Onderwijs in beweging Een klein denneboompje heeft geluk Dick Rebel Opinie UITEINDELIJK December 1976 25 Zo nu en dan verschijnen er wat schrikveroorzakende berichten over de kosten van het onderwijs. Dat kan gaan over het wetenschappelijk onderwijs aan univer siteiten en hogescholen, maar ook over de vele vormen van voortgezet onderwijs of over de lagere scholen en kleuterscholen met als laatste telg van lerend Neder land de nog iets omstreden peuterspeelzaal. Maar men behoeft slechts enkele cijfers te weten, om te begrijpen dat het allemaal wel veel geld moet kosten. En het belang van onderwijs te kennen, teneinde te kunnen instemmen met de grote aandacht die het krijgt. Inderdaad, het gaat om veelomvattende en zeer gewichti ge zaken. Neem bijvoorbeeld het lager onderwijs eens. Het aantal scholen voor gewoon lager onderwijs bedroeg aan het eind van 1970 8.224, waarvan 2.665 voor openbaar en 5.559 voor bijzonder on derwijs. Zoals bekend is, gaan open bare scholen van de overheid uit en zijn bijzondere scholen in het beheer bij particulieren, verenigd in een stich ting of in een vereniging, ook wel in een kerkeraad Zo'n bijzondere school kan Protestants zijn, maar evengoed Rooms-katholiek of neutraal. Die scholen uit 1970 voor openbaar onderwijs werden door 400.893 leer lingen bezocht, die voor bijzonder on derwijs door 1.062.285. Het bijzonder onderwijs is dus ongeveer 2Vi maal zo groot als het openbare. Dat is met al tijd zo geweest. In ons land heeft vele jaren een schoolstrijd gewoed met in allebei de kampen idealisten. De idea listen van het openbaar onderwijs we zen op het grote voorrecht van één school voor alle kinderen. De voor standers van het bijzonder onderwijs wenste echter een school waar niet de staat het alleenrecht had, maar waar de ouders zelf konden meepraten over het onderwijs en de opvoeding aan en van hun kinderen. In die jaren hadden de voorstanders van het openbaar on derwijs het voor het zeggen. Toen zij eindelijk toegaven aan een huns in ziens verkeerde ontwikkeling, stonden ze op het standpunt: 'leder zijn eigen school, liever niet, maar als het dan zo nodig moet, dient men het ook zelf te bepalen.' Ook dat kon het bijzonder onderwijs niet tegenhouden, want in derdaad gingen de voorstanders ervan, het ook zelf betalen, wat in de meeste gevallen een groot financieel offer be tekende. In 1850 waren er bijna 3 maal zo veel openbare scholen dan bij zondere: 2.446 tegen 831 Na de fi nanciële gelijkstelling van beide soor ten onderwijs grondwetsherziening van 1917 nam het bijzonder onder wijs spoedig een kolossale vlucht, met als begeleidend verschijnsel een grote versnippering. Met vergelijkingen tussen vroeger en nu moet men overigens voorzichtig wezen. Men beoordeelt vaak uit om standigheden, die geheel veranderd zijn Wie denkt er thans nog aan, dat in de vorige eeuw onderwijs niet ver plicht was? Terugkomend op de cijfers van 1970, in dat jaar werkten er 47.866 leer krachten bij het lager onderwijs, te we ten 13.382 bij het openbaar en 34.384 bij het bijzonder onderwijs. Ondanks dikwijls heftige beroeringen heeft het onderwijs gedurende de laat ste eeuw een schitterende ontwikke ling doorgemaakt. Zonder strijd geen overwinning, moet men maar denken, en uit de botsing der meningen moe ten de juiste beslissingen voortkomen. Maar het is geen uitgemaakte zaak in middels, integendeel, de ontwikkeling is nog volop in gang. En bij alle ver schil binnen het onderwijs is er toch veel meer dat de belanghebbenden bindt en in goede samenwerking met elkaar op stapel kunnen zetten. Men moet dan wel leren echte van ver meende verschillen te onderscheiden. In dit artikel zal op wat jongere kan ten van de .onderwijsontwikkeling in gegaan worden, maar wat geschiedenis en cijfers dienden daaraan vooraf te gaan. BUITENGEWOON ONDERWIJS Een jongere tak van het lager on«_»r- wijs is het buitengewoon onderwijs, niet te verwarren met bijzonder: er is zowel buitengewoon openbaar onder wijs (uitgaande van de overheid) als buitengewoon bijzonder onderwijs (uitgaande van partikuliere organisa ties). Het is bestemd voor kinderen, die wegens psychische of lichamelijke gebreken, dan wel door sociale om standigheden niet in staat zijn regel matig en met vrucht het gewone on derwijs te volgen, of wie het gedrag dergelijk onderwijs noodzakelijk maakt Het buitengewoon lager onder wijs (blo) moet dus onderscheiden worden van het gewoon lager onder wijs (glo). Een onderdeel van het blo zijn de scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (lom) en zo zijn er verschillende spe cialisaties. Het buitengewoon onderwijs heeft in de loop der jaren zegenrijk werk ver richt door in gemiddeld kleinere klas sen speciale aandacht aan bovenbe doelde kategorie kinderen te beste den. Moet het gemiddelde kind zich aanpassen aan de onderwijssystemen, hier past het onderwijs zich zoveel mogelijk bij het kind aan. De laatste tijd kan men echter regelmatig de vraag vernemen, of dit wel in aparte scholen dient te geschieden en of het niet beter zou zijn deze kinderen die extra aandacht op hun eigen school te geven door in het algemeen de klassen kleiner te maken en speciaal opgeleide onderwijskrachten (remedial teachers) aan de scholen te verbinden. In het nog in aanbouw zijnde scholenkom- plex te Barneveld is daar een eigen antwoord op gegeven door bij de ge wone scholen een lom-school te vesti gen. Misschien zouden op den duur de gewone scholen een groter schaal kun nen krijgen, waardoor ze in staat zou den zijn althans een aantal kinderen op te vangen die anders naar een an dere school zouden moeten gaan. Een aantal blo-scholen zal toch wel nodig blijven. HET GEMID0ELDE KIND Het lager onderwijs in ons land richt zich min of meer tot het gemiddelde kind. Kinderen, die achter raken, blij ven zitten. Dat kan aan het kind zelf liggen, maar ook aan het onderwijs systeem en een enkele keer aan de onderwijskracht Er is al heel wat stu die verricht om hierin een gunstige verandering te krijgen. De ervaring heeft geleerd, dat er in elk geval voor een aantal kinderen aangepast onder wijs diende te komen, het boven be sproken buitengewoon onderwijs. Maar binnen de grote overblijvende groep zit ook nogal wat verschil tus sen het langzaamste en vlugste kind. Niet altijd is een kind overal even langzaam of vlug in: een leerling kan goed in rekenen zijn, maar minder goed in taal en andersom. Soms blijkt dat wat langzamer kinderen uiteinde lijk een hoger plafond hebben, de zo genaamde laatbloeiers. Kortom, er zijn nogal wat verschillen en daarom heeft men zich afgevraagd, of kinde ren niet beter in plaats van in jaarklas sen in niveaugroepen ingedeeld zou den kunnen worden langzame lezers bij langzamen, vlugge bij vluggen, evenzo met de rekenaars enzovoort. Men spreekt van niveaucjroep. omdat de moeilijkheidsgraad aangepast wordt aan het kind. Blijkt een kind volledig tekort te schieten, dan zou het naar het blo moeten of bij deel-tekorten naar het lom, maar pas wanneer blijkt dat het met behulp van een remedial teacher niet op school zelf zou geholpen kun nen worden Zo'n remedial teacher ontvangt weer instrukties van een orthopedagoog en/of pedagoog-didak- tukus, die hem kunnen vertellen wat er aan het kind schort en op wat voor wijze het geholpen kan worden Ook de onderwijskracht, van wie het kind les krijgt, kan geïnstrueerd worden. Daarmee zit men dan al volop in de schoolbegeleiding of onderwijsadvies- dienst, waarop aanstonds teruggeko men wordt KLEUTER EN LAGER0N0ERWIJS Weer een andere ontwikkeling is de sa menvoeging van kleuter- en lagere- scholen tot één school voor basison derwijs. Een aantal jaren geleden had dat moeilijk gekunt, omdat toen lang niet alle kinderen naar een kleuter school gingen, maar thans gaat in gro te delen van ons land 100 procent der kleuters naar school. Op het platte land soms als gevolg van de grotere afstanden ligt het percentage nog wel eens lager. De bedoeling van de samenvoeging van deze twee onderwijsvormen is een schoksgewijze ontwikkeling te voor komen. Er op lettend of het kind al schoolrijp is, wordt het al spelend ver trouwd gemaakt met echt onderwijs. Het ene kind zal wat langer blijven spelen dan het ander, beter dan dat het jarenlang boven zijn macht moet grijpen. Deze ingreep vereist ingrijpende veran dering in wetgeving, toezicht (inspek- tie), opleiding der onderwijskrachten, indeling gebouwen enzovoort. SCHOOLADVIESDIENST Wat. wel en niet tot de taak van een school behoort, is nïet altijd even ge makkelijk vast te stellen. Er zijn men sen, die zeggen dat daar bijvoorbeeld de verstrekking van melk niet toebe hoort. Anderen menen dat juist daar de kinderen kunnen 'leren' hoe goed melk voor elk is. Kinderen worden ook wel via hun school gevraagd mee te doen aan akties zoals koliekten voor een goed doel, aan wedstrijden, enzovoort. Duidelijk is wel dat er paal en perk gesteld moet worden, waarbij de een de grenzen wat ruimer zal trek ken dan de ander, Ingeburgerd zijn ondertussen de schoolarts en de schooltandarts. De laatste zou niet nodig moeten zijn, maar helaas ontbreekt er aan de ge bitsverzorging in ons land nog heel veel en is de schooltandarts maar al te noodzakelijk. De schoolarts kan niet gemist worden Hij beziet met een me disch oog de lichamelijke en geeste lijk-lichamelijke ontwikkeling van het kind en moet bedreigingen van de ge zondheid, die voort zouden kunnen komen uit het meedoen van kinderen in klasseverband, onderkennen Het is de schoolarts, die al gauw ont dekt, dat er behalve hen zelf gespecia liseerde deskundigen nodig zijn. orthopedagogen, die stoornissen in de opvoeding kunnen vaststellen en zo mogelijk een ongewenst geachte ont wikkeling recht kunnen trekken, logo pedisten die spraakstoornissen kunnen verhelpen, pedagogen-didaktici, die zowel kind als onderwijzer van dienst kunnen zijn met aangepaste of verbe terde onderwijsmethoden, remedial teachers die het gemiddelde maar toch in moeilijkheden gerakend kind kun nen opvangen, en andere deskundigen Evenmin als elke school er een eigen arts op na kan houden, kan iedere school op haar eentje al die deskundi gen aantrekken. Daarvoor is een apar te dienst nodig: de schooladviesdienst. Zo'n dienst kan ook behulpzaam zijn bij de samenvoeging van kleuter- en lageronderwijs en bij de invoering van nieuwe onderwijssystemen, bijvoor beeld vervanging van het klassesys teem, maar ook voor het invoeren van nieuwe onderwijsmethoden, die een verbetering blijken te zijn. DE ORGANISATIE Aandacht heeft ook gekregen de rol van de onderwijskrachten en de ouders in de organisatie van het on derwijs. Het bevoegd gezag van een school bij het openbaar onderwijs het gemeentebestuur, bij het bijzon der onderwijs het schoolbestuur - garandeert op zichzelf nog niet dat onderwijskrachten en ouders voldoen de inspraak in de gang van zaken op school hebben. Zelfs bij bijzondere scholen waar de stelregel is dat de school van de ouders is - komen de ouders er soms maar weinig aan te pas, zeker als de school uitgaat van een stichting of een ander orgaan dat zelf zijn bestuurders kiest. Om in deze leemte te voorzien, zal iedere school een kommissie moeten hebben, waarin schoolleiding, ouders en onderwijskrachten zitting hebben. Deze kommissie dient betrokken te worden in de organisatie van het on derwijs, wat weer iets anders is dan de organisatie van de school, en in de gang van zaken op school. FINANCIèN Het is maar een greep uit alles wat er momenteel aan de gang is op het ge bied van het onderwijs. Het is belang wekkend genoeg om er alle aandacht aan te besteden Bovendien zdU er veel geld mee gemoeid zijn en ook al omdat het onderwijs al zeer veel kost zal er op gelet dienen te worden dat deze e^ctra guldens zo goed mogelijk tot hun recht komen Er was eens een klein denneboompje dat zo klein was dat niemand hem zag tussen alle andere grote dennebomen in het bos. De wind blies zgn adem door de takken van de bomen en fluisterde: 'Het is bijna Kerstmis, ik heb het in de stad gehoord, de mensen maken al hele mooie etalages en ik heb al gezien dat de kerstballen en slingers van de zolder zijn gehaald, nog even en dan komen ze jullie halen, om van lullie mooie kerstbomen te ma ken.' Een mooie grote denneboom zet: 'Ik wordt vast het. eerst meegenomen want ik ben veel mooier en groter dan jullie. 'Nee hoor', roepen de anderen, 'wij lijn veel mooier'. En elke boom begon zijn takken te poetsen om zo mooi mogelijk te zijn. De wind hielp de bomen een handje en blies zijn kille adem over en langs de takken zodat er na een poosje geen stofje of zandkorreltje meer op zat. Tussen al die mooie bomen stond een klein denneboompje en liet zijn tak ken hangen want hij vond zichzelf helemaal niet mooi, maar lelijk en klem. Zo klein dat niemand hem zou zien. En zó gebeurde het ook, de een na de andere boom verdween en ging naar de grote stad om mooi gemaakt te worden voor het Kerstfeest. Het werd later en later. De meeste bomen waren al weg en de wind ver telde hoe mooi ze er uit zagen, vol bellen en slingers en vol met kaarsjes die met Kerstmis aangestoken zouden worden. Het kleine boompje werd steeds verdrietiger. Maar toen gebeurde er iets, er kwam een deftige heer een denneboom uit zoeken voor zijn dochtertje. 'Och', zuchtte het kleine boompje/hij neemt vast de mooiste en de grootste die er bij is'. Maar wat was dat? 'Nee', zei de man, 'die is te groot, nee die ook niet en die heeft teveel takken. Ik zoek een lief klein boompje voor mijn dochtertje want ze is ziek en mag haar bed te met uit. Opeens begon ons kleine denne boompje te stralen. 'Hier ben ik', wil de hij roepen, maar dat kon natuurlijk niet. 'Wacht', zei de wind, 'ik zal je wel even helpen', en hij bolde zijn wangen en blies zo de hoed van de heer boven op het topje van het kleine denne boompje. En nu staat er op een klein tafeltje, naast een klem bedje met een klein meisje er in een klein denneboompje te stralen van geluk en van de ballen en de slingers. Want wat gebeurde er. De deftige heer zag het kleine" denne boompje m het bos en riep opgeto gen: 'Dank je wel Mijnheer de Wind, dat is het denneboompje wat ik zoek. Met zijn hoed in de ene hand en het kerstboompje in de andere ging hij vlug naar huis, waar zijn dochtertje hem al Opwachtte. En toen het boompje later heel mooi versierd bij het meisje op haar kamer stond, straalde hij zoveel warmte en geluk af dat het meisje al veel beter werd. En iedereen was er over eens dat in de hele stad geen mooiere kerstboom te vinden was. Myra

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1976 | | pagina 43