MILMJJOURNAAL <-u
werkgroepen
fOOR GEMEENTE: EEN HUIS Bezwaarschrift Bestemmingsplannen
/OOR DE BEWONERS: EEN THUIS
WERKGROEP
MILIEU
EDUCATIE
NOGMAALS
MILIEU
KARTERING
^omitér^ilieuzorgi
■neusden
h
s
WAAR GAAN WE
MET HET
COMITÉ
MILIEUZORG
LEUSDEN
NAAR TOE?
DONDERDAG 13 JANUARI 1977
4encer en mevrouw De Bruijn wonen
leze maand 5 jaar op de
fjlamersveldseweg nr. 87. Met
^/Vooruitziende blik kochten zij het huis
f:5 jaar geleden, toen zij zelf nog volop
>4 jezig waren op hun boerderij, die een
ftuk buiten de bebouwde kom lag. Zij
^oorzagen dat ze daar op een gegeven
.foment toch plaats zouden maken voor
jongeren en het „nieuwe" huis lag
Jeuk om de oude dag door te brengen,
de n het dorp vlak bij de kerk".
oen zij erin trokken hebben ze het
e telemaal verbouwd De buitenkant
zo verd wit geschilderd, de voordeur
enaarerplaatst en de kamers werden
r helamengetrokken.
g varn de deelnota twee „Natuur en
andschap" die hoort bij het
iet ïsTOgramma van eisen voor de tweede
ase, staat over het huis:
r^en,lamersveldse\veg 87:
ien in goede staat van onderhoud
•erkerende woning. Na de onlangs
me{iitgevoerde opknapbeurt vormt deze
actievoning. die nu wit geschilderd is, geen
k eer'1
;arakteristiek element in de
lorspronkelijke lintbebouwing.
lesondanks wordt geadviseerd deze
js Qvoning te handhaven en op te nemen in
le nieuwe plannen."
.es )e laatste opmerking was voor het
iene chtpaar De Bruijn het belangrijkst. En
-1 if de architekt dat wit nou wel of niet
Iks tenocn V0J1^ da t^ou hen verder ven zorg
e ijn. Zij vonderj het mooi. Voor de
van een Sara8e werd grif
oestemming gegeven. De buren aan de
en js,ver^ant kregen die toestemming niet.
ge
van
an de
fase.
:eft
erzet.
van
ote
ig"
warm
of hel
den
de
al)
ellicht
nog
Grote beroering is ontstaan om een
aantal huizen aan de
Hamersveldseweg die welles-nietes
worden gesloopt in het kader van de
2e fase.
De werkgroep Bestemmingsplannen
C.M.L., die het met deze gang van
zaken fundamenteel oneens is, komt
in onderstaand bezwaarschrift (punt
a) op voor de rechten van de
enkeling.
Wat het betekent om zo'n enkeling
te zijn ontdekten we in een gesprek
met een van de gedupeerde
bewoners.
We hopen in ons volgend Milieu
Journaal te kunnen melden dat alles
op een betreurenswaardig
misverstand berustte en dat aan de
bewoners inmiddels in een brief is
medegedeeld, dat ze van hun huls en
hof mogen blijven genieten.
:t,
e
de
d een
rmedt
onze
rd. Df
in het
te
u ons
ting ei
n zijn.
klgemeen
f\
voor!
Over de geringe respons in het
raad
Daar was de grond bedoeld om op te
bouwen. De afgelopen jaren werd het
een en ander in hun onmiddellijk
omgeving onteigend. Dat was ver van te
voren bekend. Hoewel er buren zijn van
wie de perceeltjes op dit moment nog
niet door de gemeente zijn gekocht,
terwijl van de zomer het bouwrijpen
begint.
Maar voor de fam. De Bruijn en hun
buren was er geen vuiltje aan de lucht.
De nummers 87 en 91 bleven op de
Bestemmingsplannen staat. Het
echtpaar zag wel aankomen dat er
achter hun ruime tuin parkeerplaatsen
zouden komen en dus plantten ze in het
najaar nog wat extra struiken rondom.
Een paar weken geleden ging de heer
De Bruijn toch maar eens bij de
gemeente praten. „Je hoeft je echt niet
bang te maken, want je staat erop,"
voegde men hem daar toe. Een week
later verscheen het bestemmingsplan en
daar stonden de huizen 87 en 91 niet op.
Zodat het oude echtpaar De Bruijn van
de ene op de andere dag in een
ontzettende onzekerheid komt te
verkeren. Want: „Alleen de woningen
die zeker gehandhaafd worden, staan
op de kaart, van de overige bebouwing
is dat nog niet zeker. Dat is afhankelijk
van de uiteindelijke vorm van het
hoofdcentrum." Aldus de heer Van
Leussen van de gemeente op de
vergadering van de Werkgroep
Bestemmingsplannen van 15 december
ji.
Waarop de heer De Bruijn uit de grond
van zijn hart verzucht: „Om een boom
maken ze de weg krom, om een huis
maken ze de weg recht." En: „Ik ben
heel niet tegen de uitbreiding, als ze mij
maar laten zitten." De parkeerplaatsen
achter zijn tuin neemt hij daartoe graag
voor lief. Ze hebben nu maar
bezwaarschnften ingediend. Een van
hem en zijn vrouw, een van de buurman
en de buurvrouw. En leven verder in
onzekerheid. Verder op de
Hamersveldseweg wordt verteld dat
iemand van de gemeente heeft gezegd:
„De Bruijn moet ook weg", 't Kan waar
zijn of een verzinsel, want 't is weer van
horen zeggen. En ze mijmeren even
óver pastoor Kitselaar die in de raad
zo'n vechtjas voor de Hamersveldse
bevolking was en niet meer is.
Terugfietsend over de
Hamersveldseweg valt mijn oog op een
ander huis, genaamd „Nooitgedacht".
Dat opschrift kan de familie De Bruijn
mooi lenen, wat mij betreft met een
krachtterm ervoor. Want ik vind deze
zaak getuigen van een schandelijk
korte-termijn-denken. En ik vraag mij
af of hier geen sprake is van een
letterlijk grenzeloze overschatting van
Leusdens hoofdcentrum. Wat moet hier
straks komen? Hoog Katrijntje?
M. W.
De ondergetekende, H. H. Kreikamp,
Rozenhaag 33 te Leusden tekent in zijn
hoedanigheid van voorzitter van de
werkgroep bestemmingsplannen van
het Comité Milieuzorg Leusden,
bezwaar aan tegen het
ontwerp-bestemmingsplan
„Leusden-centrum 2e fase", zoals dat
met ingang van 22 november 1976 voor
een ieder ter inzage is gelegd.
De bezwaren, geuit door de werkgroep
bestemmingsplannen, in haar openbare
vergadering van 15 december 1976 zijn
gericht tegen de navolgende onderdelen
van het ontwerp-bestemmingsplan:
a. het niet als zodanig opnemen van
een aantal bestaande gebouwen
(woningen met bijgebouwen),
boerderijen en bedrijven, voorzover
aanwezig, langs de
Hamersveldseweg en binnen het
gebied van de bestemming
„Hoofdcentrum I" en
„Hoofdcentrum 2"
b de in de bestemming
„Hoofdcentrum I", blijkens de
voorschriften, behorende bij
eerdergenoemd
ontwerp-bestemmingsplan,
voorkomende mogelijkheid tot het
realiseren van een garagebedrijf
alsmede van een
brandweerkazerne, als zijnde een
gebouw ten dienste van de
dienstverlening van overheidswege;
c. het, blijkens de op de kaari van het
ontwerp-bestemmingsplan
voorkomende profielen, opnemen
van de mogelijkheid tot het
dubbelbaans aanleggen van de
Noorderinslag, de Centrumweg en
de Zuiderinslag, alsmede het
opnemen van een brug over het
Valleikaanaal in het verlengde van
de Noorderinslag;
d. de op blz. 14 van de Toelichting,
behorende bij meergenoemd
ontwerp-bestemmingsplan,
vermelde zinsnede „In het
Schoolsteegbosjescomplex zou
vanuit het westen recreatief gebruik
gezoneerd van intensief naar
extensief - kunnen worden
toegestaan";
e. het gestelde op blz. 56, onder 5.4 van
de Toelichting met betrekking tot de
ontwikkeling van de gebieden met
de hoogste landschappelijke waarde
en de grootste stedelijke druk op de
schoolsteegbosjes.
Ter nadere toelichting moge het
volgende dienen:
Ad a:
Binnen het gebied van het
Hoofdcentrum (Hl en H2) en langs de
Hamersveldseweg zijn een aantal
woningen (met bijgebouwen),
boerderijen en bedrijven (yoorzover
aanwezig) gelegen. Enkele van deze
bestaande gebouwen zijn als
gedetailleerde bestemming (E 1-2 0)
opgenomen. Een aantal is echter
gelegen binnen de onderscheidene
bestemmingen „Hoofdcentrum I" en
..Hoofdcentrum 2", zonder dat daarbij
duidelijk is of deze gebouwen wel of
niet kunnen worden gehandhaafd.
Deze, al lange tijd bestaande,
onduidelijk c.q. onzekerheid voor de
betrokkenen, dient thans in het kader
van het globale bestemmingsplan
„Leusden-centrum 2e fase" te worden
opgeheven, door in het globale plan aan
te geven welke bebouwing wel en welke
bebouwing niet kan worden
gehandhaafd.
Ad b:
Blijkens de voorschriften, behorende bij
het ontwerp-bestemmingsplan
„Leusden-centrum 2e fase", mag in de
bestemming „Hoofdcentrum I", een
garagebedrijf en een brandweerkazerne
worden gerealiseerd. Tegen de
vestiging van een brandweerkazerne en
een garagebedrijf in Leusden-c bestaan
geen bezwaren, doch wel tegen de
vestiging van deze voorzieningen in het
hoofdcentrum, met al zijn
publiekaantrekkende voorzieningen
Blijkens de eerdergenoemde
voorschriften mag een garage een
bebouwd oppervlak van 1.500 m2
hebben. Gezien deze oppervlakte en de
maximaal toelaatbare hoogte moet het
niet uitgesloten worden geacht, dat
binnen het hoofdcentrum een volledig
garagebedrijf, bestaande uit een
werkplaats, plaatwerkerij, spuiterij en
bijbehorende voorzieningen, wordt
gerealiseerd. Een dergelijke vestiging
zal ongetwijfeld ernstige overlast
veroorzaken voor de omliggende
woningen en, vooral, de voorzieningen
binnen het hoofdcentrum.
Tegen de vestiging van een
benzine-verkooppunt (annex
servicestation) bestaan geen
overwegende bezwaren, mits op een zo
gunstig mogelijke (in alle opzichten)
plaats.
Ad c:
Blijkens de op de
bestemmingsplankaart voorkomende
profielen zullen de Noorderinslag, de
Centrumweg en de Zuiderinslag als
dubbelbaans-wegen kunnen worden
aangelegd en zal, in het verlengde van
de Noorderinslag, een brug over het
Valleikanaal kunnen worden gebouwd.
De noodzaak om genoemde wegen
dubbelbaans aan te leggen en om een
brug te bouwen is niet, althans niet
voldoende, aangetoond.
Naar de mening van de werkgroep
bestemmingsplannen Is de noodzaak
om genoemde wegen dubbelbaans aan
te leggen en om de brug te maken niet
aanwezig. Genoemde wegen hebben
geen directe externe
ontsluitingsfunctie. De externe
ontsluiting van Leusden zal plaats
vinden door een aansluiting van de
Noorderrandweg op Rijksweg 28 en een
aansluiting in zuidelijke richting (via de
Arrihemseweg) op Rijksweg 12. De
genoemde Noorderinslag, Centrumweg
en Zuiderinslag zullen fungeren als
ontsluitingswegen binnen het stedelijk
gebied.
N.B. de bouw van een brug over het
De werkgroep Milieu-Educatie is
maandag 3 januari j.l. met frisse moed
bijeen gekomen om de plannen voor het
komende jaar te bespreken. Met als
resultaat de volgende punten:
a. De boslessen met de schoolkinderen
zullen 16 februari, 7 en 9 maart
plaatsvinden. Als het mogelijk is zullen
er bomen in Den Treek worden geplant.
b. Het Instituut voor
Natuurbeschermingseducatie heeft met
groot succes in de gemeente Uden een
kursus gegeven aan moeders van
schoolkinderen. Deze moeders kunnen
na het volgen van deze, kursus het
onderwijzend personal in.de,
biologielessen assisteren. De werkgroep
Milieu-Educatie gaat na of zij deze
kursus in Leusden kunnen gaan geven.
c. In Leusden blijft men het ontbreken
van een kinderboerderij als een groot
gemis voelen. De werkgroep wil van
haar kant nagaan of in de naaste
toekomst het inrichten van zo'n
kinderboerderij niet kan worden
gerealiseerd.
d. Aan leerlingen van de Academie
voor Expressie door Woord en Gebaar
in Utrecht vtordt gevraagd op de
scholen een „wagenspel" te brengen
over vandalisme.
e. De werkgroep blijft
milieu-vriendelijke recepten
samenstellen voor publikatie in het
Milieu-Journaal.
De volgende vergadering is 7 maart
ïanstaande, 20.15 uur bij Margreet von
Motz, Esdoornhof 1.
Uw ideeën en medewerking blijven
meer dan ooit welkom.
De werkgroep Milieuzorg schijnt
inmiddels weer bijeen te zijn geweest.
Helaas was de werkgroep Voorlichting
hiervan niet op de hoogte en kan dus
ook geen verslag van deze vergadering
schrijven. Wij kunnen alleen mededelen
dat er een nieuwe voorzitter van deze
werkgroep is gelanceerd.
Het is de heer R. E. Vos, Burg. de
Beaufortweg 55A, werkzaam bij de
Ned. Heidemij. Op onze vraag naar zijn
plannen voor milieu-akties kregen wij
ten antwoord, dat hij daarvoor nog geen
ideeën heeft. Wij hopen van harte dat
die heel spoedig zullen komen en
berichten daar dan uitvoerig over
Valleikanaal trekt verkeer aan via de
Noorderinslag naar en door
Leusden(-c).
Naar de mening van de werkgroep
wordt, door het enkelbaans aanleggen
van genoemde wegen en door het
achterwege laten van de brug, geen
afbreuk gedaan aan de algemene eis ten
aanzien van het verkeer en vervoer, dat
moet worden gezorgd voor een goede
toegankelijkheid van het stedelijk
gebied, zonder dat daarbij aan de
overige functies die het stedelijk gebied
en omgeving te vervullen hebben
afbreuk wordt gedaan.
Voorts zal de belasting van genoemde
wegen, en met name van de.
Noorderinslag, afnemen na realisering
van de totale ontsluitingsstructuur
(zowel intern en extern), waarbij vooral
de aansluiting op Rijksweg 28 en een
doorverbinding naar Amersfoort, een
belangrijke rol zal spelen. Na realisering
van genoemde verkeersvoorzieningen
zal een meer evenwichtige verdeling
van het verkeer kunnen plaats vinden.
Het bezwaar tegen de aanleg van
dubbelbaans wegen geldt temeer, daar
door het dubbelbaans uitvoeren de
kloof tussen de verschillende plandelen
c.q. delen van Leusden-c wordt
vergroot.
De bestaande Noorderinslag wordt nu
(in enkelbaans.uitvoenng) al ervaren als
scheiding; dit effect, wat onverminderd
zal gelden voor de Centrumweg, zal
door de genoemde verdubbeling van
het aantal rijbanen nog worden
versterkt.
Het ontwerp-bestemmingsplan
„Leusden-centrum 2e fase" dient
zodanig te worden aangepast, dat de
Noorderinslag, de Centrumweg en de
Zuiderinslag als enkelbaans wegen
worden aangegeven en dat de brug over
het Valleikanaal niet wordt
gerealiseerd.
Voorts wordt hier nogmaals
nadrukkelijk gewezen op de noodzaak
van een spoedige aansluiting van de
Noorderrandweg op Rijksweg 28 en een
doorverbinding naar Amersfoort,
welke aansluiting is gesteld als
voorwaarde voor de realisering van de
2e fase.
Ad d:
Het in de toelichting, op blz. 14,
gestelde met betrekking tot het
mogelijk toestaan van recreatief
gebruik van de schoolsteegbosjes is in
het kader van het
ontwerp-bestemmingsplan
„Leusden-centrum 2e fase" niet
relevant Het behoud en gebruik van de
schoolsteegbosjes dient in een
afzonderlijk bestemmingsplan te
worden geregeld. Bedoelde zinsnede
ware uit de toelichting te schrappen.
Ad e:
Op blz. 56, onder 5.4 van deToelichbng
is gesteld, dat wanneer geen
belangstelling meer bestaat voor het
bouwen van het totale aantal van 3090
woningen - het zinvol lijkt om de
gebieden met de hoogste
landschappelijke waarde en de grootste
stedelijke druk op de schoolsteegbosjes
het laatst tot ontwikkeling te brengen.
Deze stelling is in tegenspraak met een
eerdergedane uitspraak (in het kader
van de voorbereiding van de 2e
faseplannen) dat, wanneer die
belangstelling niet meer aanwezig is,
een vroegtijdige afronding/afbouw van
de 2e fase mogelijk moet zijn. De
toelichting ware op dit punt aan te
passen.
Met het verzoek om het
ontwerp-bestemmingsplan
„Leusden-centrum 2e fase" op
bovengenoemde punten aan te passen,
tekent,
H. H. Kreikamp, voorzitter
van de werkgroep bestemmings
plannen van het Comité Milieu
zorg Leusden.
Korrektie op het artikel-
„Milieukartering: waarom en hoe" uit
Milieu-Journaal nummer 17 d.d. 25
november 1976. „Deze activiteit wordt
niet alleen bedreven door
overheidsdiensten, stedebouwkundige
bureaus en wetenschappelijke
instituten, maar ook door particulieren
die zich al dan niet hebben verenigd in
werkgroepen".
De heer Verbeek, agrariër, lid van de
Werkgroep Bestemmingsplannen,
attendeerde ons op het feit dat de
bovenbeschreven situatie tot de
verleden tijd behoort. En hij kan het
weten, want hij was in zijn
hoedanigheid van kontaktpersoon
tussen de boeren en de provinciale
waterstaat de vorige zomer betrokken
bij Leusdens Milieukartering
Momenteel berust de taak van de
milieukartering vrijwel geheel bij de
provincie.
Tot genoegen van de boeren die niet
graag al te veel vreemd volk over het erf
en door de weiden zien sjouwen.
Ziekten onder het vee zouden op deze
manier kunnen worden verspreid en het
sluiten van hekken wordt ook nog wel
eens vergeten.
Samenvattend: de milieukartering is in
handen van de provincie. Iedereen die
er belangstelling voor heeft kan daar
informatie krijgen en inzage in de
kaarten.
HET
bestaat uit burgers van Leusden,
mensen aan wie de leefbaarheid van eigen Woonplaats ter harte gaat.
Dat doen ze door lid te worden van een van de WERKGROEPEN:
BESTEMMINGSPLANNEN
MILIEU-EDUCATIE
MILIEU-ZORG
VOORLICHTING
WAT DOEN DEZE WERKGROEPEN?
t WERKGROEP BESTEMMINGSPLANNEN.
geeft het gemeentebestuur weldoordachte adviezen over alle aspek-
ten die te maken hebben met de uitbreiding van Leusden-C. (wegen,
wonirgen, winkels, werkgelegenheid enz, enz.).
y WERKGROEP MILIEU-EDUCATIE:
probeert samen met de scholen de kinderen milieu-bewust op te
voeden (o.a. door lesbrieven, bosexcursies en dergelijke)
WERKGROEP MILIEU-ZORG:
de werkzaamheden omvatten voornamelijk de „dagelijkse" milieu
zaken (huisvuil, schone straten, water enz. enz.).
y WERKGROEP VOORLICHTING
geeft eenmaal per maand het Milieu-Journaal uit.
DAARIN KAN IEDERE LEUSDENAAR AL ZIJN OPMERKINGEN
OVER HET MILIEU SPUIEN.
Verder komen in dit blad de andere werkgroepen aan het woord over hun
werk.
De gemeente verleent in ruime mate medewerking op velerlei gebied.
ZET U ZICH OOK IN VOOR DEZE GOEDE ZAAK
NEET ALLEEN IN UW EIGEN BELANG. MAAR ZEKER IN HET BE
LANG VAN UW KINDEREN.
HELP MEE!
DENK MEE!
GEEF U OP VOOR EE\ WERKGROEP'
telefoon:
033-42036 Wiesje Engelen
033-41247 toestel 116 heer Hermans
VOOR IEDEREEN IS WERK AAN DE WINKEL!
net de fraktie van AR/SGP (en ook
■CVP en CHU) beseffen we heel goed
lat, wie zich voor een ideaal inzet,
•epaald geen successen op korte termijn
noet verwachten.
CV.P.
velen
op 'esfen ons nog twee partijen.
zou de KVP dat het CML blijft en
I os van de gemeente staat. Toch hebben
ve, juist in de Algemen Beschouwingen
m ook weer in deze brief het gevoel dat
le KVP inspraak, voorlichting,
H-at )Pent)aarheid en CML in één hokje
itoPt- insPraak voor de KVP.
L toch^'j ziïn van mening dat inspraak slechts
t ;én aspekt van het CML is.
Ronduit nieuwsgierig zijn we naar de
nuttig Jte^'n8 van de KVP dat de mening van
jrote delen van de bevolking van
l^eusden via het CML zou doorklinken.
Dnze ervaring opgedaan tijdens de
anquète van ruim een jaar geleden, zijn
IL niet1kso'uut tegengesteld. Slechts 10% van
de bevolking is geïnteresseerd in het
CML en zou eventueel mee willen doen.
Dus, fraktie van de KVP vragen wij u:
waarop baseert u deze mening?
C.H.U.
Dan zijn we toe aan de laatste fraktie:
de CHU. Zoals we in ons vorige
nummer schreven, de CHU heeft het
aan het rechte eind gehad. Niet alleen
de bevolking weet vrij wel niets van het
CML; met de raadsfrakties is het
nauwelijks beter gesteld. Een en ander
blijkt toch wel uit hun brieven. Van de
CHU moeten we zeggen dat zij
natuurlijk ook vindt dat het CML een
taak heeft en moet blijven. Maar de
argumenten en overwegingen die de
CHU bij monde van de
fraktievoorzitter naar voren brengt,
zeggen ons wèl iets. Zoveel zelfs en net
zo goed verstaanbaar als in de
Algemene Beschouwingen van
november jl. dat we er niets op terug
hebben.
Nu zullen een aantal lezers (heeft u nog
moed om verder te gaan7) zeggen:
„Allemaal kritiek, daar koop je mets
voor". Dat weten we, daarvan zijn we
ons bewust. We willen dan ook een
aantal voorstellen doen om het CML,
dat langzaam maar zeker naar de lage
wal wordt geblazen en bijna
onafwendbaar hoog op de dijk zal
komen te zitten, vlot te houden.
Daartoe kunnen natuurlijk veel
suggesties gedaan worden, maar we
willen nu slechts een paar grote lijnen
aangeven. We gaan ervan uit, dat de
doelstellingen van het CML, die
overigens al een jaar lang op heel
eenvoudige wijze geformuleerd in
iedere aflevering van het Milieu
Journaal staan, aanvaardbaar zijn. Rest
ons dus alleen het uitvoeren daarvan.
Allereerst het probleem: hoe zetten we
het CML in elkaar, destruktuur dus. En
dan alleen maar de kardinale vraaghoe
wordt de relatie C'ML-gemeente (lees:
ambtenaren. B W. raad). En die is op
dit moment weinig bevredigend; het
Coórdinatieteam, zoals dat door de
voorzitter van het CML werd
voorgestaan (december 1974) en
vervolgens door hemzelf in elkaar
gezet, ziet geen kans zich van de
zichzelf opgelegde taak te kwijten.
Moet het Coördinatieteam weg? Of mag
het Coördinatieteam blijven, maar
moeten er (een) hoofd(en) vallen? Of
moet het team onder toezicht van de
raad gesteld worden? Zomaar drie
mogelijkheden
Het Coördinatieteam de laan uit
betekent geen oplossing. Dat zou
vrijwel zeker het einde van het CML
betekenen.
TOCH ARTIKEL 61?
Dan kan gedacht worden aan
vervanging van personen. Misschien
niet zo'n gek idee, zeker niet wanneer
we de oorspronkelijke ideeën van de
voorzitter er nog eens op na lezen. Maar
dat niet alleen. We menen dat het CML
en de raad zich nog eens terdege zou
moeten afvragen of het CML niet een
openbare commissie volgens artikel 61
van de gemeentewet zou moet worden.
Dat wil zeggen, een commissie van de
gemeenteraad, die bepaalde belangen
(in dit geval dus het milieu betreffend)
kan behartigen De gemeenteraad
regelt volgens dat artikel de
bevoegdheden en de samenstelling van
die commissie.
We zijn ervan overtuigd dat aan zo'n
raadscommissie voor- en nadelen
zitten. In grote lijnen zijn de nadelen:
verlies van zelfstandigheid en een
mogelijk verlies van kontakt met de
burgerij („drempelvrees"). Als
voordeel geldt, naast een zekere
kontinuïteit, het feit dat de raad in
wezen de commissie moet stimuleren,
„begeleiden" en „kontroleren" door
haar belangstelling, alleen al omdat
diezelfde raad de commissie heeft
ingesteld.
We vinden dat niet het CML eens bij de
raad(sleden) zou moeten langskomen,
nee, de raadsleden horen zich bij de
belangengroep CML op de hoogte te
stellen van de stand van zaken. Alleen
dan krijgt de raad van alle
CML-werkgroepen een goed beeld. Om
met de WD te speken: „Wij zijn daar
gaarne toe bereid".
Wanneer Progressief Leusden gelijk
heeft in haar brief dat de
uitgangspunten van Visser door de raad
„als basis van samenwerking zijn
aanvaard", dan heeft de raad sinds die
aanvaarding gefaald.
Naast het punt struktuur is er een
ander onderwerp van kapitale
betekenis. Hoe krijgen we de inwoners
van Leusden warm voor een CML? In
feite slaat men de spijker op de kop
wanneer men zegt: dit treedt overal in
de maatschappij op en de burger
interesseert zich niet of nauwelijks voor
zaken die hem niet rechtstreeks zelf
raken.
Daarom: wanneer Achtervelders,
Stoutenburgers, Hamersvelders,
Asschatters, Leusbroekers en alle
import (samen allemaal Leusdenaren)
niet warm lopen, dan weten zij niet
voldoende wat het CML doet. In die zin
moet de werkgroep Voorlichting de
hand in eigen boezem steken. Maar óók
de andere werkgroepen. Ook zij
moeten hun bezigheden „verkopen"
aan de buitenwereld. Ook het
Coördinatieteam moet duidelijk maken
wat ze doet en waarom.
Kortom, als het CML niet overkomt bij
de bevolking dan ligt dat aan het CML
zelf. Daar gaan we dus met zijn allen
wat aan doen, CML-ers, raadsleden,
verenigingen, belangengroepen,
wijkradén en u ook!!!
Redaktie Milieü Journaal