VIILM J JOURNAAL 4 LANDGOED DE BOOM 3lasaktie in Leusden GESCHIEDENIS Op de Arnhemseweg nr. 107 ligt het prachtig landgoed Stichting De Boom. De Boom is genoemd naar een geweldig dikke oude boom, die eens bij de toegangsbrug stond. Het landgoed was voorheen eigendom van de familie De Beaufort, maar in 1960 toen er nog maar één eigenaresse in leven was heeft men besloten het familie-eigendom om te zetten in een stichting. Mej. A. A. de Beaufort wilde voorkomen dat na haar dood het landgoed verbrokkeld zou worden. Zij stelde al in 1929, na het overlijden van haar vader, haar huis open voor diakonessen, later verpleegsters, die waren overwerkt en daarom rust nodig hadden. Dit ging een lange tijd goed tot zich een tekort aan huishoudelijk personeel voordeed. Sinds kort zit er de interkerkelijke stichting Good News Christian Fellowship. Deze geeft geestelijke zorg aan Amerikaanse militairen van de basis Soesterberg. Ook verzorgen zij trainingen om mensen op te leiden die dit werk kunnen voortzetten. DOELSTELLING VAN DE STICHTING De doelstelling van de stichting, vertelde de heer Wanner (behalve beheerder en administrateur van de stichting een prima verteller) is: het in stand houden van het landgoed- Dit is bepaald geen gemakkelijke taak. Op het landgoed De Boom, circa 1000 ha groot, waarvan 230 ha bos, vindt men hoofdzakelijk loofwoud. Er zijn drie mensen in dienst die allerlei boswerkzaamheden verrichten, bijvoorbeeld het omvormen van hakhout naar opgaand bos, snoeien, onderhoud waterlijn e.d. In de omgeving van het landgoed staan circa 30 boerderijen, die door de stichting worden verpacht. Uit het verhaal van de heer Wanner bleek wel dat het beheren van zo'n landgoed en het in stand houden van een natuurgebied niet altijd meevalt! Het terrein is voor het publiek opengesteld: men kan er vrij verpozen. Dit blijkt voor het natuurgebied toch wel nadelige gevolgen te hebben. Honden mogen aan de lijn worden meegevoerd. Door hun geblaf wordt het wild afgeschrikt en slaat op de vlucht. De heer Wanner vertelde dat hij in het voorjaar een groep van twaalf reeën zag vluchten. Vooral in broedtijden kan veel schdade worden aangericht door mensen die zich buiten de paden begeven. De heer Wanner kan zich indenken hoe verleidelijk het is om meer te weten te komen van alles wat er in het bos gebeurt, maar men moet zich wel bewust zijn van de verantwoordelijkheid die men heeft t.o.v. de natuur. De rust mag beslist niet worden verstoord. Er is nu nog een heel goede wildstand en hij hoopt dat dit zo zal blijven. Op het landgoed vindt men ook nog: hazen, konijnen, fazanten, eenden, houtsnip en watersnip. Voorheen kwamen er ook patrijzen voor, maar die zie je nu helemaal niet meer. Men denkt dat dit o.a. komt door de veranderingen van grondexploitatie en gewas. Een andere reden kan zijn het in betere staat houden van de landerijen en kultuurgronden. De patrijzen verscholen zich graag in houtwallen met een wilde begroeiing. Om een gezonde wildstand te houden is het selektief afschieten van het wild noodzakelijk. De stichting houdt zich dan ook bezig met jachtverhuur. Over de flora kregen we het volgende te horen, de wilde orchideën die vroeger rijkelijk bloeiden zijn waarschijnli)k t.g.v. de droogte praktisch verdwenen. Aan de andere kant zie je veel nieuwe soorten planten, die kennelijk in een droge omgeving goed gedijen De chemische bestrijdingsmiddelen doen veel kwaad aan de flora. Vooral de oeverbegroeiing heeft hiervan veel te lijden. De oever die het behoud van de watergang is, gaat afzakken en de heesters gaan dood. De heer Wanner wees ons vanuit het raam van zijn werkkamer op een open plek in het bos, waar eens vier beuken hadden gestaan. Een hevige storm heeft deze geveld. De minder hoge bomen in de omgeving kregen hierdoor last van zonnebrand. Een nieuwe beplanting van bomen brengt de nodige nadelige gevolgen met zich mee. Reeds bestaand hoog geboomte moet, willen de pas daartussen geplante bomen een kans krijgen te groeien, verdwijnen. U ziet, het beheren van zo'n gevarieerd natuurgebied is vakwerk. Landgoed De Boom is een prachtig natuurgebied, met toewijding onderhouden, waar we zeer zuinig op moeten zijn. Marjan Demmer Nelleke Kessels Groen glas is echter slechts een deel van het assortment van de glasfabrieken. Als men ook glas van een andere kleur op deze wijze zou willen produceren, dan zou het afvalglas ook nog op kleur gesorteerd moeten worden. Een belangrijk aspekt van het gebruik van monoglas bleek verder dat een nogal uitgebreide voorbewerking van deze grondstof nodig was: verwijdering van schroefdoppen en deksels, wassen en het breken tot de gewenste scherfgrootte. Deze zuivering brengt belangrijke kosten met zich mee. In de beschreven proef werd deze voorbewerking door een gespecialiseerde firma gedaan die ook het transport vanuit de centrale verzamelplaatsten verzorgde. Uit het oogpunt van energiegebruik wordt in het rapport opgemerkt, dat in het geval nieuw verpakkingsglas geheel uit scherven zou worden geproduceerd, een besparing van 20% zou optreden. Deze zou dan echter weer geheel teniet gedaan worden door de energiekosten voor inzameling en transport van het afvalglas. Tijdens de proef werden verschillende inzamelingsakties gestopt omdat de opbrengst de kosten bij lange na niet dekte. Het grote verschil werd niet gerechtvaardigd door materiële besparingen bij de afvalverwijdering, die marginaal zijn. Ofschoon bij een goed lopende glasinzamelingsaktie (d.w.z. bij een respons van 25% van de bevolking) de hoeveelheid huishoudelijk afval met 3% vermindert, kan een besparing op zelfs maar één huisvuilauto door een gemeente die het afvoerprobleem zelf in handen heeft, niet verwezenlijkt worden. Voor onze eigen gemeente ligt de zaak heel duidelijk. Het afval wordt opgehaald door een partikuliere firma. Spitman. Leusden betaalt aan deze firma per gewerkt uur. Het zal duidelijk zijn dat het in werkuren niets uitmaakt, dat er 3% minder huisvuil is, temeer niet omdat het lang niet zeker is, dat iemand die zijn afvalglas buiten de vuilzak houdt ook minder vuilzakken per week buiten zet. De kosten voor het gebruik van een glaskontainer kunnen vrij hoog zijn door huur of rente en afschrijving. Nu kan men terecht stellen dat milieuakties niet alleen vanuit een bednjfsekonomisch gezichtpunt bekeken moeten worden. Als men de kosten van een glasaktie wil afwegen tegen het nut ervan, dan moet zeker ook rekening gehouden worden met het immateriële nut dat zo'n glasaktie de kringloopgedachte levend houdt. FLESSEN MET STATIEGELD In een beschouwing over afvalglas als milieubelastende faktor moet ook de retourfles niet onbesproken blijven. Er zijn mensen die menen dat een herinvoering-eventueel onder overheidsdwang van het statiegeldsysteem- de oplossing is. Het is duidelijk dat hier zonder overheidsmaatregelen bedrijfsekonomische aspekten bepalend zijn voor het wel of niet kiezen van dit systeem. In de bier- en frisdrankenindustrie kan het kennelijk nog. Toch moet er voor gewaakt worden dat de gemeenschappelijke kosten van het retourflessensysteem de maatschappelijke baten niet te boven gaan. Retourglas moet n.l. schoongemaakt worden. Daar komt veel water en het gebruik van wasmiddelen en energie aan te pas. De veelsoortige vormen van verpakkingsglas (vaak een kwestie van het „eigen gezicht" van een produkt) lenen zich waarschijnlijk ook niet voor het gebruik van uniforme en eenvoudige glasspoelmachmes. Als de emballagefabrikanten hun produkten zo ontwerpen, dat ze op eenvoudige wijze goed te reinigen zijn, zal dat zeker en r dat te Zij in kapt „Ik rit :van ede e te den: n van daar en uit, e lat je mee iet zo nde nmet eniet s zijn en M.W. een bijdrage kunnen vormen tot herinvoer van het statiegeldsysteem. KONKLUSIE De konklusie van het bovenstaande moet wel luiden dat de voorwaarden voor het met enig sukses voeren van een milieuaktie met betrekking tot afvalglas niet zo gunstig zijn. Dat wil niet zeggen dat we niet achter een glasinzamelingsaktie zouden gaan staan, als deze er toe kunnen bijdragen dat er meer mensen m Leusden milieubewuster gaan leven en het minder vanzelfsprekend gaan vinden dat welvaart en welzijn ons, ook in de komende generaties, wel komen aanwaaien. Tenslotte nog enkele tips waarmee iedereen een bijdrage aan het schoon en veilig houden van het leefmilieu kan leveren: Deponeer nooit zomaar scherven in een plastic zak. Verpak ze eerst in een doosje of konservenblik, dat afgevuld kan worden met ander afval en dan in de vuilzak kan. Flessen en glazen potjes kunnen uitstekend „verpakt" worden in de in alle huishoudens ook wel aanwezige papieren en plastic melk- en melkproduktenverpakkingen. En.... als u de moeite neemt om gevulde flessen, potten of bekers voor uw picknick mee te sjouwen, dan kunt u de lege zeker mee terugnemen om ze op de juiste plaats als afval te deponeren. W.V. VER AFVALGLAS EN DE MI- 1EUPROBLEMATIEK ritische volgers van het doen en laten in het CML (gelukkig zijn er nog een lar) hebben reeds enkele malen de iggesüe gedaan, dat het CML zich zou tan bezighouden met de problematiek in gescheiden vuil ophalen en met asinzamelingsakties. Ook in de raad is ïlangs voorgesteld dat de gemeente :n proef met èënJgIa?k'oftrtairi'é't1 jmen. Het lijkt ons daarom goed om at dieper in te gaan op de betekenis m verzameling van afvalglas. Wij iseren ons daarbij voornamelijk op jn rapport van de Stichting erwijdering Afvalstoffen (SVA): dergebruik Verpakkingsglas" (1974) ls men een afvalstof uit het geheel van it huishoudelijk afval wil 'zonderen-hetzij bij de bron van de valproduktie of centraal-dan moet )'n stof kwantitatief wel wat itekenen Welnu, in 1973 bedroeg het asaandeel in het huishoudelijk afval imiddeld 11,5% tegen slechts 2,5% in 163. Er zit dus een belangrijke groei in it gebruik van glas als irpakkingsmateriaal, dit ondanks de /eneens toenemende toepassing van inststoffen. Deze laatste nemen echter Dg niet meer dan 10% van het irpakkingsmateriaal in Nederland Dor hun rekening, glas daarentegen 5% (op gewichtsbasis). Het lenemende gebruik van glas is het ïvolg van het invoeren van de onofles (fles zonder statiegeld), in aats van retourflessen Uit .vantitabef oogpunt zal het dus eerder eer dan minder belangrijk worden om it glas uit de enorme hoeveelheden edel ijk afval (in 1973 reeds 3.500.000 >n) te sorteren. 'aarom en waartoe sorteren van afval? Is het afval van een gemeente •kontroleerd gestort wordt geeft glas geen milieuproblemen. Het is een inert materiaal, zodat er geen gevaar is voor uitspoelen van gevaarlijke stoffen, die in het grondwater zouden kunnen komen. Wel is glasafval nogal volumineus, zodat het ruimtebeslag een nadelige faktor lijkt. Van echte betekenis is die faktor echter niet. Voorzover huishoudelijk afval wordt verbrand levert glas helemaal geen problemen op. Integendeel, de o overblijvende slak wint aan waarde omdat de glasresten er meer stevigheid aan geven, waardoor de bruikbaarheid toeneemt. De slak uit huisvuilverbrandingsovens wordt bijvoorbeeld toegepast bij de verharding van fietspaden. Alleen bij de kompostering van het organische deel van het afval wordt enige hinder ondervonden van aanwezig glas, maar deze kompostering vindt maar bij 15% van het huishoudelijk afval plaats. Is er op grote schaal geen milieuprobleem ten aanzien van glasafval, op kleine schaal is dat er soms wel. In de eerste plaats komt veel verpakkingsafval als zwerfvuil in de natuur terecht. Wij spreken hier bewust van verpakkingsafval, want het probleem geldt ook voor papier, blik en kunststoffen. Alleen is glas als zwerfvuil gevaarlijk omdat het meestal gebroken is en dus risiko voor verwondingen met zich meebrengt. De oplossing van dit soort problemen vindt men echter niet in glasakties, maar in mentaliteitsverandering van de konsuraent, die in dit geval de producent van het afval is. In de tweede plaats brengt de toenemende praktijk van het ophalen van huisvuil m plastic zakken het risiko met zich mee, dat glas op straat terecht komt door het scheuren van de zakken. Degenen die het vuil ophalen kunnen zich ook gemakkelijk verwonden aan breukglas in de zakken. Met beide aspekten van het probleem wordt men in Leusden- blijkens informatie van de zijde van de gemeente-nogal eens gekonfronteerd. Aangezien te verwachten valt dat dezelfde problematiek zal spelen als men over gaat op papieren zakken - wat door sommigen uit andere milieuoverwegingen wordt bepleit - is hieraan een argument te ontlenen om het glas gescheiden te verzamelen. Deze verzameling zou dan echter op enkele centrale punten moeten geschieden in kontainers, waarin de bevolking zelf het glas stort. De ervaringen in sommige gemeentes leren overigens dat wel veel mensen bereid zijn om zich op deze wijze van afvalglas te ontdoen, maar dat ze zich vaak toch heel weinig milieubewust tonen. PROEF RECYCLING GLAS Bij een experiment in Haarlem bleek bijvoorbeeld dat men de dozen, waarin men het glas aanvoerde soms bij de kontainer liet liggen. In andere gemeentes heeft men de ervaring opgedaan dat voortdurend toezicht nodig is, of dat men deksels met een opening met een doorsnede van 10-15 cm. op de kontainers moet plaatsen om te voorkomen dat ze gebruikt worden om ook ander afval in te storten. Baldadige jeugd maakte er soms een spelletje van om met ijzerdraadjes flessen weer uit de kontainers te vissen. Om dat te voorkomen was weer een speciale voorziening nodig. Een ander argument om komponenten uit het afval af te scheiden wordt door voorstanders ontleend aan het grondstoffenprobleem. Apart verzamelen van een afvalprodukt heeft n.l. alleen zin als men het weer kan gebruiken. Nu bestaat glas uit de volgende grondstoffen: ca 50% zand, ca. 15% kalk, ca. 13% soda, ca 20% scherven en 2% overige stoffen (o.a. kleurstoffen). De glasindustrie benut dus al scherven. In verband met de kwaliteit van het produkt moet de samenstelling van deze scherven echter bekend zijn. Ze zijn afkomstig van industrieel afvalglas, ontstaan door breuk of beschadiging van flessen en potten tijdens vervoer of verwerking, en van produktie-reflux van de glasfabriek zelf. Moeilijkheden met de voorziening van kalk en soda zijn op korte termijn niet te verwachten. De voornaamste grondstof, zand is ruimschoots voldoende op aarde aanwezig. Hierbij moet wel worden aangetekend dat niet alle soorten zand geschikt zijn voor de glasproduktie. Sommige landen hebben binnen hun grenzen zelfs helemaal geen geschikt zand. Verder wordt zand meestal gewonnen door afgravingen. Afhankelijk van de plaats waar dit gebeurt kèn dit uit een oogpunt van natuurbehoud soms ongewenst zijn. In het algemeen gesproken is glas dus zeker niet het eerst aangewezen produkt dat voor het gebruik in aanmerking komt. Als men toch tot dat hergebruik wil overgaan, rijzen de vragen of het technisch mogelijk is glasscherven van onbekende samenstelling te gebruiken en of een dergelijk hergebruik op basis van een bepaalde inzamelmethode ook economisch verantwoord is. WAAROM EN WAARTOE SORTEREN VAN AFVAL Op deze aspekten ricntte zien m 1972 en 1973 een proef van de Verenigde Glasfabrieken in samenwerking met de SVA, waarover het in de inleiding vermelde rapport handelt. De technische proef toonde aan dat verwerking van glasscherven van onbekende samenstelling voor de produktie van groen glas mogelijk was. Bronvermelding: „Hergebruik Verpakkingsglas," SVA/506C/1974 M M. G. Senden e.a. Chemisch Weekblad Magazine, april 1976, p. 199 - 204 „Recycling van huisvuil," VAM Mededelingen, dec. 1973. P. J. Bakker: „Kunststoffen en het milieucomplex,". Lezing voor de Nederlandse Vereniging-Federatie voor kunststoffen, dec 1976. inderen van de Montessori- kleuterschool in Leusden tekenden >eciaal voor dit Journaal de „Milieu-vervuiling" 6 JCMVL.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1977 | | pagina 13