De wonderlijke wereld van de geest Kokons van de nacht Nederlandse S.F. /an klasse Eilanden in de Golfstroom, ^ien gevoel van leegte Vervreemding centraal in kompakte verhalen van Jean Rhys ipoorioos in de Bermuda- Iriehoek: nieuwe feiten iver een fenomeen Over Croiset, de innerlijke mens, leven na dit leven en het zelfeuchtige erfdeel ODy c. BÉRnn „SIR0-REEKS" VAN THIJSSEN: PRIMA WERK The spy who loved me Samenstelling: Bert Vos BOBi/fln lAÉRHOven Adam Smith De kracht r vaiv'fli i 3 Richard Dawkins Het zelfzuchtig erfdeel Leusder Krant - boeken DONDERDAG 2 MAART 1978 boeken, voor u besproken Er zijn nog altijd mensen, die denken, it iets wat van ver komt het beste of ;t lekkerste is. Natuurlijk een misver- ^and, want het is een steeds weer te- igkomende onderschatting van vader- ndse kwaliteiten. Op het gebied van ience fiction-literatuur is dat al niet iter. Nederlandstalige schrijvers heb- ïn vaak erg veel moeite om een aatsje te veroveren in de reeks 'kende buitenlandse schrijvers. Eddy Bertin en Bob van Laerhoven, twee laarase SF-schrijvers zijn daar wèl in tslaagd. Vooral Eddy Bertin is geen ibekende meer en zijn korte verha- nbundels (uitgegeven bij Bruna) zijn moeite van het lezen dan ook best ^aard. Kortgeleden verscheen bij Bruna van tsrtin een nieuwe roman, ditmaal ge- ihreven samen met zijn collega en laend Bob van Laerhoven. „De kokons tn de nacht" is de titel en het is een >eiend verhaal van een onder een 2g>epel levende samenleving nadat de lychodag alle leven op aarde onmoge- k had gemaakt. J Hoofdfiguur in deze SF-roman is Cye V/iTgan, bewoner van eén der koepels een multipel, een mens, die de besten van voorvaderen in zich heeft m\ er mee kan communiceren wanneer it nodig mocht zijn. Eén van de mul- >elen die samen de Klon, de lepelstad besturen. De door Bertin en m Laerhoeven geschetste sa- enleving is gebaseerd op een soort immuneverband, met vrije sex, een paalde éénheid in gedachten via de gelmatige Celdenk, een samenvloeien n de geesten. Een vredige, voortkab- belende samenleving, waarbij het nage slacht kunstmatig tot stand wordt ge bracht, de erf-genen keurig geordend volgens het gewenste patroon. Maar dan gaat er iets mis. Er worden mensen krankzinnig en het ziet er naar uit, dat de celsteden op weg zijn naar een snelle afbrokkeling van de eenheid. Cye Borgan is dan ineens de spil, waar alles om draait Bertin en Van Laerhoven zijn er in geslaagd niet alleen een geloofwaardige gemeenschap te schetsen met geheel eigen gewoonten en levenspatronen, maar ook een roman te schrijven, die van het begin tot het einde blijft boeien. Ook het nogal spektakulair opgezette slot is niet „overdone" en kompleteert het uitste kende verhaal. Kortom: klasse, dat zich kan meten met de bekende schrijvers uit het buitenland. Uitgegeven door Bruna Zn. te Utrecht. Bert Vos. De beruchte Bermuda Driehoek laat jel veel mensen niet los. De waas van leimzinnigheid, die rond dit gebied zal ondanks tal van boeken, die geheimzinnigheid en het mysterie deze driehoek op louter toeval- —heden baseren, voorlopig niet ver- rijnen. Wie deze boeiende materie lorleest, zal toch het gevoel hebben, w t er in ieder geval iets aan de hand is in di gebied. Om zonder enige argumen- tie van „toevalligheden" te spreken at mij tever, temeer als men bedenkt, a irpt vooraanstaande geleeden en ook u rschillende Amerikaanse overheids- itanties en militairen zich gedurende mtallen jaren al met die „toevallighe- n" bezighouden, zonder tot een op- ising te zijn gekomen. En mocht die •lossing er zijn, dan bijft die wel diep rborgen in de archieven. ^Charles Berlitz schreef reeds eerder n boek over de Bermuda Driehoek (in lederland verschenen in de Tref-reeks ^in Gottmer) en kortgeleden kwam het "'rvolg op dit boek in Nederlandse ver- ling uit bij dezelfde uitgever, Gottmer -B Haarlem. „Spoorloos in de Bermuda rlfriehoek" is de titel en het boek heeft IjVets te maken met de rampenfilm, die >g niet zo heel erg lang geleden in Ne-' pn xland in roulatie ging. Bertitz schreef zijn nieuwe boek, ndat hij nieuwe feiten en gegevens 'er de driehoek had ontdekt en het yj1>dig vond dit ter completering door te ven aan de lezer. Erg interessant is het laatste lofdstuk van het boek, waarin Berlitz :rtelt over het zogenaamde „Phila- •lphia Experiment", door de marine in de VS uitgevoerd - naar men zegt - oktober 1943. Al zo'n 35 jaar geleden is. Het doel van dit experiment was om te onderzoeken of door middel van een sterk kunstmatig gekreëerd magne tisch veld objekten en personen on zichtbaar konden worden gemaakt. Dr. Manson Valentine heeft over deze ex perimenten het één en ander vertelt en uit die verklaring bleek, dat de proeven gestaakt moesten worden, omdat het gebruikte oorlogsschip met bemanning inderdaad voor een bepaalde periode „verdween", maar dat niet alleen. De bemanning bleek ernstig letsel aan het experihent te hebben overgehouden en sommigen stierven zelfs. De ver schijnselen, die bij het expriment zijn waargenomen, vertonen opmerkelijke overeenkomsten met de verschijnselen, die ooggetuigen hebben meegemaakt tijdens mysterieuze voorvallen binnen de Bermuda-Driehoek, waarvan al jaren wordt gezegd, dat het mysterie ook veroorzaakt kan zijn door een sterk magnetisch veld. De oorzaak van een dergelijk magnetisch veld binnen de Bermuda-Driehoek kan velerlei zijn. Het kan natuurlijk zijn, maar ook kunstmatig zijn opgewekt. Door wie? Ook daarover verschillen de talrijke meningen. Eén van de meeste verbreide is: Ufo's. Aan de hand van de bevindin gen rond het Philadelphia-experiment, zou het mogelijk kunnen zijn. Wat men er ook van wil geloven, het mysterie van de Bermuda-Driehoek is ongetwijfeld boeiend genoeg om er nog méér over te lezen. Berlitz's tWeede boek moet dan ook als zodanig worden gezien: een aanvulling op z'n eerste do- kument. Met nieuwe, interessante ge gevens over een tot nu toe onopgelost fenomeen. Uitgegeven door de uitgeverij J. H. Gottmer te Haarlem in haar bekende Tref-reeks. V. JLSLt' i,Een tweede druk beleeft „Eilanden in |B golfstroom" van Ernest Hemingway 11 j Strengholt-Naarden. De eerste druk ■jIq al een aantal jaren geleden, maar het mieuw uitbrengen van een ebonden) uitgave is toch een teken in een aanhoudende belangstelling >or deze toch al weer meer dan vijftien ar geleden overleden schrijver. Zijn wereld, waarin mannen nog annen zijn, de jacht op groot wild jna een religie is en het bloed van de lafóer in de arena de menigte doet grom- en kan toch niet meer eigentijds heten le'^ 1 het is maar de vraag of die ooit terug- it Dat betekent niet, dat He- ay geen groot schrijver is ge weest. Werk als „The sun also rises" en „For whom the bell tolls" heeft grote kwaliteiten. De discussie over Heming way is echter nooit bevredigend afge rond. Steekt er nu iets achter de onge remd individualistische filosofieën of niet? In ieder geval weet Hemingway-op- zijn-best aan zijn karakters een grote geloofwaardigheid mee te geven en zijn verteltrant is bondig en boeiend. „Eilanden in de Golfstroom" mist de geloofwaardigheid en zelfs de vertel trant heeft daaronder geleden. Het boek blijft een reeks van beelden met als cen trale figuur Thomas Hudson, een schilder die op de Bimini-eilandengroep Er is niets wonderlijker dan onze geest. Door de eeuwen heen hebben de mensen zich met hun innerlijk, hun ziel bezig gehouden. Hebben er hele filosi- fieën aan opgehangen en veel religie's zijn gebaseerd op de ziel, de innerlijke mens, de immateriële dingen van het toch zo boeiende mensenleven. Wie zich daar verder in zou willen verdiepen, kan zich tegoed doen aan raassa's boeken over dit onderwerp, zowel in de mysterieuse, magische sfeer beschreven of op louter klinische grondslag. Wetenschap en magie liggen wat dat betreft dicht bij elkaar als het gaat om het fenomeen „geest". Reïncarnatie, praten met de doden, hel derziendheid, het zijn stuk voor stuk onderdelen, die met onze geest te maken (kunnen) hebben. Aan de andere kant staat de nuchtere wetenschap, die al deze verschijnselen bestudeert, het soms grotendeels afwijst omdat het niet te bewijzen zou zijn en anderszins ver baasd staat te kijken als ze gekon- fronteerd wordt met het onwaar schijnlijke, waar tot nu toe geen verkla ring voor is gevonden. Wie méér wil weten over de geest, de eigen ziel en de potentiële mo gelijkheden daarvan, zal al snel verstrikt raken in het doolhof, die de mensen zelf rond de geest hebben ge- schapen ot verdwalen door de mist die rond dit fenomeen is opgetrokken. De lezer zal gekonfronteerd worden met twijfels en zekerheden en in veel geval len niet weten wat te kiezen. Nog niet zo lang geleden verscheen een autobiografie van een man, die - oog in oog met de wetenschap - heeft bewezen wel degelijk over een geest te beschikken, die verder reikt dan het di- rekt waarneembare. We hebben het dan over de bekende paragnost Gerard Croiset, die grotendeels onder de hoede staat van de bekende professor in de para-psychologie dr. W. H. C. Tenhaeff, die Croiset zo'n dertig jaar lang heeft meegemaakt. Tenhaeff is daar bijzonder gelukkig mee, temeer daar Croiset zich altijd besch ikbaar heeft wil len stellen van de wetenschap. Professor Tenhaeff schrijft in het voor woord van deze autobiografie dan ook: De man, voor wiens boek ik hier - op verzoek - een voorwoord schrijf wordt algemeen een „helderziende" (juister: paragnost) genoemd. Velen denken daarbij dat hij zich kwalitatief van de overgrote meerderheid van zijn mede mensen onderscheidt. Dit is niet juist. Het verschilis slechts kwantitatief. Hij is slechts een betere „helderziende" dan de meesten van ons. Anders gezegd: zijn paragnostische begaafdheid openbaart zich op een wijze die ver boven de norm is gelegen. Bij het me rendeel van ons openbaart deze be gaafdheid zich zo zwak, dat wij haar onder-normaal zouden kunnen noemen. De schrijver van dit boek is een man, die ik in de loop van ruim dertig jaar heb leren kennen als een integer mens met een uitzonderlijke paragnostische be gaafdheid Van de aanvang af heeft hij zonder voorbehoud en zonder daar ooit geldelijke vergoeding voor te vragen, zich voor wetenschappelijk onderzoek beschikbaar gesteld. Veel van het materiaal dat in dit boek voorkomt is door mij gecontroleerd- Wie dit boek leest en daarbij de inhoud van mijn talrijke publikaties over proefnemingen met de schrijver kent, zal tal van malen de gelegenheid vinden op te marken, dat dit of dat geval, gedo cumenteerd, in mijn geschriften terug te vinden is". De autobiografie van Gerard Croiset is van begin tot het eind een erg boeiende en fascinerende aangelegen heid geworden, waarbij veel wordt ver teld over de gevoelens die Croiset on dergaat tijdens zijn vlagen van hel derziendheid (voor zover je van „vla gen" kunt spreken). Croiset is een erg boeiend verteller, die ook de diepere waarden achter zijn begaafdheid niet uit de weg gaat en daar ruimschoots over filosofeert, zowel in het kader van de wetenschap als gezien in het licht van andere waarden (zoals dat van de gods dienst). „Croiset, paragnost" is uitgegeven door Strengholt Televideo b.v. te Bus- sum. Het boek bevat tal van foto's. De omslag werd verzorgd door Paul Ci troen. 320 pagina's, gebonden. Prijs ƒ32,50. DE KRACHT VAN DE GEEST In het verlengde van Croiset's boek ligt het werk van Adam Smith: „De kracht van de geest". Het is een om vangrijke verhandeling (zo'n 400 blz.) over de geest en Smith is er in geslaagd om dat nog begrijpelijk te houden ook voor de gemiddelde lezer, zodat het - met de vertaling van Hilde Bervoets, een prestatie mag worden genoemd. Smith heeft humor en gebruikt die ook, zij het, dat het boek grotendeels op Amerikaanse toestanden is gebaseerd. Smith kwam er toe zijn boek te schrijven, omdat hij zich op een dag niet zo lekker voelde en daarom wilde uit vinden, wat er eigenlijk met z'n ge zondheid aan de hand was. Terwijl hij daarmee bezig was, raakte hij als vanzelf verwikkeld in het fenomeen geest. Hoe snel dat in z'n werk ging schrijft Smith zelf: „Ik zou in het begin niet gelooed hebben dat ik mijn tijd zou doorbrengen met uitheemse figuren als Tibetaanse lama's en medicijnmannen en heren, die baarden hadden en rare kleren droegen. Ik zou niet geloofd hebben dat ik ooit in een kamer een Sanskritische lettergreep zou zitten op dreunen, of een lotus in de lucht zou tekenen met een blokfluit van één dollar achtennegentig, merk G. Schirmer". Smith was er op uit om te onderzoeken of het mogelijk was te leren onze interne processen te beheer sen met de geest inplaats van met pillen, waar hij voordien in grote overvloed mee werd gekonfronteerd, zoals zoveel Amerikanen met hem. Smith is een bekend econoom en fi nancieel deskundige. Adam Smith is een schuilnaam. Wie hij in werkelijkheid is, is niet bekend. Hij kreeg grote bekend heid als de schrijver van „The money game" (Het spel heet geld, Bruna 1969), naar deinnerlijke mens- f i- dat vooral in de Verenigde Staten een opzienbarende bestseller werd. Smith's speurtocht naar de innerlijke mens- bij hem, zoals bij zovelen van deze tijd- een reaktie op de materiële zaken die hem in zijn dagelijkse leven beheersen, is ge schreven in een relativerende en leesbare stijl, ook voor hen, die weinig of geen achtergrond-kennis hebben ten aanzien van deze materie. „De kracht van de geest" is een uiterst boeiende verkenning door een toch nog steeds vrjj onbekend terrein; oiizë gèëst? Het boek geeft beslist niet het laatste antwoord. Maar wie méér wil weten (nog meer dan wat Smith op pa pier heeft gezet) kan terecht bij de uit gebreide literatuurlijst die in het boek is opgenomen, soms aangevuld met „waarde-beoordelingen" van de schrijver zelf. „De kracht van de geest", warm aanbevolen, Uitgegeven door Bruna Zn. te Utrecht. Paperback, 400 blz. Oorspronkelijke titel: „Powers of mind". Prijs 32,50. De Nederlandse schrijver Felix Thijssen, die jaren geleden als journalist in Amersfoort en omgeving werkzaam was, zei op een gegeven moment de journalistiek vaarwel en begon met het schrijven van verhalen en romans. Niet alleen kinderboeken, maar ook volwas sen SF-romans. Vanuit de Franse Ar- dèche zijn sindsdien al meer dan tien SF-romans van zijn hand verschenen bij uitgeverij De Fontein te Baarn. Bekend is zijn serie over Mark Stevens, om iets te noemen, en zijn psychologische SF- romans „De Mistral" en „Emmarg". zijn domicilie heeft gekozen. Zijn ge voelens worden eigenlijk niet duidelijk en daarom blijven de andere karakters vaag. Ook als avonturenroman laat het boek zich niet gemakkelijk lezen, daar voor is het teveel doorspekt met uitwei dingen en anecdotes. Het boek laat een gevoel van leegte achter en als dat Hemingway's be doeling is geweest dan hebben andere schrijvers dat beter gedaan. A. J. G. Strengholt - Naarden. Geb. 29,50. F.M. Thijssen is nu begonnen met een nieuwe serie, met Arne Nay Sterzon in de hoofdrol, een man, die zijn vrouw op geheimzinnige wijze verloor en terecht is gekomen in een even geheimzinnige onderneming. De baas van dit bedrijf is een zekere Siro, die op een eiland ergens in de tropen zijn hoofdkwartier heeft. In „Siro's eiland" beschrijft Thijssen de eerste ontmoeting met de geïsoleerde groep, die in verbinding blijkt te staan met buitenaardse wezens. En dat niet alleen. Het blijkt, dat men een gedwongen verbond heeft gesloten met deze bewoners van Sigma Draconis. In „Siro's eiland" slaagt Ster- zon er in om een bres te slaan in dit verbond. In het tweede deel wordt Ster- zon verbannen naar een planeet buiten het zonnestelsel (Siro's planeet). Felix Thijssen is er in geslaagd om opnieuw volwassen SF te schrijven met thriller-aspekten. Twee spannende ro mans, die - hoewel ze apart gelezen kunnen worden - toch op elkaar aanslui ten. „Siro's eiland" en „Siro's planeet" zijn twee eerste delen van een serie, die zonder meer stukken beter dan de Mark Stevens-serie belooft te worden. Dat komt in de eerste plaats, doordat Thijssen in de loop der jaren beter is gaan schrijven, zichzelf heeft verdiept Uitgave De Fontijn b.v. te Baarn. In de bekende Fontein SF-reeks. V. Wie de nieuwste James Bond-film „The Spy who loved me" heeft gezien, moet eigenlijk niet verzuimen de gelijk namige boekversie van deze film te ko pen. Het James Bond-verhaal werd - zoals bekend - geschreven door Chris topher Wood, omdat de oor spronkelijke roman van Ian Fleming, met geheel geschikt was voor een ver filming, zoals regisseur Lewis Gilbert en zijn producers die in gedachten hadden. „The spy who loved me" volgt vrijwel letterlijk de film en het is best aardig om na het zien van deze nieuwste en spek- takulaire Bond-film alles nog eens rustig na te lezen. Uitgegeven door Bruna Zn te de Zwarte Beertjes-reeks nr. 1759 V. LEVEN NA DIT LEVEN Een onderwerp, dat ook in verband met de geest staat (en het voortbestaan na de dood van die geest) is beschreven in het boek „Leven na dit leven" Zolang de mensheid bestaat, zo lang is men wellicht al bezig met de vraag: Is er leven na dit leven? Wie de Bijbel daarbij als leidraad neemt, zal daarover geen enkele twijfel hebben: er zal een nieuwe aarde en een nieuwe hemel komen na dit leven. De opvattingen van de hemel en de hel zijn dan weliswaar in de loop der eeuwen vervaagd tot on grijpbare zaken, die nergens als vast staande verschijnselen worden be schreven, ze leven toch voort binnen het Christendom van vandaag. Een an dere benadering is dat van de reïnkama- tie, het weer opnieuw leven na de dood in een andere vorm, bijvoorbeeld als dier of in een ander tijdperk. Hierover zijn honderden boeken geschreven, soms vol met materiaal van mensen, die zichzelf gereinkameerd waanden, die vertelden van hun leven, eeuwen eerder geleefd. Kortgeleden verscheen bij uitgeverij A. J. G. Strengholt' te Naarden het boek „Leven na dit leven" van Raymond A. Moody jr., in de vertaling van Annette Birkhoff. Dit boek gaat niet over reïnkamatie, maar over de belevenissen van mansen, die een klinische dood on dergingen en daar weer bovenop kwa men. Een opmerkelijk boek, dat wel, maar ook een boek, waarbij je niet alles maar als zoete koek moet slikken, omdat het ietwat té gemakkelijk is ge schreven, zonder echt wetenschappelijk gefundeerd te zijn. Dat kan ook niet, want het is bijzonder moeilijk om de verklaringen van mensen, die klinisch dood zijn geweest, op waarheid te kon- troleren. En dat is volgens mij het grote manko van dit overigens erg in teressante boek. Tal van de verklaringen, ge tuigenissen zou je bijna geneigd zijn te zeggen, komen vrijwel met elkaar over een. Vaak is er sprake van een zweven of een wervelen in een donkere spiraal. Een gevoel van rust, van onspannen- heid. Donkere gangen, donkere dalen zijn synoniemen hiervoor. Tal van an deren hebben ervaren hoe hun ziel zich van het lichaam verwijderde om er later in terug te keren. Ik twijfel met aan die ervanngen, maar ik twijfel wel als de vraag „is er leven na dit leven" aan de hand van deze verklaring positief wordt beantwoord. Er zullen namelijk tal van mensen zijn, die - zonder ooit in levens gevaar te hebben verkeerd - dezelfde ervaringen gehad zullen hebben. „Leven na dit leven" is daarom - on danks de goede bedoelingen - een té gemakkelijk boek om te kunnen stellen, dat het „onthullende ooggetuigen verslagen uit het hiernamaals" bevat. Wat dat betreft klinken de reïnkarnatie-verhalen mij heel wat overtuigender in de oren, zondat dat ik daaraan het predikaat „echte waarheid" zou willen verbinden. Uitgegeven door A. J. Strengholt te Naarden. HET ZELFZUCHTIGE ERF DEEL Hoewel de geest een onderdeel is van de materie, die Richard Dawkins be handelt in zijn boek „Het zelfzuchtige erfdeel", gaat dit niet direkt over de geest, maar heeft er natuurlijk wel zijde lings mee te maken. Vier miljard jaar geleden verschenen in de oerzee de eerste moleculen die het vermogen hadden zichzelf te kopiëren. Het waren meesters in de overlevings kunst en ze zijn dan ook nooit uitge storven. Maar nu zweven ze niet meer vrij in de zee; ze hebben hun vrijheid al lang opgegeven. Ze wonen bijeen in enorme kolonies, veilig in het binnenste van reusachtige beweeglijke robots, en oefenen invloed uit op de buitenwereld door middel van afstandsbediening. Ze wonen in ons, en hun behoud is de enige reden van ons bestaan, zegt Daw kins. Ze hebben een lange evolutie achter de rug. Ze worden „genen" genoemd, en wij zijn hun overlevingsapparaten. Dat is de werkelijke betekenis van de evolutie, waarvan Darwin in 1859 de eerste beginselen heeft ontsluierd. Richard Dawkins zet de evolutie van het gen helder en met veel voorbeelden uiteen. Tenslotte opent hij een onver wacht perspectief: een nieuwe kijk op onszelf en onze unieke beschaving. De mens, betoogt hij, is het eniger dier dat in staat is het programma van de genen, ons „zelfzuchtig erfdeel", te doorzien en er zich onafhankelijk tegenover op te stellen. Deze nieuwe visie op het wezen mens is niet al te moeilijk geschreven, maar je moet je verstand er wel steeds bij houden, want de matene is niet bepaald gemakkelijk. Uitgegeven door Bruna Zn. te Utrecht. Paperback, prijs ƒ24,50. Voorlopig kunt u - wat de geest betreft - weer een tijdje vooruit. Of u er ook werkelijk iets wijzer van wordt - van dit geestelijke voer - ligt geheel aan u zelf. Wat er ook juist of onjuist is aan wat schrijvers zeggen over de won derbaarlijke gaven en onvoorspelbare Een nieuwe visie op het wezen mens. kronkels in onze geest, boeiend is het wel. En spannend als een goede thriller. Bert Vos. Een sobere schrijfstijl is tegenwoordig populairder dan in de vroeger decennia van de eeuw en daarom is het misschien niet verwonderlijk dat Jean Rhys nu meer wordt gewaardeerd, dan in haar jonge jaren. Zij is een Britse schrijfster, die dertig jaar lang vergeten was tot zij in 1966 weer een roman uitbracht, „Wide Sargasso Sea". Sindsdien wordt zij weer gelezen, ook buiten Engeland. In een vertaling van W. A. Dorsman-Vos is nu een verhalenbundel van haar uitgebracht onder de titel „Mens, slaap je roes uit" (Sleep it off, lady). Het titelverhaal is het voorlaatste in de bundel, die zestien verhalen telt en tevens het een van de meest aangrij pende. Het bejaardenprobleem, zoals we in deze met welzijnsjargon door drenkte tijden zeggen, in enkele blad zijden. De scherpe blik van Jean Rhys is trouwens in alle verhalen merkbaar. In het verhaal „Troebel water", waarin het conflict van een Engelse timmerman met de bevolking van net eiland Domi nica grote aanleiding is tot het doorlopen van alle stadia in rassente genstellingen met als climax de onder linge vervreemding. Jean Rhys stelt de vervreemding als menselijk tekort boven eventuele spek- takulaire wendingen in haar verhaal. Daarmee wordt haar werk, in ieder geval in deze verhalenbundel, li teratuur. Nou kun je met zo'n opmerking niet veel doen, maar een voorbeeldje maakt het wel duidelijk. In het laatste verhaal(tje), niet het beste overigens, komt de schrijfster terug in het Dominica van haar jeugd, treft een in tientallen jaren veranderd, maar herkenbaar eiland. Zij komt bij het huis, waar zij vroeger gewoond heeft en ziet twee kinderen buiten spe len. Zij zwaait naar hen, maar ook als zij dichtbij is gekomen zien de kinderen haar niet. „Wat is het ineens koud ge worden", zei hij. „Voel je wel? Laten we naar binnen gaan". „Hè, ja," zei het meisje. Ze liet haar armen zakken, kij kend hoe ze over het grasveld naar het huis renden. Toen ging haar een licht op". Rhys is niet zuinig met haar thema's en dat maakt elk verhaal een afgerond geheel, waarin met relatief weinig woorden zeer veel wordt gezegd. Soms gebruikt zij misschien té weinig woorden en dat maakt haar be doelingen op zo'n moment wat moeilijk te doorgronden. De vervreemding wordt verdiept door de positie, die de schrijfster in neemt op de rand van twee werelden, de Europese en Caraïbische, zij hoort in geen van beide thuis en dat maakt de kijk die zij heeft op elementen in het Europese boeiend. Maar het meest aan sprekende zijn toch wel de verhalen die de intense gevoelens, in een gesloten koloniale gemeenschap, gevoed door haat en roddel, tot onderwerp hebben. De missiezuster en haar levenslange strijd tegen de bisschop en vooral de spanningen om niets rond de nieuweling op het eiland. Mens, slaap je roes uit (Sleep it off, lady) is vertaald door W. A. Dorsman- Vos en uitgegeven door Bruna- Utrecht/Antwerpen. Fred Moormann.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1978 | | pagina 9