,Het gebied is kwetsbaar,
Ie wildstand is achteruit gegaan
van Aalst:
DONDERDAG 28 JUL11977
win tiger jaren legde Watté de tuinen rond huis Hoevelaken aan.
BEVELAKEN - Het bos bete-
J vroeger misschien nog wel
Ivoor de bevolking dan nu.
r Wilhelmina viel het konin-
leest op 31 augustus. Het was
'ader vaak slecht weer dan
Eftoeo koninginnedag op 30
hel. Iedereen trok toen naar
lie wei met de muziek voorop,
hben daar nog wel een con-
hippique gehad".
l het woord is de heer C. van
i vroeger bewoner van het
huis" Hoevelaken, nu resi-
I aan de Veenwal 1, aan de
terder het Hoevelakense bos
I voelt zich nog steeds sterk
aken bij het wel en wee van
dat vroeger familiebezit
Vanaf de oorlog tot 1968 heeft
lf goed beheerd. Toen is onge-
Tonderddertig hectare overge
gaan in handen van de stichting Het
Geldersch Landschap. Eerder al, in
1960, had het Bouwfonds Neder
landse Gemeenten „het grote huis"
aangekocht, met een tiental
hectaren grond. De
pachtboerderijen zijn in de loop van
de tijd overgegaan in het bezit van
de „zittende" pachters.
Vanaf 1924 woont de familie Van
Aalst in Hoevelaken. In 1926 werd
de eerste steen gelegd voor het huis
zoals iedereen dat nu kent. „Zo'n
vijftig of honderd meter ervoor
stond een laat-achttiende-eeuws
Nederlands huis, vergelijkbaar met
Amelisweerd. Heel mooi. Maar
mijn grootvader vond het te klein.
Van Niekerke heeft toen het nieuwe
huis, in neo-klassieke stijl, neerge
zet. Hij was een hele naam in die
tijd. Hij heeft onder andere de Han
delmaatschappij in Den Haag ge
bouwd".
„Vroeger is het terrein veel
groter geweest. Het grensde aan De
Schaffelaar. Maar het is een Gelders
leen geweest. Hoevelaken is ook
protestant". Vroeger was het hier
veengrond. Het is ontgonnen door
de monniken van Heiiigerberg.
Volgens de overlevering zou hun
vestiging hebben gelegen tegenover
het grote huis, „Hoeve aan de
Laak". Resten zijn er nooit van ge
vonden, maar het moet ook al vele
honderden 'jaren geleden zijn. We
hebben hier een bodemonderzoek
gedaan. Dat heefjt uitgewezen dat
hier al honderden jaren
cultuurgrond is".
„Sommige lanen in het bos zijn al
tweehonderd jaar oud. Op oude ka
dastrale kaarten zou je dat kunnen
nagaan. Het was echt afgestemd op
de houtverwerking. Schors voor de
looierijen en talhout voor de bak
kerijen.
De grond is in bezit van heel wat
families geweest, de. Van Lyndens,
Schimmelpennincks van Oyen. Die
hebben in de laatste decennia van
de vorige eeuw heel wat verkocht.
Wat er allemaal bijgehoord heeft
kun je nog nagaan aan de tegelta
bleaus in de oude pachtboer
derijen".
De boeren betaalden „tins",
huur. Per schoorsteen was een
rookhoen verschuldigd. De oude
jachtopziener ging de boeren nog
af, die betaalden dan een kleinig
heid. Dat was traditie, een voort
vloeisel uit de oude heerlijke rech
ten. Uit deze dingen blijkt dat het
goed wel zevenhonderd hectaren
groot geweest kan zijn.
veel bomen aan de buitenkant
scherfwonden opgelopen. Het is hier
een toestand geweest. Mijn grootvader
was in '39 gestorven. Het huis is toen
gehuurd door een rusthuis in Scheve-
ningen.
C. van Aalst:
SPOKEN
ti
1 zijn alleen per boot bereikbaar.
Er zijn in het dorp nog verhalen in
omloop. Over het „spoekenbergje" bij
voorbeeld, in het Achterbos. Dat heet
nu Overbos trouwens. De overlevering
wil dat de jonkers Van Lynden onder de
conscriptie, de inlijving bij het Franse
leger uit wilden komen. De Fransen
waren doodsbang voor water, dus ie
dereen die bij de waterwerken betrok
ken was werd vrijgesteld. Een groep
heeft toen daar watergangen en vijvers
aangelegd, die volkomen overbodig wa
ren. Het ligt er allemaal nog net zo.
Het Franse werk heette het dan ook.
De „spoekboom" staat er nu niet
meer. Toen hij werd opgeruimd, een
jaar of zes, zeven terug, bleek dat hij hol
geworden was en dat er fosforiserende
zwammen inzaten, lichtgevend dus.
Misschien dat dat die boom die naam
bezorgd heeft. Er gaan nog geweldige
verhalen over Mensen die hun naam
erin durfden te krassen, dat waren hele
helden. Er zijn oude namen bij. Het Ko-
zakkenbos, bijvoorbeeld. De kozakken
hebben hier vroeger zeker 'ns gebivak
keerd.
Hoevelaken ligt op de grens van het
bisdom Utrecht. Er zal wel heel wat af
gevochten zijn. In de oorlog hebben erg
Het „hakhout" wordt niet meer gekapt.
„In de oorlog kwam hier een Duitse
luchtmachtgeneraal te zitten, Von
Sperle. Dat was moeilijk. De organisatie
Todt heeft er ook nog ingezeten. In het
hele dorp zijn mensen opgepakt,
vrachtwagens vol. In de toren werden
persoonsbewijzen opgeslagen. Dat
hebben ze geprobeerd te bombarderen,
de achtergevels hebben ze geprobeerd
eruit te gooien".
De Canadezen gebruikten na de oor
log het huis als militaire gevangenis
voor de eigen mensen. Als hout voor de
kap, om het dak dicht te maken hebben
ze bomen uit het Kozakkenbos
gebruikt, pie restauratie heeft jaren ge
duurd.
„Het is het bekende verhaal dat je zo
op lasten gezet wordt dat je moet ver
kopen. Dat is tragisch, maar ik moet
zeggen dat de mensen van het
Bouwfonds alles.keung in orde hebben
gehouden. Natuurlijk niet meer op de
manier zoals dat vroeger ging. Toen
werkten er tien man aan de tuin en nog
eens vijf in het bos. Troost en Jan Veld
huizen, die werken daar nog. Van de
oude bezetting zijn een man of vijf
overgegaan"
KWARTJE
In 1946 ben ik hier gekomen. Ik heb
hier mijn halve leven gezeten en het
goed tot '68 beheerd. Je rekent dan ie
der stukje grond. Zelf heb ik ook veel
geplant. Aan 't eind van de zestiger ja
ren is het terrein opengesteld, voor 1
gulden per jaar en dan een kwartje per
dag.
Het is wel jammer als je dan ziet dat
mensen vaak niet de discipline op
kunnen brengen om zich te houden aan
de regels die je jezelf in zo'n gebied nu
eenmaal moet opleggen. Met bromfiet
sen zie je ze soms, ook buiten de paden.
En het wordt toch met overheidsgeld in
stand gehouden De reëen, dat waren er
vroeger misschien wel zestig, zie je
bijna niet meer, er zijn er hoogstens een
stuk of zes over. Mensen realiseren zich
vaak niet dat honden op wild gaan jagen
als ze loslopen. Op die manier zijn we er
een heel stel kwijtgeraakt. Dan worden
ze de snelweg opgejaagd en aangere
den".