r
Kinderen terug in de tijd
Opstellen van leerlingen
van de Groenhorstschool
ISOEN 1200
LEUSDER KRANT EXTRA
19
PSTELLEN VAN KINDE
REN
3p de vraag van ons of leerlingen
de Groenhorsterschool een op
houden willen schrijven, waarbij
tóch een historische situatie kon-
in Indenken, kreeg de redaktle een
(Joorlljk aantal reaktles. Uiteraard
totaliteit veel te veel om in dit toch
koita bestek te plaatsen. Daarom
goesten we kiezen. Onze keus:
l brandweer van vroeger
fdden In de nacht ratelde de na
licht (met het schilderijmet de
it De brandweermannen kwamen
hun bedden en schoten in hun
Ze verlieten hun woningen en
pjen naar de loods waar de brand-
er&r stond.
Er ontstond een ware wedloop
de diverse brandspuiten, want
eerst bij de brand aankomende spuit
rd beloond De laatste kreeg een
>rJ?
De brand was ontstaan in een bakke-
v,aar de bakker wat onvoorzichtig
i vuur was geweest,
n korte tijd brandden er al 3 huizen
brandweermannen kwamen met
n spuiten en zagen de brand. Ze
pden de brandslang in de gracht en
gonnen te pompen. Er kwamen
gds meer mensen kijken en de
xxjt en zijn rakkertjes moesten er
an te pas komen Ze duwden de men-
naar de kant Sommige mensen
pen naar huis en haalden daar em-
ïrtjes op. Met die emmertjes gingen
Iterug naar de brand en gingen in een
je staan om de emmertjes (met water
liiurlijk) door te geven Tegen de
jddag was de brand geblust De
sesle mensen waren toen al naar huis
IDe brandweermannen bleven nog
n poosje, want die moesten nog na
tossen. Overal lag puin. De brand-
lermannen keken tussen het puin o(
soms mensen of dieren lagen, maar
I was gelukkig niet het geval Erwer-
m later mensen gevraagd om de hui-
weer op te bouwen. Natuurlijk
kam er ook een nieuwe bakkerij
iPas jaren later werd de gebrekkige
rendspuit vervangen door een betere
earóoor het ook mogelijk werd het
lier omhoog te spuiten
Saskia Lutmers.
Chrlsta van Soldt.
het toernooi
Hendrina was een vrouw van adel Ze
zou deze dag naar het toernooi gaan.
Het zou een gevecht worden tussen de
zoon van de hertog van Gelre en de
zoon van de hertog van Brabant. Hen
drina wenste dat de zoon van de hertog
van Gelre zou winnen, want dat was de
man van haar dromen. Om klokke
negen werd ze ontvangen en een half
uur later begon het toernooi.
Het paard van Dirk Claesz. (de zoon
van de hertog van Gelre) was bruin. Het
paard van Derk Aernoutsz. (de zoon
van de hertog van Brabant) was zwart.
Het startsein werd gegeven
Hendrina was erg zenuwachtig. Dirk
Claesz. kreeg een por in zijn zij van
Derk Aernoutsz. Hendrina gaf een gille
tje. Weer begonnen de paarden te ga
lopperen. maar nu was Derk Aernoutsz
het haasje
Derk ging als een gek tekeer, totdat
Dirk Claesz. hem uit het zadel lichtte.
Derk beet in het zand, met andere
woorden: hij verloor Dirk Claesz. werd
winnaar van dit toernooi
Patty Gout.
'een keertje mogen helpen en nog veel
later zou ik ook eens mogen leren
snijden. „Zit niet zo te dromen", riep
'mijn meester „en ruim die snippers op."
En daar begon ik dan maar weer. Enfin,
'als ik later meester zou zijn, hoefde ik
die nare werkjes nooit meer te doen
Een paar jaar later legde ik de mees
terproef af: ik moest een mooie kast van
eikehout maken en bewerken De
jdeken zou later zeggen of ik voor de
Jproef geslaagd was. Als ik het met ge-
1 haald had. zou ik weer als gezel moeten
beginnen.
Gelukkig haalde ik het wel Ik was nu
'dus meester-schrijnwerker geworden.
Al snel kreeg ik een leerling en gelukkig
kon ik met hem heel goed opschieten
Fred Heil.
een stad in de middeleeuwen
Wij wonen in Kampen Kampen is
een belangrijke handelsstad De stad
heeft een groot marktplein met daar
omheen allemaal houten huizen. Die
huizen om dat plein zijn de huizen van
de handelaars Buiten de stad liggen de
landerijen en nog wat kastelen Tussen
gilden
's Morgens om zes uur werd ik weer
wakker gemaakt door mijn meester De
dag was weer begonnen. „Opstaan",
riep mijn meester. Eerst ging ik me aan
kleden en toen mocht ik ontbijten. Dat
was niet veel, maar het ging zo wel.
Na het eten moest ik weer opruimen,
vegen en schoonmaken. Ik zat bij het
gilde van de Schrijnwerkers (meubel
makers) en ik was leerling.
Ik werd aangezien als een manusje-
van-alles Elke dag moest ik minstens
10 keer en vaak wel meer keren, de
houtsnippers van mijn meester op
ruimen en verder moest ik allerlei vieze
werkjes opknappen. Natuurlijk mocht ik
zelf niet houtsnijden en het was al een
hele eer voor mij als ik even mocht
kijken bij mijn meester hoe hij het deed.
Pas over een paar jaar zou ik wel eens
de stad en de landerijen ligt natuurlijk de
stadsmuur Verder hebben we het bur
gemeestershuis. Kampen ligt aan de
belangrijke Zuiderzee, de weg naar de
landen rond de Sont begint hier We zijn
Ludovicia en Hadewieg en zijn allebei
18 jaar Wij vinden eigenlijk onze
namen wel te mooi voor twee dochters
van een arme visser.
We zijn op dit ogenblik op de markt in
Kampen. We zijn vader aan het helpen.
,De verkoop van de vis vlot niet zo erg
We hebben nog drie manden met vis bij
ons staan
Plotseling zien vader en ik Hadewieg
naar ons toekomen. We kunnen haar
boren roepen: „De kasteelheer komt
Met zijn vrouw In deze richting. Hij komt
naar ons toe Hij komt." We zien de
kleermaker opspringen en horen hem
roepen „Het proefwerk.Plo§teling
is er leven op de markt, ledereen stalt
zijn beste koopwaar uit. Wat een le-
venlM!
Ook vader staJt alles uit en hij roept.
„Weg die vieze troep!" ledereen is zo
'vrolijk en druk bezig Totdat de kasteel
heer komt. Normaal is hij een vrolijke,
doch strenge man, maar nu kijkt hij erg
droevig en ernstig Zijn vrouw loopt nors
naast hem.
Vader zegt zacht tegen ons „De
'oogst is mislukt en daarom kijken ze zo
droevig."
Een heraut achter de kasteelheer
'roept. „De prijzen van het graan
moeten omhoog."
j Vader denkt hardop: „Nu ben ik mijn
'vis gemakkelijker kwijt." De kasteelheer
stopt bij ons Hij zegt „Ik koop alle vis
(hier, want ik ben bang voor een honger
snood." Vader verkoopt al zijn vis voor
'de nieuwe prijs. Dèt is voordelig!! Ieder
een kijkt verbaasd en zegt. „Nu ver
koopt de Kromme toch nog al zijn vis."
Vader stuurt ons nu naar huis onder
'het motto: „Dit is geen vrouwenwerk
Wij gaan mopperend naar huis. Thuis
gekomen vraagt moeder ons waarom
jwe thuis komen en dan zeggen we dat
vader ons heeft weggestuurd
Als vader weer thuis is. moeten wij
'naar de barbier, want Tjaako doet zo
raar hij bijt iedereen Tjaako is een
broertje van ons, nog maar 3 jaar oud.
maar volgens ons een zwak ventje. Nu
we een beetje haast hebben, komt
Diane thuis Al haar varkens krioelen
om ons heen
Als we even later van de varkens
massa verlost zijn, komen we toch nog
te laat bij de barbier Wat zal moeder
kwaad zijn1!!! We durven niet terug en
'blijven wat dwalen door de stad, langs
de houten huizen, langs de muur en
langs de poot. Het wordt erg stil in de
stad Als we weer bij de stadspoort ko
men. ziet Hadewieg een schaduw
achter zich. We draaien ons om en zien
een man achter ons staan met een heel
Weemd wapen. Hij zegt „Handen om-
noog Maar in plaats van dat te doen.
zetten wij hel op een lopen, naar huis
Als we thuis zijn, krijgen we slaag. Tja,
zo gaat dat in een stad als Kampen in
deze tijd.
Janneke Wolters (Ludovicia).
Ellen v. d. Steen (Hadewieg).
VAN JONGEN TOT RIDDER
Vroeg in de morgen werd Diederick
van Roosenberg wakker. Vanmiddag
zou hij met zijn vader, de hertog van
Gelre, gaan boogschieten op de her
tenwei Ziin moeder zou natuurlijk
thuisblijven met zijn zusje Anna Adria-
na Zij zouden kleren maken voor hem.
hem.
Ja, over twee maanden zou hij als
page in dienst komen bij een vriend van
zijn vader, de bisschop Hendrik van
Vianden Maar eerst zou hij zijn ver
jaardag thuis, op het kasteel, vieren Vol
gedachten stapte Diederick uit bed Hij
liep naar de kan met water en goot wat
water in de schaal Hij stopte zijn hoofd
in de schaal en droogde zich daarna af
met een doek. Daarna liep hij naar de
keuken, waar het dienstmeisje Maria
zijn brood had klaargezet Hij at van zijn
hompen brood zonder dat hij er wat van
proefde, want hij was met zijn
gedachten al helemaal bij het boog
schieten
Drie uur 's middags zat hij bij zijn
vader achterop het paard Ze hadden
de vrouwen gedag gezegd en waren
rustig naar de hertenwei gereden. Toen
|zij daar aangekomen waren, sprong
vader van het paard en hielp Diederick
er ook af De knecht gaf de bogen en
zette de schietschijf 10 meter verder
neer. Eerst schoot vader
midden in de roos" „Nou ik", dacht
Diederick. Hij spande zijn boog
richtte en schoot Pats'11 pre
cies naast de pijl van zijn vader ..Goed
zo jongen, je leert het al", hoorde hij zijn
vader zeggen Tegen de avond reden
ze naar huis Daar aten ze en kort
daarna ging Diederick naar bed
Twee maanden daarna ging hij naar
de bisschop Hij had het daar erg goed
Hij had zijn eigen volbloed en zijn eigen
pijl en boog meegenomen Dal waren
cadeaus geweest van zijn vader, moe
der en zus Natuurlijk was hij er erg blij
mee geweest Als page bij de bisschop
moest hij heel wat werkjes doen Hij
leerde wapens verzorgen en er mee om
gaan. Hij hielp vrouwen bij het paard
rijden Hij was erg druk. Hij kreeg goed
te eten Toen hij 14 jaar was. werd hij
schildknaap Hij moest nu helpen bij de
jacht en bij toernooien Hij leerde om
gaan met lans, speren, schild en
zwaard en hij kreeg een eigen, een echt
maliënkolder
Korte tijd later brak er weer eens een
oorlog uit Door zijn trouwe hulp aan zijn
heer. werd hij die oorlog door zijn heer
op het kasteel tot ridder geslagen. Hij
beloofde frouw aan zijn heer en om hem
met raad en daad bij te staan
Nu was hij dan echt zelf ridder en kon
een eigen bestaan gaan leiden
Hennie van Staveren.
Heieen van de Pijpekamp.
lOIEVAARSHORST
Door Michiel en Folkert-Jan
Wij zijn naar de boerderij Ooie-
arshorst geweest Deze boerderij
206|aaroud. Aan de boer hebben
egevraagd, of hij iets over de ge-
toedenis kon vertellen. Ook de
ïder van de boer heeft ons gehol-
tn.
In de tijd dat in Frankrijk de Hu-
enolen (protestanten) door de ka-
K>neken werden vervolgd,
tochtten vele Hugenoten naar Ne-
Brtand Zo vluchtte er ook een de
eaufort naar Nieuw-Leusden In
6t tegenwoordige hotel De Treek
Jat hij liet ombouwen tot een ver-
teftt huis) ging hij wonen. Vroeger
as De Treek een boerderijtje of
6rt>erg. Veel later bouwde hij een
L;teel tussen vier grachten. Dat
asleel noemde hij de Ooievaars-
wst. Dat betekent: nest van de
töevaar. in een andere boerderij
leeft men het wapen dat hiernaast
etekend is. gevonden. Misschien
leeft dat er iets mee te maken.
Door allerlei oorlogen is het kas
sei vergaan. De boerderij is naar
•et kasteel genoemd.
wegen waren toen nog niet
rat ze nu zijn. De Ooievaarshor-
terweg heette toen nog De Steeg,
'oorbij de Ooievaarshorst loopt de
rap door. Dat doorolopende stuk
Pd nog een beetje op De Steeg. De
^te bewoner van de Ooievaars-
•orst was meneer De Kruijff. Dat
ras familie van De Kruijff die nu op
Spul (vlakbij school) woont.
Vroeger waren er maar weinig
'flkels Er was een bakker, een
wd, een kruidenier en een
ragenmaker. Vroeger heette
■sosden-Zuid: Nieuw Leusden,
laama Leusdbroek, nu weer
^JSden-Zuid. Van het kasteel is
stsmeer over Er zijn alleen nog
en paar kloostermappen gevon-
so In 1882 was er ook een school
rv,daann een zei,maker|j-
De Beaufort was tegen de voor-
Expositie Groenhorstschool: tekening van de Ooievaarshorst, be
horende bij één der werkstukken van de leerlingen.
uitgang. Daardoor bleef dit gebied
achter met de ontwikkeling. Dit
kwam misschien, omdat hij vluchtte
voor de katholieken en de mensen
in Nieuw-Leusden bijna allemaal
katholiek waren. Vroeger waren er
ook veel tolhuisjes. Als je er met je
koe langs moest, moest je 5 cent
betalen Als je er met een paard
langs moest een dubbeltje. Aan de
Doornse Grindweg stond ook om
streeks 1850 een tol. De oudste be
kendste tolgaarder was Gerrit Ger
ritsen, bijgenaamd, Gerrit Post,
omdat zijn vader de postkoets nog
zou hebben bestuurd De tol werd
meestal bediend door zijn vrouw.
Hij was ook geitenhouder. Hij
rookte Amersfoortse tabak, droeg
mooie bakkebaarden en baard. De
kleding was versleten. Het was een
armoedige tijd. De luiken van bijna
alle boerderijen zijn donkergroen.
Het kan, dat het in verband staat
met het kasteel. Het kan ook, dat
het ze het zo mooi mogelijk wilden
hebben. Ook lieten ze ons een oude
fietslantaarn zien:
De Ooievaarshorst is dus oud en
er zit een hoop geschiedenis
achter. Al met al was het voor ons
een leuke en leerrijke ervaringen en
wij bedanken de familie Lagemaat
voor hun gastvrijheid en uitleg.
de toren van Oud-Leusden, volgens de kerkvoogd J. A. A. H. de
Beaufort de oudste kerk van Nederland. Hij schreef in 1928: „De aan
de Heilige Antonius gewijde kerk te Oud-Leusden, waarvan de toren
zich thans nog te midden der landelijke begraafplaats verheft, wordt
voor één der oudste, door sommigen zelfs de alleroudste
Christenkerk van ons Vaderland gehouden. Volgens overlevering
zoude de Heilige Wlllibrord de Kerk gesticht hebben." In 1826 werd
het schip van de kerk wegens bouwvalligheid afgebroken. Volgens
deskundigen dateert de toren uit 1050.