Gij zult een kind vinden
Ds. J. Radstaak
Meditatie
UITEINDELIJK
December 1976
3
Uiteindelijk
Kerst- en oudjaarsbijlage van
de Barneveldse Krant, de
Leusder Krant het Lunters
Nieuwsblad, De Stad Nijkerk
en De Woudenberger.
MEDEWERKENDEN:
Jur van Ginkel, Gerrit de Graaft,
Jan van der Hoeven, Marnix
Krei|ns, Teus van de Kuilen, Dick
Rebel, J. van Rijn, Ds. Radstaak.
Dick van Rheenen. Jan de Vries.
Bert Vos.
FOTOGRAFEN
Johan Sneevliet Jan Pit.
MET MEDEWERKING VAN:
Persbelangen - Utrecht (puzzels).
George Drieénhuizen (tekenin
gen).
Harry Blankenstijn (lay-out).
EINDREDAKT1E:
Dick van Rheenen.
PRODUKTIE:
Bert Vos.
Een uitgave van de BDU-Kranten-
kombinatie in Bameveld.
DECEMBER 1976.
(Lucas 2:12a)
,,lk ben een zoeker", hoorde ik
onlangs iemand zeggen Hij be
doelde, dat hij nog nergens aan
vast zat. Aan geen overtuiging en
aan geen principe Tastend wilde hij
zijn weg gaan Hij zocht en hij bleef
zoeken. Achter alles zette hij
telkens opnieuw een vraagteken.
Hij leefde liever bij vragen, dan bij
antwoorden.
In het zoeken, was hij trouwens
zelf aktief en kon hij aktief bezig
blijven. Als je niet meer zocht,
raakte je vastgeroest in een be
paalde mening Dat vond hij het
ergste. Dat waren, vond hij, al zo
veel mensen. Er waren al zoveel
mensen met een vast levenspa
troon en een vaste mening. Neen,
hij was liever een zoeker.
,,lk weet het nog niet en ik betwij
fel het", waren dan ook woorden.
die hij graag in de mond nam. Zoe
ken was voor hem het ideaal en zou
voor hem ook wel het ideaal blijven.
Tegen vinden en gevonden
hebben, had hij nogal wat bezwa
ren. In deze tijd. waarin zoveel ver
anderde en zo snel. bleef er maar
één houding over, die het uithield,
die van de zoeker Anders kwam je
achteraan en werd je conservatief
En zo zoekt hij door Levenslang op
zoek
Ik denk. dat er heel wat mensen
zijn, die dit wel aanspreekt. Wat
staat er immers tegenwoordig nog
vast? Achter hoeveel dingen wordt
geen vraagteken geplaatst.
Maar het Kerstevangelie zegt:
..Gij zult een kind vinden". Engelen
brengen deze boodschap aan een
stel herders. Helemaal niet van die
zoekers Mensen, die genoeg had
den aan hun arme en ruwe bestaan.
Voor diepzinnig zoeken hadden ze
waarschijnlijk geen tijd en ook geen
behoefte. Maar bij hen komt de he
melse boodschapper met zijn
goede tijding.
Niet de zoekers wijzen ons de
juiste weg. De juiste weg wordt ons
door God gewezen. En God wijst
ons naar een kind; God wijst ons
naar hèt Kind
Hemelse boodschappers wijzen
ons naar Jezus Gij zult niet blijven
zoeken, maar gij zult vinden.
Het Kind, Jezus. God met ons
..Ik ben gevonden door hen. die
naar Mij niet zochten", zegt God. Zo
verrassend komt God tussen beide.
Zo biedt Hij zich aan. Zo wijst Hij de
plek, waar mensen zijn moeten
Een stal. een kribbe, een Kind! Niet
als resultaat van ons zoeken, maar
van Zijn liefde.
..Hierin is de liefde Gods, niet dat
wij God liefgehad hebben, maar dat
Hij ons heeft liefgehad". Hierin is de
liefde Gods, niet dat wij God
gezocht hebben, maar dat Hij ons
gezocht heeft. „Gij zult een Kind
vinden".
De oplossing komt niet van de
zoekers. Hoe zou het ook kunnen?
Zij zoeken immers, maar niet naar
oplossingen. Zij zoeken om te zoe
ken en zij blijven eeuwig zoeken.
Maar God geeft antwoord of nog
beter: God geeft Zijn Woord. Hij legt
het in een kribbe. Het Woord voor
de wereld. Het Woord voor u en
voor jou en voor mij De herders
hoorden, hoe engelen hun de weg
wezen en zij gingen en zij vonden.
Het waren dan ook maar een
voudige mensen, zal misschien ie
mand denken Nu, dat waren het.
denk ik, ook. Zo eenvoudig, dat ze
nog naar engelen en naar God kon
den luisteren. Zo eenvoudig, dat ze
nog op weg gingen, toen ze de
blijde boodschap horen
Zoekers zouden zeggeh. Een
Kind? Dit Kind? Moeten wij het
daarvan verwachten? Kan dit Kind
het antwoord zijn op onze vragen?
Maar God geeft Zijn Woord voor
de wereld.
Zijn eigen Zoon.
Deze Jezus. Deze mens van God
gegeven. „Een God, die onze
broeder is", zegt Huub Oosterhuis.
Herders vonden en knielden neer
en zij aanbaden. Zij vonden!
Komt. laten wii aanbidden!