Vrede zij met u
A
I.
Jur van Ginkel
Interview
UITEINDELIJK
December 1976 9
Vervolg van pag. 7
OUDSTEN IN DE OMGEVING
Oe heer Van Dam kon ook voor ons
ijgaan wie het laatst in het versprei
dingsgebied van onze uitgaven de leef-
jjd van 100 jaar bereikten sedert
1951.
gemeente ede
De kernen van deze gemeente, te we-
sn Ederveen, Harskamp, De Klomp
rfi Wekerom hebben sinds 1951 geen
100-jarige onder hun ingezetenen ge-
*ad. Voor wat betreft het dorp ede
s«t volgende:
Op 22 mei 1972 mocht mevrouw
Johanna Kaatje Ligtvoet-Brune,
nconachtig in het bejaardencentrum
Het Maanderzand' aan de Louise
Hennettelaan 17 te Ede haar 100-ste
rerjaardag vieren.
Op 27 februari 1973 overleed zij op
100 jarige leeftijd.
Voor wat de overige buitendorpen be
treft het volgende:
BENNEKOM
l februari 1974 bereikte mej. Grada
Helema Tap, woonachtig Boerhaave-
!sn nr. 1 de 100-jarige leeftijd.
Op 20 september 1974 overleed zij op
100-jarige leeftijd.
iunteren
tfevrouw Johanna Jacoba Driessen-
'cters van Nijenhof vierde in de och-
-:nduren van 25 september 1972 in
Éit rust- en verpleegtehuis 'De Paas-
dt' aan de Bosrand 1 haar eeuwfeest,
fei de middaguren recipieerde zij in
bi] Nijmegen, de plaats waar zij
endaan kwam In augustus 1970 ves-
ïgde zij zich in Lunteren.
Op 2 februari 1974 overleed zij op
101 jarige leeftijd.
otter lo
lendrika - roepnaam Heintje -
Onderstal vierde op zondag 8 april
1962 haar 100-ste verjaardag Een
bjw tevoren werd zij geboren in de
Kjurtschap Deelen, waar haar vader
sn grote boerderij had. Haar vader
ouderling in de Ned. Hervormde
imeente te Schaarsbergen en heeft
Is oefenaar ook wel in Otterlo ge
rokt In 1944 werd zij op last van
Duitsers verdreven van haar boer-
ferij. Vervolgens braken de Duitsers
boerderij af. In Otterlo betrok zij
amen met haar knecht een eenvoudi
noodwoning aan de Apeldoornse-
{9
b 25 maart 1963 overleed zij op bij-
101-jarige leeftijd.
emeente leusden
y enige 100-jarige die de gemeente
wsden in de afgelopen 25 jaar heeft
tkend is de heer Evert Jan Schreu-
if, laatstelijk woonachtig aan de
org De Beaufortweg 3 in Leusden-
mtrum.
lp 29 maart 1872 werd hij in de
uurtschap Asschat (gemeente Leus-
lei) geboren waar zijn vader een tim-
«nverkplaats en boomzagerij had.
b 17-jarige leeftijd moest hij de zaak
innemen. Zijn grote wens was aan-
smer te worden. En dat lukte. Op
jarige leeftijd bouwde hij zijn eer-
werk, de openbare school in
lamersveld, daarna de openbare
ifiool in Achterveld. Veel huizen in
iusden werden door hem gebouwd,
tfioorde in 1906 tot de oprichters
n de plaatselijke muziekvereniging
«iduna'. Op 14 maart 1974 over-
idhi| op bijna 102 jarige leeftijd
broer Hannes (op dat ogenblik 98
oud) te Stoutenburg werd de vol-
ftde oudste ingezetene van de ge
rente Leusden. Deze broer overleed
juli 1975, enkele maanden voor zijn
30-ste verjaardag.
emeente maarn
idert 1951 bereikten geen ingezete-
nde leeftijd van 100 jaar of ouder.
emeente nijkerk
26 februari 1959 vierde de heer
cobus van der Waals, destijds woon-
htig op het adres Van Reenenpark
'zijn 100-ste verjaardag. Een eeuw
•oren werd hij in Leiden geboren,
hele leven stond in dienst van het
onderwijs. In 1883 werd hij
old van de Chr. school in Zuid
'jerland. Op 5 januari 1885 kwam
naar Nijkerk als hoofd van de Chr.
hooi. Van 1886 1922 was de heer
jflder Waals leraar aan de Chr. Nor-
lessen in Amersfoort en van 1925
'926 aan die van Putten,
ftr, na de doleantie, werd hij hoofd
n de school voor Gereformeerd on
wijs. Hij heeft deze school gediend
aan zijn pensionering in 1924
wts was hij van 1906 1938 lid
n de hoofdcommissie van Geref.
oolverband en 28 jaar secretaris,
iwas ondermeer ook ouderling van
Gereformeerde kerk in Nijkerk
15 mei 1960 overleed hij op
(1-jarige leeftijd
emeente putten
de afgelopen 25 jaar heeft de ge-
wolTei?w©sjc
a oc-r. -57
Dit is 'Chrissemeuje', mevrouw Christine Karnebeek-Backs, Holterbroek (gem.
Eibergen), de oudste tot nu toe in de twintigste eeuw Zij werd op 2 oktober
1959 honderd en tien jaar. Kort na haar verjaardag overleed zij.
meente Putten geen eeuwelingen ge
had.
GEMEENTE RENSWOUDE
Ook deze gemeente heeft geen eeuwe
lingen gekend gedurende de laatste 25
jaren.
GEMEENTE SCHERPENZEEL
Jacob van Ekris, woonachtig Markt
straat 51, bereikte op 29 november
1972 de 100-jarige leeftijd. Hij werd
geboren op de boerderij van zijn
ouders in het Utrechtse dorp Maar
tensdijk Tot zijn 50-ste jaar werkte
de heer Van Ekris daar op de door
hem gehuurde boerderij, beoefende er
landbouw en veeteelt en groeide uit
tot een boer met grote kennis van za
ken, waar het ging om rundvee en var
kens. In 1923 verhuisde het gezin naar
Scherpenzeel. De heer Van Ekris ex
ploiteerde het toenmalige café 'De
Prins'. Hij betoonde zich een goed
caféhouder, waar menigeen graag eens
wilde binnenlopen. Toch verloochen
de hij nooit zijn boer zijn, want hij
bleef vee houden en kippen verzorgen.
Jarenlang was hij organist in de kerk
in Maartensdijk
Op 2 december 1972 3 dagen na
zijn 100-ste verjaardag is hij overle
den.
GEMEENTE WOUDENBERG
Op 1 september 1958 mocht de heer
Gerardus Kerpensteijn, wonende Sta
tionsweg 18, het feit herdenken, dat
hij een eeuw oud werd. Deze 100-jari-
ge werd in Zeist geboren. Op betrek
kelijk jeugdige leeftijd vestigde hij
zich als schoenmaker te Woudenberg
Dit beroep was echter voor de nog al
levenslustige jongeman te eentonig en
hij was pas in zijn element, toen hij
een aanstelling kreeg als jachtopzie
ner-boswachter op het landgoed
'Rumelaar', in dienst van de familie
De Beaufort Ruim 60 jaar heeft hij
deze functie vervuld tot ergernis van
de stropers en tot volle tevredenheid
van zijn jachtheer. Toen voor hem op
85-jarïge leeftijd het toezicht in het
jachtveld te zwaar werd heeft hij zich
nog vele jaren bezig gehouden met
houtverkopingén op het landgoed.
Op 1 december 1958 overleed hij op
100-jarige leeftijd.
Al pratende met de heer Van Dam en
bladerende in zijn unieke verzameling
ontstond dit verhaal.
Tweehonderd en vijftig Nederlanders
on honderd jaar en ouder zullen
straks het nieuwe jaar ingaan. Laten
we deze mensen vooral niet vergeten
tijdens de feestelijke drukte rond de
jaarwisseling.
TEUS VAN DE KUILEN
'Vrede zij met U', zo klonk in de stede
van Bethlehem de zegewens,
omdat was geboren de Zaligmaker,
die zou verlossen de verdrukte mens.
Die mens, die verkeerde in nood en ellende,
die mens, die moest leven ver van zijn land,
die mens ook, die zich zelf niet meer kende,
maar toch vrij zou worden van elke band.
'Vrede zij met U', zo heeft het geklonken,
haast twintig eeuwen, de wereld rond.
Maar zie nu om U henen en hoor naar de mensen
Dan is 't of die bede geen weerklank vond
Want de vrede is verre, zo tussen de volken
als tussen de mensen onderling.
Ze kunnen 't niet laten om elkaar te bestoken,
't Lijkt of in die eeuwen de vrede verging.
Toch, 'Vrede zij met U'. Weer zal het klinken
in deze Kersttijd en nog lang daarna,
want de mens blijft geloven in vrede op aarde,
hoopt, ondanks zijn oorlog, toch steeds op gena
En boven de mensen en diep in hun harten
daar, wees er zeker van. is steeds de gloed
van de Vrede, die het tenslotte zal winnen.
Dus: zij Vrede met U en de mensheid voorgoed!
Wacht
Tussen alle dienstmededelingen zoekt
onze sergeant-majoor met een alles
overheersend gebaar naar een leeg
plekje op het publicatie bord. Hij weet
dat het papiertje in zijn hand vooral
deze week de nodige teleurstelling zal
brengen onder 'de mannenGeen won
der want het gaat om de wachtlopers-
lijst voor de Kerstdagen.
Met mij slaan enkele soldaten de in
middels geslaagde poging van de wacht-
regelaar gaande. Hij loopt na 'voldane'
arbeid zonder op of om te zien weg.
ledereen doet een stapje opzij, want
mensen die ooit wacht hebben gelopen
weten dat je alles moet doen om niet
in ongenade te vallen bij de man die
de wachtlijsten samenstelt.
Terwijl de meeste kamergenoten met
een ongecontroleerde brul kenbaar
maken dat zij ditkeer niet de pineut
zijn, moet ik vaststellen dat het noodlot
genadeloos heeft toegeslagen. De vrees
waarmee mijn lichte hoop aan het
wankelen is gebracht, blijkt volkomen
terecht te zijn, Of ik me van de 25ste
op de 26ste maar even paraat wil hou
den voor de wachtdienst.
Op zo'n moment vind je zelfs het ont-
groenmgswasbakje aan het begin van de
diensttijd maar kinderspel. Alle Kerst
dagen plannen smakken het water in,
met dezelfde kracht als waarmee ik
mijn 'kistjes' tegen een onschuldige
vuilnisbak te pletter wil slaan.
Nadat de eerst aggressieve via onge
disciplineerde scheldkanonnades het
heelal ingeslingerd zijn, begin ik me
gelaten te concentreren op de harde
feiten. De enige ontsnappingsmogelijk
heid is nog het 'uitpoetsen'. De sub
jectieve matserij valt te beurt aan de
man die zijn uitrusting het meest laat
flonkeren bij de voor-inspectie van de
wacht. Het moment van de uitver
kiezing is daar. De sergeant van de week
is met de dankbare maar vooral ook
meest ondankbare taak belast. Het
koper glimt hem zo toe, dat de uit-
poetser met de beste wil van de wereld
geen verschil kan ontdekken. Het
schijnsel van die ene kaars die het on
huiselijke kazernesfeertje wat moet
wegwalmen, weerkaatst uitnodigend
in het koper 'op de man
De sergeant maakt er geen punt van.
Abrupt laat hij mijn buurman dolge
lukkig inrukken en het uitvechten van
de fanatieke kleine oorlog is daarmee
ten einde. De slachtoffers worden
afgemarcheerd naar de wachtruimte bij
de poort, waar de uitgepoetste met
een overdreven grote sprong de ketting
'neemt' om richting huis te gaan.
Jaloerse blikken volgen hem. Het mili
taire gezag heeft zich over mij en mijn
mede-lotgenoten ontfermd op het mo
ment dat de deur van de muffe en
immer naar eten ruikende wachtkamer
wordt gesloten. De kwelling van 'twee
uur op en vier uur af' moet vanaf
de eerste tot de laatste minuut over
wonnen worden.
Als ik mijn wacht bij de munitie
bunker vervul, roept klokgelui de men
sen naar de Kerstnachtdienst Hier en
daar geven enkele donkere gestalten
gehoor aan die uitnodiging. De drui
lerige regen, laat zelfs voor <Je groot
ste optimist geen spoortje sneeuw zien,
maar voor de mensen in het als een
kerstboom verlichte flatgebouw telt
dat niet mee. De sfeer is daar binnen
des te behaaglijker. Mijn gedachten
houden gelijke tred met mijn plichts
getrouw gedrag; zij gaan heen en weer.
Heen en weer tussen zelfbeklag en het
geforceerde verdringen daarvan.
Alsof er buiten de legerplaats iemand
denkt aan de wachter voor de vrede
bij de munitiebunker. Alsof er iemand
beseft, dat mijn verloofde zich ook
een heel andere kerst had voorge
steld.
Alsof de mensen aan de andere kant
van het hek er bij stil staan, dat ik het
meest sprekende bewijs ben van de stel
ling, dat er nog lang geen vrede op aar
de is. Stonden ze daar maar eens bij
stil. Net als ik op dit moment, moeten
ze een stap terug willen doen; ik let
terlijk, de mensen aan het roer van de
wereldpolitiek figuurlijk
Ze zouden er geen vrede mee mogen
hebben, dat er dag en nacht verniet! -
gingstuig bewaakt moet worden. En
dan weet ik heus wel dat het gaat om
onze vrijheid. Vrij zijn, inderdaad
dat wilde ik ook wel.
Voordat mijn twee uurtjes er op zit
ten gaan de kerken weer uit. De wacht
commandant komt ondertussen vragen
of er nog iets bijzonders te melden is.
'Geen bijzonderheden', is het stereo
type weerwoord van de wachtlopers.
Hij vervolgt zijn controle-tocht, langs
de verschillende posten. Het leven tus
sen en onder de wapenen is zijn brood.
Zo lang het hem een dikverdiende
boterham oplevert, zal hij zeker niet
hongerig verlangen naar het moment
waarop de wereldontwapening ook hem
naar de w.w. stuurt,
ledereen heeft zo zijn belangen en be
zigheden. Allemaal obstakels op weg
naar de wil om politieke geschillen
uit te praten in plaats van uit te vech
ten.
Vechten moet ik tegen de slaap, maar
ik ben nog wakker genoeg om ongewild
getuige te zijn van een ruzietje achter
één van die verlichte ramen. De kerst
boom staat midden in de vuurlinie,
maar als symbolische vredestichter
kan hij de gemoederen blijkbaar niet
sussen. Een deur wordt even later
opengesmeten en één van de twee
ruzie-makers neemt sputterend de wijk.
Mijn wacht zit erop. De plaats bij het
gewapend beton rond de dodelijke
projectielen wordt ingenomen door
een ander. Op weg naar het wacht
lokaal moet ik nog even aan het kibbe
lend echtpaar denken. Hoever is de
wereldvrede nog weg als de vrede in
ie kern van de samenleving, het gezin,
nog zo vaak ver te zoeken is? Die ge
dachte laat me niet los.
Je moet jezelf zijn tegenwoordig.
Anders kun je de wereld niet meer
aan. Maar zijn we daar niet teveel
mee bezigKunnen we met beter
een heilzame strijd voeren tegen het
alles overheersende 'ikke en de rest
kan stikke'7 De wachtlopers naast
mij kijken even op van hun kaartspel
als enkele dames binnenkomen met een
verrassing: een fruitmand. Op dat mo
ment voor mij veel meer dan een
fruitmand
v.G.