ISDEN 1200
LEUSDER KRANT EXTRA
7
BrtuinJ
!30.(
met|
30.
ur,
50.
i w
30.I
ga
50,.
r. uit
ide
c.c
event]
500.
pVOLG VAN PAGINA 5
Lisiduna eerst iets over het
Jelsel m het algemeen,
hol (villa) bestond uit een cen-
qebouw en het eromheen ge
land. Op dat land woonden de
boeren, die goederen en
iten moesten
(vorens iets te zeggen over
Lisiduna eerst iets over
hofstelsel in het algemeen
hof (villa) bestond uit een
.aa| gebouw en het
iheen gelegen land. Op dat
woonden de horige boeren,
goederen en diensten
iten leveren aan de, meestal
grootgrondbezitter,
laatste reisde zijn hoven
om daar de „pacht" (m.n.
iraan) ter plaatse te con-
>n. Deze vorm van pacht
was noodzakelijk
irden omdat er in die tijd
rel geen geld in omloop was.
n. vooral na de kruistochten
e economische omstandig-
verbeterden werden de leve-
>n in natura steeds meer ver-
ien door geldbetalingen.
villa Lisiduna moet ergens in
lurt van Oud-Leusden hebben
jen. Eigenaar was omstreeks
Karei de Grote, die de hof liet
iren door graaf Wigger.
een oorkonde van 8 juni 777
mk Karei Lisiduna. alsmede
Joreesten" (Hengestcote.
lese, Widoc en Mokoroht) aan
de St. Maartenskerk te Utrecht.
Die foreesten bestonden behalve
P<3i,; gfoossen, uit bouwlanden, weiden
°,oot «heidevelden. Hengestcote lag
niddrEicfer Woudenberg. De naam be-
Kaa! nu nog als Henschoten.
50.QHKL, en Mokoroht zullen wel
Ie (ten N W. van Amersfoort)
[Moorst geweest zijn. Er is wel
idersteld dat met Fornhese het
[de 16e eeuw verdwenen dorp
sbij Soest is bedoeld. Dit dorp
Ie echter in 838 een afzonder-
BA nevrila
15* [pisschop Ansfried. die
^treeks het jaar 1000 een kloos-
op de Hoge Horst (Hohorst. Hei-
iberg) stichtte, gaf de kerk van
len en een groot aantal
re bezittingen in de omgeving
dit nieuwe klooster. In het mid-
van de elfde eeuw werd het
nrm®Dster naar Utrecht verplaatst en
rd daar de St. Paulusabdij
.eenman van het klooster was
it meer de bewoner van de villa
ilduna. Zijn plaats werd inge-
rnien door de Heren van Lok-
irst. Volgens sommigen gaat
►horst terug tot de tijd voor
Bfried. Betrouwbare gegevens
leren echter eerst uit de 13e
ww.
jln 1536 behoorde Lokhorst tot de
Bfste groep kastelen, die door de
laten van Utrecht werden erkend
S Ridderhofstad. Behalve enkele
itieke en belastingtechnische
Xdelen voor de bezitter had de
zijn betekenis toen echter al
IN verloren.
AM 7" 2
Kaart 1: Hoogteligging van de bedrijven, daterende van voor de grote ontginningen.
DE NAAM LEUSDEN
In de oorkonde van 777 wordt
gesproken van Lisiduna. In 838
van Lisidinon. Het is moeilijk te
zeggen waar die naam vandaan
komt. Er is weieens veronder
steld, dat de eerste i van Lisiduna
een o zou moeten zijn. De zo ver
kregen naam Losiduna zou „los
duinzand" betekenen.
Feit is wel, dat de o-klank later
wel in de naam voorkwam. In 1006
had bisschop Ansfried het over
Loysden, terwijl zijn collega Andries
in 1132 sprak over Loesden. In de
middeleeuwen dienden een e en
een y in het Nederlands ter verlen
ging van de klinker ervoor, zodat
beide namen moeten worden uit
gesproken als ..Loosden
Verwantschap met de naam van
onze gemeente vertonen o.a.
Loosduinen (Z.H (in 1186 Losdun)
en Huisduinen (9e-10e eeuw Husi-
duna). In Frankrijk (dept. Nord),
zowel als in België (prov Hene
gouwen) bestond in de middeleeu
wen een plaats Lisidinja. Beide
plaatsen heetten later Lesden. nu
verfranst tot Lesdain.
BEWONING IN DE
GELDERSE VALLEI
De hof (villa), de boerderijen van
de horigen, en de bouwlanden
lagen in het huidige Oud-Leusden.
Het vee zocht zijn voedsel in de
bossen en op de hei in de
omgeving Voor het overige was
Leusden in die tijd.woest en ledig"
Lang zou dat niet meer duren.
Omstreeks de negende eeuw heb
ben zich een aantal ondernemende
personen gevestigd in de Gelderse
Vallei. Grote delen van die vallei
waren moerassig, maar er waren
ook wel enkele drogere plekken.
Evenals in prehistorische tijden
waren het ook nu de ietwat boven
het terrein uitstekende zandrug-
gen die de eerste bewoners aan
trokken. De boeren uit die tijd kon
den zulke plaatsen gemakkelijk
herkennen aan de vegetatie (eiken,
i.t.t. het elzenbroekbos in het om
liggende gebied)
Zo'n kolonist kapte dan een open
plek in dat bos. zaaide het zaad dat
hij had meegenomen, en bouwde
een huis. Die huizen kregen namen
als Daatselaar, Emelaar. Romse-
laar, enz. Laar betekent open plek
in het bos.
Later werden ook langs de beken
stukken grond in cultuur gebracht,
en wel op de oeverwallen. Een aan
tal van deze bedrijven kregen
namen op horst (struikgewas) of op
voorde (doorwaadbare plaats). Tot
de eerste behoren Ooievaarshorst.
Lokhorst. Hakhorst. enz. Bij de
tweede groep (die zelfs pal aan de
beek lagen) behoorde naast Ba-
/(aaat 3
Lamc hocer cam
A s Ai A/AP
i-AMÜ
SEMCOEM «f
J mA/AP
r
r 'V
MJ
+z.r ea/ 7t
Af AAP
k'i)c
êo€PO£P<j
6Of
Ho UT vjAL
Vè
EtLWC
Hoos'El'JA'
3 O t/WL AMD
BoEtDEf.
Kaart 2 en 3: Het Heetveld in het midden van de negentiende eeuw. Kaart 2: Heide, bouwland en weiland.
**\rs,e bossen bij Den Treek. Kaart 3: Ligging van de bedrijven op ongeveer +5 NAP. Van boven naar
trü.n01 Den Treek< Wellom, Groot Loevezijn, Klein Loevezijn, Loef, Klein Ravesloot (ex-Graafbeek) en
•°ot Ravesloot (ex-Groot Ravenhorst).
voort ook Amersfoort De oorspron
kelijke boerderij Amesforde moet
ongeveer ter plaatse van de huidige
Appelmarkt gelegen hebben
Ontginningen in de zwaardere
grond langs de beken (beekklei)
waren mogelijk geworden door het
in gebruik komen van verbeterde
werktuigen, zoals de karploeg. die
de lichtere schuifploeg verving.
Werd de karploeg aanvankelijk be
spannen met ossen, na de
uitvinding van haam (halsjuk) en
lamoen (disselraam) was men in
staat paarden te gebruiken
Bekijken we kaart I, dan zien we
een groot gebied beneden +2.5 m
NAP. aan alle kanten omringd door
hogere gebieden. Op deze hogere
gebieden lagen de boerderijen Een
natuurlijke afwatering van het lage
gebied was vrijwel onmogelijk. Wel
lopen er beken door, maar beken
vormen oeverwallen die, hoe laag
ze ook zijn, een sterke be
lemmering vormen voor de afwate
ring.
In dit allerlaagste gebied kon
zelfs het elzenbroekbos zich niet
handhaven. Hier groeide veenmos,
en stond een deel van het land zelfs
permanent onder water.
DE LANDBOUW OP DE
ZANDGRONDEN
Hoofddoel was de produktie van
broodgraan Dit gebeurde op per
manent bebouwde akkers, wat al
leen mogelijk was dank zij zeer
zware bemesting. Mest was zelfs
de belangrijkste reden van het hou
den van vee. 's Nachts werd het vee
binnengehaald in de potstal, waar
de mest werd opgevangen en werd
vermengd met plaggen. Deze
laatste dienden tevens ter verbete
ring van de struktuur van de grond.
In Hamersveld beperkte men
zich tot grasplaggen In Leusbroek.
Oud-Leusden, de Treek en op het
Heetveld hadden de boeren de be
schikking over heidevelden, en stak
men heideplaggen. Daarnaast
werd bosstrooisel gebruikt
Omstreeks de 12e eeuw kwam
de heide steeds sterker in gebruik
als schapenweide en breidde zich
sterk uit Het bos verdween toen
vrijwel
Wat overbleef waren houtwallen
om het vee van de akkers te houden
en wat kleine stukjes bos om hout te
hebben voor verwarming en voor
de bouw van schuren en huizen
Een volledige boerderij bestond
dus uit (zie kaart 2 en 3).
1 bouwland. Hiervoor werd het ge
bied met de gunstigste grondwater
stand uitgezocht.
2. weiland Als het bos gekapt wordt
onstaat op droge grond hei. en op
natte grond gras Deze werden
beide gebruikt om het vee te
weiden
3 bos en houtwallen
Als vierde moet nog genoemd wor
den het hooiland. Het aantal stuks
vee dat men de winter door kon hel
pen werd bepaald door de hoeveel
heid hooi. In deze omgeving was
het hooiland (later althans) minder
belangrijk dan in sommige andere
streken, omdat het nabijgelegen
Eemland (Hoogland. Eemnes,
Bunschoten) steeds grote hooi-
overschotten had
DE GROTE
ONTGINNINGEN
Nemen we een kaart ter hand,
dan zien we direkt het verschil
tussen het gebied aan weerszijden
van de Hamersveldseweg en de
Leusbroekerweg enerzijds, en de
bedrijven die tot nu toe behandeld
zijn anderzijds
Waren de voor de dertiende
eeuw gevestigde bedrijven
verspreid gelegen, temidden van
onregelmatig gevormde blokken
land. in Hamersveld en Leusbroek
liggen de boerderijen aan een
rechte weg. en hebben de percelen
de vorm van lange stroken,
begrensd door sloten. Dit laatste is
het patroon van de zg cope, een
typisch Hollandse vorm van ontgin
ning. die plaats vond onder leiding
(meestal van een klooster of van
een andere grootgrondbezitter).
Als eerste in deze gemeente
werd Hamersveld op deze wijze in
gebruik genomen
Uiteraard werd begonnen met
het verbeteren van de ontwatering.
Er loopt in dat gebied een rug. on
geveer in de richting Noord-Zuid.
Op die rug werd de Hamersveldse
weg aangelegd langs de be
staande boerderijen Hamersveld
en Bruinhorst, om daarna dood te
lopen bij Terborchhorst (nu De
Zuidwind) Zie kaarten 1 en 4
Zowel naar het oosten als naar het
westen loopt het terrein daarvan
daan af Het is duidelijk dat de
sloten in zulke omstandigheden
Oost-West werden gegraven.
Die sloten konden niet recht
streeks afwateren op de beken
door de oeverwallen langs die be
ken. Daarom werd zowel in het oos
ten als in het westen een wetering
gegraven, die stroomafwaarts uit
mondde in de beek. Aan de
oostkant was dat de Hamersveldse
Wetering, die ongeveer bij Krak-
horst uitkwam in de Modderbeek. In
het westen groef men de Grift, die
bij Hohorst in de Luntersche of Hei-
ligenbergerbeek uitmondde
De noordelijke grens van Ha
mersveld volgde gedeeltelijk de
Modderbeek, de zuidelijke grens
werd wat nu de Zuidwindsesloot
heet. Duidelijk is nog zichtbaar hoe
de sloten van Leusbroek doodlopen
op deze sloot.
Uit kaart 4 blijkt overigens dat
Hamersveld in twee blokken verka
veld is. In het noordelijke deel groef
men de sloten vrijwel precies O-W,
in het zuidelijke echter ONO-WZW
Ertussen bevond zich een wig.
waarin de oude boerderij Hakhorst
De westelijke punt van deze wig
stond bekend als de Torenakker
De boerderijen stonden aanvan
kelijk alle aan de Westzijde van de
Hamersveldseweg. met de staldeu
ren naar de weg toe. De bedrijven
aan de oostzijde zijn over het alge
meen later afgesplitst, wat ook blijkt
uit namen als Klein Zwanenburg,
Klein Wildenburg en Nieuwe
Hemel Een uitzondering vormt 't
Klooster, een van de oudste boer
derijen, die nochthans aan de oost
kant van de weg staat Op het
eerste gezicht lijken ook Rozendaal
en Brink uitzonderingen Hier is het
echter de weg die verlegd is Vóór
de zeventiende eeuw liep de weg
achter deze boerderijen
Op eenzelfde wijze als Hamers
veld werd later Leusbroek in
gebruik genomen Wel zijn er
enkele verschillen
In de eerste plaats loopt de ver
kaveling hier NNO-ZZW loodrecht
op die in het aangrenzende deel
van Hamersveld. Reden is, dat het
terrein hier afloopt in zuidzuidwes-
telijke richting, naar de Heiligen
bergerbeek toe.
Een tweede verschil is, dat het
gebied ten noorden van de Leus
broekerweg (bekend als de Oude
Vrede) eerder werd verkaveld dan
het zuidelijke deel (de Nieuwe Vre
de). Dit laatste deel is ook later gro
tendeels als nat wei- en hooiland
gebruikt en werd pas in de vorige
eeuw goed ontwaterd.
Daarna werden nog een paar
restgebieden in gebruik genomen.
LEESVERDER
OP PAGINA 8