig nog dure aardgasguldens
maken onze produkten in het buitenland
te duur. Men kiest een goedkoper pro-
dukt, men hoeft geen guldens te kopen
en derhalve daalt de vraag naar guldens.
TOENEMENDE VERWARRING
Veel belangrijker in dit beeld is dat
ook onze internationale vertrouwens
positie op het spel staat. Een affaire als
die met Zuid-Afrika ondermijnt dat ver
trouwen. Verder weet men ook in het
buitenland dat over enige jaren onze
aardgasopbrengsten zullen dalen maar
dan kunnen wij niet in hetzelfde tempo
als het aardgas afneemt ook onze so
ciale voorzieningen terugdraaien. Even
als het beeld van de Britten is dat van
de Nederlanders in den vreemde niet
gunstig.
Men ziet voor ons land een periode
aankomen van toenemende verwarring
op politiek terrein terwiil ook geen gun
stig financieel economisch oordeel
wordt geveld over de regeringsplannen
om de VAD in te voeren, die het be
drijfsleven nog verder onder druk zou
zetten. Dit ongunstige beeld heeft tot
gevolg dat men er weinig voor voelt in
Nederlandse waarden te beleggen.
Onze aandelenmarkt kwakkelt. Onze
obligaties worden bij pakken verkocht.
Ziedaar allemaal oorzaken waardoor
men geen guldens nodig heeft.
Als dit proces doorgaat zou het er wel
eens op kunnen uitdraaien dat wij ons
betaalmiddel nog moeten laten deva
lueren. Wanneer wij zien dat Zwitsers,
Westduitsers en Amerikanen erin sla
gen hun inflatiepercentage ver onder
het onze te houden dan is dat geen com
pliment voor onze monetaire politiek.
Als over enige jaren de Britse oliereser
ves beginnen te vloeien en ons aardgas
vermindert kan het wel eens spoedig
gedaan zijn met de aantrekkelijke
koopweekends in Londen. Het is zeker
zaak voor onze gulden nu nog maar wat
reizen te maken naar landen die nu nog
relatief goedkoop zijn. Wanneer er geen
financieel-economische koerswijziging
komt zou onze geldwaarde wel eens
snel ernstig op de tocht kunnen komen
te staan. Nu zegt men wel eens schert
send dat onze gulden geen kwartje meer
waard is, straks zal men uitroepen dat er
geen dubbeltje meer voor geboden
wordt.
OU V/EH ANDSVRIENDEN
WAREN VERSLAGEN
RHENEN - ,,De teleurstelling die het
park heeft ondervonden tengevolge van
het besluit van minister Gruyters om
de voorgenomen uitbreiding niet goed te
keuren, moest ook door de Vrienden
van Ouwehands Dierenpark worden ver
werkt
Dat schrijft het bestuur aande leden.
En die teleurstelling was er ook de
oorzaak van dat de werkzaamheden
van de vereniging voorlopig waren op
geschort
Maar nu wordt met frisse moed de
draad weer opgepakt. Tegen 14 septem
ber a.s. is een ledenvergadering uitge
schreven. Op die dag zullen de jaar
vergaderingen van 1974 en 1975 worden
gecombineerd.
De Vereniging van Vrienden van
Ouwehands Dierenpark te Rhenen heeft
nog steeds als voorzitter de*heer Mr.
L. Bosch ridder van Rosenthal, oud
burgemeester van de gemeente Rhenen
en oud-voorzitter van de Nederlandse
Consumenten Bond.
OUWEHANDS
GEBOORTEGOLF
RHENEN - Voor statistiekliefhebbers
heeft de directie van Ouwehands Dieren
park op de Grebbeberg in Rhenen een
overzicht samengesteld van de geboor
ten die in het eerste halfjaar van 1976
op het park plaatsvonden En dat ïseen
ware waslijst.
Er komen onder andere op voor:
twee Chapman-zebra's, een Grevy-
zebra, een giraf, een Californische
zeeleeuw, twee orangs, vijf kangoe
roes. vier bevers, vier mantelbavianen,
een chimpansee, een laponder, een Wal
lisergeit, elf neusberen en drie dam
herten
De parkieten waren het vruchtbaarst.
Er werden niet minder dan vijftig ge
boren in elf verschillende soorten. Bij
de viervoeters waren het 41 stuks.
Bijna 90% is in leven gebleven.
IN DE (SLA)OLIE
RHENEN - Op gezette tijden worden
de drie olifanten in Ouwehands Dieren
park inde sla-olie gezet. De verzorgers
zijn daar uren druk mee. Dat gebeurt
om de huid soepel te houden De olifan
ten blijven dan een hele ochtend op stal
Een klein jochie, die dat staande bij het
Dlifantenterras, niet zag, maar wel
hoorde dat de olifanten inde olie waren,
holde hard naar zijn vader om het grote
nieuws te vertellen. De man holde er
heen met de gedachte drie lallende dik
huiden te kunnen zien, metfeestmutsen
op hun kop en toeters in hun slurven
Maar toen hij arriveerde zag hij hele
maal niks. Er was geen olifant te be
kennen. De man voelde zich behoorlijk
opgelaten. Toen hij op informatie uit
ging om de boodschap van z'n zoon te
toetsen, kwam de ware aap uitde mouw.
De olifanten waren inderdaad inde olie,
maar niet zoals de man in kwestie het
zich had voorgesteld.
Op een drafje waggelen de
beide eendenvriendjes Dobbertje
en Drommeltje de grote weg over.
Een beetje hijgend komen ze
veilig en wel aan de overkant en
dan zegt Dobbertje: "Ik begrijp
nog steeds niet precies wat je nu
bedoelt Drommel, jij met je
kwaakliedjes. Hoe kunnen kleine
mensen - kinderen zijn toch ook
mensen - hoe kunnen die nu
kwaakliedjes snateren? Dat kun
nen wij toch alleen?"
"Hou je snavel eens een
poosje", kwaakt zijn vriendje
opgewekt, "als ik zeg dat ik het
gehoord heb, is dat zo. Allemaal
kinderen in een groot huis die
"kwak-kwak" roepen en het klinkt
héél mooi - oh, kijk daar is het al,
kom gauw mee!"
Dobbertje waggelt maar achter
hem aan zoals hij altijd doet als
Drommeltje weer eens een plan
netje heeft bedacht. Soms denkt
hij: "Ik ga niet mee, ik wil eerst
weten wat er gaat gebeuren,
"maar dan maakt Drommeltje
hem weer zó nieuwsgierig dat hij
toch weer met z'n vriendje mee
gaat. Zo gaat het nu ook weer:
Drommeltje is al met een spron
getje op de stoep van het grote
huis geklommen en daar staat
Dobbertje ook naast hem.
"HIER was het," kwaakt Drom
meltje zachtjes, "wacht maar
eens, dan zul je het zo horen...."
Ze wachten een poosje, maar er
komt geen enkel geluidje uit het
huls, behalve af en toe een klein
kuchje van iemand daarbinnen.
"Het duurt wel lang," zegt Dob
bertje als ze zo een tijdje gestaan
hebben. "Ja," antwoordt zijn
vriendje, "gisteren deden *e het
metéén. Ze begonnen metéén al
lemaal te kwaken. Weet je wat? Ik
zal eens gaan kijken of ze er wel
zijn. Dan spring ik op dat plankje
voor het raam en dan zie ik ze
misschien."
"Kun je dat dan?" vraagt Dob
bertje verschrikt, "het is wel een
hóóg plankje hoor Drommel!"
Maar Drommeltje luistert niet.
hij staat al klaar voor zijn aanloop
je. Hij haalt diep adem, springt
drie sprongetjes vooruit, slaat
met zijn vleugels en dan....
woeps.... zit hij op de
vensterbank.
"Ooooh...." roept Dobbertje vol
bewondering. "Ssss..." fluistert
Drommeltje, "ik zie wat hij niet
ziet. Er zitten een heleboel kinde
ren hierbinnen en één grote zit
voorin. Ze... ze schrijven, heet dat
geloof ik, ze maken tenminste
zwarte kriebeltjes op papier. Ach,
maar zouden ze misschien van
daag niet kwaken? Dat zou
jammer zijn."
DOBBERTJE begint te
snateren: "Haha, die Drommel, je
hebt het lekker mis gehad, kinde
ren kunnen toch helemaal niet
kwaken? Haha, dacht ik het niet!"
Nu wordt Drommeltje een
beetje boos. Hij heeft het toch zelf
gisteren gehoord en nu denkt die
nare Dobber.... Dat zal hij hem be
taald zetten! Hij draait zich om,
maar.... in zijn boosheid vergeet
hij dat hij op een smal plankje
staat en dan stoot hij met zijn
snavel tegen het raam. Tik-tlk-
tikü gaat het drie keer heel hard.
"Au!!" kwekt Drommeltje ver
schrikt en Dobbertje houdt zijn
adem in. "Val niet, Drommeltje!"
kwaakt hij angstig.
Dan gaat de grote schooldeur
open en komen er twee kinderen
met een grote mens naar buiten.
"Kijk juf, daar zit hij!" roepen de
kinderen. "Och, dat arme
eendje," zegt de juffrouw, "hij kan
er natuurlijk niet meer af komen
en daar zit zijn vriendje, alleen op
de stoep. Voorzichtig jongens, we
zullen hem een handje helpen."
Zij loopt naar de vensterbank
en wil Drommeltje vastpakken.
Maar het eendje begrijpt het niet:
hij denkt dat dat mens boos is
omdat hij tegen het raam tikte en
angstig fladdert hij heen en weer.
HOE moet dat nu? Binnen
zitten de andere kinderen al
lemaal heel nieuwsgierig te kijken
hoe het af zal lopen. Maar Drom
meltje laat zich niet pakken. Hij
slaat wild met zijn vleugels en
rent heen en weer, terwijl hij
doodsbenauwd naar Dobbertje
kijkt die nog op een hoekje van de
stoep zit en ook een beetje bang
is voor die grote gestalte en de
jongens.
"Oh jut!" roept opeens iemand
van de kinderen die binnen zit,
"laten we dat nieuwe liedje gaan
zingen van kwek en kwak. mis
schien vinden ze dat fijn!"
'Dat is een goed idee. Hansje."
zegt de juf, 'misschien helpt het.
Daar gaan we dan jongens!" En
dan beginnen de kinderen het
liedje te zingen over de eendjes.
Het nieuwe liedje dat ze gisteren
pas geleerd hebben en waarvan
alle versjes eindigden met
"kwak-kwak-kwak."
"ftk
EN KIJK! Plotseling zit Drom
meltje doodstil. Hij kijkt naar
Dobbertje die al zachtjes meek-
waakt. En na nog drie regels
kwaakt Drommeltje ook mee:
„Kwak-kwak-kwak. twee eendjes
op het dak."
De kinderen willen gaan roepen
maar juf wenkt dat ze gewoon
door moeten zingen en daar gaat
het weer; Dobbertje en
Drommeltje kwaken om het jardst
mee met juf en de kinderen. En als
het liedje uit is, kwaken de
eendjes nog en dan beginnen de
kinderen toch te lachen. Juf pakt
nu voorzichtig Drommeltje, die
niet meer tegenstribbelt, van de
vensterbank en dan schieten de
beide vriendjes het schoolhek uit.
Eerst zegt Drommeltje een
tijdje helemaal niets, maar dan
kwaakt hij: "Zie je nu wel, dat ik
gelijk had? Kinderen kunnen kwa
ken en hij wou het niet
geloven!"
"Ja, maar dat jij eerst zulke
gekke sprongen zou moeten ma
ken, vóórdat ze gingen kwaken,
dat had Ik niet gedacht!" snatert
zijn vriendje ondeugend.
"Ach, vlieg op," bromt Drom
meltje, "kom, laten we doen wie
het eerst bij de vijver is!" Ze
kijken eerst naar links en dan naar
rechts en dan weer naar links en
stuiven dan de grote weg over.
(Nadruk verboden)
Regiocontact „Vecht Veluwe
IJsselstreek" organiseert op za
terdag 14 augustus a.s. met me
dewerking van de Stichting „Het
Overijsselse!) Landschap" een
interessante verkenning van het
Reestdal per fiets. Het zal een
educatieve tocht worden, die zal
worden onderbroken voor een
korte wandeling onder leiding van
ervaren natuurgidsen door het
„Reestenland" waar niet gefietst
kan worden. Voorts wordt on
derweg een diaklankbeeld ver
toond. De fietsroute die onge
veer 40 km lang is wordt verre
den aan de hand van een route
beschrijving met wetenswaardig
heden en voert door de prachtig
ste natuurgebieden. Behalve het
Reestdal doet men ook nog en
kele oude boerennederzettingen
aan die reeds in de middeleeu
wen bekend waren, alsmede bos
sen en heidevelden en de histo
rische Ommerschans bij Balk
brug. Onderweg zijn verschillen
de rustpunten.
HISTORIE
Het stroomgebied van het ri
viertje De Reest heeft een rijke
historie. De oudste schriftelijke
gegevens dateren uit de eerste
helft van de 12de eeuw. In het
begin van de 14de eeuw wordt
de Benedictijnen-abdij te Ruinen
overgeplaatst naar de Hof te
Dickinge bij De Wijk. Dan komt
de menselijke activiteit in het
Reestdal op gang. Op de horsten,
de hoger gelegen gronden verre
zen vruchtbare akkers, op de
lage gronden weidde men het vee
of bestemde het gras als hóoi-
land. Ook verkoos de mens de
hoger gelegen gronden tot woon
plaats, er verrezenboerenneder
zettingen. Het kloosterarchief
vermeldt vele namen als Ave
reesten (1421), Westerhusen
(1427), Den Kaat en Den Ooster-
husen.
Deze buurtschappen bestaan
thans nog en er gaat een zekere
bekoring vanuit. Kenmerkend zijn
de prachtige oud-Saksische boer
derijen. welke in kaart gebracht
zijn door de Stichting „Histo
risch boerderij-onderzoek". In
1236 verkreeg de Reestgemeen-
schap zijn eigen kerk te Weeme,
het huidige Oud-Avereest Voor
de bouw er van gaf Bisschop
Otto III van Utrecht zijn toe
stemming Het bedehuis heeft
gestaan op het kerkhof bij de
huidige uit 1852 daterende kerk
en had een los er van staande
klokkestoel met twee luidklokken.
Een ervan werd gegoten in 1698
en hangt thans in de toren van
het kerkje uit de vorige eeuw.
De klok draagt het randschrift.
„Het Karspel van de Avereest"
en heeft twee randversieringen,
voorstellende jachttaferelen,
boerderijen, kerk en bossen Te
zamen met de olde-weeme, de
boerderij waarin de dominee
woonde en die thans als biolo
gisch centrum wordt ingericht,
is de kerk en omgeving tot be
schermd dorpsgezicht verklaard.
Tot aan het begin van de 19de
eeuw strekten zich ten zuiden
van de Reest enorme venen en
heidevelden uit, waarvan in de
boswachterij Staphorst bij IJhorst
de laatste restanten zijn te vin
den
De ontsluiting van deze venen
vond plaats in 1809. toen op
initiatief van Mr. W J Baron
van Dedem tot den Berg een
begin werd gemaakt met hetgra-
ven van de Dedemsvaart. Een
karwei dat in 1851 voltooid werd.
Langs de vaart verrezen de veen
koloniën Balkbrug en Dedems
vaart met patriciërswoningen der
verveners In 1965 werd het
startschot gegeven voor demping
van het kanaal Deze werkzaam
heden zijn nu bijna voltooid. Of
dit een juist besluit is geweest
moet thans in twijfel worden
getrokken Het gebied tussen
Reest en Vecht heeft door deze
ingreep veel van haar charme
verloren. De typische sfeer der
kanaaldorpen uit de 19e eeuw
en menig schilderachtige draai
brug is niet meer! Moge een
klein gedeelte van het kanaal
in het dorp Dedemsvaart worden
gespaard omwille van de leef
baarheid.
HET REESTDAL
In het Reestdal liggen over
wegend vcengrouden, ontstaan in
een tamelijk voedselrijk milieu,
waarin soms moerasijzererts,
zoals vivianiet en sideriet, is
gevormd. Het veenpakket is op
sommige plaatsen wel 120 cm
dik. Waar geen veen is worden
lage humuspozolgronden aange
troffen („podzol" is uit het Rus
sisch afkomstig en betekent let
terlijk: onder de grond). U kunt
ze in het terrein herkennen als
kleine verhogingen. Binnen het
winterbed van het riviertje ligt
een wat slibhoudende bovengrond.
Ter weerszijden er van bevindt
zich een strook zandgrond, die
met behulp van plaggenmest
reeds eeuwen geleden in cultuur
is gebracht. De Reest ontspringt
ten zuiden van Drogteropslagen
en stroomt in de richting Meppel,
waar zij zich verenigt met het
Meppelerdiep.
Dit stroomdal heeft een langte
van 30 km en een breedt van 100
tot 600 meter en is de grens
tussen de provincies Drenthe en
Overijssel. Ruim 20 km zal tij
dens de fietstocht worden ver
kend. Het dal is over grote af
standen vrij duidelijk begrensd
door een flauwe helling, met een
hoogte variërend van een halve
tot twee meter. Het bijzondere
van dit fraaie landschap is de
afwisseling van lage oeverlanden
en hoge zandruggen, met daar
tussen de schilderachtige mean
derende rivier. Voor het behoud
er van ijvert zich het Overijs
sels- en Drentse landschap. Het
landschapstype houdt het midden
tussen open en dicht. Het boven
stroomse deel ligt in een vlak
veengebied met weinig houtop
standen en heeft een weids ka
rakter. Kleinschaligheid is het
kenmerk voor het middenstroom-
se gedeelte.
Dit vindt zijn oorzaak in het
grondgebruik, dat weer afhanke
lijk was van de bodem. We vin
den daar de hoge horsten in
gebruik als bouwland, omgeven
door houtgewas, terwijl de ove
rige hoge gronden zijn begroeid
met grove den, eik, berk en
lijsterbes of worden bedekt met
kraaiheide, struikheide en dop
heide. De meest heuvelachtige
gebieden zijn nooit ontgonnen.
Hier treft men nog kleine zand
verstuivingen aan. In de drassi
ge gedeelten vinden we hoogveen
vegetaties, waaronder lavendel-
heide. Uitgestrekte hooilanden
zijn er aan de benedenloop.
De grote variatie in bodem,
hoog en laag, nat en droog, geeft
een rijk geschakeerd landschap.
De afwisseling van water, moe
ras, bouwland,grasland, bos,hei
de en veentjes heeft vanzelfspre
kend ook een rijk planten- en
dierenleven tot gevolg. Meer dan
honderd soorten vogels zijn er
aangetroffen, alsook vele soor
ten vlinders, insecten, amphibie-
èn en reptielen. Een goede in
druk van dit alles krijgt u door
er zelf te gaan kijken. Laat
daarom deze unieke kans om
veel van deze streek te zien u
niet voorbijgaan en stap op de
fiets! Aanschouw het land dat
ons is toevertrouwd en waar
wvoor de mens geen gave heeft
het te scheppen, maar wel de
gave bezit dat hij het bescher
men mag!
STARTPUNT
Men kan deze fietstocht be
ginnen in Dedemsvaart om 10.15-
11.00 uur, bij Restaurant Cen
traal, Markt 8. Vanuit Balkbrug
gaat men naar Oud-Avereest,
waar onder leiding van de Stich
ting „Het Ovenjsselsch Land
schap" een korte wandeling wordt
gemaakt door het Reestdal. In
het biologisch Centrum der
Stichting zal een diaklankbeeld
worden gepresenteerd en is een
informatiestand ingericht ter ge
legenheid van deze lietstocht
Kosten- f 3,-- pp. (incl. route
beschrijving, educatie en aan
denken) Fietsverhuur tel.
05230-25 25. Wel tijdig reserve
ren! Nadere inlichtingen: VVV-
Dedemsvaart, tel. 05230-22 97
(overdag), Regiocontact tel.
05232-2397 en tel. 03417-7212
(beide 's avonds)