<-u 1 CML-Vergadering 11 maart Gesprek met fietsende Leusdenaren verslag NOTITIES VAN ONDER EEN PARAPLU H' tomitéF^ 'H ilieuzorgi ^■r'eusden Si Milieuzorg ALLEMAAL ONTWORPEN DOOR MENSEN DIE ZELF AUTORIJDEN EERST BOUWEN - DAN ZIEN WE WEL IS KENNELIJK DE LEUZE VLEKKEN TE WAZIG Het Milieu-Journaal verschijnt eens in de maand Redaktie: Werkgroep Voorlichting C.M.L.: Wiesje Engelen, Jan Peter van Doorn, Marjan Demmer, Fennie Kassner, Nelleke Kessels, Rob Nord, Ben Otten, Erik Jan Tuininga, Wim Veen, Manjke Walta. UITGAVE VAN HET COMITÉ MILIEUZORG LEUSDEN KONTAKTADRES CML, GEMEENTEHUIS LEUSDEN. TEL 41247, OF: DORDOGNE 11. DONDERDAG 24 M „De toon niet geweldig, de kritiek en vraagstelling to the point." Aldus kenschetste de heer Wagenaar, de voorzitter van het Coördinatieteam, de open brief van de werkgroep Voorlichting aan het team tijdens de vergadering van 11 maart jl. Over de verheugende afloop van de vergadering heeft u in de Leusderkrant van 17 maart een verslag kunnen lezen. Wanneer wij van deze plaats de avond van de elfde overzien, blijkt dat er globaal twee zaken aan de orde zijn gesteld. De organisatie van het C.M.L. en de inhoud van het C.M.L. ORGANISATIE De organisatie is eigenlijk het minst interessant Die komt alleen aan de orde wanneer de zaken niet goed lopen. Helaas is dit in het verleden..,, enz. enz. Dat het bijsturen van de organisatie, bij een vrijwilligersclub als het CML, vaak moeizaam verloopt komt o.a. door hetvolgende feit: Het spelen op de bal wordt dikwijls ten onrechte verward met het spelen op de man. Ook wat dit betreft zijn wij amateurs (of op z'n hoogst part-timers). De organisatie zoals die er nu uitgerold is, waarborgt een optimale openbaarheid. Waarbij de wergroep Voorlichting duidelijk een initiërende functie heeft vervuld. OPENBAARHEID Openbaarheid alom dus. Vergaderingen van het Coördinatieteam kunnen bijgewoond worden door If jn van de diverse werkgroepen. De voorzitters van de werkgroepen komen regelmatig met elkaar in contact. Twee keer per jaar vergaderingen van het hele C M L en de bevolking. Alle notulen openbaar enz. Dit wat betreft de organisatie, waarover wij hopen tot in lengte van dagen niet meer te hoeven schrijven. Uitgezonderd de „onderhoudsbeurten". INHOUD De inhoud van het C.M.L., de taakstelling, is boeiender. Wanneer wij het C.M.L. bezien als een paraplu, zoals ook op de vergadering gedaan is, valt op dat onder deze paraplu twee op het oog verschillende doelstellingen schuilen: 1) Het C.M.L. als inspraakorganisatie. 2) Het C.M.L. als milieuzorgorganisatie. Bij de werkgroep Bestemmingsplannen en de ad hoe werkgroep Woonerven ligt de klemtoon op 1, bij de werkgroepen Milieuzorg en Milieu-educatie ligt de klemtoon op 2. De werkgroep Voorlichting beklemtoont afwisselend 1 en 2. Het staat buiten kijf dat, mede door de ontstaansgeschiedenis van het.C.M.L de inspraakkant tot nu toe de meeste aandacht heeft gehad! Aan het begin van de vergadering stelde de voorzitter ook: „Inspraak is een moeilijke zaak." De werkgroep Bestemmingsplannen ervaart voortdurend de problemen van de inspraak. Waar liggen de grenzen? Wat is mogelijk, wat met. De nadruk ligt bij deze problematiek op de informatieoverdracht naar de gemeente. Voorts hebben inspraakorganisa'ties de neiging te „verworden";tot belangenorganisaties.. De werkgroep Bestemmingsplannen wordt een beetje bedreigd door dit gevaar nu het beleid t.a.v. de tweede fase - veel gehoorde term „het gjqote werk" - is gedaan. Waarbij ik persoonlijk deze visie „het grote (grootschalige) denkwerk is gedaan, de rest is maar (kleinschalig) invullen" discutabel acht Het is in elk geval wel zo dat, hoe kleiner de gebieden zijn waarover men spreekt, des te specifiker de belangen zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor het nieuwe hoofdcentrum. Het algehele belang - ook van het insprekende deel van het C.M.L. - dient steeds het milieu te zijn. De leden moeten vanuit hun verschillende achtergronden, hun verschillende HET bestaat uit burgers van Leusden, mensen aan wie de leefbaarheid van eigen woonplaats ter harte gaat. Dat doen ze door lid te worden van een van de WERKGROEPEN: BESTEMMINGSPLANNEN MILIEU-EDUCATIE MILIEU-ZORG VOORLICHTING WAT DOEN DEZE WERKGROEPEN? t WERKGROEP BESTEMMINGSPLANNEN: geeft het gemeentebestuur weldoordachte adv iezen over alle aspek- ten die te maken hebben met de uitbreiding van Leusden-C. (wegen, woningen, winkels, werkgelegenheid enz. enz.). WERKGROEP MILIEU-EDUCATIE: probeert samen met de scholen de kinderen milieu-bewust op te voeden (o.a. door lesbrieven, bosexcursies en dergelijke) WERKGROEP MILIEU-ZORG: de werkzaamheden omvatten voornamelijk de „dagelijkse" milieu zaken (huisvuil, schone straten, water enz. enz.). t WERKGROEP VOORLICHTING geeft eenmaal per maand het Milieu-Journaal uit. DAARIN KAN IEDERE LEUSDENAAR AL ZIJN OPMERKINGEN OVER HET MILIEU SPUIEN. Verder komen in dit blad de andere werkgroepen aan het woord over hun werk. De getneente verleent in ruime mate medewerking op velerlei gebied. ZET U ZICH OOK IN VOOR DEZE GOEDE ZAAK NIET ALLEEN IN UW EIGEN BELANG, MAAR ZEKER IN HET BE LANG VAN UW KINDEREN. HELP MEE! DENK MEE! GEEF U OP VOOR F.fciV WERKGROEP! telefoon: 033-42036 Wiesje Engelen 033-41247 toestel 116 beer Hermans VOOR IEDEREEN IS WERK AAN DE WINKEL invalshoeken de blik daarop gericht houden! BELANGENORGANISATIES NIET IN CML Op zich is er niets tegen belangenorganisaties, alleen passen zij niet in het C.M.L. dat de gehele bevolking heet te vertegenwoordigen. De voorzitter onderkende tijdens de vergadering ook dit gevaar. Daarbij komt dat men, aldus de heer Wagenaar, de werkgroep Bestemmingsplannen te veel als een kapstok heeft gezien, waar men van alles aan heeft willen hangen. Zijn voorstel is meer ad hoe werkgroepen op te richten. Bijv. een die zich buigt over het openbaar vervoer, een ander over de houtskeletbouw enz. Of deze werkwijze al te eenzijdige belangenbehartiging uitsluit zal de toekomst moeten uitwijzen. De wergroep Bestemmingsplannen kan zich in elk geval dan ook metterdaad (ook na de tweede fase) met deze plannen bezig houden. Hoe heel anders liggen de zaken voor een vertegenwoordiger van de specifiek milieuzorgende werkgroepen, de werkgroep Milieu-educatie bijvoorbeeld. Die wordt helemaal niet overspoeld door aangedragen onderwerpen en ontmoet geen specifieke inspraakproblemen Bij deze werkgroep ligt de nadruk op de informatieoverdracht naar de burgerij toe; geruggesteund, nou ja, overeind gehouden door dezelfde burgerij. En intussen is deze werkgroep bezig met wat minder spectaculair, maar wel verschrikkelijk belangrijk werk: bewustwording t.a.v. het milieu. Waarbij milieu Heel ruim opgevat mag worden: Het bewust maken van de omgeving waarin je leeft. Dat betekent het woonmilieu, het leefmilieu, het welzijn in het algemeen. MILIEUZORG EN INSPRAAK Daar houdt het C.M.L. zich mee bezig. Het accent ligt niet alleen op de inspraak, het ligt evengoed op deze bewustwording. „Beide functies van het C.M.L. zijn even belangrijk", zei Wagenaar aan het eind van de vergadering. En laten we tot slot, staande onder de veelomvattende paraplu van het C.M.L. ook eens een citaatje gebruiken. „La critique est aisee, mais Part est difficile" oftewel vrij vertaald: kankeren is geen kunst, doen wel. Marijke Walta. Zorg voor ons Milieu! Mensen! Mensen! Wat een stank! En niemand zegt hartelijk dank Ze gooien alles op de stoep, Midden in de hondepoep. De vuilnismannen zijn er niet voor niets. Op de grond ligt altijd wel iets. Ziet u wat? Een vieze mat? Of soms een doos vol kleren? Een zal vok rotte peren? Misschien een kapotte doos. Met een afgevallen roos. En dan nog 2.000.000 lege dozen. En de vuilnismannen worden steeds bozer Och mensen! wat een triest. Waar de hond ook piest. Het is toch ook wel treurig. Niets maar dan ook niets is keurig. Een pak van de melk. Maar! Dat is goed voor elk. Een stuk papier. Vind ik hier. Een stuk karton. Een Chinezen bom. Van oude jaar. En de mensen denken maar: We zijn klaar. Een kerstboom 1500 rotte bonen Een gebroken fles En een kapot mes Ze laten alles maar gaan. En er kraait géén enkele haan. Miijam Brouwer klas 3 4e Openbare Basisschool Vermijden van stoplicht door afsnijden bocht Spitsuur kruispunt De Beaufortweg-Heiligenbergerweg „Lichten voor fietsers te kort op groen" We praten met zijn vieren over de voor- en nadelen van het fietsen in Nederland en in Leusden in het bijzonder. Mijn gesprekspartners zijn géén autohaters. Twee van hen zou je selektieve autogebruikers kunnen noemen. De heer De Kom: „Ik probeer doelbewust altijd met mijn fiets naar mijn werk in Amersfoort te gaan, óók bij slecht weer." „Noem het een stukje milieubewustzijn. Het is toch dwaas dat één man in één auto van hier naar Amersfoort rijdt. Wat een onnodig energieverbruik is dat al niet." „Fietsen is bovendien een zeer gezonde lichaamsbeweging. „De heer Buhler voegt hieraan toe: „Je bent even buiten voor je naar je werk gaat," maar: „Ik word weerhouden om altijd met de fiets naar Amersfoort te gaan wegens de slechte fietsverbindingen." Vooral 's winters als het donker is wordt het fietsen naar Amersfoort als gevaarlijk beschouwd. Iets waarmee de heer Van der Scheer dagelijks gekonfronteerd wordt, want hij heeft geen auto en voelt daar ook geen behoefte aan. Wel moet hij konstateren datje vanuit Leusden-Zuid waar hij tot voor kort woonde, heel wat veiliger fietsend Amersfoort kunt bereiken, nl. via het fietspad langs de Arnhemseweg. „Maar dat is dan ook een provinciale weg," wordt er opgemerkt. UITVALSWEGEN De balans opmakend van de uitvalswegen vanuit Leusden-Centrum, merkt de heer Buhler op dat alleen de weg naar Leusden-Zuid volledig van een fietspad is voorzien. Langs de Heihgenbergerweg houdt het fietspad op waar het echt gevaarlijk wordt: bij het viadukt. Parallel aan de Zwarteweg komt nu een fietspad, maar wordt de brug over het Valleikanaal dan ook verbreed? Anders komt er net zo'n situatie als op de Asschatterweg: waar het verkeer de brug over moet wordt het fietsverkeer op de baan voor de auto's gedwongen. De gevaarlijke weg naar Amersfoort komt enkele malen in het gesprek terug. De Kom: „Je hebt de keuze uit de „bult" of het Lockhorsterbos. Beide routes zijn voor fietsers gevaarlijk." Ik werp de vraag op of het Lockhorsterbos /oot autoverkeer afgesloten zou moeten worden. Buhler wil een realistisch standpunt innemen: die auto's zullen er wel door moeten blijven rijden, maar dan is de aanleg van een fietspad wel noodzakelijk. Het feit dat de Stichtse Milieufederatie bezwaar tegen het fietspad heeft wegens de ecologische waarde van de sloot, ontmoet bij hem geen begrip: een milieubeweging die een fietspad tegenhoudt! Hij konstateert dat de gemeente de afgelopen vier jaar wel veel over het fietspad heeft gepraat, maar nog niet verder is gekomen dan een kredietaanvrage (inmiddels is echter bekend dat G.S. hun goedkeuring aan de aanleg van het fietspad hebben onthouden en dat B. en W. daartegen bezwaar willen aantekenen. YV.V Dus toch maar afsluiten voor auto's?, probeer ik nogmaals. De Kom ziet dat wel zitten: het autoverkeer kan dan via de Groene Zoom en de Maanweg naar de Arnhemseweg worden geleid. We zijn het er in ieder geval over eens, dat je er niet bent als je een gemakkelijk te berijden weg, die een kleine omweg maakt, als alternatief aanbiedt, zonder de andere mogelijkheid af te sluiten. (Buhler: „Een automobilist is net als water, hij zoekt altijd de kortste weg"). VERKEERSSITUATIE IN LEUSDEN We verlaten de uitvalswegen en bezien de situatie in Leusden-Centrum zelf. Er zijn nogal wat grieven tegen de verkeerslichten. Een „groene golf' is er alleen om automolisten te gerieven. Van der Scheer: „De tijden dat de lichten op groen staan zijn te kort. Je moet vaak als een bezetene rijden om ook het volgende groene licht te halen." De ochtendspits bij het kruispunt De Beaufortweg-Heiligenbergerweg wordt aan een nadere analyse onderworpen. Er staat een grote groep fietsers (veel schoolkinderen, die via het Lockhorsterbos naar Amersfoort gaan). Ze wachten op het groene licht. Als je achter in de rij op het fietspad blijft staan, loop je de kans dat het licht alweer op rood staat voordat je bij de v/eg bent. Het. gevolg is dat de fietsers zich in een breed front ook op de rij weg van de Beaufortweg opstellen. De automobilisten, die rechtdoor of linksaf v il en, krijgen volop het groene licht. „Hrt is allemaal typisch ontworpen door mensen die zelf autorijden," konstateert de heer Buhler. WEINIG AANDACHT VOOR FIETSERS We zijn het er eigenlijk allemaal over eens dat er te weinig aandacht aan de fietsers wordt besteed. Alhoewel niemand konkreet een plaats in Nederland durft te noemen, waar duidelijk veel voor fietsers wordt gedaan (de fietsroutes die op het ogenblik voor veel geld door Den Haag en Tilburg worden aangelegd, worden als showprojekten gekarakteriseerd), lijkt Leusden toch wel in negatieve zin uit te blinken. De gemeente heeft tijdens de uitbouw van de eerste fase geen duidelijk beleid gevoerd. Enerzijds wilde ze een al te stedelijk karakter vermijden door het kiezen van woonhofjes, waar geen doorgaand autoverkeer door kan, maar probeer als fietser maar eens vanuit zo'n hofje snel in een andere wijk te komen. Je wordt dan gedwongen bepaalde hoofdwegen te kiezen, waarlangs geen fietspad loopt! Groenhouten wordt als voorbeeld genoemd. Je kunt niet als fietser vanaf de Centrumweg dwars door de wijk naar de Noorderinslag. Zo kan een fietser ook niet vanaf de Torenakkerweg door de wijk Rozenboom de Hamersveldseweg bereiken. Alleen in Rozendaal is er een doorgaande fietsroute, het enige wat overgebleven is van hetgeen men voor fietsers beloofde in de tijd van de „promotion" van de New Town Leusden, zoals de heer Buhler konstateert: Leusden zou een pl&^ worden voor wonen, wandelen fietsen. Het wordt er echter niet - aantrekkelijker op om de fiets te j gebruiken als je het gevoel krijgt'ai moeten rijden en vaak als kwetsbj verkeersdeelnemer de routes vooil auto's moet volgen. Nu komen sommigen ook in de verleiding voor zichzelf maar een I kortsluitende route tc kreëren: ova voetpaden Dan ontstaat het konflj met een nog kwetsbaarder groep I verkeersdeelnemers de voetgangaj FIETSROUTES IN TWEEDE FASE Mijn gesprekspartners hebben zich» maar oppervlakkig georiënteerd»: de tweede faseplannen. Er heerst s skepsis of er straks wél wat gedaaoj worden aan aparte fietsroutes. Als ëcn van de andere wensen wcr. naar voren gebrachfdat in de twee. fase ook eens wat meer aandacht J besteed zal worden aan stallingmogelijkheden voor fietsen Parkeerplaatsen voor auto's words nooit vergeten. Bij het huidige winkelcentrum aan de Torenakker» maar ook in de binnenstad van Amersfoort kan lüen zien dat vaak vergeten wordt, dat de fietser zijn voertuig ook moet kunnen parkeret ENWB B V( Wordt het klimaat voor fietsers inff^ land toch wat gunstiger? Van derScb wijst op de zinnige ideeën die de En echte eerste Nederlandse WielrijdqH Bond (ENWB) lanceert. In AmersWjg heeft men bijvoorbeeld voorgesteld^ aan fietsers wordt toegestaan om w straten niet eenrichtingverkeer vor auto's aan beid'e zijden in te rijden,Bjj indruk bestaat wel dat de resultaten: e( de ENWB bereikt niet in verhoudh^ staan tot de geleverde inspanningen.0 ENWB lijkt door de overheid nog:w altijd even serieus genomen te word; w Bijna met een schuldgevoel stap ik '^j mijn auto voor het korte ritje naarfc Energieverspilling milieuverontreiniging. een fietsi door de frisse lucht, vlak voor hetslffl gaan is ongetwijfeld gezond. We schijnen liet bijna allemaal vergettff zijn. Ook de bestuurders en stadsontwerpers van Leusden? Wim WERK GROEP BESTEM MINGS PLANNEN Het is voorlopig goed afgelopen met het eerste deelplan in de tweede fase. De- vlekken waren ook voor de gemeente te wazig om goed te keuren. Met nadruk zeggen we voorlopig, want volgens de heer Hermans (voorlichter van de gemeente) is het niet de bedoeling, dat het totale plan zal worden verbeterd. En dat is jammer. De eindeloze rijen doorzon-, z- of tuinkamerwoningen zullen in Leusden een feit worden. Het feit, dat al zeer goede resultaten bereikt zijn met nieuwe woonvormen laat men links liggen. Het is ook jammer voor de werkgroep bestemmingsplannen van het CML, die zijn moeite niet beloond zal zien, want met enkele fractionele wijzigingen zal het plan toch wel goedgekeurd worden. De nieuwe bewoners staan te wachten en die laat je toch niet in de kou staan Dat brengt ons bij de rol van de toekomstige bewoners. Ze hebben inspraak gehad. Jazeker. Maar als zowel de gemeente als het CML de plannen nauwelijks kunnen beoordelen, hoe doet die toekomstige bewoner dat dan. Zijn dat architecten, stedebouwkundigen7 Ik denk van niet. Het zijn mensen, die (hoelang hebN zij daar niet op gewacht) hun toekomstige huis voor het griipen I hebben Zou u tegensputteren als u wist ilatl* dan weer maanden kon duren voord* het huis inkon? Nee, toch zeker? En de omwonenden, zijn die gehot» Het zou aardig geweest zijn deze mensen te informeren over de wijk® naast hun toekomstige huis geboutf wordt. Enig lichtpuntje is de gemeente, j Misschien dat zij de zaak nog een J positieve wending kunnen geven Jw .J P.v-j

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1977 | | pagina 12