Kinderen eten te veel en te „onnatuurlijk" Onze gulden daalt snel in waarde Dobbertje en Drommeltje Fietsen door het stroomgebied van De Reest een belevenis Voor de kinderen LEUSDER KRANT - ALGEMENE INFORMATIE DONDERDAG 19 AUGUSTUS 1976 UTRECHT (ANP) - De gezondheidstoestand van de Nederlandse jeugd is niet alarmerend slecht, Maar er zijn bepaalde aanwijzingen die bezorgdheid teweeg moeten brengen. De arts F. Wafelbakker, hoofd van de afdeling jeugdgezondheidszorg van het ministerie van volksgezondheid, zegt dit iD zijn jaarverslag over 1975. Een van de ontwikkelingen waarover hij zich ongerust maakt is het toenemend aantal te zware kinderen. Vetzucht is ee zware kinderen. Vetzucht is een groeiend probleem, dat op een schrijnende tegenstelling wijst tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, aldus dokter Wafelbakker Sinds 1959 worden er onder auspi ciën van de voedingsraad driejaarlijkse peilingen verricht naar de voedings toestand en voedingsgewoonten van achtjarige schoolkinderen Aan het laat ste onderzoek (schooljaar 1973/1974) heeft een groot aantal artsen meege werkt. De resultaten leidden tot d schatting, dat ruim vijftien procent van de achtjarigen dik en dat rond vijf procent te dik is. Ten opzichte van 1964 komt dat neer op een ver dubbeling De heer Wafelbakker noemt caries (tandwolf) een nog steeds onderschat probleem Verder heeft of krijgt de jeugd volgens hem onnatuurlijke voe dingsgewoonten. een overmatige sui- kerconsrmptie, er worden steeds meer irisdranken genuttigd en er worden ook teveel sterk voorbereide spijzen met weinig vezelstoffen gebruikt. Ve zelstoffen, die onder meer voorkomen in bruinbrood en groenten, zijn van belang voor een goede stofwisseling Tenslotte is er bij een steeds groeiend deel van de jeugd al sprake van een overmatig alcoholgebruik Er zijn in Nederland 146 school- artsendiensten. Daarvan maken er 34 deel uit van een gemeentelijke ge zondheidsdienst, terwijl er 102 lunctio- neren als distnctsdienst In totaal staan ongeveer drie miljoen leerlin gen onder schoolgeneeskundig toezicht 500.000 bij het kleuteronderwijs, 1,45 miljoen bij het basisonderwijs, 1 mil joen bij het voortgezet en beroeps onderwijs en ongeveer 77.000 bij het buitengewoon onderwijs Van de kleuters werd in het verslag jaar gemiddeld 38 procent volledig onderzocht Voor de basisscholen was dat percentage 40, voor het voortge zet onderwijs 20 en bij het buitenge woon onderwijs 42. In 1974 werd rond twaalf procent van de onderzochte leerlingen verwe zen naar (in overgrote meerderheid)de huisarts of naar de psycholoog, de jeugdpsychiatrische dienst, de logope dist of naar bijzondere schoolgymnas- tiek In zijn jaarverslag besteedt de he Wafelbakker ook aandacht aan de schoolverlaters Voor hen houdt iedere vorm van openbare gezondheidszorg op. Maar een betrekkelijk klein deel van de werkende jongeren komt terecht in bedrijven die zo groot zijn dat er een gedrijfsgeneeskundige dienst is. Alle werkende jongeren en de grote groep werkloze jongeren vallen uit de boot. Voor zover ze nog parttime op leidingen volgen zou volgens de heer Wafelbakker een vorm van jeugdge zondheidszorg via de school mogelijk zijn Het lijkt hem waarschijnlijk, dat deze groep jongeren meer behoefte heeft aan een niet verplichte vorm van jeugdwelzijnszorg dan aan een voort zetting van het zogenaamde periodiek systematisch onderzoek. Hij gaat ook in op het proefschrift van H. W. A Nijenhuis (1975) waaruit blijkt dat sommige bedrijven 50 pro cent van de jongeren die zich aanmel den niet goedkeuren, terwijl dat bij andere maar 0,5 procent is. De heer Wafelbakker vindt, dat de sterk uit eenlopende afkeuringspercentages zo wel voor de bedrijfsgeneeskunde als voor de jeugdgezondheidszorg in Ne derland aanleiding moeten zijn voor verder speurwerk. Verschillende schoolartsen houden zich in hun eigen rayon ook bezig met onderzoekingen Zo worden in Wymbrit- seradeel (Hornstra) al sinds 1962 de rookgewoonten bijgehouden. Opvallend is, dat in al die jaren de jongens niet minder en de meisjes wel meer zijn gaan roken. Van de 15-jarige jongens rookt 20 tot 30 procent meer dan tien sigaretten per week, terwijl het roken bij de meisjes sinds 1970 zo sterk is toegenomen, dat ze de jongens in 1974 - in alle leeftijdsgroepen - al zijn voorbijgestreefd van de 15-jarige meisjes rookte toen 37 procent en van de 16-jangen 64 procent meer dan tien sigaretten per week In Gorssel (Bakker) is sinds 1968 een onderzoek gaande naar het voor komen van migraine bij de school jeugd (hoofdpijnaanvallen met misse lijkheid of braken en overgevoeligheid voor licht of lawaai) Gemiddeld één procent van de schoolbevolking blijkt last te hebben van migraine-aanvallen (iets meer meisjes dan jongens). In meer dan de helft van de gevallen openbaart de migraine zich al voor het zevende jaar en in bijna zes pro cent pas na het twaalfde jaar. Tachtig procent van de betrokken kinderen heeft minstens eenmaal per maand een aanval. Bij 65 procent van hen komt migraine ook bij andere leden van hun familie voor. Veel Nederlandse toeristen zullen dit jaar niet naar Zwitserland gaan. Steeds meer in trek komen daarentegen Engeland en Schotland. De wijziging in de vakan tiebeweging is bepaald geen wonder wanneer wij even kijken naar het lijstje met de aan- en verkoopprijzen van vreemde geldsoorten. Het Britse pond sterling is in enkele jaren tijd teruggevallen van plm. acht gulden tot een niveau beneden vijf gulden en als het zo doorgaat zitten wij voor Kerstmis beneden de vier en een halve gulden. De Zwitserse franc daarentegen wordt nu al voor 1,15 aangeboden en was nog niet lang geleden maai 0,80. Om deze reden is het Schotse Hoogland nu meer in trek dan de Mont Blanc. Ook de Westduitse DM stijgt langzamerhand in waarde. Die is ver beneden de gulden te koop geweest terwijl er nu al ongeveer 1,08 voor moet worden neergeteld. Tijdens de dollarcrisis kochten wij een dollar voor om en nabij een rijksdaalder. Nu vraagt de bank daarvoor 2,80. Stap voor stap gaat de waarde van ons be taalmiddel t.o.v. een reeks andere z.g. rijke landen achteruit. In feite betekent dit dat de gulden op de internationale geld- en kapitaalmarkt minder gewild is en dat men liever zijn centen in eeir andere waarde-eenheid belegt. WAT ZIJN DE OORZAKEN? Hoe komt het nu dat een munt in dis krediet raakt? Om dat te kunnen beoor delen kunnen wij 't beste naar het pond sterling kijken. Daarvoor geldt dat 't al jaren in diskridiet is. Een van de belang rijkste oorzaken is wel dat de Britse handel en industrie in het totale wereld beeld enorm zijn teruggelopen. Dat komt omdat een reeks van landen zich hoe langer hoe meer distantieert van het Britse Gemenebest. Uit hoofde van de vroegere koloniale verhoudingen koch ten landen als Australië, Canada, India en een aantal Afrikaanse staten hun in te voeren goederen bij voorkeur in het Verenigd Koninkrijk. Die band is uit po litieke overwegingen verslapt, want het Britse wereldrijk is uiteen gevallen Maar ook de economische binding met Engeland is aan een sloopproces onder hevig. De praktijk heeft geleerd dat de Westduitsers, de Japanners en vele an dere volken bereid zijn betere produkten te leveren dan de Engelsen tegen lagere prijzen. Zij organiseerden hun industrie beter en de onderdanen in veel staten, ook in Frankrijk zijn bereid harder te werken dan de Britten. Een factor van niet geringe betekenis is ge weest dat de goede gang van zaken in het Ver. Koninkrijk in de afgelopen jaren teveel verstoord is door stakingen, die tot gevolg hadden dat leveranties naar het buitenland niet op tijd werden i uitgevoerd. Daarnaast is een ander pro ces gaande, dat verband houdt met het voorgaande. De Britse munt is jaren een symbool van degelijkheid geweest. Op de waarde van het pond kon men ver trouwen. Tal van staten lieten hun hele finan ciële verkeer over Londen lopen en deden derhalve zaken in ponden. Hun geldstelsel was min of meer met het pond verbonden en men kon erop ver trouwen dat dit betrouwbaar en zonder waardeverlies verliep. Dat vertrouwen is verdwenen. Dit heeft tot gevolg dat een aantal staten in de Arabische wereld met name. maar ook in Afrika in plaats van in ponden in dollars of Zw. francs gaat handelen omdat die munten voor de toekomst meer waardevastheid in vergelijking met andere landen bieden dan het pond sterling. Men vlucht dus uit de ponden in andere muntsoorten. Daarom komt er zoveel aanbod van En gels geld dat de waarde enorm daalt. Extra vrees voor nieuwe looneisen in Engeland met name voor de mijnwer kers, verhaasten dit proces. Hoe dobbert nu de gulden te midden van dit alles. In 1975 hadden wij een overschot van circa 4 miljard gulden op de lopende rekening van de betalingsba lans Dit ondanks het feit dat onze in dustrie een exportvermindering moest noteren van circa 4 procent. Het is dui delijk dat onze verkoop van aardgas dit overschot veroorzaakte. Niet alleen stuwen wij via pijpleidingen miljarden kubieke meters gas tot ver over de grenzen maar wij krijgen er ook steeds meer geld voor. Want het gas concur reert als energiebron met de olie. Dank zij de organisatie van olie-exporterende landen wordt de prijs van de olie en dus ook van het gas, steeds hoger. Wij zouden met onze gasopbrengst ook de gulden tot een van de sterkste munten van de wereld kunnen maken wanneer dit geld niet grotendeels via de staatskas zou worden aangewend voor collectieve doeleinden. Het wordt in feite gebruikt om al onze sociale voor zieningen te financieren. Zouden wij zo verstandig zijn om dit geld te gebruiken om ons produktieapparaat te ver nieuwen dan zou dit onze concurrentie kracht t.o.v. het buitenland vergroten en ons tot een bolwerk maken van soli diteit. Wij zouden een soort tweede Zwitserland kunnen worden. Het tegendeel is waar. Buiten de gas opbrengst worden onze overheidsbe stedingen zo enorm opgevoerd dat wij per saldo nog miljarden tekort komen. Er komen door deze gedragslijn zo enorm veel guldens in omloop dat ons nationaal betaalmiddel ook nog wordt gewantrouwd. Verder is men hier te lande deels van mening dat met de aardgaskosten de loonkosten ook mogen stijgen. Hoge loonkosten in voorlopig nog dure aardgasguldens maken onze produkten in het buitenland te duur. Men kiest een goedkoper pro- dukt, men hoeft geen guldens te kopen en derhalve daalt de vraag naar guldens. TOENEMENDE VERWARRING Veel belangrijker in dit beeld is dat ook onze internationale vertrouwens positie op het spel staat. Een affaire als die met Zuid-Afrika ondermijnt dat ver trouwen. Verder weet men ook in het buitenland dat over enige jaren onze aardgasopbrengsten zullen dalen maar dan kunnen wij niet in hetzelfde tempo als het aardgas afneemt ook onze so ciale voorzieningen terugdraaien. Even als het beeld van de Britten is dat van de Nederlanders in den vreemde niet gunstig. Men ziet voor ons land een periode aankomen van toenemende verwarring op politiek terrein terwiil ook geen gun stig financieel economisch oordeel wordt geveld over de regeringsplannen om de VAD in te voeren, die het be drijfsleven nog verder onder druk zou zetten. Dit ongunstige beeld heeft tot gevolg dat men er weinig voor voelt in Nederlandse waarden te beleggen. Onze aandelenmarkt kwakkelt. Onze obligaties worden bij pakken verkocht. Ziedaar allemaal oorzaken waardoor men geen guldens nodig heeft. Als dit proces doorgaat zou het er wel eens op kunnen uitdraaien dat wij ons betaalmiddel nog moeten laten deva lueren. Wanneer wij zien dat Zwitsers, Westduitsers en Amerikanen erin sla gen hun inflatiepercentage ver onder het onze te houden dan is dat geen com pliment voor onze monetaire politiek. Als over enige jaren de Britse oliereser ves beginnen te vloeien en ons aardgas vermindert kan het wel eens spoedig gedaan zijn met de aantrekkelijke koopweekends in Londen. Het is zeker zaak voor onze gulden nu nog maar wat reizen te maken naar landen die nu nog relatief goedkoop zijn. Wanneer er geen financieel-economische koerswijziging komt zou onze geldwaarde wel eens snel ernstig op de tocht kunnen komen te staan. Nu zegt men wel eens schert send dat onze gulden geen kwartje meer waard is, straks zal men uitroepen dat er geen dubbeltje meer voor geboden wordt. OU V/EH ANDSVRIENDEN WAREN VERSLAGEN RHENEN - ,,De teleurstelling die het park heeft ondervonden tengevolge van het besluit van minister Gruyters om de voorgenomen uitbreiding niet goed te keuren, moest ook door de Vrienden van Ouwehands Dierenpark worden ver werkt Dat schrijft het bestuur aande leden. En die teleurstelling was er ook de oorzaak van dat de werkzaamheden van de vereniging voorlopig waren op geschort Maar nu wordt met frisse moed de draad weer opgepakt. Tegen 14 septem ber a.s. is een ledenvergadering uitge schreven. Op die dag zullen de jaar vergaderingen van 1974 en 1975 worden gecombineerd. De Vereniging van Vrienden van Ouwehands Dierenpark te Rhenen heeft nog steeds als voorzitter de*heer Mr. L. Bosch ridder van Rosenthal, oud burgemeester van de gemeente Rhenen en oud-voorzitter van de Nederlandse Consumenten Bond. OUWEHANDS GEBOORTEGOLF RHENEN - Voor statistiekliefhebbers heeft de directie van Ouwehands Dieren park op de Grebbeberg in Rhenen een overzicht samengesteld van de geboor ten die in het eerste halfjaar van 1976 op het park plaatsvonden En dat ïseen ware waslijst. Er komen onder andere op voor: twee Chapman-zebra's, een Grevy- zebra, een giraf, een Californische zeeleeuw, twee orangs, vijf kangoe roes. vier bevers, vier mantelbavianen, een chimpansee, een laponder, een Wal lisergeit, elf neusberen en drie dam herten De parkieten waren het vruchtbaarst. Er werden niet minder dan vijftig ge boren in elf verschillende soorten. Bij de viervoeters waren het 41 stuks. Bijna 90% is in leven gebleven. IN DE (SLA)OLIE RHENEN - Op gezette tijden worden de drie olifanten in Ouwehands Dieren park inde sla-olie gezet. De verzorgers zijn daar uren druk mee. Dat gebeurt om de huid soepel te houden De olifan ten blijven dan een hele ochtend op stal Een klein jochie, die dat staande bij het Dlifantenterras, niet zag, maar wel hoorde dat de olifanten inde olie waren, holde hard naar zijn vader om het grote nieuws te vertellen. De man holde er heen met de gedachte drie lallende dik huiden te kunnen zien, metfeestmutsen op hun kop en toeters in hun slurven Maar toen hij arriveerde zag hij hele maal niks. Er was geen olifant te be kennen. De man voelde zich behoorlijk opgelaten. Toen hij op informatie uit ging om de boodschap van z'n zoon te toetsen, kwam de ware aap uitde mouw. De olifanten waren inderdaad inde olie, maar niet zoals de man in kwestie het zich had voorgesteld. Op een drafje waggelen de beide eendenvriendjes Dobbertje en Drommeltje de grote weg over. Een beetje hijgend komen ze veilig en wel aan de overkant en dan zegt Dobbertje: "Ik begrijp nog steeds niet precies wat je nu bedoelt Drommel, jij met je kwaakliedjes. Hoe kunnen kleine mensen - kinderen zijn toch ook mensen - hoe kunnen die nu kwaakliedjes snateren? Dat kun nen wij toch alleen?" "Hou je snavel eens een poosje", kwaakt zijn vriendje opgewekt, "als ik zeg dat ik het gehoord heb, is dat zo. Allemaal kinderen in een groot huis die "kwak-kwak" roepen en het klinkt héél mooi - oh, kijk daar is het al, kom gauw mee!" Dobbertje waggelt maar achter hem aan zoals hij altijd doet als Drommeltje weer eens een plan netje heeft bedacht. Soms denkt hij: "Ik ga niet mee, ik wil eerst weten wat er gaat gebeuren, "maar dan maakt Drommeltje hem weer zó nieuwsgierig dat hij toch weer met z'n vriendje mee gaat. Zo gaat het nu ook weer: Drommeltje is al met een spron getje op de stoep van het grote huis geklommen en daar staat Dobbertje ook naast hem. "HIER was het," kwaakt Drom meltje zachtjes, "wacht maar eens, dan zul je het zo horen...." Ze wachten een poosje, maar er komt geen enkel geluidje uit het huls, behalve af en toe een klein kuchje van iemand daarbinnen. "Het duurt wel lang," zegt Dob bertje als ze zo een tijdje gestaan hebben. "Ja," antwoordt zijn vriendje, "gisteren deden *e het metéén. Ze begonnen metéén al lemaal te kwaken. Weet je wat? Ik zal eens gaan kijken of ze er wel zijn. Dan spring ik op dat plankje voor het raam en dan zie ik ze misschien." "Kun je dat dan?" vraagt Dob bertje verschrikt, "het is wel een hóóg plankje hoor Drommel!" Maar Drommeltje luistert niet. hij staat al klaar voor zijn aanloop je. Hij haalt diep adem, springt drie sprongetjes vooruit, slaat met zijn vleugels en dan.... woeps.... zit hij op de vensterbank. "Ooooh...." roept Dobbertje vol bewondering. "Ssss..." fluistert Drommeltje, "ik zie wat hij niet ziet. Er zitten een heleboel kinde ren hierbinnen en één grote zit voorin. Ze... ze schrijven, heet dat geloof ik, ze maken tenminste zwarte kriebeltjes op papier. Ach, maar zouden ze misschien van daag niet kwaken? Dat zou jammer zijn." DOBBERTJE begint te snateren: "Haha, die Drommel, je hebt het lekker mis gehad, kinde ren kunnen toch helemaal niet kwaken? Haha, dacht ik het niet!" Nu wordt Drommeltje een beetje boos. Hij heeft het toch zelf gisteren gehoord en nu denkt die nare Dobber.... Dat zal hij hem be taald zetten! Hij draait zich om, maar.... in zijn boosheid vergeet hij dat hij op een smal plankje staat en dan stoot hij met zijn snavel tegen het raam. Tik-tlk- tikü gaat het drie keer heel hard. "Au!!" kwekt Drommeltje ver schrikt en Dobbertje houdt zijn adem in. "Val niet, Drommeltje!" kwaakt hij angstig. Dan gaat de grote schooldeur open en komen er twee kinderen met een grote mens naar buiten. "Kijk juf, daar zit hij!" roepen de kinderen. "Och, dat arme eendje," zegt de juffrouw, "hij kan er natuurlijk niet meer af komen en daar zit zijn vriendje, alleen op de stoep. Voorzichtig jongens, we zullen hem een handje helpen." Zij loopt naar de vensterbank en wil Drommeltje vastpakken. Maar het eendje begrijpt het niet: hij denkt dat dat mens boos is omdat hij tegen het raam tikte en angstig fladdert hij heen en weer. HOE moet dat nu? Binnen zitten de andere kinderen al lemaal heel nieuwsgierig te kijken hoe het af zal lopen. Maar Drom meltje laat zich niet pakken. Hij slaat wild met zijn vleugels en rent heen en weer, terwijl hij doodsbenauwd naar Dobbertje kijkt die nog op een hoekje van de stoep zit en ook een beetje bang is voor die grote gestalte en de jongens. "Oh jut!" roept opeens iemand van de kinderen die binnen zit, "laten we dat nieuwe liedje gaan zingen van kwek en kwak. mis schien vinden ze dat fijn!" 'Dat is een goed idee. Hansje." zegt de juf, 'misschien helpt het. Daar gaan we dan jongens!" En dan beginnen de kinderen het liedje te zingen over de eendjes. Het nieuwe liedje dat ze gisteren pas geleerd hebben en waarvan alle versjes eindigden met "kwak-kwak-kwak." "ftk EN KIJK! Plotseling zit Drom meltje doodstil. Hij kijkt naar Dobbertje die al zachtjes meek- waakt. En na nog drie regels kwaakt Drommeltje ook mee: „Kwak-kwak-kwak. twee eendjes op het dak." De kinderen willen gaan roepen maar juf wenkt dat ze gewoon door moeten zingen en daar gaat het weer; Dobbertje en Drommeltje kwaken om het jardst mee met juf en de kinderen. En als het liedje uit is, kwaken de eendjes nog en dan beginnen de kinderen toch te lachen. Juf pakt nu voorzichtig Drommeltje, die niet meer tegenstribbelt, van de vensterbank en dan schieten de beide vriendjes het schoolhek uit. Eerst zegt Drommeltje een tijdje helemaal niets, maar dan kwaakt hij: "Zie je nu wel, dat ik gelijk had? Kinderen kunnen kwa ken en hij wou het niet geloven!" "Ja, maar dat jij eerst zulke gekke sprongen zou moeten ma ken, vóórdat ze gingen kwaken, dat had Ik niet gedacht!" snatert zijn vriendje ondeugend. "Ach, vlieg op," bromt Drom meltje, "kom, laten we doen wie het eerst bij de vijver is!" Ze kijken eerst naar links en dan naar rechts en dan weer naar links en stuiven dan de grote weg over. (Nadruk verboden) Regiocontact „Vecht Veluwe IJsselstreek" organiseert op za terdag 14 augustus a.s. met me dewerking van de Stichting „Het Overijsselse!) Landschap" een interessante verkenning van het Reestdal per fiets. Het zal een educatieve tocht worden, die zal worden onderbroken voor een korte wandeling onder leiding van ervaren natuurgidsen door het „Reestenland" waar niet gefietst kan worden. Voorts wordt on derweg een diaklankbeeld ver toond. De fietsroute die onge veer 40 km lang is wordt verre den aan de hand van een route beschrijving met wetenswaardig heden en voert door de prachtig ste natuurgebieden. Behalve het Reestdal doet men ook nog en kele oude boerennederzettingen aan die reeds in de middeleeu wen bekend waren, alsmede bos sen en heidevelden en de histo rische Ommerschans bij Balk brug. Onderweg zijn verschillen de rustpunten. HISTORIE Het stroomgebied van het ri viertje De Reest heeft een rijke historie. De oudste schriftelijke gegevens dateren uit de eerste helft van de 12de eeuw. In het begin van de 14de eeuw wordt de Benedictijnen-abdij te Ruinen overgeplaatst naar de Hof te Dickinge bij De Wijk. Dan komt de menselijke activiteit in het Reestdal op gang. Op de horsten, de hoger gelegen gronden verre zen vruchtbare akkers, op de lage gronden weidde men het vee of bestemde het gras als hóoi- land. Ook verkoos de mens de hoger gelegen gronden tot woon plaats, er verrezenboerenneder zettingen. Het kloosterarchief vermeldt vele namen als Ave reesten (1421), Westerhusen (1427), Den Kaat en Den Ooster- husen. Deze buurtschappen bestaan thans nog en er gaat een zekere bekoring vanuit. Kenmerkend zijn de prachtige oud-Saksische boer derijen. welke in kaart gebracht zijn door de Stichting „Histo risch boerderij-onderzoek". In 1236 verkreeg de Reestgemeen- schap zijn eigen kerk te Weeme, het huidige Oud-Avereest Voor de bouw er van gaf Bisschop Otto III van Utrecht zijn toe stemming Het bedehuis heeft gestaan op het kerkhof bij de huidige uit 1852 daterende kerk en had een los er van staande klokkestoel met twee luidklokken. Een ervan werd gegoten in 1698 en hangt thans in de toren van het kerkje uit de vorige eeuw. De klok draagt het randschrift. „Het Karspel van de Avereest" en heeft twee randversieringen, voorstellende jachttaferelen, boerderijen, kerk en bossen Te zamen met de olde-weeme, de boerderij waarin de dominee woonde en die thans als biolo gisch centrum wordt ingericht, is de kerk en omgeving tot be schermd dorpsgezicht verklaard. Tot aan het begin van de 19de eeuw strekten zich ten zuiden van de Reest enorme venen en heidevelden uit, waarvan in de boswachterij Staphorst bij IJhorst de laatste restanten zijn te vin den De ontsluiting van deze venen vond plaats in 1809. toen op initiatief van Mr. W J Baron van Dedem tot den Berg een begin werd gemaakt met hetgra- ven van de Dedemsvaart. Een karwei dat in 1851 voltooid werd. Langs de vaart verrezen de veen koloniën Balkbrug en Dedems vaart met patriciërswoningen der verveners In 1965 werd het startschot gegeven voor demping van het kanaal Deze werkzaam heden zijn nu bijna voltooid. Of dit een juist besluit is geweest moet thans in twijfel worden getrokken Het gebied tussen Reest en Vecht heeft door deze ingreep veel van haar charme verloren. De typische sfeer der kanaaldorpen uit de 19e eeuw en menig schilderachtige draai brug is niet meer! Moge een klein gedeelte van het kanaal in het dorp Dedemsvaart worden gespaard omwille van de leef baarheid. HET REESTDAL In het Reestdal liggen over wegend vcengrouden, ontstaan in een tamelijk voedselrijk milieu, waarin soms moerasijzererts, zoals vivianiet en sideriet, is gevormd. Het veenpakket is op sommige plaatsen wel 120 cm dik. Waar geen veen is worden lage humuspozolgronden aange troffen („podzol" is uit het Rus sisch afkomstig en betekent let terlijk: onder de grond). U kunt ze in het terrein herkennen als kleine verhogingen. Binnen het winterbed van het riviertje ligt een wat slibhoudende bovengrond. Ter weerszijden er van bevindt zich een strook zandgrond, die met behulp van plaggenmest reeds eeuwen geleden in cultuur is gebracht. De Reest ontspringt ten zuiden van Drogteropslagen en stroomt in de richting Meppel, waar zij zich verenigt met het Meppelerdiep. Dit stroomdal heeft een langte van 30 km en een breedt van 100 tot 600 meter en is de grens tussen de provincies Drenthe en Overijssel. Ruim 20 km zal tij dens de fietstocht worden ver kend. Het dal is over grote af standen vrij duidelijk begrensd door een flauwe helling, met een hoogte variërend van een halve tot twee meter. Het bijzondere van dit fraaie landschap is de afwisseling van lage oeverlanden en hoge zandruggen, met daar tussen de schilderachtige mean derende rivier. Voor het behoud er van ijvert zich het Overijs sels- en Drentse landschap. Het landschapstype houdt het midden tussen open en dicht. Het boven stroomse deel ligt in een vlak veengebied met weinig houtop standen en heeft een weids ka rakter. Kleinschaligheid is het kenmerk voor het middenstroom- se gedeelte. Dit vindt zijn oorzaak in het grondgebruik, dat weer afhanke lijk was van de bodem. We vin den daar de hoge horsten in gebruik als bouwland, omgeven door houtgewas, terwijl de ove rige hoge gronden zijn begroeid met grove den, eik, berk en lijsterbes of worden bedekt met kraaiheide, struikheide en dop heide. De meest heuvelachtige gebieden zijn nooit ontgonnen. Hier treft men nog kleine zand verstuivingen aan. In de drassi ge gedeelten vinden we hoogveen vegetaties, waaronder lavendel- heide. Uitgestrekte hooilanden zijn er aan de benedenloop. De grote variatie in bodem, hoog en laag, nat en droog, geeft een rijk geschakeerd landschap. De afwisseling van water, moe ras, bouwland,grasland, bos,hei de en veentjes heeft vanzelfspre kend ook een rijk planten- en dierenleven tot gevolg. Meer dan honderd soorten vogels zijn er aangetroffen, alsook vele soor ten vlinders, insecten, amphibie- èn en reptielen. Een goede in druk van dit alles krijgt u door er zelf te gaan kijken. Laat daarom deze unieke kans om veel van deze streek te zien u niet voorbijgaan en stap op de fiets! Aanschouw het land dat ons is toevertrouwd en waar wvoor de mens geen gave heeft het te scheppen, maar wel de gave bezit dat hij het bescher men mag! STARTPUNT Men kan deze fietstocht be ginnen in Dedemsvaart om 10.15- 11.00 uur, bij Restaurant Cen traal, Markt 8. Vanuit Balkbrug gaat men naar Oud-Avereest, waar onder leiding van de Stich ting „Het Ovenjsselsch Land schap" een korte wandeling wordt gemaakt door het Reestdal. In het biologisch Centrum der Stichting zal een diaklankbeeld worden gepresenteerd en is een informatiestand ingericht ter ge legenheid van deze lietstocht Kosten- f 3,-- pp. (incl. route beschrijving, educatie en aan denken) Fietsverhuur tel. 05230-25 25. Wel tijdig reserve ren! Nadere inlichtingen: VVV- Dedemsvaart, tel. 05230-22 97 (overdag), Regiocontact tel. 05232-2397 en tel. 03417-7212 (beide 's avonds)

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1976 | | pagina 8