LEUSDEN 1200 VERVOLG VAN PAGINA 7 Ten oosten van Hamersveld. lo pende tot aan de Modderbeek 't A-land (A wijst op water) Later is de naam verbasterd tot Taayland De Langesteeg heette vroeger Taay- landseweg Tussen Ooievaarshorst en Den Treek een gebied dat bekend stond als ..Veltschoren" Tenslotte tussen Ooievaarshorst en Ruitenbeek het gebied van boerderij ,,de Bieshaar". het huidige Leusden Zuid HET ONTSTAAN VAN DE MARKE Het gebied dat nu in cultuur gebracht was, is waarschijnlijk daarvoor gedeeltelijk in gebruik geweest als wei- en hooiland van de oudere bedrijven. Die raakten dus een deel van hun mogelijk heden om vee te houden kwijt. Hun mestpositie dreigde in ge vaar te komen, en daarmee de opbrengsten van de akkers. Een verbetering werd bereikt door uitbreiding van de schapenhou derij. Er zijn tekenen die er op wijzen dat ongeveer in die tijd het houden van schapen tot grote bloei kwam. De heidevelden namen sterk in oppervlakte toe. Een schaap levert echter slechts 7-10% van de hoeveelheid mest die een koe geeft. Om toch vol doende mest te krijgen was een grote oppervlakte heide dan ook van levensbelang Daarnaast was nog heide nodig om plaggen te ste ken. en wel 3-7 ha voor iedere hec tare bouwland. Al snel dreigde een tekort. Het werd nodig de hei af te sluiten voor nieuwe gebruikers. Daartoe sloten de gevestigde boeren zich aaneen in een zg. marke-genootschap. Eigenaar van de markegronden (de Leusderberg) was aanvankelijk de Sint Paulusabdij in Utrecht (de opvolger van het klooster op de Ho- horst). Later gingen de marke genoten zich steeds meer be schouwen als eigenaren van de Leusderberg en als zodanig werden ze ook genoemd in een oorkonde van 1561 De gemeen schappelijke gronden werden in 1889 verdeeld onder de eigenaren van de boerderijen. Het aantal be drijven dat gerechtigd was in de marke was lange tijd 26 In 1889 was dit aangegroeid tot 31 Geen rechten in de marke hadden de boeren in Hamersveld De later gebouwde bedrijven in Leusbroek, de Treek en op het Heetveld echter wel Dit lijkt een zeer vreemde zaak, tenzij we aan nemen dat die bedrijven zijn gesticht door boeren die al rechten hadden Dit kan zowel betekenen dat bedrijven uit Oud-Leusden werden verplaatst naar de ge noemde gebieden, als dat de nieuwe bedrijven werden gesticht door boerenzoons die niet in aan merking kwamen om het bedrijf van hun vader over te nemen Waarschijnlijk zijn beide gebeurd Als argumenten voor verplaatsing kunnen gelden 1. De boerderijen op de Treek en het Heetveld hadden de eeuwen door akkers op de eng van Oud Leusden 2. Het is niet onwaarschijnlijk dat in een vrij belangrijk dorp als Oud- Leusden vroeger meer boerderijen stonden dan de twee die er in de vorige eeuw nog waren. 3. Nog in 1699 werden de marke rechten van Nort op Oud-Leusden overgedragen aan de nieuw- gestichte boerderij Wellom op het Heetveld. Waarom zou iets derge lijks een paar eeuwen eerder niet gekund hebben? 4. De oorspronkelijke Hof (de villa Lisiduna) moet op Oud-Leusden hebben gestaan. De plaats van deze hof werd later ingenomen door het later gestichte Lokhorst. 5. Een verplaatsing naar lager ge legen gebieden kan in de hand ge werkt zijn door een daling van de grondwaterspiegel in het hele ge bied Die daling vond plaats als ge volg van de ontwatering tijdens het in cultuur brengen van Hamersveld en Leusbroek AGRARISCHE CRISIS De ontginningen hebben waar schijnlijk vrijwel allemaal plaatsge vonden vóór de 14e eeuw Tijdens de 14e en de eerste helft van de 15e eeuw werd Europa namelijk geteis terd door een agrarische crisis van ongekende omvang. Daarbovenop kwam nog eens de builenpest (de ..zwarte dood") Niet voor niets geeft Huizinga aan deze periode de naam ..Herfsttij der Mid deleeuwen" Ook deze omgeving werd getroffen door de pest. In 1423 verleenden de stad Utrecht en de Utrechtse bisschop vrijgeleide aan vreemdelingen om zich op het platteland te vestigen ..alsoe veel bouwingen om den sterfte willen le- dich zijn. overal in den lande van Utrecht" In dergelijke omstandigheden was vanzelfsprekend de animo om te gaan ontginnen niet erg groot De conclusie is. dat omstreeks 1300 heel Leusden bewoond was Op de periode nadien zal nader worden ingegaan in het tweede deel van dit overzicht. In het eerste deel is een bewo- ningsgeschiedenis van Leus den geschetst tot de veertiende eeuw. De periode daarna komt in dit tweede ar tikel aan de orde. Het is niet mogelijk In dit bestek een to taaloverzicht van de geschie denis te geven. In plaats daar van zal aan de hand van een aantal losse onderwerpen worden getracht een indruk te geven van Leusden en van zijn bevolking door de eeuwen heen. WERKEN IN LEUSDEN TOT OMSTREEKS 1900 De boerderijen, die hier in de tijd van Karei de Grote beston den, moeten vrijwel zelfvoorzie nend zijn geweest. Het bouwland leverde graan (voor brood), het rundvee melk en vlees en de schapen wol. Hout haalde men uit het bos en voor touw heeft men misschien toen al wat hennep verbouwd. Een welkome aanvulling op het menu vormde misschien de jacht. Toen de deelpacht (betalen van de pacht met een deel van de oogst) werd vervangen door geldpacht werd het voor de boer noodzakelijk een geldinkomen te hebben Hij kreeg dit door voor de markt te gaan produceren Met dat geld kon hij ook andere dingen doen, zoals kleding laten maken door een beroepskleermaker Er kwamen ambachtslieden, vooral in de steden, maar ook wel op het plat teland Toch is Leusden door de eeuwen heen een agrarisch dorp gebleven Zelfs in de vorige eeuw had nog maar een gering deel van de bevol king een werkkring buiten de land bouw. Er was wat huishoudelijk personeel, een dokter, een kroeg baas en mogelijk nog een paar mensen. Burgemeester en kruide nier waren bijbaantjes Ook de ambachtelijke sektor im poneert allerminst In 1815 waren LEUSDER KRANT EXTRA LEESVERDER De gracht van het vroegere Huis Ooyevaarshorst (fig. 4). OP PAGINA 9 er op een totale bevolking van 1137 mensen 18 ambachtslieden: 4 tim merlieden. 1 wagenmaker. 2 sme den, 1 metselaar. 2 roggebrood- bakkers. 6 kleedermakers en 2 schoenmakers. Dit was nog niet de helft van het aantal ambachtslieden in Woudenberg (toch ook geen we reldstad)! Industrie was ook zeer schaars De Order op de Buitennering van 1531 verbood de oprichting van nieuwe industriële en am bachtelijke bedrijven buiten de ste den in Holland en Utrecht. Hoewel de invloed van deze maatregel wel eens overschat is (ontduiking kwam zeker voor; bestaande bedrijven mochten blijven bestaan) heeft dit de ontwikkeling van de plattelands nijverheid in deze provincies zeker afgeremd Van industriële bedrijvigheid vóór de negentiende eeuw zijn mij in Leusden slechts een paar voor beelden bekend Zo is in boerderij Claeverenblad een illegale bier brouwerij gevestigd geweest Een nog boeiender, maar wel veel onzekerder voorbeeld is het volgende. Van der AA schreef dat volgens overlevering in Leusden ijzersmelterijen bestaan hebben. Over de betrouwbaarheid van deze mededeling en over de tijd waarin dit zou hebben plaatsge vonden is niets zinnigs te zeggen. Dergelijke bedrijven be stonden vanaf de tweede helft van de 17e eeuw wel elders in Nederland, op plaatsen waar ijzeroer in de grond werd gevon den (Veluwe, Montferland, Ach terhoek). Het gebied van de Oude I Jssel voorzag omstreeks 1800 in 75% van de Nederlandse be hoefte aan gietijzer. Het perso neel bestond voornamelijk uit boeren, die hierin niet onbelang rijke neveninkomsten hadden. Belangrijkst was en bleef zoals gezegd de landbouw. Nu wisselden hierin tijden met een gunstige conjunctuur en crisis elkaar af In een gunstige tijd (zoals de periode van 1450 tot 1650) werden vaak bedrijven gesplitst. Erfden twee zoons elk een half be drijf van hun vader, dan konden ze beide nog een bestaan daarin vin den Dergelijke splitsingen zijn vaak terug te vinden in boerderijnamen. Zo is Loevezijn Loef's eng) een afsplitsing van Loef Eerstgenoemd bedrijf is later zelf weer gesplitst in Groot en Klein Loevezijn. Toen later een periode aanbrak met lage prijzen voor agrarische produkten (de tweede helft van de 17e en de eerste helft van de 18e eeuw) bleken veel bedrijven te klein geworden. Boerderij Hamersvelt brandde in 1756 af en werd niet meer opgebouwd Het ene bedrijf na het andere ging failliet Dat niet nog meer faillissementen optraden is te danken aan het gedeeltelijk overschakelen op intensievere teel ten Tabaksteelt, bijenhouderij en fruitteelt namen toe. Ook turfwinning bracht extra inkomsten. In 1815 was boekweit het belang rijkste landbouwprodukt, gevolgd door rogge, tarwe, haver en aard appelen Slachtvee moest worden ingevoerd Tabak werd niet ge noemd, maar is er hoogstwaar schijnlijk wel geweest Deze laatste teelt vormt een zeer interessant hoofdstuk uit de landbouwgeschie- denis van deze streek We zullen er daarom nog wat nader op ingaan TABAK In het begin van de 17e eeuw kwam tabak als genotmiddel in Ne derland in de mode. In verband met Het landgoed Lockhorst - nu een wandelbos met vijverpartijeo (tig. 3). de hoge vervoerskosten poogde men het gewas hier te lande te ver bouwen. Een poging in Veere in Zeeland omstreeks 1610 mislukte. Een jaar of vijf later lukte het wel bij Amersfoort Kooplieden speelden een belangrijke rol bij het op gang brengen van de verbouw. Nadat het begin er was verspreidde de tabaksteelt zich razendsnel over de gehele Gelderse Vallei. Tabak eiste veel arbeidskrachten maar slechts weinig investeringen Het was dan ook een bij uitstek ge schikt gewas voor kleine bedrijfjes in overbevolkte gebieden. De boer kon de oppervlakte tabaksland op zijn bedrijf van jaar tot jaar laten verschillen als hij wilde. Hij was dan ook in staat zeer snel in te spelen op prijsschommelingen Steeg de prijs, dan zaaide hij meer tabak in. Droogschuur en verkoop werden verzorgd door de landheer, die ook de helft van de bruto-opbrengst kreeg. Toen na 1650 de graanprijzen sterk daalden werd een gewas als tabak nog aantrekkelijker. De verwerking van de tabak vond plaats (voor het grootste deel al thans) in Amsterdam. Geëxporteerd werd naar Frankrijk en het Oostzeegebied Oorlogen met Frankrijk, zoals in de 17e en 18e eeuw enige malen voorkwa men, vormden steeds een zware slag. Daarentegen ontstond er een ware hausse toen t g v de Ameri kaanse Vrijheidsoorlog de tabaks export van de Verenigde Staten sterk terugliep. Vervoer over zee was verreweg het belangrijkste De Franse tijd maakte dit onmogelijk, doordat Ne derland toen in oorlog was met En geland. dat de zee beheerste On danks de nauwe banden met Frankrijk liep de export naar dat land dan ook sterk terug Na de Franse tijd heeft de ta- baksverbouw zich nooit meer ge heel kunnen herstellen, hoewel de teelt pas in het begin van de eeuw geheel verdween In Le herinneren een tabakschuure Tabaksteeg nog aan de veó van het produkt. VESTINGEN, KASTEL! EN BUITENPLAATSEN Middeleeuwse kastelen sten in Leusden in Bavoort (onto achter het huidige café), Veentje (waarschijnlijk) Lokhorst Het kasteel Lokhors! de 18e eeuw afgebroken De e horende boerderij groeide ut een landhuis. Het huidige h gebouwd in de negentiende a en staat op de plaats van die* gere boerderij Ernaast is laten nieuwe hoeve neergezet He'l horster bos werd in 1928 ge*] door de Stichting Het Utre Landschap. Kastelen hebben in de nvl eeuwen een duidelijke mils funktie. Al snel na het ingetfj komen van verbeterde aan.: methodes (buskruit) verdweena ter de militaire waarde burchten De kille, tochtige kastelen m kleine ramen werden vervat door gerieflijke buitenplaatsen strategische funktie 1 kastelen werd overgenomen fl o.a de Hollandse Waterlinie zelfs voortdurend versterkt Daarvan getuigen de omsta 1742 aangelegde Liniedijk er ervoor gelegen schans Pas f laatste wereldoorlog bleken ven digingslinies hun tijd gehad tei ben. Ook buitenplaatsen worden' meer aangelegd Hiervan zijn) kastelen) wel een aantal voort den overgebleven in onze gere te Heiligenberg, als klooster sticht verviel door de hervc71 aan de Staten van Utrecht, de in 1644 verkochten aan Hilleg? Spiegels In 1645 werd CA Berck eigenaar Hij en een a latere bezitters noemden zichrt van Heyligenberg en Asschai sen 1718 en 1740 was datJ» Aggen Scholten. oud-schep?' raad der stad Amsterdam e'J windhebber van de Oostintö Compagnie Na hem was Johan Jonas 9) naar Hij verliet het huis wa? bouwvallvheid en bouwde J streeks 1769 een nieuw huis a overkant van de Heyligenbergzicht Tussen 1807 en 1843 was Li baron van Hardenbroek eig? van beide huizen Hij liet zeaM afbreken en bouwde daarna! middenstuk van het huidige h

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1977 | | pagina 8