MILIKU JOURNAAL u.
van de werkgroepen
Kinderen
knuppelen takken in Den Treek
vervolg woonerven
NOTA „WOONERVEN" VAN DE GEMEENTE
Ad-hoc werkgroep
Schoolsteegbosjes is er!!
•4
•oomstruktuur.
DONDERDAG 8 DECEMBER 1977
JURIDISCHE INVALSHOEK
I Met de introductie van het begrip
I .Woonerf" in het Reglement
I verkeersregels en verkeerstekens is een
I tendens die de laatste jaren steeds meer
I ingang vond, juridisch afgebouwd. De
I into terugdringen uit het woongebied,
lim.v. drempels, verkeersobstakels
I kofjes-idee e.d. ten voordele van de
I voetganger.
I Bij een confrontatie tussen deze twee
[poepen was de voetganger niet alleen
lichamelijk, doch ook juridisch vaak het
land van de rekening. Het
I woonerf-instituut brengt hierin
[verandering. Belangrijkste regel: de
[voetganger mag het woonerf over de
[volle breedte gebruiken. Daarnaast de
Ibepaling dat men binnen het woonerf
luet sneller dan stapvoets zal mogen
I rijden. Het woonerf heeft
I orichtingseisen en enkele
Ivoorrangsregelingen zijn op het
Ifoonerf niet van toepassing. Dit heeft
Itotgevolg dat de automobilist „gast" is
I op het woonerf. Een goede wijze van
Iberijden van dit gebied vereist dan ook
I ven mentaliteitsverandering. Wat
betreft de voetganger: De vrijheid op de
litraat die hem door de existentie van de
auto geheel was afgenomen, heeft hij
r teruggekregen. Er is juridische
Iplijkberechtiging tussen alle
■categorieën weggebruikers.
jsTEDEBOUWKUNDIGE ASPECTEN
Ibihet oudere Hamersveld kan vanuit de
IsJedebouwkundige opzet gesproken
lïorden van het zgn. rastersysteem,
Inarbij alle wegen een doorgaande
Irerkeersfunctie kunnen hebben en
■vaarde straten hoofdzakelijk voor het
(verkeer zijn ingericht.
|bde kern Leusden-Zuid, rastersysteem
•owoonpaden, kleine woongebiedjes
r het gemotoriseerde verkeer
guiten blijft. Ook ontstaan in
den-Zuid zowel als Achterveld de
gn. openbare binnengebieden achter
woningen,
lij de uitbreiding van
den-Centrum le fase is de
jonerfgedachte al dicht benaderd.
|bnpassing aan woonerven is hier
welijks van invloed op de
iebouwkundige vormgeving van de
ftijkverkeer
■Het aan het vervoersysteem tën
Itrondslag liggend doel is tweeledig.
Il vervoersdoelstelling - bepalende
factoren: verkeersafwikkeling,
comfort van de weg,
betrouwbaarheid van de
verbindingen e.d.
Il leefbaarheidsdoelstelling -
bepalende factoren-
verkeersveiligheid vanuit het
oogpunt van de voetganger,
geluidshinder, sociale functie e.d.
n bepaalde ordening geeft een
Itysteem van wegen met afnemende
"verkeersfunctie en toenemende
lonfunctie. Dit systeem kan „het
Ysteem van de boomstructuur"
enoemd worden, of wel de auto kan
slechts via een bepaalde structuur („de
boom") het woongebied bereiken.
Bovengenoemde boomstructuur zal als
sleutel gebruikt worden bij de bepaling
van de woonerven, zodat de nadelige
invloeden (randverschijnselen) niet
zullen voorkomen. Randverschijnselen
ontstaan daar waar woonerven grenzen
aan drukke en voor de voetgangers
onveilige wegen.
„De voor een goede verkeersstructuur
noodzakelijke uitgangspunten zijn:
1. De verkeersdoelstelling en de
leefbaarheidsdoelstelling zijn
bepalend voor de structuur.
2. Een duidelijke verkeersstructuur
„de boom" moet aanwezig zijn.
3. Een zestal wegorden worden hierbij
aangeduid.
4. Een woonerf moet een bepaalde
plaats hebben binnen deze
structuur.
5. De randverschijnselen mogen niet
voorkomen.
ONDERHOUD WOONERVEN
In dit hoofdstuk worden
achtereenvolgens het onderhoud van de
verharding, het reinigen van de straat,
de afvoerkolken en de riolen, de
onkruidbestrijding, het onderhoud van
nutsleidingen en openbare verlichting,
de gladheidsbestrijding en de openbare
diensten (huisvuilophaaldienst) kort
behandeld. De conclusie is dat wanneer
het woonerf bereikbaar blijft voor
onderhoudsmaterieel de
onderhoudskosten beperkt kunnen
blijven tot 10 a 20% meer.
Het aanleggen van parkeerplaatsen en
de vaak noodzakelijk nieuwe indeling
van woonstraten, zal in veel gevallen
inhouden dat van het aanwezige
openbaar groen een gedeelte zal
moeten worden opgeofferd en nieuw
openbaar groen aangebracht
Bij de aanleg van woonerven kunnen
soms in de verharding heestervakken
gewenst zijn. De ervaring leert dat van
dergelijke beplantingsvakken jaarlijks
een hoog percentage vervangen moet
worden in verband met dood gaan door
vernielingen.
SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN
Vrijwel nihil.
UITGANGSPUNTEN
INSTELLING WOONERF
De sleutel tot de aanbeveling is als
volgt:
1. Oudere gebieden (indirekte
instelling) eerst
verkeersmaatregelen, daarna
woonerven instellen, in de takken
van de boomstruktuur.
2. eerste fase gebied (direkte instelling)
woonerven in de takken van de
boomstruktuur.
Maximale lengte van het woonerf
300 meter. Minimale breedte 10
meter.
INVENTARISATIE EN WAARDERING
In dit hoofdstuk geeft de werkgroep
punten aan de verschillende straten en
we deserteer
recreolieverkeer sociaal verkeer
gemeentelijke en
landelijke hoofdwegen
overgangs
gebied lussen
woongebieden en
hoofdvervoer
systeem
pnmair is de vervoersdoelstelling
hormonieuze overgang van vervoersdoelstelling
naar leelbaarheidsdoelstellmg of systeem van
wegen met afnemende verkeerstunktie en
toenemende woonfunktie
ir is de leefbaarheidsdoelstelling
Gemeentewerken Leusden
afd civiele werken
1 juni 1976
GROENVOORZIENINGEN
De kans bestaat dat bij de aanleg van
woonerven het aantal bomen dat in
verharding komt te staan, groter is dan
in de huidige situering m de
nieuwbouwwijken. Dit betekent meer
voorbereidende en
onderhoudswerkzaamheden. Kosten:
ongeveer ƒ300,- per boom.
Gemeentewerken Leusden
afd civiele werken
1 juni 1976
hofjes binnen de gemeente Leusden.
Hoe hoger het aantal punten, des te
moeilijker de omvorming tot een
woonerf is. Voorbeeld: de Roo van
Aldenwereltlaan in Leusden Zuid 140,
de Henkhof in Leusden-C. 0, de
Hendrik van Viandenstraat in
Achterveld 8.
De punten zijn gebaseerd op de
grootheden: verkeer, leefbaarheid en
financiële consequenties. Via een
ingenieus en goed doordacht systeem
komt men aan meer of minder punten.
FINANCIËLE ASPECTEN
De instelling tot woonerf van de straten
met een waarderingsscore van 8 of
minder zal globaal een investering
vergen van 2.000.000 tot
2.500.000.
AANBEVELINGEN
Het voornaamste doel bij het instellen
van een woonerf moet zijn een
verbetering van het leefklimaat. De
meerderheid van de betrokkenen moet
zich positief opstellen en bereid zijn
daadwerkelijk mee te werken.
Straten met een waarderingsscore van 8
of minder zijn in hun algemeenheid
geschikt om tot woonerf te maken.
Straten met meer punten moeten in
principe d.m.v. verkeersmaatregelen
leefbaarder worden. Bij het opstellen
van de prioriteit zal in principe
uitgegaan moeten worden van de
ongunstigste situatie. De woonerven
zouden complexgewijs tot stand
gebracht moeten worden.
Waar de breedte van de straat
onvoldoende is, zal met de
belanghebbende overeenstemming
moeten worden bereikt omtrent het
gebruik van particuliere grond.
Vooraf moet voldoende inspraak met
de betrokken bewoners zijn. Vanwege
de financiële consequenties verdient het
aanbeveling de woonerven in een
tijdsbestek van 5 tot 10 jaar tot stand te
brengen.
In de aan te leggen woonwijken van de
tweede fase moet deze nota als een
leidraad dienen voor de ontwerpers,
zodat een spontaan verkeersgedrag kan
ontstaan.
Door het instellen van woonerven in de
nieuwere wijken zal zich nagenoeg geen
verandering in het gedrag voordoen.
Deze nota zal na uiterlijk twee jaar
aangepast dienen te worden aan de dan
aanwezige ervaring en ontwikkelingen.
De werkgroep milieuzorg (bestaande
uit 2 leden voorzitter) aangevuld met
4 belangstellenden en/of deskundigen is
uiteindelijk de ad-hoc groep
„Schoolsteegbosjes" geworden. Slechts
4 belangstellenden vanuit de Leusdense
bevolking
Te gek eigenlijk. Terwijl het hier gaat
om een gebied waar we erg voorzichtig
mee moeten omspringen!
OF KAN HET U NIET SCHELEN
WAT ER MEE GEBEURT?
DENKT U ..ER IS AL ZOVEEL
OVER GEPRAAT EN
GESCHREVEN!"
WAAROVER PRAATTEN ZU?
a. De begrenzing van de bosjes (sec).
b. Doelstelling.
c. Welk pakket van voorschriften is
nodig voor realisering van het
bestemmingsplan.
De begrenzing is als volgt vastgesteld-
1. Hamersveldseweg - ten westen.
2. 100 m. ten noorden.
3. Valleikanaal - ten oosten.
4. Flexibele zuidgrens.
De doelstelling
Men is vóór voortzetting van het
huidige gebruik, 'n Minderheid van de
groep wilde echter de mogelijkheid
open laten voor een wandelroute. Zou
dit m een lus gaan, dan naar het noorden
en wel aan de oostkant van de liniedijk.
Op deze manier zal nl. de natuur het
best beschermd blijven. De dijk dempt
dan o.m. het geluid!
HIEROVER IS MEN ECHTER NOG
NIET UITGESPROKEN.
WERKGROEP
MILIEU
EDUCATIE
Op 22 november jl. heeft er weer een
vergadering van de werkgroep Milieu
Educatie plaatsgevonden.
Drie scholen hebben eind oktober
deelgenomen aan langzamerhand
traditie geworden boslessen in Den
Treek
Zoals altijd een succes, niet in de laatste
plaats door de grote medewerking van
Den Treek zelf. Onder leiding van de
heer Bos van de Stichting Utrechts
Landschap en een collega hebben
vijfdeklassers van de Rossenberg
School, de basisschool Hamersveld en
de Wegwijzer een leerzame middag bij
de Paradijsweg in Den Treek
doorgebracht, samen met leden van de
werkgroep.
De volgende boslessen worden eind
januari gehouden. Er zullen dan wilgen
worden geknot, ook weer in
samenwerking met de Stichting
Utrechts Landschap
Het winterboekje van het natuurpark
Princenhof is bijna klaar. De laatste
korrekties worden momenteel
aangebracht. Wanneer bekend is dat het
boekje uitkomt zal dit in het Milieu
Journaal of de Leusder Krant worden
aangekondigd.
Helaas zijn er geen reakties gekomen op
het stukje van Mies Brugmans in het
Milieu Journaal over vandalisme en
evenmin op de aandacht die hieraan
werd gewijd in het vorige Milieu
Journaal. Hoewel de werkgroep
onderkent dat er aandacht aan de
oorzaken van vandalisme rnoet worden
besteed, ziet de werkgroep zelf geen
kans dit nu aan te pakken Daar is de
werkgroep te klein voor en de leden te
bezet.
Dit onderwerp wordt voorlopig
teruggespeeld naar het
Coórdinatieteam. Daar zal worden
bekeken of er een aparte werkgroep in
het leven moet worden geroepen.
Marjan Demmer.
Dit laatste is inderdaad waar. Maar aan
de hand van de bestaande rapporten
kon nti de Leusdense bevolking - dus u -
alle vragen en opmerkingen kwijt. Dit
ter invulling van het gebied, waarmee
bij de uiteindelijke bestemming
rekening kan worden gehouden,
maar u kwam niet! Zelfs niet op
herhaalde uitnodigingen in de pers tot
het bijwonen van de vergaderingen van
de werkgroep milieuzorg.
Nu gaan 7, erg enthousiaste mensen
proberen om op zeer korte termijn de
gemeente advies uit te brengen over de
uiteindelijke bestemming van de
schoolsteegbosjes.
Het pakket van voorschriften zou zijn:
1. natuurgebied
2. agrarische grond
3. wegen
4. erven
5. water
De werkgroep ging wegens het late
tijdstip hier niet meer verder op in.
Dit onderwerp zal men tijdens de
volgende bijeenkomst uitdiepen.
DEZE BIJEENKOMST ZAL
PLAATSVINDEN OP DINSDAG 13
DECEMBER A.S. OM 20.00 UUR,
AAN DE ZWARTE WEG 14.
Nelleke Kessels.
ofyb&C/i
OF KAN HET U NIET SCHELEN WAT
ER MEE
rn,t 2oo q ufo b cyiri^io uje Ooq/i Deo
Daan oo.i qtAomc/i UJisrdc.o LüC onfiuj/i^cn dooi
fTjtxvoCii Uo~r) dc PH-v-i* lO-u q-iozp LÜc wc/xdco naai dc
p'iaaho q,e!2r)aoU O.nC ujc. mozoïtui %eru>en!kzr\
LÜc uicsk)£J~i i» uiCi q-iotpcn gco.p-9-J-o)
cyiocpcnt£u-, ^f-fruppc'? -. zn Csso qoocp die de. qionjjj
omdcv20C&I
Dc "laas eyiotpto rnoo-Jco ds_
om aacyvn da) uckvJ A
t/\ -Uctr, ondfiOfi
CAI uJCnd ITlotrJ j« u)«3 UxV.VlTy^CiO
lüanlfc je 'voti LVC?| an £uotrm
Ce, Schreven en
Moelekend door
bartin v d Vfjt
en HanS.tfobert rd Oot
5<-KlcA Co' b<ï°L
F/AMt^-S VELD
A Tnt/l&acw»/-» t
VOqÜ.jU/3
yUt Mad,
O Cru laag
^G-^>n rankten
VoLj
KA
K
Pc
OTW„v( /-aiQuc
tu. o,
r- "Mdl r. S.J
HonAtot pck" d'« f s.»
I Jc T wcS uri'ttr.^S,c
dol je dc pogen mcvojC
I Innt} an mep
,-up.
J
cy.Q-T-.Jcrrvdr/i'Lo^v!
&Cs-> iyatp untn
«y>rv^ mtl jfruxnd iT&e.
me Sicpcn an il-uP.c.
CAO 9lJOO "ZfloV
KjJt <Hr> ga) Ui dc. eyond
cJo.o.1 va Dc Ti cn ov>
UCnlJdc non i/aoeg«n
5»oe SvCO tu<*va
Dol ujeva tn^ rr-.oc trt
SenSt
TT) a on non (N<orr-
CX/l CnUc O TH Sciuon) uocn
q ontwon UK
r>o«v) nVl -rvacdcni
ircKr> dc
Uc cjux^jtn me/I dn kUv? Cü) op. clz ncxïA Den
^o«.CAO^LuJC>ArJ^A^,/a<^3>-lcie^^ J/L
■&n 'Jutoa. Dc drunen Iju^cU- cno mJ hoc uK £c-
XCjOcjenjrvo^oltn -Lricyyieiencfftsurrwd32*1 njj
Cd/o lte/l rui/1 luAJ< nvwl je jjl Iciicuxd.
Ji. siam bvipfibh/ri/tiuJcec daMv.j /ujojizn tjwo'u.y
rmaofl 'bnuyjj^ii tóotfi moeolot rul/I
e£si ncuo/i oaojvu. q/ryrm cjiclztj/bi&o.
iM. 1 1 rtj r
njjojomaan. ciaj P tmW. Uy •xnxUoncp cutimui
toruyc l/omnppocn odl/jwrela.
0 1 cuevjieRmee.
l-r 'f u
Tui ocen. qoeciii. h
DITitWim. wX fcrnwn
e&n -ow&rvk m£/l cmtmaa.1 n/xdaooiom-jia "Lynw
4i&>icUj&ri ,rctL^ djuurflp&WiiH 07cp- TlaQ/nj.
In -k>«. fiaoA. doU XxxJsmcMWhO&c.VUuitzi. idïll&n
had ion- keit d~e^x<! JoulL Ciiq\curtr\ixxy yi
uMjukxcJL UaaAj//! iXkaaA, cldcavna
'Jij ia nel.
1 k oIJJm itjlf iouila/u-ou
■ui P
0/zö4ü/y-u^<j
rvi/ldilt SY)
donizitt,
C^- 'Llui tyioddi'/L tut dozle
cdbniijilll-» cljl -^/QVI
m (niaictu qtuxj&ja >(0<rj Iblclo tim (jlrr^d/yy
J\/lx -iz-ert arichtl
dvCrrrxXZstx evi LAJ cU_ ^ocnri oxud cyruddJ M.
difyxcLtsuH ck. JJtX Cuyriyu-u/!^.rx
dxUL iacj^r uo nXuïtiO, ix-xrx. iUruM iUa Q/L W*!
(xl*zvick//i j' dat /U>d ckid Tfl/lHi
hlaj t/> yua e-w -w lixfbkd jjiz&uj
- - l'|Jj cm, jrusm-omb *k£lr.
ptótk *jdt9c.n
tzdtdfayt njt rfi/asi, -hatï
1 Q v
A. cpujo. Op keA tacAoJ taa lz vA ia
Jl wüzo x&o /yrvtJ- djuo/i^L j2/s) hu/muf)
'JjcLvvn op Ai/ qacJp Q/O Jlvdd'^ia/lU /xJwoLrri/y
aftio^op
bi otuku V dat iUf z-ji
dictie IvZ G-Svj bctl/Ti (TrJ&z
(bn oyijua llu/i
tAp Q/A AviU AioJiOt /xav.'caïa') ul ïï/Cta
/[dj /jLncI Jl/A oiooi XdU Ajjulüu l'-CLD) llbrrwfi)
-i^j\yYYist/ric/c\rOcJe ocrAclc^ltp ItoC Oen
tücm onjtlolclccn^tozsi bij uaj tdao ts&iaeja,
r\ocj ajta uxtpn tfu\ p&aA iovjov>
bacLcUn knie. cJjJzz (XnwubajOdrsw. Oc-plMjMyo
oiricjjz/L/xcjjjcl. Oue oUcpAe. /wd cU hoJ# Iclcvo
op cU. LoaxninJtoop\rtsU- Ivor* /yTUC^<a^
"jis/kul tlcvna&n
QjisiarXah.
kla,o 5rjo9^>ejjrcn.^ -
oot-
<X/[ATU,ïi ttyVl loeUfi 0- l 5 j)c fyuZi