Nieuwe SF-reeks van
uitgeverij „Gradivus"
nieuwe
Mooie novelle van Handke
^9
Vrouwelijke hoofdpersoon en zelfs
nieuwe elementen in oud genre
3KK
Chandler: nog altijd
klassen beter dan
zijn navolgers
EMOTIES HOREN NIET IN
EEN DETECTIVE-ROMAN
„DE DOORNVOGELS"
Samenstelling:
Bert Vos
Peter
Handke
Ih-ül
Leusder Krant - boeken
DONDERDAG 24 NOVEMBER 1977
boeken,voor u besproken
Dit jaar ging een nieuwe uitgeverij van start: „Gradivus". „Gradi
vus", een andere naam voor de god Mars, toen hij nog als het symbool
voor de liefde gold inplaats van de god van de oorlog, zoals nu.
„Gradivus" kan letterlijk vertaald worden als „Hij die voortschrijdt"
en het is zeker de bedoeling van „Gradivus" om van nu af aan voort
te schrijden in de woelige wereld van de uitgeverij.
Een interessant aspekt van de uitgeverij Gradivus is, dat zij naast
andere genre's ook begonnen is aan een SF-reeks. Daar wil ik het in
deze recensie over hebben.
VUURVRETER,
van Ron Goulart
De eerste twee delen van deze
Gradivus-SF-reeks zijn nu ver
schenen en m'n eerste indruk is -
globaal genomen - nietslecht. Goed
van uitvoering, paperback, en
gezien andere SF-uitgaven van an
dere uitgevers, redelijk van prijs,
rond de twaalf gulden. Hoewel het
streven van Gradivus en diens re-
dakteur Ruud Bal er op is gericht om
kwaliteit te brengen, boeken van ni
veau, heb ik toch m'n twijfels ten
aanzien van de eersteling van de
SF-reeks „Vuurvreter" van Ron
Goulart. Ik neem tenminste aan dat
dit het eerste deel is, want de serie is
helaas niet genummerd
„Vuurvreter" is niet het beste
soort SF dat ik tot nu toe onder ogen
heb gehad. Het is eerder een niet al
te spannende avonturenroman in
een nogal mager SF-sausje gego
ten, dan een science fiction met
avonturen-accenten. Wat dat
betreft hebben we van Goulart wel
beter werk gelezen. Het verhaal
gaat over een agent van Gelukzoe
kers NVeen kosmische organisatie
die het evenwicht in het heelal moet
bewaren of iets dergelijke (hele
maal duidelijk wiordt dat niet). Hij
komt op de planeet Esmeralda,
waar een soort revolutie wordt voor
bereid, waarbij sprake is van een
geheimzinnige kracht, die lichamen
verbrandt maar de kleren e.d. on
gemoeid laat. John Raker moet al
les uitzoeken en de revolutie voor
komen.
Opvallend in de nieuwe reeks van
Gradivus zijn de illustraties van Mi
chael Winkel. Afgezien van het feit,
dat het een uitstekend idee is van
deze uitgeverij om SF-boeken van
illustraties te voorzien, kunnen de
tekeningen van Winkel me toch niet
zo imponeren. Ik wil niets af doen
aan de kunstzinnigheid van de teke
ningen, maar nergens zie ik enige
SF-relatie. De getekende mensen
zijn oerlelijk (afstotelijk zelfs), ook al
wordt er gesproken over een knap
meisje. Het voorstellingsvermogen
van de lezer wordt door die tekenin
gen niet bepaald geactiveerd, inte
gendeel. Het verhaal krijgt er een
ongewilde andere dimensie door.
De illustraties doen soms afbreuk
aan de omschreven karakters van
de hoofdpersonen. De indruk die je
hebt van de hoofdpersonen wordt
op geen enkele wijze door de il
lustraties bevestigd. En dat is jam
mer. (prijs 12,90).
VOORBIJ DE BARRIÈRE
Het tweede deel van de
Gradivus-SF-reeks is aanmerkelijk
beter van kwaliteit en dat maakt een
heleboel goed. Het is de roman
„Voorbij de barrière", vertaald door
Dees Postma en geschreven door
Damon Knight, ook in Nederland
geen onbekende meer. Damon
Knight, de eerste voorzitter en stich
ter van de Science Fiction Writers of
America, schreef met „Voorbij de
barrière" het spannende verhaal
van Gordon Naismiths, die aan een
geheugenverlies lijdt en zich slechts
een periode van vier jaar kan herin
neren.
Knight vertelt op een bijzonder
spannende wijze wie en wat Gordon
Naismiths in werkelijkheid is. Met
stukjes en beetjes wordt de man
betrokken bij de toekomst en wordt
hij voorbij de tijds-barrière getrok
ken. Ik wil hier verder niets over het
verhaal te verklappen, maar vooral
het tweede deel van het boek is
soms adembenemend van opbouw,
ook al is het spelen met de tijd, zoals
Damon Knight dat doet, al even
„onmogelijk" als door andere SF-
schrijvers is gedaan. Maar dat is in
feite niet zo belangrijk. Knight
schildert tussen de avonturen door
een decadente toekomst der mens
heid. Maaris het wel de toe
komst? Goed beschouwd zou je
„Voorbij de barrière" ook kunnen
zien als een moderne versie van het
Adam en Eva-verhaal.
Ook hier weer doen de illustra
ties afbreuk aan het verhaal en
worden defantasiënvande lezers
weer op een hardhandige wijze
tenietgedaan door de realiteit van
Winkel. Maar sla die kunstzinnige
plaatjes maar over, let er niet op.
Dan lees je „Voorbij de barrière"
met extra veel plezier.
Gradivus-SF-reeks. Uit
gegeven
door Gradivus bv te 's-Graven-
hage. Prijs per deel 12,90. Pa
perback.
Bert Vos.
Bij een boek dat over vreugde,
lijden en zieleroerselen van een
familie gaat, veel natuurbeschrij
vingen bevat en méér dan vijf
honderd pagina's telt denk je eigen
lijk meer aan de Noorse ruisende
wouden, sterke, norse mannen en
zoon Björn die met Kerstmis na vele
jaren zwerven berouwvol
thuiskomt. Je denkt in ieder geval
niet aan Australië en een natuurvan
stof, kangaroes en konijnen. Toch
heeft Collen McCullough tegen
deze achtergrond een episch ver
haal gesponnen over mensen die in
ieder geval in hun karakters een
grote overeenkomst vertonen met
de Scandinavische landslieden die
van oudsher deze vorm van litera
tuur bevolken. Geen ruisende bos
sen dus in „De doornvogels"
(Bruna), maar er is nog een ander
verschil. De hoofdpersonen in dit
genre zijn meestal mannen, al spe
len vrouwen een leidende, en
meestal ook lijdende rol.
McCullough bouwt haar verhaal op
rond vrouwen. Hoofdpersoon Meg-
gie speelt een centrale rol voor alle
verdere karakters, die eveneens
voornamelijk tot de vrouwelijke
sekse behoren. Zij bepalen krachtig
het lot van de zwakkere en door
meer twijfels geplaagde mannen.
Voor hun verdriet hebben zij in ieder
geval de troost dat zij hun eigen
bestemming zelf hebben bepaald.
De doomvogel is een vogel uit
de Ierse overleving, die zijn leven
doorbrengt met het zoeken naar
een bepaalde doornige plant, zich
daarop vastspietst en sterft terwijl
hij zijn mooiste gezang laat horen.
Het is maar een motto natuurlijk, en
je moet van goeden huize komen
om de diepe romantiek ervan waar
te maken. Deze schrijfster lukt dat
niet, daarvoor zijn de tragische
thema's te vergezocht, de mensen
te rijk, de karakters te eenzijdig. Of
misschien brengen al die
kangaroes en schapen je niet in de
juiste stemming.
Feit is, dat het eerste deel van
„De doornvogels" ver boven de
rest uitsteekt. De Cleary's leiden
een hard bestaan in Nieuw-
Zeeland. Vader is loswerker,
moeder van „fijne" afkomst maar
uitgehuwelijkt aan vader om de ge
volgen van een misstap goed te
maken. De vorming van de latere
Meggie wordt uitgebreid beschre
ven. De broer (denk aan Björn!) is in
zijn broeierige koppigheid de latere
moord al aan voorbereiden.
Kortom, McCullough blijft binnen
het genre-op-zijn-best.
Als later de familie in Australië in
qoede doen gekomen is, gaat het
met de doornvogels gestaat berg
afwaarts Wie gelooft nou in een
priester die eerst een familie ten
bate van zijn kerk van vele
miljoenen berooft, steeds hoger
stijgt in de kerkelijke hiërarchie, dan
nog een kind krijgt bij een dochter in
diezelfde familie, in Rome de jezuït
uithangt (in de slechtste zin van het
woord) en pas op zijn oude dag het
fatsoen heeft aan wroeging ten
onder te gaan. Dat de schrijfster
ons daarbij wil laten geloven dat
deze kardinaal een hoogstaand
mens is en daar tot op zekere
hoogte in slaagt wijst aan de ene
kant op haar hevig romantische fan
tasie, maar verhoogt aan de andere
kant het geloofwaardigheidspeil
van haar boek niet.
Op de leesbaarheid valt niets af
te dingen en van de gedragenheid
die dit genre wel eens teistert is
weinig terug te vinden. Dat mag ook
eigenlijk niet in een boek dat in de
zeventiger jaren geschreven is.
Daarmee gaat ook wel wat van de_
onverbrekelijk met zo'n epos ver
bonden mystiek verloren, maar hel
seksuele element maakt dat ruiirv
schoots goed.
Dat mag zeker een toevoeging
heten. Tot nu toe werd de fysieke
kant van de seksualiteit maar liever
met de mantel der liefde bedekt
Het werd tijd.
„De doornvogels" blijft zelfs op
zijn slechtst lekker voor de winter
avonden. De persoonlijkheden
blijven er over het algemeen inte
ressant genoeg voor. Maar veel
woorden zijn het wel.
De Doornvogels, Colleen McCul
lough, Bruna 1977, prijs 29,90,
gebonden.
FM.
illustratie bij 'Vuurvreter'
Een vrouw neemt een ochtend
het besluit dat zij bij haar man
weg wil. Ze deelt dat aan haar
echtgenoot mee, die er
weliswaar weinig van begrijpt,
maar zich toch voegt naar de ver
langens van zijn vrouw.
Waarmee voor de vrouw een
nieuw leven begint, vol onzeker
heden. Eigenlijk is ze er
psychisch niet voldoende op
voorbereid. Bovendien heeft het
tot gevolg dat ze weer aan het
werk zal moeten om de kost te
verdienen voor zichzelf en haar
zoon. En dat valt zo Ineens niet
mee.
Maar van de andere kant is ze erg
zelfverzekerd. Want ze heeft dat
besluit genomen om met en door
het afscheid van haar man afscheid
te nemen van mensen, die slechts
dromen najagen en inhoudsloze re
laties met elkaar aan gaan. Ze wil
vrij zijn en heeft daar de geschetste
moeilijkheden voor over. Zeker,
wanneer zij na verloop van tijd
tegen zichzelf kan zeggen: „Jehebt
jezelf niet verraden. En niemand zal
je meer vernederen."
Aldus de zeer gecomprimeerde
inhoud van de laatst verschenen
vertaling van Peter Handke, het in
1976 geschreven „Die
linkshandige Frau". Een hele mooie
novelle, waarin Handke aan de
hand van de vrouw thema's behan
delt, als eenzaamheid, isolement
en langs elkaar heen pratende
mensen. Dat laatste tekent Handke
ragfijn, wanneer hij een aantal ken
nissen van de vrouw tegelijkertijd bij
haar op bezoek laat komen De ge
sprekken, die daar gevoerd
worden, worden met de zin
absurder en aan het eind zit
iedereen maar een beetje voor zich
uit te kletsen. Zoals dat eigenlijk
vaak gebeurt. De enige „overle
vende" die uit het gesprek overblijft
is de vrouw.
Waarna Handke besluit met een
citaat uit zielsverwanten van Wolf-
De
linkshandige
vrouw
,3a. "X.
'£=iü
gang von Goethe: „Zo zetten allen,
elk op eigen manier, het dagelijks
leven voort, met of zonder naden
ken; alles schijnt zijn gewone gang
te gaan, zoals men ook bij noodlot
zware gebeurtenissen, waarbij
alles op het spel staat, toch altijd
maar voortleeft alsof er nergens
sprake van was."
Evenals vorige Handkes zeer de
moeite waard.
M.K.
Peter Handke: De linkshandige
vrouw,
Bruna Utrecht, 1977. 12,50.
Nog vóór de opleving van de
belangstelling voor de boeken
van Raymond Chandler, een
tiental jaren geleden, las Ik Iets
van deze schrijver dat als ik me
goed herinner „The Little Sister"
heet. Het kleine zusje blijkt van
een doortrapte slechtheid en
maakt een reeks slachtoffers al
vorens zelf op gruwelijke wijze
aan haar einde te komen. Wat mij
toen trof was de berustende aan
vaarding door de held van het
verhaal, de privé-detectlve, van
al het verderf om hem heen, de
koele manier waarop hij het be
strijdt, terwijl hij weet dat het
weinig zin heeft. Gewend als ik
was aan de charmante figuur van
de Saint (Leslie Charteris), wiens
slachtoffers Immer hun straf
verdienden, de afstandelijkheid
van de Engelse mysterie-
schrijvers, wier figuren nooit
echt tot leven komen, betekende
het rauwe realisme van Chandler
een hele schok. Hij beschrijft een
beroerde, maar echte wereld,
waarin eigenlijk alleen de detec
tive zetf een spoortje menselijk
heid bezit en het geweld een lo
gisch gevolg van de omstan
digheden is.
In een beschouwing als afsluiting
van „Moord is een koud kunstje"
(Bruna) schrijft Chandler zelf over
zijn helden: „Maar door dit smerige
straatleven moet zich een man be
wegen, die zelf niet smerig is, die
zuiver op de graat en niet bang
is Hij moet de beste in zijn leef
wereld zijn en goed genoeg voor
elke andere leefwereldAls er
meer waren als hij, zou het heel wat
veiliger in de wereld zijn, maar niet
zo saai dat het leven niet meer de
moeite waard zou zijn."
Nu heeft Chandler, voornamelijk
in de dertiger en veertiger jaren,
zeven volledige romans geschre
ven, naast zijn werk als scenario
schrijver en daarnaast een reeks
van kortere verhalen. De boeken
zijn pas laat vertaald, omdat Chand-
De detective-roman is de
laatste vijftig jaar niet meer „uit"
geweest. In de amateur, die het
politie-apparaat-met-platvoeten
te slim af is zit iets heel boeiends.
Je kunt je afvragen waarom dat
zo is, maar dat is waarschijnlijk
vrij zinloos. Als dit soort boeken
appelleert aan onze speurzin
waarom zijn dan ook de
schrijvers populair die met een
oplossing komen die je zelf on
mogelijk had kunnen voorzien?
Of die waarin de lezer meer weet
dan de detective en dus eerder
achter het mysterie is? Streelt
dat de ijdelheid?
De vrij recent overleden Agatha
Christie, met haar miss Marples en
Hercule Poirot is misschien wel de
meest-gelezen detective-schrijver
geweest en zij maakt het haar
lezers behoorlijk moeilijk. Bij haar
geen informatie die de grote man of
vrouw zelf niet heeft en de vraag
whodunnit? krijgt een meestal ver
rassend antwoord. Toch zijn in haar
verhalen voor scherp redenerende
lezers wel mogelijkheden om zelf
de oplossing te vinden. Gezien haar
lezerskring is de analytische geest
een ruim voorhanden artikel
De literaire kwaliteit ligt bij haar
niet zo hoog en de personages zijn
bepaald gevoelsarm, een euvel
van de meeste boeken in deze ka-
tegorie. Niemand is ooit verlamd
door de kwaadwilligheid van de
misdadigers (al valt hier en daar wel
iemand flauw) en de misdadiger
heeft zich immer goed genoeg
in de hand om al zijn vernuft in te
kunnen zetten teneinde de
gevolgen van zijn daad te ontgaan.
Dit heeft de liefhebber nooit iets
kunnen schelen, maar bij tijd en
wijlen zijn wel pogingen gedaan om
de zaken wat menselijker voor te
stellen Patricia Wentworth is zo
F^tncia \Afent worth
iemand. Sijthoff introduceert dit jaar
drie vertalingen van haar boeken,
die inmiddels alweer tussen de vij
fentwintig en dertig jaar geleden in
het Engels verschenen zijn.
Bij haar heet de slimme amateur
Miss Silver, die als gouvernante in
de kinderkamer zoveel men
senkennis heeft opgedaan, dat zij
op latere leeftijd haar brood kan
verdienen als privé-detective.
Wanneer zij via haar zaken op een
moord stuit doet zij de
goegemeente verbaasd staan door
uit de roddels eromheen de juiste
toedracht te distilleren. Ook bij
Wentworth voetafdrukken, een
nauwkeurige tijdsafgrenzing rond
de moord en drommen verdachten.
Toch zijn haar verhalen vrij een
voudig. De uiteindelijke dader wordt
in het begin geïntroduceerd maar
versmelt in de loop van het verhaal
met de achtergrond
Helaas wordt de lezer net het
stukje informatie onthouden dat uit
eindelijk tot de oplossing leidt. De
struktuur is steeds gelijk in de drie
Ier een tijdlang alleen een kiene
publiek aansprak en nauwelijkop
viel tussen de rijen landgenoten <fd
zich min of meer in dezelfde stijl mei
het „hard-boiled" verhaal be
zighielden. Toen Chancier
eenmaal herontdekt was, zijn spe
ciale rustige maar boeiende schrijf
trant erkenning vond, werden zijn
romans in snel tempo ook in I
Nederlands vertaald. Zijn kortere
verhalen zijn minder bekend.
Samen met die van vele andere
„broodschrijvers" verschenen zem
de jaren twintig en dertig,
Chandler's jongere jaren, met vod
dige honderdtallen in de kiosken-
veel seks, veel te veel lijken en „als
je twijfelde, liet je een man met een
revolver in de deuropening ver
schijnen". Maar de schrijvers zaten
ook onwrikbaar vast aan
formule. Zoals Chandler het uit-
drukt: „Als ik terugkijk op mijn eigen
verhalen zou het absurd zijn als ik
niet zou willen dat ze beter waren.
Maar als ze veel beter waren ge
weest, waren ze niet uitgegeven.'
De vier verhalen die de
schrijver zelf in 1950 in „Tl»
Simple Art of Murder" bijeen
bracht en die nu in een vertaling
van Wim Witteveen onder de titel
Moord is een koud kunstje, zijn
uitgebracht vertonen inderdaad
de feilen die dit nauwe keurslijf
met zich meebracht, maar de
direkte schrijfstijl, de korte,
veelzeggende dialogen en de
verrassende wendingen in de
plots maken de verhalen na al die
jaren nog de moeite waard. En
Chandler is nog drie klassen
beter dan Mickey Spillane, zijn
meest verkochte navolger, p y
boeken en bij het derde boek kun|S
halverwege een aardige gok doen
in de richting van de oplossing
De informatie vindt zijn weg vil
de roddels, die soms een ramp ver
oorzaken maar uiteindelij
bijdragen tot de oplossing. Went
worth's poging om de personage
„menselijk" te laten reageren zij
tot mislukken gedoemd In
dfetective-roman overheerst
eenmaal de technische oplossn*
van de misdaad, de definitieve be
perking van het genre Wie het an
ders wil moet Dostojewski maar Ie
zen. Verder zijn de Miss Silver
verhalen uiterst smakelijk, erg En
gels en je legt ze niet weg voor jezi
uit hebt.
Patricia Wentworth, De laatsti
rekening (1951), Danseres at
moordwapen (1944), De lank
moedige erfgenaam (1953). Sijt
hoff (Alphen aan den Rijn). PriJj
per deel 12,50. F M