De wonderlijke wereld van de geest
Kokons van de nacht
Nederlandse S.F.
/an klasse
Eilanden in de Golfstroom,
^ien gevoel van leegte
Vervreemding centraal in kompakte
verhalen van Jean Rhys
ipoorioos in de Bermuda-
Iriehoek: nieuwe feiten
iver een fenomeen
Over Croiset, de innerlijke mens, leven
na dit leven en het zelfeuchtige erfdeel
ODy c. BÉRnn
„SIR0-REEKS"
VAN THIJSSEN:
PRIMA WERK
The spy who
loved me
Samenstelling: Bert Vos
BOBi/fln lAÉRHOven
Adam Smith
De kracht r
vaiv'fli
i 3
Richard Dawkins
Het zelfzuchtig
erfdeel
Leusder Krant - boeken
DONDERDAG 2 MAART 1978
boeken, voor u besproken
Er zijn nog altijd mensen, die denken,
it iets wat van ver komt het beste of
;t lekkerste is. Natuurlijk een misver-
^and, want het is een steeds weer te-
igkomende onderschatting van vader-
ndse kwaliteiten. Op het gebied van
ience fiction-literatuur is dat al niet
iter. Nederlandstalige schrijvers heb-
ïn vaak erg veel moeite om een
aatsje te veroveren in de reeks
'kende buitenlandse schrijvers. Eddy
Bertin en Bob van Laerhoven, twee
laarase SF-schrijvers zijn daar wèl in
tslaagd. Vooral Eddy Bertin is geen
ibekende meer en zijn korte verha-
nbundels (uitgegeven bij Bruna) zijn
moeite van het lezen dan ook best
^aard.
Kortgeleden verscheen bij Bruna van
tsrtin een nieuwe roman, ditmaal ge-
ihreven samen met zijn collega en
laend Bob van Laerhoven. „De kokons
tn de nacht" is de titel en het is een
>eiend verhaal van een onder een
2g>epel levende samenleving nadat de
lychodag alle leven op aarde onmoge-
k had gemaakt.
J Hoofdfiguur in deze SF-roman is Cye
V/iTgan, bewoner van eén der koepels
een multipel, een mens, die de
besten van voorvaderen in zich heeft
m\ er mee kan communiceren wanneer
it nodig mocht zijn. Eén van de mul-
>elen die samen de Klon, de
lepelstad besturen. De door Bertin en
m Laerhoeven geschetste sa-
enleving is gebaseerd op een soort
immuneverband, met vrije sex, een
paalde éénheid in gedachten via de
gelmatige Celdenk, een samenvloeien
n de geesten. Een vredige, voortkab-
belende samenleving, waarbij het nage
slacht kunstmatig tot stand wordt ge
bracht, de erf-genen keurig geordend
volgens het gewenste patroon. Maar
dan gaat er iets mis. Er worden mensen
krankzinnig en het ziet er naar uit, dat
de celsteden op weg zijn naar een snelle
afbrokkeling van de eenheid.
Cye Borgan is dan ineens de spil,
waar alles om draait Bertin en Van
Laerhoven zijn er in geslaagd niet alleen
een geloofwaardige gemeenschap te
schetsen met geheel eigen gewoonten
en levenspatronen, maar ook een
roman te schrijven, die van het begin tot
het einde blijft boeien. Ook het nogal
spektakulair opgezette slot is niet
„overdone" en kompleteert het uitste
kende verhaal. Kortom: klasse, dat zich
kan meten met de bekende schrijvers uit
het buitenland.
Uitgegeven door Bruna Zn. te
Utrecht.
Bert Vos.
De beruchte Bermuda Driehoek laat
jel veel mensen niet los. De waas van
leimzinnigheid, die rond dit gebied
zal ondanks tal van boeken, die
geheimzinnigheid en het mysterie
deze driehoek op louter toeval-
—heden baseren, voorlopig niet ver-
rijnen. Wie deze boeiende materie
lorleest, zal toch het gevoel hebben,
w t er in ieder geval iets aan de hand is in
di gebied. Om zonder enige argumen-
tie van „toevalligheden" te spreken
at mij tever, temeer als men bedenkt,
a irpt vooraanstaande geleeden en ook
u rschillende Amerikaanse overheids-
itanties en militairen zich gedurende
mtallen jaren al met die „toevallighe-
n" bezighouden, zonder tot een op-
ising te zijn gekomen. En mocht die
•lossing er zijn, dan bijft die wel diep
rborgen in de archieven.
^Charles Berlitz schreef reeds eerder
n boek over de Bermuda Driehoek (in
lederland verschenen in de Tref-reeks
^in Gottmer) en kortgeleden kwam het
"'rvolg op dit boek in Nederlandse ver-
ling uit bij dezelfde uitgever, Gottmer
-B Haarlem. „Spoorloos in de Bermuda
rlfriehoek" is de titel en het boek heeft
IjVets te maken met de rampenfilm, die
>g niet zo heel erg lang geleden in Ne-'
pn xland in roulatie ging.
Bertitz schreef zijn nieuwe boek,
ndat hij nieuwe feiten en gegevens
'er de driehoek had ontdekt en het
yj1>dig vond dit ter completering door te
ven aan de lezer.
Erg interessant is het laatste
lofdstuk van het boek, waarin Berlitz
:rtelt over het zogenaamde „Phila-
•lphia Experiment", door de marine
in de VS uitgevoerd - naar men zegt -
oktober 1943. Al zo'n 35 jaar geleden
is. Het doel van dit experiment was
om te onderzoeken of door middel van
een sterk kunstmatig gekreëerd magne
tisch veld objekten en personen on
zichtbaar konden worden gemaakt. Dr.
Manson Valentine heeft over deze ex
perimenten het één en ander vertelt en
uit die verklaring bleek, dat de proeven
gestaakt moesten worden, omdat het
gebruikte oorlogsschip met bemanning
inderdaad voor een bepaalde periode
„verdween", maar dat niet alleen. De
bemanning bleek ernstig letsel aan het
experihent te hebben overgehouden en
sommigen stierven zelfs. De ver
schijnselen, die bij het expriment zijn
waargenomen, vertonen opmerkelijke
overeenkomsten met de verschijnselen,
die ooggetuigen hebben meegemaakt
tijdens mysterieuze voorvallen binnen
de Bermuda-Driehoek, waarvan al
jaren wordt gezegd, dat het mysterie
ook veroorzaakt kan zijn door een sterk
magnetisch veld. De oorzaak van een
dergelijk magnetisch veld binnen de
Bermuda-Driehoek kan velerlei zijn.
Het kan natuurlijk zijn, maar ook
kunstmatig zijn opgewekt. Door wie?
Ook daarover verschillen de talrijke
meningen. Eén van de meeste verbreide
is: Ufo's. Aan de hand van de bevindin
gen rond het Philadelphia-experiment,
zou het mogelijk kunnen zijn.
Wat men er ook van wil geloven, het
mysterie van de Bermuda-Driehoek is
ongetwijfeld boeiend genoeg om er nog
méér over te lezen. Berlitz's tWeede
boek moet dan ook als zodanig worden
gezien: een aanvulling op z'n eerste do-
kument. Met nieuwe, interessante ge
gevens over een tot nu toe onopgelost
fenomeen.
Uitgegeven door de uitgeverij J. H.
Gottmer te Haarlem in haar bekende
Tref-reeks.
V.
JLSLt'
i,Een tweede druk beleeft „Eilanden in
|B golfstroom" van Ernest Hemingway
11 j Strengholt-Naarden. De eerste druk
■jIq al een aantal jaren geleden, maar het
mieuw uitbrengen van een
ebonden) uitgave is toch een teken
in een aanhoudende belangstelling
>or deze toch al weer meer dan vijftien
ar geleden overleden schrijver.
Zijn wereld, waarin mannen nog
annen zijn, de jacht op groot wild
jna een religie is en het bloed van de
lafóer in de arena de menigte doet grom-
en kan toch niet meer eigentijds heten
le'^ 1 het is maar de vraag of die ooit terug-
it Dat betekent niet, dat He-
ay geen groot schrijver is ge
weest. Werk als „The sun also rises" en
„For whom the bell tolls" heeft grote
kwaliteiten. De discussie over Heming
way is echter nooit bevredigend afge
rond. Steekt er nu iets achter de onge
remd individualistische filosofieën of
niet?
In ieder geval weet Hemingway-op-
zijn-best aan zijn karakters een grote
geloofwaardigheid mee te geven en zijn
verteltrant is bondig en boeiend.
„Eilanden in de Golfstroom" mist de
geloofwaardigheid en zelfs de vertel
trant heeft daaronder geleden. Het boek
blijft een reeks van beelden met als cen
trale figuur Thomas Hudson, een
schilder die op de Bimini-eilandengroep
Er is niets wonderlijker dan onze
geest. Door de eeuwen heen hebben de
mensen zich met hun innerlijk, hun ziel
bezig gehouden. Hebben er hele filosi-
fieën aan opgehangen en veel religie's
zijn gebaseerd op de ziel, de innerlijke
mens, de immateriële dingen van het
toch zo boeiende mensenleven. Wie
zich daar verder in zou willen
verdiepen, kan zich tegoed doen aan
raassa's boeken over dit onderwerp,
zowel in de mysterieuse, magische sfeer
beschreven of op louter klinische
grondslag. Wetenschap en magie liggen
wat dat betreft dicht bij elkaar als het
gaat om het fenomeen „geest".
Reïncarnatie, praten met de doden, hel
derziendheid, het zijn stuk voor stuk
onderdelen, die met onze geest te
maken (kunnen) hebben. Aan de andere
kant staat de nuchtere wetenschap, die
al deze verschijnselen bestudeert, het
soms grotendeels afwijst omdat het niet
te bewijzen zou zijn en anderszins ver
baasd staat te kijken als ze gekon-
fronteerd wordt met het onwaar
schijnlijke, waar tot nu toe geen verkla
ring voor is gevonden.
Wie méér wil weten over de geest, de
eigen ziel en de potentiële mo
gelijkheden daarvan, zal al snel
verstrikt raken in het doolhof, die de
mensen zelf rond de geest hebben ge-
schapen ot verdwalen door de mist die
rond dit fenomeen is opgetrokken. De
lezer zal gekonfronteerd worden met
twijfels en zekerheden en in veel geval
len niet weten wat te kiezen.
Nog niet zo lang geleden verscheen
een autobiografie van een man, die -
oog in oog met de wetenschap - heeft
bewezen wel degelijk over een geest te
beschikken, die verder reikt dan het di-
rekt waarneembare. We hebben het dan
over de bekende paragnost Gerard
Croiset, die grotendeels onder de hoede
staat van de bekende professor in de
para-psychologie dr. W. H. C. Tenhaeff,
die Croiset zo'n dertig jaar lang heeft
meegemaakt. Tenhaeff is daar
bijzonder gelukkig mee, temeer daar
Croiset zich altijd besch ikbaar heeft wil
len stellen van de wetenschap.
Professor Tenhaeff schrijft in het voor
woord van deze autobiografie dan ook:
De man, voor wiens boek ik hier - op
verzoek - een voorwoord schrijf wordt
algemeen een „helderziende" (juister:
paragnost) genoemd. Velen denken
daarbij dat hij zich kwalitatief van de
overgrote meerderheid van zijn mede
mensen onderscheidt. Dit is niet juist.
Het verschilis slechts kwantitatief. Hij is
slechts een betere „helderziende" dan
de meesten van ons. Anders gezegd:
zijn paragnostische begaafdheid
openbaart zich op een wijze die ver
boven de norm is gelegen. Bij het me
rendeel van ons openbaart deze be
gaafdheid zich zo zwak, dat wij haar
onder-normaal zouden kunnen
noemen.
De schrijver van dit boek is een man,
die ik in de loop van ruim dertig jaar heb
leren kennen als een integer mens met
een uitzonderlijke paragnostische be
gaafdheid Van de aanvang af heeft hij
zonder voorbehoud en zonder daar ooit
geldelijke vergoeding voor te vragen,
zich voor wetenschappelijk onderzoek
beschikbaar gesteld.
Veel van het materiaal dat in dit boek
voorkomt is door mij gecontroleerd-
Wie dit boek leest en daarbij de inhoud
van mijn talrijke publikaties over
proefnemingen met de schrijver kent,
zal tal van malen de gelegenheid vinden
op te marken, dat dit of dat geval, gedo
cumenteerd, in mijn geschriften terug te
vinden is".
De autobiografie van Gerard Croiset
is van begin tot het eind een erg
boeiende en fascinerende aangelegen
heid geworden, waarbij veel wordt ver
teld over de gevoelens die Croiset on
dergaat tijdens zijn vlagen van hel
derziendheid (voor zover je van „vla
gen" kunt spreken). Croiset is een erg
boeiend verteller, die ook de diepere
waarden achter zijn begaafdheid niet uit
de weg gaat en daar ruimschoots over
filosofeert, zowel in het kader van de
wetenschap als gezien in het licht van
andere waarden (zoals dat van de gods
dienst).
„Croiset, paragnost" is uitgegeven
door Strengholt Televideo b.v. te Bus-
sum. Het boek bevat tal van foto's. De
omslag werd verzorgd door Paul Ci
troen. 320 pagina's, gebonden. Prijs
ƒ32,50.
DE KRACHT VAN DE
GEEST
In het verlengde van Croiset's boek
ligt het werk van Adam Smith: „De
kracht van de geest". Het is een om
vangrijke verhandeling (zo'n 400 blz.)
over de geest en Smith is er in geslaagd
om dat nog begrijpelijk te houden ook
voor de gemiddelde lezer, zodat het -
met de vertaling van Hilde Bervoets,
een prestatie mag worden genoemd.
Smith heeft humor en gebruikt die ook,
zij het, dat het boek grotendeels op
Amerikaanse toestanden is gebaseerd.
Smith kwam er toe zijn boek te
schrijven, omdat hij zich op een dag niet
zo lekker voelde en daarom wilde uit
vinden, wat er eigenlijk met z'n ge
zondheid aan de hand was. Terwijl hij
daarmee bezig was, raakte hij als
vanzelf verwikkeld in het fenomeen
geest. Hoe snel dat in z'n werk ging
schrijft Smith zelf: „Ik zou in het begin
niet gelooed hebben dat ik mijn tijd zou
doorbrengen met uitheemse figuren als
Tibetaanse lama's en medicijnmannen
en heren, die baarden hadden en rare
kleren droegen. Ik zou niet geloofd
hebben dat ik ooit in een kamer een
Sanskritische lettergreep zou zitten op
dreunen, of een lotus in de lucht zou
tekenen met een blokfluit van één
dollar achtennegentig, merk G.
Schirmer". Smith was er op uit om te
onderzoeken of het mogelijk was te
leren onze interne processen te beheer
sen met de geest inplaats van met pillen,
waar hij voordien in grote overvloed
mee werd gekonfronteerd, zoals zoveel
Amerikanen met hem.
Smith is een bekend econoom en fi
nancieel deskundige. Adam Smith is een
schuilnaam. Wie hij in werkelijkheid is,
is niet bekend. Hij kreeg grote bekend
heid als de schrijver van „The money
game" (Het spel heet geld, Bruna 1969),
naar
deinnerlijke
mens-
f i-
dat vooral in de Verenigde Staten een
opzienbarende bestseller werd. Smith's
speurtocht naar de innerlijke mens- bij
hem, zoals bij zovelen van deze tijd- een
reaktie op de materiële zaken die hem
in zijn dagelijkse leven beheersen, is ge
schreven in een relativerende en
leesbare stijl, ook voor hen, die weinig
of geen achtergrond-kennis hebben ten
aanzien van deze materie.
„De kracht van de geest" is een
uiterst boeiende verkenning door een
toch nog steeds vrjj onbekend terrein;
oiizë gèëst? Het boek geeft beslist niet
het laatste antwoord. Maar wie méér wil
weten (nog meer dan wat Smith op pa
pier heeft gezet) kan terecht bij de uit
gebreide literatuurlijst die in het boek is
opgenomen, soms aangevuld met
„waarde-beoordelingen" van de
schrijver zelf. „De kracht van de geest",
warm aanbevolen, Uitgegeven door
Bruna Zn. te Utrecht. Paperback, 400
blz. Oorspronkelijke titel: „Powers of
mind". Prijs 32,50.
De Nederlandse schrijver Felix
Thijssen, die jaren geleden als journalist
in Amersfoort en omgeving werkzaam
was, zei op een gegeven moment de
journalistiek vaarwel en begon met het
schrijven van verhalen en romans. Niet
alleen kinderboeken, maar ook volwas
sen SF-romans. Vanuit de Franse Ar-
dèche zijn sindsdien al meer dan tien
SF-romans van zijn hand verschenen bij
uitgeverij De Fontein te Baarn. Bekend
is zijn serie over Mark Stevens, om iets
te noemen, en zijn psychologische SF-
romans „De Mistral" en „Emmarg".
zijn domicilie heeft gekozen. Zijn ge
voelens worden eigenlijk niet duidelijk
en daarom blijven de andere karakters
vaag. Ook als avonturenroman laat het
boek zich niet gemakkelijk lezen, daar
voor is het teveel doorspekt met uitwei
dingen en anecdotes.
Het boek laat een gevoel van leegte
achter en als dat Hemingway's be
doeling is geweest dan hebben andere
schrijvers dat beter gedaan. A. J. G.
Strengholt - Naarden. Geb. 29,50.
F.M.
Thijssen is nu begonnen met een nieuwe
serie, met Arne Nay Sterzon in de
hoofdrol, een man, die zijn vrouw op
geheimzinnige wijze verloor en terecht
is gekomen in een even geheimzinnige
onderneming. De baas van dit bedrijf is
een zekere Siro, die op een eiland
ergens in de tropen zijn hoofdkwartier
heeft.
In „Siro's eiland" beschrijft Thijssen
de eerste ontmoeting met de
geïsoleerde groep, die in verbinding
blijkt te staan met buitenaardse wezens.
En dat niet alleen. Het blijkt, dat men
een gedwongen verbond heeft gesloten
met deze bewoners van Sigma
Draconis. In „Siro's eiland" slaagt Ster-
zon er in om een bres te slaan in dit
verbond. In het tweede deel wordt Ster-
zon verbannen naar een planeet buiten
het zonnestelsel (Siro's planeet).
Felix Thijssen is er in geslaagd om
opnieuw volwassen SF te schrijven met
thriller-aspekten. Twee spannende ro
mans, die - hoewel ze apart gelezen
kunnen worden - toch op elkaar aanslui
ten. „Siro's eiland" en „Siro's planeet"
zijn twee eerste delen van een serie, die
zonder meer stukken beter dan de Mark
Stevens-serie belooft te worden. Dat
komt in de eerste plaats, doordat
Thijssen in de loop der jaren beter is
gaan schrijven, zichzelf heeft verdiept
Uitgave De Fontijn b.v. te Baarn. In
de bekende Fontein SF-reeks.
V.
Wie de nieuwste James Bond-film
„The Spy who loved me" heeft gezien,
moet eigenlijk niet verzuimen de gelijk
namige boekversie van deze film te ko
pen. Het James Bond-verhaal werd -
zoals bekend - geschreven door Chris
topher Wood, omdat de oor
spronkelijke roman van Ian Fleming,
met geheel geschikt was voor een ver
filming, zoals regisseur Lewis Gilbert en
zijn producers die in gedachten hadden.
„The spy who loved me" volgt vrijwel
letterlijk de film en het is best aardig om
na het zien van deze nieuwste en spek-
takulaire Bond-film alles nog eens rustig
na te lezen. Uitgegeven door Bruna
Zn te de Zwarte Beertjes-reeks nr.
1759
V.
LEVEN NA DIT LEVEN
Een onderwerp, dat ook in verband
met de geest staat (en het voortbestaan
na de dood van die geest) is beschreven
in het boek „Leven na dit leven"
Zolang de mensheid bestaat, zo lang
is men wellicht al bezig met de vraag: Is
er leven na dit leven? Wie de Bijbel
daarbij als leidraad neemt, zal daarover
geen enkele twijfel hebben: er zal een
nieuwe aarde en een nieuwe hemel
komen na dit leven. De opvattingen van
de hemel en de hel zijn dan weliswaar in
de loop der eeuwen vervaagd tot on
grijpbare zaken, die nergens als vast
staande verschijnselen worden be
schreven, ze leven toch voort binnen
het Christendom van vandaag. Een an
dere benadering is dat van de reïnkama-
tie, het weer opnieuw leven na de dood
in een andere vorm, bijvoorbeeld als
dier of in een ander tijdperk. Hierover
zijn honderden boeken geschreven,
soms vol met materiaal van mensen, die
zichzelf gereinkameerd waanden, die
vertelden van hun leven, eeuwen
eerder geleefd.
Kortgeleden verscheen bij uitgeverij
A. J. G. Strengholt' te Naarden het boek
„Leven na dit leven" van Raymond A.
Moody jr., in de vertaling van Annette
Birkhoff. Dit boek gaat niet over
reïnkamatie, maar over de belevenissen
van mansen, die een klinische dood on
dergingen en daar weer bovenop kwa
men. Een opmerkelijk boek, dat wel,
maar ook een boek, waarbij je niet alles
maar als zoete koek moet slikken,
omdat het ietwat té gemakkelijk is ge
schreven, zonder echt wetenschappelijk
gefundeerd te zijn. Dat kan ook niet,
want het is bijzonder moeilijk om de
verklaringen van mensen, die klinisch
dood zijn geweest, op waarheid te kon-
troleren. En dat is volgens mij het grote
manko van dit overigens erg in
teressante boek.
Tal van de verklaringen, ge
tuigenissen zou je bijna geneigd zijn te
zeggen, komen vrijwel met elkaar over
een. Vaak is er sprake van een zweven
of een wervelen in een donkere spiraal.
Een gevoel van rust, van onspannen-
heid. Donkere gangen, donkere dalen
zijn synoniemen hiervoor. Tal van an
deren hebben ervaren hoe hun ziel zich
van het lichaam verwijderde om er later
in terug te keren. Ik twijfel met aan die
ervanngen, maar ik twijfel wel als de
vraag „is er leven na dit leven" aan de
hand van deze verklaring positief wordt
beantwoord. Er zullen namelijk tal van
mensen zijn, die - zonder ooit in levens
gevaar te hebben verkeerd - dezelfde
ervaringen gehad zullen hebben.
„Leven na dit leven" is daarom - on
danks de goede bedoelingen - een té
gemakkelijk boek om te kunnen stellen,
dat het „onthullende ooggetuigen
verslagen uit het hiernamaals" bevat.
Wat dat betreft klinken de
reïnkarnatie-verhalen mij heel wat
overtuigender in de oren, zondat dat ik
daaraan het predikaat „echte
waarheid" zou willen verbinden.
Uitgegeven door A. J. Strengholt te
Naarden.
HET ZELFZUCHTIGE ERF
DEEL
Hoewel de geest een onderdeel is van
de materie, die Richard Dawkins be
handelt in zijn boek „Het zelfzuchtige
erfdeel", gaat dit niet direkt over de
geest, maar heeft er natuurlijk wel zijde
lings mee te maken.
Vier miljard jaar geleden verschenen
in de oerzee de eerste moleculen die het
vermogen hadden zichzelf te kopiëren.
Het waren meesters in de overlevings
kunst en ze zijn dan ook nooit uitge
storven. Maar nu zweven ze niet meer
vrij in de zee; ze hebben hun vrijheid al
lang opgegeven. Ze wonen bijeen in
enorme kolonies, veilig in het binnenste
van reusachtige beweeglijke robots, en
oefenen invloed uit op de buitenwereld
door middel van afstandsbediening.
Ze wonen in ons, en hun behoud is de
enige reden van ons bestaan, zegt Daw
kins.
Ze hebben een lange evolutie achter
de rug. Ze worden „genen" genoemd,
en wij zijn hun overlevingsapparaten.
Dat is de werkelijke betekenis van de
evolutie, waarvan Darwin in 1859 de
eerste beginselen heeft ontsluierd.
Richard Dawkins zet de evolutie van
het gen helder en met veel voorbeelden
uiteen. Tenslotte opent hij een onver
wacht perspectief: een nieuwe kijk op
onszelf en onze unieke beschaving. De
mens, betoogt hij, is het eniger dier dat
in staat is het programma van de genen,
ons „zelfzuchtig erfdeel", te doorzien
en er zich onafhankelijk tegenover op te
stellen.
Deze nieuwe visie op het wezen mens
is niet al te moeilijk geschreven, maar je
moet je verstand er wel steeds bij
houden, want de matene is niet bepaald
gemakkelijk.
Uitgegeven door Bruna Zn. te
Utrecht. Paperback, prijs ƒ24,50.
Voorlopig kunt u - wat de geest
betreft - weer een tijdje vooruit. Of u er
ook werkelijk iets wijzer van wordt -
van dit geestelijke voer - ligt geheel aan
u zelf. Wat er ook juist of onjuist is aan
wat schrijvers zeggen over de won
derbaarlijke gaven en onvoorspelbare
Een nieuwe visie
op het wezen mens.
kronkels in onze geest, boeiend is het
wel. En spannend als een goede thriller.
Bert Vos.
Een sobere schrijfstijl is tegenwoordig
populairder dan in de vroeger decennia
van de eeuw en daarom is het misschien
niet verwonderlijk dat Jean Rhys nu
meer wordt gewaardeerd, dan in haar
jonge jaren. Zij is een Britse schrijfster,
die dertig jaar lang vergeten was tot zij
in 1966 weer een roman uitbracht,
„Wide Sargasso Sea". Sindsdien wordt
zij weer gelezen, ook buiten Engeland.
In een vertaling van W. A.
Dorsman-Vos is nu een verhalenbundel
van haar uitgebracht onder de titel
„Mens, slaap je roes uit" (Sleep it off,
lady). Het titelverhaal is het voorlaatste
in de bundel, die zestien verhalen telt en
tevens het een van de meest aangrij
pende. Het bejaardenprobleem, zoals
we in deze met welzijnsjargon door
drenkte tijden zeggen, in enkele blad
zijden.
De scherpe blik van Jean Rhys is
trouwens in alle verhalen merkbaar. In
het verhaal „Troebel water", waarin
het conflict van een Engelse timmerman
met de bevolking van net eiland Domi
nica grote aanleiding is tot het
doorlopen van alle stadia in rassente
genstellingen met als climax de onder
linge vervreemding.
Jean Rhys stelt de vervreemding als
menselijk tekort boven eventuele spek-
takulaire wendingen in haar verhaal.
Daarmee wordt haar werk, in ieder
geval in deze verhalenbundel, li
teratuur. Nou kun je met zo'n
opmerking niet veel doen, maar een
voorbeeldje maakt het wel duidelijk.
In het laatste verhaal(tje), niet het
beste overigens, komt de schrijfster
terug in het Dominica van haar jeugd,
treft een in tientallen jaren veranderd,
maar herkenbaar eiland. Zij komt bij
het huis, waar zij vroeger gewoond
heeft en ziet twee kinderen buiten spe
len. Zij zwaait naar hen, maar ook als zij
dichtbij is gekomen zien de kinderen
haar niet. „Wat is het ineens koud ge
worden", zei hij. „Voel je wel? Laten
we naar binnen gaan". „Hè, ja," zei het
meisje. Ze liet haar armen zakken, kij
kend hoe ze over het grasveld naar het
huis renden. Toen ging haar een licht
op". Rhys is niet zuinig met haar
thema's en dat maakt elk verhaal een
afgerond geheel, waarin met relatief
weinig woorden zeer veel wordt
gezegd. Soms gebruikt zij misschien té
weinig woorden en dat maakt haar be
doelingen op zo'n moment wat moeilijk
te doorgronden.
De vervreemding wordt verdiept
door de positie, die de schrijfster in
neemt op de rand van twee werelden,
de Europese en Caraïbische, zij hoort in
geen van beide thuis en dat maakt de
kijk die zij heeft op elementen in het
Europese boeiend. Maar het meest aan
sprekende zijn toch wel de verhalen die
de intense gevoelens, in een gesloten
koloniale gemeenschap, gevoed door
haat en roddel, tot onderwerp hebben.
De missiezuster en haar levenslange
strijd tegen de bisschop en vooral de
spanningen om niets rond de nieuweling
op het eiland.
Mens, slaap je roes uit (Sleep it off,
lady) is vertaald door W. A. Dorsman-
Vos en uitgegeven door Bruna-
Utrecht/Antwerpen.
Fred Moormann.